De onderkant van sneeuw
Ilse Ruijters
Van alle vreselijke dingen die je in een mensenleven kunnen overkomen is dit er zeker een: Irene, zelf moeder van twee jonge kinderen, verliest de controle over het stuur en een meisje van drie jaar is dood.
Het voorval achtervolgt haar, verscheurt haar. Kon ze de tijd maar terugdraaien! Ze verdient niet meer te leven.
‘Ik kon niet vluchten. Die weg, die plek, zat binnenin me, dat was allang geen geografische locatie meer, die je kon aanwijzen op Google Maps. De tril had me te pakken en rammelde me hardhandig door elkaar. Het enige wat ik kon doen, was het laten gebeuren. Ik had dit toch zeker allemaal over mezelf afgeroepen. Ik mocht haar niet vergeten.’
Van vergeten is geen sprake. Kom het niet van binnenuit, het vreselijke besef, dan wijst haar omgeving haar er wel weer op. Ook al is het gezin verhuisd naar een kleine stad, wat er gebeurd is achtervolgt haar. Mensen fluisteren, staren...
Zelf vindt Irene ook dat de taakstraf die ze opgelegd kreeg te gering was. Misschien moet ze zichzelf dan maar straffen?
Iemand is haar voor: een onbekende stuurt haar een bedreiging via internet.
Is het Renske haar zus, die erg kwaad is: het is karma, roept ze, ik kan geen kinderen krijgen omdat mijn zus er eentje dood reed! Of is het Delano, de man die ze heeft leren kennen toen ze haar taakstraf deed (en met wie niet alles even goed is verlopen)? Is het misschien iemand van de club mensen die vindt dat mensen die een dodelijk ongeluk veroorzaken geen recht meer hebben op een normaal bestaan? Of is het toch een van die moeders van het schoolplein?
Irene had het geestelijk al moeilijk, maar nu dreigt ze er helemaal aan onder door te gaan. Gelukkig (toch?) heeft ze Marco, haar man, en is er die ene vrouw, Freya, die als enige haar vriendin wil zijn.
Maar als het er op aan komt haar eigen dochter te redden, dan is het toch Irene zelf die dat moet doen, want de politie is ook al niet haar beste vriend. Ze beweren zelfs dat Irene zelf haar hond heeft vergiftigd, en Irene begint te twijfelen. Misschien hebben ze wel gelijk...
Huiveringwekkend verhaal, en dat voor een eerste thriller!
Het is geschreven in een vlotte stijl, geen lange uitweidingen, maar korte zinnen en prima dialogen die het verhaal vaart geven. De kinderversjes tussendoor geven een sinistere tint aan het geheel. Ilse Ruijters weet de dreiging te vergroten door een bepaalde sfeer op te roepen, de sneeuw van de titel is er een voorbeeld van. De manier waarop zij een schokkende gebeurtenis in dit verhaal verwerkt is uitstekend: het is drama, maar niet opgelegd. Als lezer kun je niet anders dan meegaan in alles wat zich in Irenes hoofd afspeelt, je voelt haar wanhoop, haar twijfels, en al weet je dat ze schuldig is, je leeft in alle sympathie met haar mee. En het gevaar komt steeds dichterbij.
Je wil haar helpen, maar dat gaat natuurlijk niet.
Wees gewaarschuwd: als je begint te lezen, wil je het boek niet meer wegleggen...
Prachtige omslag overigens!
Ilse Ruijters (1979) studeerde Communicatiewetenschap aan de Universiteit van Amsterdam. Ze schrijft artikelen en columns voor verschillende bladen, zoals Cosmopolitan, en won columnwedstrijden van NRC Next en de ANWB.
ISBN 9789048822072 | paperback| 256 pagina’s| Uitgeverij Mistral| september 2014
© Marjo, 7 oktober 2014
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
De dochter
Jane Shemilt
Het leven van Jenny Malcolm loopt op rolletjes. Haar werk als huisarts in Bristol slokt veel van haar tijd op maar gelukkig vinden haar tweelingzoons Theo en Ed en hun 15-jarige zusje Naomi dat geen enkel probleem. Jenny’s kinderen zijn zelfstandige en tevreden tieners. Echtgenoot Ted maakt lange dagen in het ziekenhuis waar hij als chirurg werkzaam is. Soms vindt Jenny het jammer dat hij ook veel avonden in het ziekenhuis doorbrengt maar dat hoort nu eenmaal bij zijn baan.
