Een broze waarheid
John le Carré
Paul Anderson verblijft in een saai hotel in Gibraltar. Hij wacht. Paul is op een geheime missie voor de Britse minister van Buitenlandse Zaken. Hij had deze opdracht het liefst geweigerd maar zo vlak voor zijn pensioen zou dat niet verstandig zijn geweest. En nu staart Paul, die in werkelijkheid helemaal geen Paul heet, naar de beroemde Rots van Gibraltar. De ambtenaar denkt aan zijn vrouw en dochter, zijn alter-ego Paul heeft geen naaste familie.
Eindelijk komt aan het lange wachten een eind. Paul mag zijn aandeel gaan leveren in de uiterst geheime antiterrorisme-operatie waarbij Britten en Amerikanen de handen ineen slaan. Doelwit is een jihadistische wapenhandelaar. Paul is de contactpersoon van de Britse eenheid en moet ter plekke verslag uitbrengen aan de minister. Hij is zijn oren en ogen. De missie verloopt niet al te soepel waarbij de samenwerking ernstig te wensen overlaat. De Amerikanen gaan hun eigen gang en de adviezen van Paul worden door de minister in de wind geslagen. Dan is alles voorbij en Paul wordt ijlings van de locatie verwijderd en vriendelijk bedankt voor de moeite. Paul krijgt niet de kans om met de leden van het Britse team te praten maar naar het schijnt was de missie uiteindelijk een groot succes. Niemand is gewond geraakt. Paul keert terug naar huis en gaat enkele jaren later met pensioen.
Ten tijde van de geheime missie werkt de jonge en ambitieuze Toby Bell als secretaris van de minister van Buitenlandse Zaken. Toby beschikt over een goed stel hersens en heeft al snel door dat de minister wat aan het bekokstoven is. Nadat de minister zijn mening voorzichtig heeft gepolst en hij klaarblijkelijk het verkeerde antwoord heeft gegeven, wordt hij niet langer overal bij betrokken. Toby is argwanend en probeert te achterhalen waar de minister mee bezig is. Hij luistert een gesprek af waarin wordt gesproken over een geheime operatie met de naam Wildlife. Het kwetst Toby dat hij niet bij de missie wordt betrokken maar hij vraagt zich vooral af waarom er zo’n rookgordijn omtrent de activiteiten opgetrokken wordt. Is deze missie soms clandestien? Toby probeert in te grijpen maar wordt overgeplaatst.
Drie jaar lang proberen zowel Toby als Paul, die in werkelijkheid Kit Probyn heet, niet aan de missie te denken. Dan stuit Kit tijdens een bezoekje aan een jaarmarkt op Jeb, één van de leden van het Britse team. Jeb ziet er miserabel uit en hij doet een aantal onthutsende onthullingen over de missie. Kit kan zijn twijfels niet langer onderdrukken en besluit dat hij eindelijk de waarheid wil weten. Wat is er nu werkelijk gebeurd tijdens de missie? Kit doet een beroep op Toby en ook Toby is van mening dat hij niet langer de andere kant op kan kijken.
Wat volgt is een verhaal van grote klasse. John le Carré heft een vermanende vinger naar de (geheime) overheidsdiensten. De grote mannen die aan het roer staan laten het “voetvolk” in de kou staan. Vragen mogen niet gesteld worden, wie dat toch doet zal bestraft worden. Er wordt schaamteloos gelogen en wie dat door heeft kan dat beter niet laten blijken.
Opvallend is de schrijfstijl van het boek. Het is scherp en vlot geschreven waarbij een modern taalgebruik is gebezigd. John le Carré, pseudoniem van David John Moore Cornwell, is echter geboren in 1931! De tachtiger schrijft met het allure van een veel jongere man wat hij combineert met zijn ruime levenservaring. Hij is van alle markten thuis. Het resultaat is een waar kunstwerkje dat – zeer terecht - tot VN-Thriller van het jaar 2013 is uitgeroepen.
