Stervensuur
Mark Billingham
Een paar maanden geleden heeft voormalig rechercheur Tom Thorne het grondig verknald. Hij heeft zijn geliefde Noord-Londen moeten verlaten en is nu werkzaam op bureau Lewisham in Zuidoost-Londen. Hij mist zijn oude team en hij heeft heimwee naar zijn oude werkzaamheden. Op bureau Lewisham draagt Tom weer het politie-uniform en maakt hij als inspecteur lange dagen op straat.
Wanneer een ouder echtpaar hun telefoons niet opneemt, schakelt een van hun kinderen de politie in. Het team van Tom treft het bejaarde stel dood in hun bed aan. Op het nachtkastje staat een leeg insulineflesje. De recherche doet de dood van het paar, John en Margaret Cooper, af als zelfmoord maar Tom vermoedt dat er iets heel anders aan de hand is. Hij heeft een aantal dingen opgemerkt die niet passen bij zelfdoding. Zijn collega’s vinden hem overijverig en delen zijn mening niet.
De zaak zit Tom niet lekker en hij besluit een bezoekje te brengen aan de afdeling moordzaken. Zijn gesprek met afdelingshoofd Neil Hackett verloopt niet naar wens. Hackett lacht hem uit en zegt dat Tom moet ophouden met “rechercheurtje spelen”. Tom beseft dat niemand de zogenaamde zelfmoorden zal gaan onderzoeken en omdat hij nog altijd een rechercheur in hart en nieren is, besluit hij de zaak clandestien onder de loep te nemen. Een aantal goede vrienden, die ook bij de politie werken, zeggen schoorvoetend toe hem te zullen helpen.
Tom en zijn geheime onderzoeksteam doen een aantal ontluisterende ontdekkingen. Ze raken steeds dieper in een zaak verzeild die zich als een olievlek verspreidt. Tom weigert echter om met zijn nieuwe bewijs opnieuw naar Hachett te stappen. Hij wil het zelf tot op de bodem uitzoeken. Zijn vrienden maken zich zorgen en zijn bang hun banen te verliezen als het bedrog uitkomt. Hoeveel zijn ze bereid op het spel te zetten?
De lezer weet al vanaf het begin dat Tom wel eens gelijk kan hebben. De proloog van het boek beschrijft de overpeinzingen van een man die zojuist zijn polsen heeft doorgesneden. Hij aanschouwt hoe het bloed uit zijn lichaam wegstroomt en vraagt zich af hoelang het nog zal duren voordat hij zal sterven. Dan blijkt er ineens iets heel anders aan de hand te zijn en die wetenschap slaat in als een bom.
In Billinghams debuut Slaapdood (Sleepyhead) maakte de lezer voor het eerst kennis met Tom Thorne. Het boek werd een groot succes en Stervensuur is alweer de elfde thriller in de prijswinnende Tom Thorne-reeks. In Stervensuur woont Tom sinds enkele maanden samen met Helen Weeks en haar anderhalf jaar oude zoontje Alfie. Helen werkt ook bij de politie en de relatie tussen haar en Tom is op een nogal ongebruikelijk wijze tot stand gekomen. Het kersverse stel probeert dan ook om hun relatie voor hun collega’s geheim te houden. Tom verzwijgt zijn onderzoek voor Helen omdat hij haar baan niet in gevaar wil brengen maar ook omdat hij weet dat zij zijn activiteiten zal afkeuren. Het liegen gaat hem steeds beter af. Zal de prille relatie de leugens van Tom wel overleven?
Het verhaal is scherp geschreven en goed uitgedacht. Losse eindjes zijn er niet terwijl er toch ruimte voor een vervolg is overgelaten. Knap! Het boek is prima als standalone te lezen maar het verhaal maakt wel heel nieuwsgierig naar de vorige delen. Mark Billingham weet hoe hij zijn lezers moet boeien. Stervensuur is een onvervalste Britse thriller en smaakt naar meer.
ISBN 9789041424945 | paperback | aantal pagina's | Anthos| januari 2014
Vertaald door Ernst de Boer en Ankie Klootwijk
© Annemarie, 19 januari 2014
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Panty
Mijke Pol
Hoofdredacteur Pieter de Wilde van RTV Noord-Holland wordt vermist. Hij was met vijf collega’s een weekendje aan de kust. Nieuwjaar en zijn jubileum vieren in één klap. Al is de sfeer niet zo prettig, het is immers dezelfde de Wilde die na Nieuwjaar gaat aankondigen wie zijn baan gaat verliezen. Het is crisis en ook bij RTV N-H moet bezuinigd worden. Voor de jaarwisseling zijn daarvoor functioneringsgesprekken gevoerd met de medewerkers.
Toch: nu willen ze even een leuk weekend samen. Tenminste?
In de loop van het verhaal blijkt er veel mis op de redactie: allemaal, hebben ze een reden om Pieter te haten, en daarnaast hebben ze in hun persoonlijke leven allerlei problemen.
De directeur, Nico, heeft ontdekt dat zijn vrouw vreemd gaat. Leon, productiemedewerker is homo, en verslaafd aan coke; Els, redactrice, is bezorgd om Ria, een medewerkster die pas door Pieter ontslagen is, en nu ziek thuis zit; Nathalie is zwanger en wil dat niet zijn, want als Pieter dat te weten komt dan is ze haar baan vast kwijt; en Lieve, de stagiaire, vindt de zogenaamde ‘gebruikelijke gang van zaken’ op de redactie heel vervelend en denkt er hard over om maar te stoppen met haar opleiding. Dit zijn allemaal dingen die broeien, in de weken voorafgaand al op de redactie, met een hoogtepunt tijdens dat weekendje in een afgelegen huis. Pieter de Wilde blijkt een vreselijke man te zijn, die denkt dat alles geoorloofd is om zijn zin te krijgen. En ja, die panty, daar heeft hij wat mee.
Alle personages komen aan het woord en vertellen over hun ervaringen met Pieter, die zelf ook mag vertellen. Summier krijgen we ook een persoonlijke achtergrond mee, waarbij het de vraag is of die iets toevoegen. Dat Leon bijvoorbeeld geen ouders meer heeft, maar dol is op zijn zus, die geen haar gekrenkt mag worden? Leuk om te weten, maar zonder verdere uitwerking heeft het weinig betekenis.
We lezen e-mails, privé en zakelijk, en de verslagen over de functioneringsgesprekken, en we begrijpen heel goed wat de eigenaar van het huis aan de kust gevonden heeft. Het boek begint daar namelijk mee.
Maar: Wie heeft het op zijn geweten? Daar hebben we hoogstens vermoedens over. Het is geen superspannende thriller, maar een makkelijk verhaal dat vooral gaat over een heel akelig sfeertje op de werkvloer: haat en nijd, chantage en bedrog. Daar bij RTV Noord-Holland wil je niet werken...
ISBN 9789044530926 | paperback |284 pagina's | Uitgeverij de Geus | oktober 2013
© Marjo, 16 januari 2014
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
De laatste aanwijzingen
Eriksson & Sundquist
De laatste aanwijzingen is het derde en laatste deel in de trilogie De zwakte van Victoria Bergman. In de drie boeken staan psychologe Sofia Zetterlund en haar cliënt Victoria Bergman centraal. Victoria is jarenlang door haar vader en zijn sektegenoten misbruikt. Haar vader heeft zelfs een kind bij haar verwekt en de baby vervolgens aan goede vrienden geschonken. Madeleine, zoals de dochter van Victoria is genoemd, ging vervolgens eenzelfde lot als haar moeder tegemoet. Victoria en Madeleine hebben elkaar nooit ontmoet maar dragen soortgelijke littekens.
Sofia heeft een prille relatie met Jeanette Kihlberg, hoofdinspecteur bij de recherche. Jeanette en Sofia hebben elkaar leren kennen toen de naam Victoria Bergman opdook in een moordonderzoek. Victoria heeft mogelijk meerdere moorden op haar geweten maar de vrouw is al lange tijd onvindbaar. Sofia heeft een ontluisterende ontdekking over Victoria gedaan. Een bevinding die ze beslist niet kan delen met Jeannette. Sofia en Victoria zijn één en dezelfde persoon. Sofia is Victoria en Victoria is Sofia.
Sofia Zetterlund werd geboren als Victoria Bergman. Op haar achttiende kreeg Victoria een beschermde identiteit en vanaf dat moment gaat ze als Sofia Zetterlund door het leven. De nieuwe identiteit heeft haar verleden echter niet uitgewist. Sofia lijdt aan een meervoudige persoonlijkheidsstoornis en één van haar alter-ego’s is Victoria. Tijdens de vele gesprekken die Sofia met haar cliënt Victoria voerde, praatte ze in werkelijkheid tegen zichzelf. Het verleden van Victoria is haar verleden. Sofia is zich lange tijd niet van haar ziekte bewust geweest maar nu weet ze dat ze haar lichaam deelt met meerdere persoonlijkheden waaronder Victoria.
Sofia alias Victoria maakte dingen mee die zo gruwelijk waren dat zij zichzelf in meerdere personen moest opsplitsen om te kunnen blijven functioneren. Nu Sofia beseft wat er aan de hand is, probeert ze grip op de andere personages te krijgen en black-outs te voorkomen. Ze boekt steeds meer vooruitgang en sommige alter-ego’s hebben inmiddels afscheid genomen. De wraakzuchtige Victoria laat zich echter niet wegbonjouren.
Jeanette Kihlberg en haar collega Jens Hurtig hebben hun handen vol aan diverse gruwelijke moordzaken die met elkaar in verband blijken te staan. Ze ontdekken dat de slachtoffers deel uitmaakten van een sekte. De sekteleden vergrepen zich jarenlang zonder enige scrupules aan jonge kinderen en hielden elkaar de hand boven het hoofd. De kinderen die het misbruik overleefden zijn voorgoed beschadigd. Sommigen slaan de hand aan zichzelf, anderen zinnen nog altijd op wraak. Wie van hen brengt de kindermisbruikers één voor één om het leven?
Wie de eerste twee boeken niet heeft gelezen, zal het verhaal niet kunnen volgen. Begin dus bij het begin. Omdat het verhaal heel omvangrijk en diepgaand is, moest ik even in het verhaal komen. Hoe zat het ook alweer? Gelukkig staat er voorin het boek een beknopte omschrijving van de diverse personen die in het boek voorkomen.
De laatste aanwijzingen is net als de eerste twee delen – Het kraaienmeisje en Het hongervuur – een psychologische thriller van de bovenste plank. Jerker Eriksson en Hakan Axlander Sundquist schrijven eerlijk, open en rauw waarbij ze heel kundig gebruik maken van de kracht van suggestie. Het verhaal vervulde me zowel met afschuw als met medelijden. Met grote kennis van zaken brengen de auteurs de gevolgen van seksueel misbruik in kaart. De gebeurtenissen in het boek lijken in eerste instantie overdreven maar wie het nieuws van de afgelopen decennia nog eens nader onder de loep neemt, beseft dat het helaas niet allemaal vergezocht is. Dat besef maakt het verhaal nog aangrijpender. In dit laatste boek komen alle gebeurtenissen samen en ontstaat een overzichtelijk doch schokkend geheel.
De laatste aanwijzingen is een diepgaande, bloedstollende thriller. Het lezen van de trilogie als geheel is een intense, overweldigende ervaring die me emotioneel erg heeft geraakt. Het verhaal maakt duidelijk dat we nooit de andere kant op moeten kijken en dat de slachtoffers altijd geloofd en geholpen moeten worden.
ISBN 9789023485308 | paperback | 400 pagina's | Cargo | januari 2014
Vertaald door Svin
© Annemarie, 14 januari 2014
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Winterberg
Suzanne Vermeer
Sophie en Daan zitten financiëel gezien in de problemen. Daan is boekhouder en die branche heeft flink te lijden onder de crisis. Hij wordt er chagrijnig van. Sophie, docente wis- en scheikunde, lijdt daaronder. Als haar tante Eva komt te overlijden en zij naar Winterberg moet voor het voorlezen van het testament, krijgt ze visioenen: misschien erft ze wel een groot geldbedrag en kunnen ze hun rekeningen weer betalen?
De twee reizen af naar Winterberg, waar het ook winter is, er ligt sneeuw. Maar sprookjesachtig is het bepaald niet, vooral de kamer die ze toegewezen krijgen in het verder lege en naargeestige hotel is maar een akelige, sombere kamer.
Tante Eva heeft altijd het familiehotel beheerd met haar echtgenoot Dieter, met wie ze geen kinderen had. Wel zijn er nog twee andere nichten: Lieke en Isa, en die blijken ook genoemd te worden in het testament.