Naomi heeft de hoofdrol in de schoolmusical bemachtigd. De première is een groot succes en Naomi krijgt lovende kritieken. Jenny is trots op haar dochter maar ze is ook blij dat het musicalgebeuren nu bijna achter de rug is. Naomi ziet er de laatste tijd moe uit, de musicalrepetities hebben het tienermeisje duidelijk uitgeput. Toch geeft Jenny haar dochter toestemming voor een etentje met de cast. Ze vindt het niet prettig dat het diner op een doordeweekse avond plaatsvindt maar ze gunt haar dochter een leuke tijd. Na enig gekibbel wordt afgesproken dat Naomi om 23:30 uur weer thuis zal zijn.
Maar Naomi komt niet thuis. Niet om 23:30 uur en ook niet op een ander tijdstip. Naomi is weg. Jenny en Ted schakelen de politie in. In eerste instantie proberen de politiemensen de doodongeruste ouders te sussen maar al snel delen zij de zorgen van Jenny en Ted. Naomi heeft gelogen. Er was helemaal geen etentje. Naomi is al veel langer weg dan in eerste instantie vermoed werd. Ook is er meerdere keren een man bij het schooltheater gesignaleerd. Jenny’s grootste nachtmerrie komt uit: iemand heeft haar innig geliefde dochter ontvoerd. Zal Naomi nog leven? Is ze mishandeld, verkracht of misschien zelfs vermoord? Haar dochter heeft haar nodig. Elke porie van Jenny’s lichaam ademt moederinstinct uit. Ze wil haar kind beschermen, als een leeuw voor haar kind vechten, maar ze staat machteloos.
Een jaar na Naomi’s verdwijning woont Jenny samen met haar hond Bertie in een cottage in Bristol. Het intense gemis van haar dochter beheerst haar leven volledig. Jenny gaat de medemens zoveel mogelijk uit de weg. Contact met haar gezin is er wel. Theo zit inmiddels in het buitenland en Ed slijt zijn dagen in een kliniek. Ted stuurt haar regelmatig een ansichtkaart zonder tekst. Nog altijd weet Jenny niet wat er met haar dochter is gebeurd. Keer op keer beleeft ze de weken voor Naomi’s verdwijning opnieuw.
Jenny beseft dat ze zichzelf voor de gek heeft gehouden. Haar leven liep helemaal niet op rolletjes en misschien heeft ze haar kinderen zelfs tekort gedaan. Heeft ze door haar drukke baan niet genoeg aandacht aan haar gezin besteed? Waarom heeft ze niet gemerkt dat Naomi veranderde, dat ze geheimen met zich meedroeg. De geheimen van Naomi waren geen onschuldige kindergeheimen, het waren geheimen die een ouderlijk ingrijpen vereisten. Jenny was te druk met haar eigen beslommeringen. Jenny zag haar kinderen wel maar ze keek niet goed genoeg.
In De dochter wisselt auteur Jane Shemilt heden en verleden met elkaar af. Een deel van het verhaal speelt zich een jaar tot veertien maanden na de verdwijning van Naomi af. Andere verhaaldelen gaan over de weken voor en na de avond van het etentje. De fragmenten zijn kort en intens. Het verhaal kroop onder mijn huid en ook als ik even niet las, bleef het door mijn hoofd spoken. Wat is er met Naomi gebeurd? Waarom zit Ed in een kliniek en waarom woont Jenny moederziel alleen in een cottage in Dorset?
Wat dit verhaal zo intrigerend maakt is het bewustwordingsproces dat Jenny doormaakt. Ze beseft dat ze zichzelf heeft voorgelogen. Ze was niet de moeder die ze pretendeerde te zijn. Haar ontbrekende aanwezigheid had haar kinderen van haar vervreemd. Ook het huwelijk van Jenny was niet zo perfect als ze graag wilde geloven. Jenny ziet de waarheid moeizaam maar dapper onder ogen terwijl ze nog altijd zoekt naar haar dochter. Haar dochter die geheimen had, haar dochter die ze niet zo goed kende als ze dacht. Maakt het verschil? Maken de leugens van Naomi het gemis minder?
