Toren van liefde en dood
Johanna Spaey
‘Hoe normaal Frankrijk er na Verdun en de verlaten dorpen ook uit zag, ik kon me al die tijd niet van mijn herinneringen aan de verwoestingen bevrijden die wij dwazen zo graag verrichten. In mijn hoofd bleef het landschap leeg en kaal, vol kraters en geschreeuw. Het gehuil van de man die ik niet had geholpen overviel me weer, net als in de beginjaren.’
Maurice is uiterlijk ongeschonden de oorlog doorgekomen, maar in zijn hoofd is het nooit rustig.
Als hij met zijn zus en haar man Frankrijk in rijdt, voorbij de slagvelden, stuiten ze na de eerste verwoestingen op een soort paleis, een constructie gebouwd door een postbode. Tijdens zijn postboderondes had hij 33 jaar lang stenen opgeraapt en meegenomen om daarmee wonderlijke creaties neer te zetten.
Het raakt Maurice en een jaar later begint hij zelf. Hij verzamelt ijzerzandstenen en bouwt.
Iedere middag komt de hond op bezoek, of zijn zus Sara, die - tegen de tijdgeest in - dokter is geworden, net als haar vader. Soms neemt ze haar echtgenoot mee, Alexander, een oud-officier met maar één ledemaat, wiens rolstoel voortgeduwd wordt door zijn adjudant (nog steeds) Benny, die verminkt is en een masker draagt.
Als op een dag een zeventienjarige tweeling, Pieter en Pina Peeters, verdwijnt, hebben de dorpelingen daar allerlei ideeën over. Waren ze weggelopen zoals hun vader zei? Waren ze vermoord of hadden ze zelfmoord gepleegd? Ze vonden wat kleren van Pina, maar de jongeren zelf bleven spoorloos.
Hoofdveldwachter van de Cauter is bang dat de vader van de tweeling hen iets aangedaan heeft als ze na twee weken nog niet terecht zijn.
Die vader is Georges, een opvliegende man met losse handjes. Hij werd er in 1914 van beschuldigd dat hij vader en zoon Berendracht verraden had bij de Duitsers. Zij belandden in een gevangenenkamp en kwamen beschadigd terug.
Tussen de Peetersen en de Berendrachts is het nooit goed gekomen. Niet alleen vanwege het al dan niet vermeende verraad, en speelt nog meer.
En Sara leeft in angstige verwachting dat haar geheim zal uitkomen nu gezocht wordt naar de tweeling.
Johanna Spaey heeft met Toren van Liefde en dood een prachtige, ijzersterke psychologische thriller neergezet, die ook de nasleep van de Eerste Wereldoorlog als thema heeft. Het is een broeierig verhaal, die zich afspeelt in de dorpsgemeenschap, waar veel gekletst wordt maar niets verklaard.
‘Over liefde dachten we hetzelfde. Mensen naderden makkelijk ons hol, maar slechts zelden waagde iemand de sprong in het diepe, omdat het snel duidelijk was dat daar beneden, in ons hart, als je dat woord graag wilt gebruiken, amper licht scheen. Het vermoeden van vuil, smerig water was altijd sterker dan het verlangen om te duiken. Er waren uitzonderingen, en daar klampten we ons dan aan vast. Tegen hen deden we alsof het heel normaal was dat ze zich in het water hadden gewaagd. Zij met Alexander, ik met Gust, en heel misschien met Pierre.’
Handig: voorin staat gemeld dat er achterin het boek een lijst met personages staat. Dat komt wel eens te pas, soms ben je het even kwijt…
Johanna Spaey (1966, Leuven) studeerde assyriologie en filosofie in Leuven en Leiden. In 2005 debuteerde ze met Dood van een soldaat, een misdaadroman die zich afspeelt net na de Eerste Wereldoorlog. Daarmee won ze zowel de Nederlandse Gouden Strop als de Vlaamse Hercule Poirotprijs. Na dit succes schreef Johanna Spaey de romans Vlucht (2007), De eenzaamheid van het westen (2010), Oktober is de mooiste maand (2021) en het non-fictieboek Kleine encyclopedie van de eenzaamheid (2018).
ISBN 9789464104806 | Paperback | 288 pagina's | Uitgeverij Horizon | mei 2025
© Marjo, 14 augustus 2025
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER