Bij het vallen van de nacht
Elizabeth Haynes
Genevieve kan haar geluk niet op nu ze eindelijk op een woonboot woont. Ze heeft een grote aak gekocht en een jaar uitgetrokken om het op te knappen. Ze is een handige tante en neemt de meeste klussen voor eigen rekening.
Ook al lijkt er geen eind aan de lijst met nog uit te voeren karweien te komen, Genevieve vindt het de hoogste tijd voor een housewarming. Ze nodigt haar nieuwe buren uit en ook oud-collega’s uit Londen. Het feestje wordt een twijfelachtig succes. Genevieve en haar chique vrienden uit Londen zijn uit elkaar gegroeid. Spijtig. Genevieve heeft erg uitgekeken naar de komst van vriendin Caddy. Ook zij is een oud-collega maar dan niet van de baan die Genevieve overdag uitoefende. Caddy is niet gekomen en dat stemt Genevieve verdrietig.
De volgende ochtend wordt Genevieve vroeg wakker van een vreemd geluid. Alsof er iets tegen de zijkant van de boot bonkt. Wanneer ze gaat kijken ontdekt ze dat er iets groots in het water ligt. Ze zet het op een gillen wanneer ze ontdekt wat het is. Er drijft een dode vrouw in het water. Het is Caddy, die duidelijk vermoord is. Genevieve beseft dat ook zij in groot gevaar verkeert, haar verleden haalt haar in.
Het kopen van een woonboot was een lang gekoesterde droom. Genevieve heeft jarenlang heel hard gewerkt om aan het geld te komen. Haar hectische kantoorbaan putte haar uit, ze hoopte er zo snel mogelijk mee te kunnen stoppen. Toen kreeg ze de kans om als paaldanseres in een nachtclub te gaan werken. Genevieve hield van dansen en kon van haar hobby haar beroep maken. Het geld stroomde binnen maar ze raakte ook meer en meer verstrikt in de louche zaakjes van de nachtclubeigenaar. Een escalatie was nabij. In ruil voor een wederdienst kreeg Genevieve de mogelijkheid versneld een woonboot te kopen en haar banen op te zeggen. Ze nam het aanbod aan. Dat had ze beter niet kunnen doen.
Schrijfster Elizabeth Haynes heeft een heel pakkende manier van schrijven. Haar debuut Waarheen je ook vlucht vind ik weergaloos. Dit tweede boek is minder spannend dan het eerste maar evenaart wel de kwaliteit. Hoofdpersoon Genevieve komt naïef over wat niet past bij haar verantwoordelijke baan overdag. Haar domme, ondoordachte gedrag heeft echter niets te maken met intelligentie maar alles met geld. Geld is haar drijfveer en hiervoor zet ze haar principes overboord. Ze houdt zich voor de gek en praat haar gedrag goed. Zo maakt ze zichzelf steeds wijs dat ze dol is op dansen en dat het zo gezond voor haar is. Het gegeven dat ze in haar ondergoed als lustobject voor mannen fungeert en regelmatig een lapdance uitvoert, bant ze uit haar gedachten. Struisvogelpolitiek. Het heden en verleden worden in het boek afgewisseld totdat ze elkaar treffen. De informatie wordt gedoseerd vrijgegeven en lokt uit tot naarstig verder lezen.
Bij het vallen van de nacht is spannend en meeslepend. De boodschap is duidelijk: Laat je niet met schimmige figuren in! Snel geld is fout geld.
ISBN 9789023473978 | paperback |384 pagina's| Cargo | oktober 2012
Vertaald door Paul Witte
© Annemarie, 14 november 2012
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
De afperser
John Grisham
Malcolm Bannister zit al bijna vijf jaar gevangen. Hij heeft tien jaar gevangenisstraf gekregen voor betrokkenheid bij het witwassen van geld. De drieënveertigjarige Malcolm die werkzaam was als advocaat, beweert onschuldig te zijn en is verbitterd over het rechtssysteem. Regelmatig laat hij zich kritisch uit over het gevangeniswezen. Zo plaatst hij vraagtekens bij de manier waarop overheidsgeld besteed wordt. Gevangenen kosten de staat handenvol geld. Veel meer dan bijvoorbeeld schoolgaande kinderen.
Malcolm werkt in de gevangenisbibliotheek en helpt medegevangenen met juridische zaken. Hij gedraagt zich voorbeeldig maar vanbinnen wordt hij opgevreten door het immer aanwezige gevoel dat hem groot onrecht is aangedaan. Hij wist immers niet dat hij de speelbal was van een criminele organisatie. Hij besefte niet dat het geld dat op zijn zakelijke rekening werd geparkeerd, onderdeel was van witwaspraktijken. Hij is erin geluisd en het rechtssysteem heeft gefaald.