De dochter is het debuut van Jane Shemilt. De ervaring en inzichten die ze tijdens haar werk als arts en psychologe heeft opgedaan, zijn verwerkt in een indringende thriller over moederliefde en zelfinzicht. Door de gekozen schrijfstijl waarbij korte fragmenten en verschillende tijdstippen elkaar afwisselen kon ik niet meer stoppen met lezen. Ik moest en zou weten hoe het zat. Een simpelweg perfect debuut.
ISBN 9789044344677 | paperback | 320 pagina's | The House of Crime | september 2014
Vertaald door Davida van Dijke
© Annemarie, 3 oktober 2014
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Een tik op het raam
Linwood Barclay
“Je moet als veertiger wel oerdom zijn als je stopt voor een tienermeisje dat voor een bar met haar duim omhoog staat. Ook niet al te slim van haar, als je erover nadenkt. Maar we hebben het nu over míjn domheid, niet die van haar.”
Met bovenstaande zinnen begint het verhaal over privédetective Cal Weaver. Cal is in eerste instantie niet van plan het meisje mee te nemen. Ze blijft echter aanhoudend op het raampje aan de passagierskant tikken en zegt dan dat ze zijn zoon Scott heeft gekend. Door die opmerking gaat Cal overstag. Twee maanden geleden is zijn tienerzoon Scott gestorven. Onder invloed van XTC sprong hij van het dak van de plaatselijke meubelzaak. Cal voert een eenzame kruistocht tegen de lokale drugsdealers. Wie heeft zijn zoon drugs verkocht? Wie heeft hem het moordwapen in tabletvorm overhandigd?
Het meisje stelt zich voor als Claire. Een achternaam noemt ze niet. Helaas blijkt ze niet over waardevolle informatie over Scott te beschikken. Claire komt zenuwachtig over maar ontkent het te zijn. Niet veel later vraagt ze Cal om te stoppen bij hamburgertent Iggy’s. Ze zegt dat ze moet overgeven en spoedt zich naar het toilet. Ze komt niet meer terug. Daar staat Cal dan: een veertiger die op een wildvreemd tienermeisje staat te wachten bij de plaatselijke fastfoodzaak. Hij besluit haar te gaan zoeken maar er is niemand in de damestoiletten. Cal geeft het op en keert terug naar zijn auto. Alsof er niks is gebeurd zit Claire op de passagiersstoel op hem te wachten. Mopperend rijdt Cal weg om na een paar kilometer tot de conclusie te komen dat het niet Claire is die met hem meerijdt. Ze is vervangen door een meisje met een pruik. Ze kijkt steeds de andere kant op in een poging niet tegen de lamp te lopen. Cal confronteert zijn passagier met zijn bevinding waarna het meisje Cal tot stoppen dwingt en er als een haas vandoor gaat.
De volgende ochtend staat er politie op de stoep. Claire, de dochter van de burgemeester nota bene, is vermist. Cal vertelt over de vreemde gebeurtenissen van de vorige avond terwijl hij maar al te goed beseft hoe ongeloofwaardig zijn verhaal op de politiemensen overkomt. Cal besluit de vermissing zelf te gaan onderzoeken. Al snel maakt hij deel uit van een absurde reeks gebeurtenissen. De burgemeester beweert dat zijn dochter helemaal niet weg is terwijl de politie haar verdwijning nog altijd onderzoekt. Volgens de burgemeester heeft de politie het op hem voorzien en is het politieonderzoek pure pesterij. Wanneer Cal op een lijk stuit neemt de zaak een onverwachte wending.
De onderwerpen die in deze meeslepende thriller centraal staan zijn de dood van Scott en de verdwijning van Claire. Onder welke omstandigheden is Claire verdwenen? Heeft ze zelf de benen genomen of is haar iets overkomen? En waarom ontkent haar vader dat ze weg is? Cal slaat door in zijn zoektocht naar de drugsdealer van Scott. Hij probeert mensen op gewelddadige wijze aan het praten te krijgen. Zijn verdriet en woede winnen het van zijn verstand. Later zal Cal boeten voor zijn hardhandigheid.
Het overlijden van Scott heeft het huwelijk van Cal geen goed gedaan. Zijn vrouw Donna heeft zich gestort op het tekenen van hun zoon maar geen enkel portret kan haar goedkeuring wegdragen. Het huis ligt bezaaid met onvoltooide schetsen. Waar Cal zijn blik ook op richt, vanuit elke hoek staart het onvolledige gezicht van zijn zoon hem aan. Cal en Donna praten nauwelijks meer met elkaar, ze gaan allebei volledig op in hun verdriet. Ze willen elkaar niet kwijt maar kijken toch lijdzaam toe hoe hun huwelijk naar de knoppen gaat. Het verdriet is te groot om vechtlust toe te laten.
In Een tik op het raam wordt de nieuwsgierigheid van de lezer doorlopend geprikkeld. Welke schandalen worden in het slaperige stadje zo zorgvuldig weggemoffeld? Is de politie wel te vertrouwen en… waar is Claire? De schrijfstijl van de auteur doet denken aan die van Harlan Coben: doortastend, vlot en intrigerend. Fans van Coben die nog geen kennis hebben gemaakt met de boeken van Linwood Barclay moeten dat zeker gaan doen!
ISBN 9789022571170 | paperback | 384 pagina's| Boekerij | augustus 2014
Vertaald door Martin Jansen in de Wal
© Annemarie, 25 september 2014
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
De zoon
Jo Nesbø
De dertigjarige Sonny Lofthus blinkt uit in het stilzwijgend aanhoren van zijn medegevangenen. Sonny kan luisteren. Hij hoort bekentenissen aan en vergeeft de sprekers hun zondes. De gelaatsuitdrukking van Sonny is immer sereen. Zijn zachtmoedige karakter wordt haarscherp op zijn gezicht weergegeven. Sonny leidt al twaalf jaar een rustig leven in de gevangenis. Hij doodt de tijd met het gebruik van heroïne, luisteren en vergeven. Zwijgen is een onderschatte deugd maar degenen die een bezoek aan Sonny’s gevangeniscel brengen schatten het naar waarde.
Eens was Sonny een gelukkig kind dat opgroeide tot een tevreden tiener. Zijn vader Ab, een onverschrokken politieman, was zijn grote held. Sonny wilde niets liever dan in de voetsporen van zijn grote voorbeeld treden. Sonny aanbad zijn vader die op zijn beurt zijn zoon op handen droeg. Op een onverwacht moment viel Sonny’s toekomst in duigen. Zijn voorspoedige leven eindigde abrupt op het moment dat zijn vader zelfmoord pleegde. De rechtschapen politieman was in werkelijkheid corrupt. Hij was een mol die op het punt stond ontmaskerd te worden.
Door zelfmoord te plegen ging Ab de gevolgen van zijn verraad uit de weg en nu doet Sonny boete. Sonny neemt al twaalf jaar de straf die zijn vader verdient op zich. Sonny zit een gevangenisstraf voor moord uit maar Sonny is geen moordenaar. Sonny heeft nog nooit iemand een haar gekrenkt. Sonny heeft vrijwillig moorden bekend die hij niet heeft gepleegd. Binnenkort zal hij opnieuw een moord opbiechten. Een moord die hij gepleegd zou hebben toen hij tijdens zijn verlof korte tijd aan de aandacht van zijn bewaker ontsnapte. Sonny vindt het allemaal best. Hij wil rust en zijn bestaan in de gevangenis voldoet aan zijn simpele levenseis.
Een nieuwe biecht gooit het rustige, uitzichtloze leven dat Sonny zo is gaan waarderen overhoop. Een gevangene die weet dat zijn einde nadert biecht aan Sonny op dat Sonny’s vader helemaal niet corrupt was. Ab Lofthus moest van het toneel verdwijnen omdat hij op het punt stond de ware mol te ontmaskeren. Na deze bekentenis neemt Sonny’s vader zijn plek op het voetstuk weer in. Sonny’s gezicht is sereen als altijd maar van binnen is hij van een engel in een wraakengel getransformeerd. Niet veel later ontsnapt Sonny. De dertigjarige met het vriendelijke, haast kinderlijke gezicht zint op wraak.
Sonny’s tegenspeler in het boek is inspecteur Simon Kefas. De wraakacties van Sonny zouden de doorgewinterde inspecteur met een gevoel van afgrijzen moeten vervullen maar Simon voelt meer fascinatie dan afschuw. Ab Lofthus was jarenlang zijn partner en beste vriend. Simon zet zijn huidige partner buitenspel terwijl hij de zaak op geheel eigen wijze onder zijn hoede neemt. Simon duikt een corrupte wereld in. Hij wil op deze manier de zoon van zijn beste vriend helpen om de ware misdadigers te ontmaskeren. Simon beseft te laat dat hij een zwakke schakel is. Zijn vrouw staat op het punt haar gezichtsvermogen te verliezen. Alleen een peperdure operatie in Amerika kan voorkomen dat ze blind wordt. Er is geld nodig. Simon heeft geen cent terwijl de criminele wereld bulkt van het geld. Simon mag best een graantje meepikken…
In De zoon is geen enkele rol weggelegd voor politieman Harry Hole, die de hoofdrol in de vorige thrillers van Nesbø voor zijn rekening nam. Inspecteur Simon Kefas is geen tweede Harry Hole. Het ietwat slappe karakter van Kefas evenaart de fascinerende persoonlijkheid van Harry Hole bij lange na niet. Sonny doet dat echter wél! Sonny is één van de meest boeiende thrillerpersonages van het afgelopen jaar. Sonny huilt op de momenten dat hij zijn vader wreekt maar dat weerhoudt hem er niet van zich van zijn “taak” te kwijten. Sonny blijft een engelachtige verschijning voor de onschuldige medemens en hij heeft voor het eerst lief. Een onmogelijke, haast verboden liefde. Sonny is een moordenaar waar je als lezer, verwarrend genoeg, van gaat houden.
Ik heb deze weergaloze psychologische thriller met huid en haar verslonden. Of beter gezegd: het verhaal heeft mij verslonden. Het overweldigde me en hield me gegijzeld tot ik het uit had. Jo Nesbø weet zichzelf keer op keer te overtreffen. De zoon behoort tot de hoogtepunten van zijn werk. Een sublieme, meesterlijke thriller.
ISBN 9789023488637 | paperback | 480 pagina's | Cargo| september 2014
Vertaald door Annelies de Vroom
© Annemarie, 21 september 2014
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Bloedmist
Thomas Enger
De negenjarige Ulrik doet een afschuwelijke ontdekking in het verpleeghuis waar zijn vader werkt. Hij treft de hoogbejaarde Erna Pedersen, die hem wel eens snoepjes toestopte, dood in haar kamer aan. De kleine Ulrik kan nauwelijks bevatten wat hij ziet. De oude dame is allesbehalve vredig heengegaan. Het jongetje is hevig ontdaan. Ook de doorgewinterde politiemensen die niet veel later het ontzielde lichaam aanschouwen, zijn verbijsterd. Erna Pedersen is niet alleen op gewelddadige wijze van het leven beroofd, de dader heeft na haar dood breinaalden door haar oogbollen geramd.
Inspecteur Bjarne Brogeland is al door zijn collega’s ingelicht maar schikt toch als hij zich over het lichaam van de drieëntachtigjarige vrouw buigt. Iemand moet de oude vrouw enorm gehaat hebben. Gaat het om moord met voorbedachte rade of is iemand door woede overmand toen hij of zij een bezoekje aan Erna Pedersen bracht? Waarom moest deze bejaarde, kwetsbare vrouw dood? Een fotolijst met daarin een foto van haar zoon en zijn gezin, ligt in gruzelementen op de grond. Het haakje waaraan de fotolijst hing, is verbogen. Iemand heeft de foto van de wand gerukt. Is het een aanwijzing?
Ook Henning Juul is beroepsmatig met de dood van Erna Pedersen belast. De krant waar hij voor werkt wil uiteraard als eerste het laatste nieuws over de moord in het verpleeghuis presenteren. Het kat–en–muisspel begint. Bjarne en Henning draaien om elkaar heen en spelen elkaar mondjesmaat informatie toe. De dader houdt zich goed verscholen, aanknopingspunten zijn er nauwelijks. Het slachtoffer werkte vroeger als lerares in een naburig dorp en stond bekend als een vriendelijke dame.
Er is nog een andere zaak die de aandacht van Henning Juul trekt. Alle kranten berichten met vetgedrukte koppen over een nieuw regeringsschandaal. De minister van justitie wordt beschuldigd van seksuele intimidatie. Henning mag niet over de zaak schrijven. De minister van justitie is namelijk niemand minder dan zijn zus Trine.
Ook al heeft Henning zijn zus al jaren niet gezien of gesproken, hij vindt het moeilijk de beschuldigingen aan haar adres serieus te nemen. Trine is een rechtschapen mens. Henning zou haar willen helpen, de waarheid aan het licht willen brengen maar Trine wil geen contact met hem. Henning begrijpt niet waarom. Hij begrijpt niet waarom zijn aan drank verslaafde moeder zijn zus boven hem verkiest. Hij snapt niet waarom zijn moeder hem altijd hatelijke opmerkingen naar zijn hoofd slingert. Trine heeft Henning niet voor haar bruiloft uitgenodigd en ze was zelfs niet op de begrafenis van Jonas.
Jonas, Henning mist zijn zoon meer dan een mens kan verdragen. Sinds een brand het leven van Jonas eiste, is het geheugen van Henning een gatenkaas. Veel herinneringen zijn in het niets opgelost. Kort geleden trok misdadiger Tore Pulli zijn aandacht door te beweren dat hij meer wist over de toedracht van de brand. Niet veel later kwam Tore om het leven en bleef Henning achter met een hoofd vol vragen en een vergeten verleden. Henning weet dat hij het recente verleden en zijn jeugdherinneringen weer moet toelaten in zijn hoofd. Het idee alleen al jaagt hem grote angst aan.
Ondertussen vordert het onderzoek naar de moord op Erna Pedersen maar langzaam. Dan wordt er een nieuwe moord gepleegd. In eerste instantie lijkt de moord op een jonge vrouw niets met de dood van Erna Pedersen te maken te hebben. Maar dan ontdekt Bjarne Brogeland een overeenkomst. Ook in het huis van het tweede slachtoffer is een fotolijstje gesneuveld. Toeval of patroon?
Bloedmist is het derde deel in de Henning Juul-reeks. Wie de kwaliteit van dit boek optimaal wil ervaren doet er goed aan om eerst Schijndood en Fantoompijn te lezen. De rode draad in deze reeks is de dood van Jonas. Of beter gezegd: de omstandigheden die tot de dood van Jonas hebben geleid. De auteur gaat ervan uit dat de lezer de voorgaande delen heeft gelezen en op de hoogte is van de diverse ontwikkelingen in het verhaal. Bloedmist evenaart de kwaliteit van Schijndood en Fantoompijn met het grootste gemak. Het verhaal is intrigerend, de toenemende spanning neemt bezit van de lezer en Henning Juul groeit uit tot een personage die je als lezer volledig wil doorgronden. Welk geheim is zo duister, zo afschrikwekkend dat zijn zus hem uit de weg gaat en zijn geheugen hem in de steek laat? Ik snak naar het volgende deel.