Sophie vindt Lieke maar een oppervlakkige flierefluiter. Ze is nooit serieus, steekt overal de draak mee en kan ook heel akelige snerende opmerkingen maken. Isa daarentegen is wèl serieus, plichtsgetrouw en zij werkt al enige tijd in het hotel. Niet vreemd dus dat als er een keuze gemaakt worden: het hotel behouden of verkopen, dat Isa kiest voor het eerste!
Maar Lieke en Sophie willen het geld, en vinden Dieter, die ook mee moet beslissen, aan hun kant.
Sophie vindt dat oom Dieter maar een zwakke, oude man is geworden. Hij lijkt volledig te steunen op Mara, die behalve zijn verzorgster ook het enige personeelslid in het hotel is.
Dit zijn de spelers: Dieter en Mara; Daan en Sophie, Lieke en Isa.
De lezer weet al dat een van hen vermoord is. Het is ook bekend wie dat is. Maar waarom en door wie? Lopen de andere hotelbewoners ook risico?
Het politieonderzoek verloopt heel akelig, het lijkt wel of zij helemaal geen zin hebben om een goed onderzoek te doen. Voor hen is de zaak zo klaar als een klontje. Daan heeft geld nodig, hij is de dader!
Sophie is de enige die in hem gelooft, en ze zal iets moeten ondernemen, hoe eng ze het ook vindt, ze zal het geheim van het hotel moeten ontrafelen.
Dit is de tweede ‘Vermeer’ die niet door Paul Goeken geschreven is, en zijn opvolger (??) kan het net zo goed, zo niet beter.
Het blijven lekkere, niet diepgaande verhalen, prima boeken om van te genieten, onderuitgezakt in je luie stoel, met een glaasje erbij en de kachel aan.
Nadenken moet je niet teveel doen, laat het maar gewoon over je heen komen, zelfs als je al denkt te weten wie de dader is.
ISBN 9789400503434| paperback | 272 pagina's | A.W. Bruna Uitgevers | januari 2014
© Marjo, 8 januari 2014
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Een broze waarheid
John le Carré
Paul Anderson verblijft in een saai hotel in Gibraltar. Hij wacht. Paul is op een geheime missie voor de Britse minister van Buitenlandse Zaken. Hij had deze opdracht het liefst geweigerd maar zo vlak voor zijn pensioen zou dat niet verstandig zijn geweest. En nu staart Paul, die in werkelijkheid helemaal geen Paul heet, naar de beroemde Rots van Gibraltar. De ambtenaar denkt aan zijn vrouw en dochter, zijn alter-ego Paul heeft geen naaste familie.
Eindelijk komt aan het lange wachten een eind. Paul mag zijn aandeel gaan leveren in de uiterst geheime antiterrorisme-operatie waarbij Britten en Amerikanen de handen ineen slaan. Doelwit is een jihadistische wapenhandelaar. Paul is de contactpersoon van de Britse eenheid en moet ter plekke verslag uitbrengen aan de minister. Hij is zijn oren en ogen. De missie verloopt niet al te soepel waarbij de samenwerking ernstig te wensen overlaat. De Amerikanen gaan hun eigen gang en de adviezen van Paul worden door de minister in de wind geslagen. Dan is alles voorbij en Paul wordt ijlings van de locatie verwijderd en vriendelijk bedankt voor de moeite. Paul krijgt niet de kans om met de leden van het Britse team te praten maar naar het schijnt was de missie uiteindelijk een groot succes. Niemand is gewond geraakt. Paul keert terug naar huis en gaat enkele jaren later met pensioen.
Ten tijde van de geheime missie werkt de jonge en ambitieuze Toby Bell als secretaris van de minister van Buitenlandse Zaken. Toby beschikt over een goed stel hersens en heeft al snel door dat de minister wat aan het bekokstoven is. Nadat de minister zijn mening voorzichtig heeft gepolst en hij klaarblijkelijk het verkeerde antwoord heeft gegeven, wordt hij niet langer overal bij betrokken. Toby is argwanend en probeert te achterhalen waar de minister mee bezig is. Hij luistert een gesprek af waarin wordt gesproken over een geheime operatie met de naam Wildlife. Het kwetst Toby dat hij niet bij de missie wordt betrokken maar hij vraagt zich vooral af waarom er zo’n rookgordijn omtrent de activiteiten opgetrokken wordt. Is deze missie soms clandestien? Toby probeert in te grijpen maar wordt overgeplaatst.