Dan worden een federale rechter en zijn maîtresse dood aangetroffen in het vakantiehuisje van de rechter. Ze zijn geen natuurlijke dood gestorven. Een open kluis suggereert dat de moordenaar er met de kluisinhoud vandoor is gegaan. Maar wat zat er in de kluis?
Voor Malcolm keert het tij. Het onderzoek naar de dood van de rechter lijkt muurvast te zitten en hij weet wie de moordenaar is. Hij is bereid de identiteit van de dader te onthullen aan de FBI maar geeft zich niet zonder slag of stoot gewonnen. Malcolm wil in vrijheid gesteld worden, een nieuwe identiteit, een ander uiterlijk, opgenomen worden in het getuigenbeschermingsprogramma én hij wil de aan de moordzaak verbonden beloning van 150.000 dollar opstrijken. De FBI gaat in eerste instantie niet op het voorstel in, klungelt nog even aan en komt dan met hangende pootjes bij Malcolm terug. Ze zijn bereid aan zijn eisenpakket te voldoen. Malcolm geeft de FBI de naam van de moordenaar en wordt vrijgelaten. Door middel van plastische chirurgie krijgt hij een nieuwe look aangemeten en voortaan zal hij als Max R. Baldwin door het leven gaan.
Het leven lacht Malcolm toe maar zijn geluk is maar van korte duur. De moordenaar raadt onmiddellijk wie hem verraden heeft. Zijn criminele familieleden hebben goede bronnen en achterhalen de nieuwe identiteit van Malcolm razendsnel. Malcolm, of eigenlijk Max, is geschokt. Hij is ervan overtuigd dat de FBI hem niet kan beschermen en stapt uit het getuigenbeschermingsprogramma. Malcolm weet aan het wakende oog van de FBI te ontsnappen en vanaf dat moment neemt het verhaal een geheel onverwachte wending.
Ik ben dol op verrassende verhaalwendingen mits deze goed onderbouwd zijn. En dat is in dit boek zeker het geval. Het idee achter het verhaal is origineel en gedurfd. Malcolm heeft namelijk een plan. Een geniaal plan. Of de strategie in dit boek in werkelijkheid ook uitgevoerd kan worden is de vraag maar de theorie is geloofwaardig. Een dergelijk plot werkt alleen als er geen losse eindjes zijn en gelukkig is Grisham er in geslaagd om alles tot in de puntjes te onderbouwen.
Het verhaal wordt aan de lezer verteld door Malcolm. Een goede keuze van de auteur want het verhaal komt hierdoor uitstekend uit de verf. Hoewel de kritiek op de overheid interessant is, komt het verhaal wat langzaam op gang. Vanaf het moment dat Malcolm de gevangenis verlaat, komt er echter vaart in het verhaal en al snel leest het een trein. De afperser is zeer aangenaam leesvoer en het zou me niets verbazen als ook dit schrijven van Grisham verfilmd gaat worden.
ISBN 9789400500884 | paperback |400 pagina's| A.W. Bruna Uitgevers | oktober 2012
Vertaald door Jolanda te Lindert
© Annemarie, 11 november 2012
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Zeg dat het je spijt
Michael Robotham
Klinisch psycholoog Joe O’Loughlin is met zijn tienerdochter Charlie in Oxford wanneer hij door afdelingschef Drury van de lokale politie wordt benaderd. Er is een dubbele moord gepleegd op een boerderij en er is een verdachte opgepakt. De moordverdachte, Augie Shaw, heeft een psychiatrisch verleden en ontkent de moorden in alle toonaarden. Hoewel de bewijzen in de richting van Augie wijzen, twijfelt Drury. Hij vraagt Joe om met Augie te praten.
Na het gesprek met Augie betwijfelt ook Joe of de simpele, verwarde man achter de geraffineerde moorden zit. Bovendien heeft Joe de plaats delict bezocht en er zijn hem een aantal dingen opgevallen. Hij heeft sterk de indruk dat het vermoorde echtpaar een vrouwelijke gast had. Wanneer korte tijd later vlakbij de boerderij een dode vrouw wordt gevonden rijst er een vermoeden bij Joe. Is de vermoorde vrouw de al drie jaar vermiste Tash McBain?
Het boerenechtpaar woonde nog niet lang op de boerderij. Tot aan haar vermissing woonde Tash er met haar ouders. Drie jaar geleden verdween Tash spoorloos, samen met haar beste vriendin Piper Hadley. De verdwijning van de toen vijftienjarige meisjes werd breed in de pers uitgemeten en ook de politie nam de zaak hoog op. Ze zijn echter nooit gevonden. Sommige mensen denken dat ze zijn weggelopen, anderen denken dat ze vermoord zijn. De ouders van de meisjes hebben de hoop op een veilige terugkeer van hun dochters nooit opgegeven.