Een broze waarheid is een verhaal dat steeds spannender en intenser wordt. Uiteindelijk liet het me niet meer los en stevende ik in volle vaart op een daverende, geloofwaardige ontknoping af. Verwacht geen gespierde superhelden en spectaculaire stunts, de hoofdpersonen in het boek zijn eerder alledaags dan heldhaftig. Een broze waarheid is een verrassend goede en kritisch geschreven thriller.
ISBN 9789021808703| paperback | 352 pagina's| Sijthoff | april 2013
Vertaald door Rob van Moppes
© Annemarie, 6 januari 2013
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Troostkind
Loes den Hollander
Het verlies van een haar jongste dochter hakt er natuurlijk stevig in bij Astrid, haar man Charles en de andere kinderen, de nu volwassen Jolien en Bjorn. Het is nu vijf jaar geleden, dat Meike omkwam bij een ongeluk – ze kwam bij het oversteken onder een te hard rijdende auto. Langzaam pakken ze hun leven weer op, maar makkelijk is het niet. Vooral omdat Bjorn zich erg schuldig lijkt te voelen. Hij was er bij toen het gebeurde. Bjorn is toch altijd al een moeilijk kind geweest: een brokkenmaker, altijd er op uit om anderen te pesten, veeleisend naar zijn ouders toe. Op school werd gezegd dat hij intelligent genoeg was, maar dat hij geen moeite deed.
’Het lijkt of hij nooit tevreden is.’ Dat was de regelmatig terugkerende kritiek van Charles. Als hij erg boos op hem was noemde hij hun zoon een bodemloze put. Ze (=Astrid) wist dat het klopte, maar wilde het niet toegeven. Ze probeerde de hele wereld te bewijzen dat liefde en aandacht, warmte en veiligheid tot ieder kind zouden doordringen en zeker tot een kind van haar.'
Astrid heeft zelf een akelige jeugd gehad als dochter van een Jehova. Toen ze op zeventienjarige leeftijd weigerde gedoopt te worden werd ze het huis uit gezet. Ze kende Charles nog maar net, wat hem er niet van weerhield haar op te vangen. Ze trouwden snel, vooral omdat ze al in verwachting bleek te zijn. Dat kind werd Bjorn. Het kind bij wie ze het anders moest doen dan haar moeder bij haar. Die moeder heeft ze nooit meer gezien.
Als nu, vijf jaar na het overlijden van Meike, iemand een roze jurkje op Joliens kamer legt, en naar Astrid een wit sokje en een slipje stuurt, komen de gebeurtenissen snel tot een akelige climax.
Mensen in hun omgeving worden het slachtoffer van wat lijkt op een roofoverval, en er waren al akelige voorvallen geweest in een park nabij.
Astrid kan niet anders dan een en een bij elkaar optellen: wat heeft Bjorn daar mee te maken?
Ze confronteert hem met haar vermoedens, en natuurlijk ontkent hij. Ze wil hem graag geloven, accepteert veel, maar de voorvallen houden maar niet op. Astrid moet iets doen. Maar kan ze haar zoon aangeven? Wat moet er gebeuren voor ze iets doet?
In dit verhaal windt Loes den Hollander er geen doekjes om: het is niet altijd de opvoeding en/of de omgeving die een kind maakt tot wie hij is. Een kind is niet ‘maakbaar.’
Maar ze heeft het zelf ook niet goed voor met haar personages: Bjorn is degene die alles bederft, wat goed is wordt slecht als Bjorn er maar naar kijkt. Tussen Charles en Astrid zit het eigenlijk prima, maar helaas staat Bjorn ook tussen hen in. Jolien lijkt een beetje te ontsnappen aan alle ellende, ze is de enige die het leven een positieve draai weet te geven.
Dit houdt in dat er veel ellende in het verhaal zit. Vrolijk word je er niet van. Maar ja, andermans ellende, zeker als die fictief is, blijkt lekker te lezen... Tijdens dat lezen vraag je je steeds af waar die titel op slaat. Een troostkind, daar komen Astrids kinderen toch niet voor in aanmerking? Het antwoord komt pas op pagina 300, dus dat verklap ik ook niet. Hoe het afloopt trouwens ook niet. Dat wordt een verbijsterende ontknoping, dat kan ik wel zeggen.
ISBN 9789045201061 | paperback |352 pagina's| Uitgeverij Karakter| april 2012
© Marjo, 31 december 2013
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Bloedlijn
Kevin Valgaeren
Op het einde van het boek “De ziener” lezen we hoe David een vampier wordt.
Nu is hij op zoek naar Sterre Schemers, het meisje waar hij als tiener in het geheim verliefd op was. David heeft Valeth over Sterre verteld en vreest nu dat Valeth haar tot zijn partner wil maken.
Sterre, die een aantal jaren geleden weggegaan is uit Turnhout na het voorval met Jude, keert dan net terug naar haar geboortestad. Ze krijgt een baantje aan een technische middelbare school waar ook Werner van Lissum leraar is.
Als Werner de naam van Sterre hoort is hij erg ontdaan. ’s Avonds gaat hij naar “Het jachthuis van de Echelkuil” waar hij Celine en Marcus gaat gaan vertellen dat "ze" terug is. Marcus heeft Werner een map met brieven mee die Sterre moet lezen.
Dat is het begin van een spannend verhaal waarbij je je steeds afvraagt wat de bedoeling is van Valeth, wat er aan de hand is met Sterre, enz.
Valgaeren is echt een goede verteller. Hij weet de spanningsboog strak gespannen te houden. Je blijft continu bezig met wat je gelezen hebt, je vraagt je af waar het naartoe gaat, probeert zelf te bedenken wat er gaat gebeuren om er steeds naast te zitten. Geen moment kun je voorspellen wat er gaat gebeuren.
Maar weer heb ik een beetje problemen met het einde. Alle eindjes worden mooi aan elkaar geknoopt, daar niet van, maar weer wordt er op zo’n manier een draai aan gegeven dat er weer een opening is voor een nieuw boek. Of dat slecht is laat ik in het midden, ondertussen kijk ik wel uit naar het vervolg. Benieuwd of Valgaeren er een derde keer in slaagt om de spanning erin te houden.
En ook deze keer is er een stukje geschiedenis in het boek verwerkt. Deze keer is het de eer aan het “Jachthuis van de Echelkuil” ofwel Huis Misonne in Oud-Turnhout. Het jachthuis ligt in Landschap de Liereman.
Zie http://www.kevinvalgaeren.be/photos-4/jachthuisechelkuil.htm
ISBN 9789079552870 Hardcover 480 pagina's Kramat oktober 2012
© Inge, 31 december 2013
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Het land van de echo's
Daniel Hecht
Bezetenheid komt in alle wereldreligies en bijgeloven voor, stelt Daniel Hecht in zijn nawoord.
In de historische literatuur van de Navajo’s vond hij beschrijvingen van meerdere gevallen, waaronder dat van Anna Winsor. Zij stierf in 1873, na een leven met toevallen, ijltoestanden en een staat van verwarring waarin zij haar ruggengraat als haar rechter arm ervoer en haar nek als haar schouder. Haar rechter arm kende ze niet en had die ook niet onder controle. Ze was er bang voor. Ook sprak ze met vreemde stemmen en nam andere persoonlijkheden aan.
Fascinerend, net als dit boek, waarin Hecht - gebruikmakend van Winsors verhaal - het fictieve verhaal van de vijftienjarige Tommy Keeday beschrijft. Hij is leerling op een kostschool voor hoogbegaafde indiaanse leerlingen, die geleid wordt door Julieta McCarty. Omdat bijgeloof nog steeds leeft in de harten van hun nazaten, is zij bang dat haar sponsors hun steun zullen intrekken als zij horen wat er aan de hand is. Dat mag dus niet gebeuren. Ze wil dat Tommy behandeld wordt op school, en is blij met de komst van Cree Black, een psychologe gespecialiseerd in het paranormale.
Cree herkent in de persoon van Julieta enkele problemen waar ze zelf ook mee zit: voorbije, maar niet verwerkte relaties en twijfels over nieuwe relaties. Als ze ontdekt dat Tommy, of de geest die in Tommy zit, reageert op Julieta, en dat Julieta ook ’iets’ met Tommy heeft, moet ze meer weten. Ze ontdekt dat er zich iets duisters in de mesa bevindt, achter de school, waar Tomy’s problemen begonnen zijn. Cree schakelt haar vienden en collega’s in. De tijd dringt, het gaat steeds slechter met de jongen en er is ook de dreiging van de buurman, die zoon is van Julieta’s overleden man.
Kan Cree op tijd ontdekken wie of wat er in Tommy’s lichaam gevaren is? En hoe lost ze haar eigen problemen op?
Dit verhaal is doorspekt met veel wetenswaardigheden over de Navajo-indianen en hun leefwijze, in het verleden en in het heden. Behalve een spannend verhaal dus ook leerzaam.
De ontknoping is niet echt verrassend, het is geen tenenkrommend plot, maar niettemin zeer de moeite waard. Je moet wel iets hebben met het bovennatuurlijke, denk ik.
ISBN 9789024556915 | paperback |431 pagina's| Poema Pocket| oktober 2005
Vertaald uit het Engels door Robert Vernoooy
© Marjo, 30 december 2013
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
De witte engel
Caleb Carr
Heel lang geleden heb ik “De ontmaskering” van Caleb Carr gelezen en alhoewel ik niet precies meer kan vertellen waarover het boek ging herinner ik me wel nog de sfeer dat het verhaal opriep. Behalve een beklemmende spanning was er ook een soort van afgrijzen.
Toen ik in de bibliotheek aan het “browsen” was kwam ik “De witte engel” tegen en ik wilde wel eens weten of zijn tweede boek ook die sfeer kon oproepen.
In dit verhaal wordt het dochtertje van een Spaanse ambassadeur ontvoerd. De vader wil dit in de doofpot stoppen omdat Amerika en Spanje zich aan het voorbereiden zijn op een oorlog met elkaar (eind 19de eeuw).
Wanneer de moeder de dag erna haar dochtertje op de trein ziet, samen met een andere vrouw, huurt ze detective Sara Howard in. Sarah op haar beurt roept de hulp in van Dr. Kreizler, de politiemannen Marcus en Lucius Isaacson, journalist John Moore, Cyrus Montrose en de jonge Stevie Haggart: het team dat zijn ontstaan vindt in “de ontmaskering”.
Al snel komen ze op het spoor van Libby Hatch, een heel sluwe en levensgevaarlijke vrouw, die blijkbaar meer moorden op haar kerfstok heeft.
Het verhaal wordt vertelt door Stevie, heel veel jaren later, en als weddenschap met John.
Ik heb een tijd moeten nadenken over wat ik van het boek vond en kan het niet anders uitleggen dan zo: De sfeer van ”de ontmaskering” voel je ergens wel maar blijft net onder een dun laagje liggen. Het is echt wel latent aanwezig en op dat moment gaat het verhaal snel. Maar iedere keer dat het spannend wordt, dat die beklemmende sfeer op het punt van doorbreken staat komt er een verhandeling over balistiek, politietechnieken, vingerafdrukken enz. Daardoor gaat de snelheid uit het verhaal, wordt het ploeteren om verder te lezen. Dan deed het me een beetje denken aan “De vermoedens van Mr Whicher” met dat verschil dat “De vermoedens van Mr Whicher” fictie was.
Op zich is het geen slecht verhaal en moest ik “De ontmaskering” niet gelezen hebben zou ik het misschien een leuk en spannend boek vinden maar… Ik heb “De ontmaskering” wel gelezen en nu heb ik het gevoel dat “De witte engel” net tekortschiet.
ISBN 9789055014811 Paperback 597 pagina's Bzztoh 1997
Vertaald door Bob Snoijink
© Inge, 27 december 2013
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Ultieme wraak
Leendert Lodder
In Assen wordt Kees ten Pas dood gevonden. Hij is vrijgesproken van een vreselijke misdaad; zijn advocaat kreeg dat voor elkaar omdat het bewijs niet goed genoeg was.