Drie jaar lang proberen zowel Toby als Paul, die in werkelijkheid Kit Probyn heet, niet aan de missie te denken. Dan stuit Kit tijdens een bezoekje aan een jaarmarkt op Jeb, één van de leden van het Britse team. Jeb ziet er miserabel uit en hij doet een aantal onthutsende onthullingen over de missie. Kit kan zijn twijfels niet langer onderdrukken en besluit dat hij eindelijk de waarheid wil weten. Wat is er nu werkelijk gebeurd tijdens de missie? Kit doet een beroep op Toby en ook Toby is van mening dat hij niet langer de andere kant op kan kijken.
Wat volgt is een verhaal van grote klasse. John le Carré heft een vermanende vinger naar de (geheime) overheidsdiensten. De grote mannen die aan het roer staan laten het “voetvolk” in de kou staan. Vragen mogen niet gesteld worden, wie dat toch doet zal bestraft worden. Er wordt schaamteloos gelogen en wie dat door heeft kan dat beter niet laten blijken.
Opvallend is de schrijfstijl van het boek. Het is scherp en vlot geschreven waarbij een modern taalgebruik is gebezigd. John le Carré, pseudoniem van David John Moore Cornwell, is echter geboren in 1931! De tachtiger schrijft met het allure van een veel jongere man wat hij combineert met zijn ruime levenservaring. Hij is van alle markten thuis. Het resultaat is een waar kunstwerkje dat – zeer terecht - tot VN-Thriller van het jaar 2013 is uitgeroepen.
Een broze waarheid is een verhaal dat steeds spannender en intenser wordt. Uiteindelijk liet het me niet meer los en stevende ik in volle vaart op een daverende, geloofwaardige ontknoping af. Verwacht geen gespierde superhelden en spectaculaire stunts, de hoofdpersonen in het boek zijn eerder alledaags dan heldhaftig. Een broze waarheid is een verrassend goede en kritisch geschreven thriller.
ISBN 9789021808703| paperback | 352 pagina's| Sijthoff | april 2013
Vertaald door Rob van Moppes
© Annemarie, 6 januari 2013
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Troostkind
Loes den Hollander
Het verlies van een haar jongste dochter hakt er natuurlijk stevig in bij Astrid, haar man Charles en de andere kinderen, de nu volwassen Jolien en Bjorn. Het is nu vijf jaar geleden, dat Meike omkwam bij een ongeluk – ze kwam bij het oversteken onder een te hard rijdende auto. Langzaam pakken ze hun leven weer op, maar makkelijk is het niet. Vooral omdat Bjorn zich erg schuldig lijkt te voelen. Hij was er bij toen het gebeurde. Bjorn is toch altijd al een moeilijk kind geweest: een brokkenmaker, altijd er op uit om anderen te pesten, veeleisend naar zijn ouders toe. Op school werd gezegd dat hij intelligent genoeg was, maar dat hij geen moeite deed.
’Het lijkt of hij nooit tevreden is.’ Dat was de regelmatig terugkerende kritiek van Charles. Als hij erg boos op hem was noemde hij hun zoon een bodemloze put. Ze (=Astrid) wist dat het klopte, maar wilde het niet toegeven. Ze probeerde de hele wereld te bewijzen dat liefde en aandacht, warmte en veiligheid tot ieder kind zouden doordringen en zeker tot een kind van haar.'
Astrid heeft zelf een akelige jeugd gehad als dochter van een Jehova. Toen ze op zeventienjarige leeftijd weigerde gedoopt te worden werd ze het huis uit gezet. Ze kende Charles nog maar net, wat hem er niet van weerhield haar op te vangen. Ze trouwden snel, vooral omdat ze al in verwachting bleek te zijn. Dat kind werd Bjorn. Het kind bij wie ze het anders moest doen dan haar moeder bij haar. Die moeder heeft ze nooit meer gezien.
Als nu, vijf jaar na het overlijden van Meike, iemand een roze jurkje op Joliens kamer legt, en naar Astrid een wit sokje en een slipje stuurt, komen de gebeurtenissen snel tot een akelige climax.