ISBN 9789021455846 | paperback | 332 pagina's | Uitgever Q | augustus 2014
Vertaald door Carla Joustra en Kim Snoeijing
© Annemarie, 21 september 2014
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
De zaak Barnaut
Ronaldus Koreman
Julia en Robert zijn verkocht als ze het vervallen huisje zien staan in de heuvels van de Bourgogne. Als ze het huisje van dichterbij gaan bekijken, komt er een oude Franse boer aangesloft. Hoewel de communicatie moeilijk is - hij spreekt dialect en Julia en Robert moeten het doen met het beetje schoolfrans van Robert - begrijpen ze tenslotte dat het te koop voor een zeer redelijke vraagprijs. Er is een door planten overwoekerde waterput op het terrein en zowel dat boertje als de makelaar doen er wat ontwijkend over. Het is een gewone put, denkt Robert, wat kan er mee zijn? Hij roept er iets in en de put echoot terug. Zoals een put dat hoort te doen.
Ties, de Vlaming bij wie ze logeren, meent te weten dat er iets aan de hand is met die put, maar wat precies weet hij niet. Terwijl ze wachten op de reactie van de eigenaar van het huisje, brengen Julia en Robert een bezoek aan professor Villeneuf naar wie de makelaar hen heeft verwezen en die gelukkig Engels spreekt.
De professor vertelt graag over zijn naspeuringen: over Jean-Philippe Barnaut die rond 1700 een watermolen kocht en daar een herberg bij bouwde met een waterput. Het bleef bij deze twee huizen en het gehucht kreeg de naam Barnaut. Villeneuf is betrokken bij het onderzoek van oud cultureel erfgoed, en is zodoende ook bezig met Barnaut. Maar op het moment dat zijn verhaal spannend wordt en hij eindelijk wil gaan vertellen over de geheimzinnige put, gaat de telefoon en neemt de professor gehaast afscheid.
Inspecteur François le Blanc is de beller. Hij staat voor een raadsel: er is een lichaam gevonden van een man die uitgedost is als iemand uit de achttiende eeuw, en onderzoek wijst uit dat het ook werkelijk een lichaam uit die tijd is. Maar het is ongeschonden, op die wond in de hartstreek na! Hoe kan dat nou?
Het wordt nog gekker: de volgende dagen worden er nog twee lichamen gevonden, uit later tijden, maar net zo echt als de eerste persoon. En dan verdwijnt Robert... Wat is er gaande daar in dat piepkleine gehuchtje?
‘Er zijn een paar lichamen gevonden langs de Somme, in de buurt van Barnaut. Vermoord, klaarblijkelijk. De moorden schijnen met raadsels omringd te zijn, althans dat zijn de geruchten. Maar wat die raadsels zijn is mij dan weer een raadsel. En dat in deze streek! Je kunt het je haast niet voorstellen. Hier gebeurt nooit iets. Nooit!’
Wie zijn eerdere boek ‘Een droom achterna’ heeft gelezen, weet al wel dat Ronaldus Koreman er van houdt zijn lezer te verrassen met geheimzinnige voorvallen en bizarre wendingen, maar toch ben je er in het begin niet op verdacht. Het gaat gewoon over een stel Nederlanders dat haast in een opwelling een huisje koopt in een land waar ze de taal niet van spreken. Heel normaal.
Dit gegeven biedt op zich genoeg voor een schrijver, maar Koreman weet de lezer volledig te verrassen met wat hij uit zijn koker tovert. In een snelle opeenvolging van gebeurtenissen en met een flinke hoeveelheid humor noopt hij de lezer om in een ruk door te lezen tot het einde. Een mix van feitelijkheid en vreemde gebeurtenissen sleept je mee naar een bizarre ontknoping.
In het boek is een plekje ingeruimd voor een kaart van de omgeving. Barnaut blijkt niet fictief, sterker nog: het huis en de put bestaan ook in onze werkelijkheid.
Er is een afwisseling van vertelperspectief en voor nog meer authenticiteit staan er wat toeristische tips en weetjes over Frankrijk, speciaal de Bourgogne, in het boek.
Voor mensen die de streek kennen brengt het vast herkenning. Maar ik zou niet aanraden om daar zo’n leuk oud huisje te kopen zonder je eerst in de geschiedenis van de omgeving te verdiepen!
Ronaldus Koreman (1952, Eindhoven) geeft zijn boeken in eigen beheer uit.
ISBN 9789082015935| Paperback| 232 pagina's| Uitgeverij Koreman Studio| augustus 2014
© Marjo, 21 september 2014
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Pagina 140 van 215