In Wassenaar is een soortgelijke zaak gaande: strafpleiter Houwelingh is vast van plan een moordenaar en verkrachter vrij te pleiten. Benno Bosman komt dan ook vrij, maar zijn advocaat komt direct na afloop van de zaak om het leven bij een bomaanslag.
Als deze aanslag opgeëist wordt door een groepering die zich ‘angels of revenge’ noemt, wordt Dick Prinsen op de zaak gezet. Hij zet zijn team snel aan het werk.
Intussen is degene die de opdracht tot de wraakacties geeft voor de lezer ook in beeld, en tot diens stomme verbazing legt Dick Prinsen al snel de link met de moord in Assen. En nog erger: waar hij dacht de volmaakte moord gepland te hebben, is Prinsen al snel op zoek naar Joegoslaven. De speurtoch leidt naar Serajevo.
Maar wie is degene die achter de wraakacties zit?
Want dat is wel duidelijk: iémand is het niet eens met de gang van zaken binnen de huidige rechtspraak. Al die bureaucratie, al dat papierwerk en de regeltjes maken dat de wet nauwelijks meer functioneert. Dat is niet juist natuurlijk. Maar zelf dan maar recht doen zegevieren is ook niet de goede manier van handelen.
Leendert Lodder stelt deze kwestie aan de kaak, in een politieroman, die flitsend had kunnen zijn, als er hier en daar goed opgelet was: Je hoeft niet te blijven uitleggen waarom Prinsen denkt dat er Joegoslaven bij de zaken betrokken zijn. Het verhaal had aan spanning gewonnen als er hier en daar flink ingekort was. Of misschien wat meer dialoog. Het is nu een vrij pittig geheel geworden. Maar het gaat de schrijver dan ook niet om de plot, hij wil iets vertellen.
Het lijkt me een goede zaak dat dit deze vraag eens gesteld wordt: wordt het geen tijd om onze rechtswetgeving eens grondig te herzien?
Er staan verklarende voetnoten in, en in een epiloog legt Leendert Lodder, zelf hoofdinspecteur van politie, uit waarom hij dit boek geschreven heeft. Eerder schreef hij ‘Als Tie Maar Niet Wordt Als Zijn Vader’, dus waarom dit boek toch op de Academica Literatuurlijst is gekomen? (waar immers autobiografische boeken ook een plaats krijgen)
ISBN 9789078905592 |paperback|384 pagina's |Uitgeverij De Brouwer| oktober 2012
© Marjo, 26 december 2013
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Vannacht ben je dood
Viveca Sten
Inspecteur Thomas Andreasson is een tijdje uit de roulatie geweest. Een uitputtende moordzaak – zie het boek Onschuldig verleden - heeft hem bijna het leven gekost. Thomas is dankbaar dat hij na een intensieve revalidatieperiode zijn werkzaamheden bij de politie kan hervatten.
De eerste zaak waar Thomas zich na zijn terugkomst over buigt is de zelfmoord van psychologiestudent Marcus Nielsen. De dood van de jongen roept groot verdriet en onbegrip bij zijn familie en vrienden op. Niemand in zijn omgeving heeft gemerkt dat hij levensmoe was. De moeder van Marcus dringt er bij Thomas op aan de zaak nader te onderzoeken. Hoe kan het bijvoorbeeld dat de laptop van Marcus spoorloos is verdwenen?
In de mobiele telefoon van Marcus staan een aantal afspraken met mensen die Marcus’ moeder niet kent. Thomas laat de adressen bij de namen opzoeken en brengt als eerst een bezoekje aan ene Jan-Erik Fredell. Jan-Erik is vijftig jaar en heeft MS. Hij vertrouwt Thomas toe dat hij inderdaad bezoek heeft gehad van Marcus Nielsen. Marcus was met een werkstuk over het leger in de jaren zeventig bezig en stelde Jan-Erik vragen over zijn diensttijd. Jan-Erik was een kustjager en was gelegerd op Korsö, vlakbij het eiland Sandhamn waar Thomas al sinds zijn kindertijd komt.