Mensen in hun omgeving worden het slachtoffer van wat lijkt op een roofoverval, en er waren al akelige voorvallen geweest in een park nabij.
Astrid kan niet anders dan een en een bij elkaar optellen: wat heeft Bjorn daar mee te maken?
Ze confronteert hem met haar vermoedens, en natuurlijk ontkent hij. Ze wil hem graag geloven, accepteert veel, maar de voorvallen houden maar niet op. Astrid moet iets doen. Maar kan ze haar zoon aangeven? Wat moet er gebeuren voor ze iets doet?
In dit verhaal windt Loes den Hollander er geen doekjes om: het is niet altijd de opvoeding en/of de omgeving die een kind maakt tot wie hij is. Een kind is niet ‘maakbaar.’
Maar ze heeft het zelf ook niet goed voor met haar personages: Bjorn is degene die alles bederft, wat goed is wordt slecht als Bjorn er maar naar kijkt. Tussen Charles en Astrid zit het eigenlijk prima, maar helaas staat Bjorn ook tussen hen in. Jolien lijkt een beetje te ontsnappen aan alle ellende, ze is de enige die het leven een positieve draai weet te geven.
Dit houdt in dat er veel ellende in het verhaal zit. Vrolijk word je er niet van. Maar ja, andermans ellende, zeker als die fictief is, blijkt lekker te lezen... Tijdens dat lezen vraag je je steeds af waar die titel op slaat. Een troostkind, daar komen Astrids kinderen toch niet voor in aanmerking? Het antwoord komt pas op pagina 300, dus dat verklap ik ook niet. Hoe het afloopt trouwens ook niet. Dat wordt een verbijsterende ontknoping, dat kan ik wel zeggen.
ISBN 9789045201061 | paperback |352 pagina's| Uitgeverij Karakter| april 2012
© Marjo, 31 december 2013
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Bloedlijn
Kevin Valgaeren
Op het einde van het boek “De ziener” lezen we hoe David een vampier wordt.
Nu is hij op zoek naar Sterre Schemers, het meisje waar hij als tiener in het geheim verliefd op was. David heeft Valeth over Sterre verteld en vreest nu dat Valeth haar tot zijn partner wil maken.
Sterre, die een aantal jaren geleden weggegaan is uit Turnhout na het voorval met Jude, keert dan net terug naar haar geboortestad. Ze krijgt een baantje aan een technische middelbare school waar ook Werner van Lissum leraar is.
Als Werner de naam van Sterre hoort is hij erg ontdaan. ’s Avonds gaat hij naar “Het jachthuis van de Echelkuil” waar hij Celine en Marcus gaat gaan vertellen dat "ze" terug is. Marcus heeft Werner een map met brieven mee die Sterre moet lezen.
Dat is het begin van een spannend verhaal waarbij je je steeds afvraagt wat de bedoeling is van Valeth, wat er aan de hand is met Sterre, enz.
Valgaeren is echt een goede verteller. Hij weet de spanningsboog strak gespannen te houden. Je blijft continu bezig met wat je gelezen hebt, je vraagt je af waar het naartoe gaat, probeert zelf te bedenken wat er gaat gebeuren om er steeds naast te zitten. Geen moment kun je voorspellen wat er gaat gebeuren.
Maar weer heb ik een beetje problemen met het einde. Alle eindjes worden mooi aan elkaar geknoopt, daar niet van, maar weer wordt er op zo’n manier een draai aan gegeven dat er weer een opening is voor een nieuw boek. Of dat slecht is laat ik in het midden, ondertussen kijk ik wel uit naar het vervolg. Benieuwd of Valgaeren er een derde keer in slaagt om de spanning erin te houden.
En ook deze keer is er een stukje geschiedenis in het boek verwerkt. Deze keer is het de eer aan het “Jachthuis van de Echelkuil” ofwel Huis Misonne in Oud-Turnhout. Het jachthuis ligt in Landschap de Liereman.
Zie http://www.kevinvalgaeren.be/photos-4/jachthuisechelkuil.htm
ISBN 9789079552870 Hardcover 480 pagina's Kramat oktober 2012
© Inge, 31 december 2013
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Pagina 152 van 214