Niet lang na het bezoekje van Thomas wordt Jan-Erik door zijn vrouw Lena dood in bad aangetroffen. Jan-Erik had gedronken en was daarna gekleed in het badwater gaan liggen. Hoewel het scenario op zelfmoord lijkt, twijfelt Thomas onmiddellijk. Hij heeft met eigen ogen gezien dat Jan-Erik zich door zijn ernstige vorm van MS nauwelijks kon bewegen. Hij kan onmogelijk zelf in het bad geklommen zijn. Lijkschouwing wijst uit dat iemand het slachtoffer tijdens de afwezigheid van Lena onder water heeft geduwd. Waarom vermoordt iemand een ernstig zieke man? En moet de zelfmoord van Marcus nu ook in twijfel worden getrokken?
Het hoofdverhaal wordt afgewisseld met hartverscheurende dagboekfragmenten uit de jaren zeventig. Een jonge man is toegelaten tot het Zweedse elitekorps. Voor hij zichzelf een kustjager mag noemen moet hij eerst een loodzware training voltooien. De jongen, Jan-Erik, vreest zijn commandant die meedogenloos is voor zijn acht pupillen. De jongens worden afgebeuld en moeten onder onmenselijke omstandigheden topprestaties zien te leveren. Falen is niet toegestaan. Wie door uitputting, kou of pijn instort wordt “beloond” met extra opdrachten die onmiddellijk uitgevoerd dienen te worden. Het verhaal en de personages zijn fictief maar de gebeurtenissen uit het dagboek zijn gebaseerd op ware gebeurtenissen.
Vannacht ben je dood biedt een spannende whodunnit maar het privéleven van Thomas én dat van zijn beste vriendin Nora Linde komen ook uitgebreid aan bod. Thomas en Nora vormen de spil van de Sandhamn-serie. Nadat Thomas in boek drie van de reeks bijna het leven liet, zijn hij en zijn ex-vrouw Pernille weer samen. Hun huwelijk sneuvelde nadat hun dochtertje aan wiegendood stierf maar het verdriet dat eerder een wig tussen hen dreef, heeft hen nu juist met elkaar verbonden. Voorzichtig tasten de twee hun hervonden relatie af en wanneer Pernille totaal onverwacht zwanger blijkt te zijn, zorgt dat bij beiden voor een mengeling van geluk en angst. Zullen ze dit kind mogen houden? Heel mooi en gevoelig beschrijft Viveca Sten de emoties van de twee ouders in spe. Hun geluk is puur maar ook heel breekbaar.
Nora Linde is inmiddels gescheiden van haar man Henrik. Henrik heeft er geen gras over laten groeien en woont nu samen met Marie, de vrouw met wie hij Nora bedroog. Nora zit nog volop in het verwerkingsproces en ook haar kinderen moeten hun draai in het nieuwe bestaan nog vinden. Zodra het even kan trekt Nora zich met haar twee zoontjes terug op Sandhamn waar ze inmiddels in een prachtige oude villa is getrokken. Een erfenis. Haar oude vakantiehuis verhuurt ze aan Jonas met wie ze het steeds beter kan vinden. Een van de inwoners van het eiland is ook een stormjager geweest en Nora probeert hem nuttige informatie te ontfutselen.
Viveca Sten is inmiddels opgeklommen tot een schrijfster die zich kan meten met bijvoorbeeld Camilla Läckberg en Unni Lindell. Ook dit vierde deel in de Sandhamn-reeks is zeer geslaagd en ik kijk reikhalzend uit naar het vijfde deel. Viveca Sten maakt indruk.
ISBN 9789021450247 | paperback | 392 pagina's | Uitgeverij Q | december 2013
Vertaald door Tine P.G. Jorissen-Wedzinga
© Annemarie, 22 december 2013
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Pagina 156 van 217