Verdrietig genoeg wordt de dode vrouw inderdaad geïdentificeerd als Tash McBain. Uit de lijkschouwing wordt duidelijk dat ze verschrikkelijke dingen heeft moeten doorstaan. Haar lichaam is nauwelijks te herkennen als dat van een achttienjarig meisje. De lijkschouwer ontdekt bovendien een gruwelijke verminking. Is Tash ontsnapt en met haar ontvoerder op de hielen teruggekeerd naar haar ouderlijk huis? De grote vraag is: Waar is Piper Hadley?
Vanaf de eerste zin van het boek is het de lezer duidelijk dat Piper nog in leven is. Piper zit ergens opgesloten en maakt zich zorgen om haar vriendin. Nadat Tash hevig bloedend terugkwam van een samenzijn met hun ontvoerder, ging het bergafwaarts met haar. En nu is Tash ontsnapt. Is het haar gelukt uit handen van de ontvoerder te blijven? Maar waarom komt ze dan niet met hulp? Nu Tash weg is laat de ontvoerder zijn wellustige oog op Piper vallen. Tash kan haar niet langer beschermen.
Spannende boeken zijn er in alle soorten en maten. Zeg dat het je spijt is een thriller van het meest spannende soort. Bloedstollend. Het verhaal is heftig en op zijn tijd behoorlijk schokkend. Naast het verhaal van de twee meisjes komt ook het leven van psycholoog Joe O’Loughlin aan bod. Een aantal jaren geleden is hem en zijn gezin iets traumatisch overkomen en sindsdien leven hij en zijn vrouw gescheiden van tafel en bed. Hij mist haar enorm. Dochter Charlie is aan het puberen en hij heeft zijn handen vol aan haar. Joe heeft Parkinson en de gevolgen van de ziekte zijn steeds duidelijker waar te nemen. Wat gaat de toekomst hem brengen? Door een klein detail wist ik welk personage de auteur als dader zou gaan bestempelen maar ik ben dan ook een doorgewinterde thrillerlezer. Zullen andere lezers het ook raden?
Het verhaal wordt verteld vanuit Piper en vanuit Joe. Hierdoor heeft de schrijver extra spanning gecreëerd want terwijl Joe naarstig op zoek is naar Piper weet de lezer hoezeer haast geboden is. De Australische auteur Michael Robotham kruipt op indrukwekkende wijze in de huid van zijn personages. De ontvoerde meisjes, hun ouders, verdachten, boze burgers, politiemensen en Joe: stuk voor stuk zijn ze met grote mensenkennis en inzicht uitgewerkt. Ook de manier waarop de maatschappij reageerde op de verdwijning van de meisjes is heel treffend neergezet. Zeg dat het je spijt is een thriller van hoog niveau waarbij misdaad vanuit de psychologie onder de loep wordt genomen. Mét ijzingwekkende ontknoping.
ISBN 9789023473497 | paperback |456 pagina's| Uitgeverij Cargo | oktober 2012
Vertaald door Joost Mulder
© Annemarie, 8 november 2012
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Het Zwarte Geheugen
Deel 1 van de serie 'De boeken van Dhûbh'
B.B. Wobbrich
En ook Vlaanderen heeft een fantasy-schrijver waar we meer van willen lezen. Zijn debuut ‘Het Zwarte Geheugen’ is deel een van een serie. Zorg er voor dat je ruim in je tijd zit als je er aan begint, want je wordt onmiddellijk meegesleept in de wereld waar je voor je begon een landkaart van hebt gezien.
Dat is meteen het enige minpuntje: de kaart van Maerig is zo pietepeuterig dat je er een loep bij nodig hebt om de plaatsnamen die je zoekt te kunnen ontcijferen. Gelukkig ontdekte ik een website (http://www.bbwobbrich.be) waar je dezelfde kaart in uitvergrote vorm beter kunt bekijken.
Het verhaal begint in de noordelijke provincies. Op het meest noordelijke vasteland, de Verloren Kusten, bevindt zich het Levende IJs, waar de Witte Dame woont. Zij is van plan de hele wereld tot de hare te maken, en heeft daarvoor een leger beschikbaar: de Witte Krijgers met Roljöff als bevelhebber. Hij heeft de opdracht de ‘mannen van Dhûbh’ uit te roeien en tegelijk de noordelijke provincies te onderwerpen. Maar natuurlijk zijn de volkeren die aangevallen worden niet van plan zich zonder slag of stoot gewonnen te geven. We volgen diverse ‘verdedigers’.
Een ervan is kapitein Floerick, die heeft weten te ontsnappen aan een aanval op Spiewacht, waarbij de meeste mensen zijn omgekomen. Floerick ontdekt een ondergrondse wereld, verzamelt nog meer overlevenden en richt een vechtgroep op: ‘de Twaalf Doden’. Ze vormen een demonische garde die vriend en vijand angst aanjaagt.
De tweede groep staat onder leiding van Gewo, die als bevelhebber op weg was om Floerick af te lossen, maar zijn doel niet bereikte. Hij viel in een veldslag, en kwam bij met geheugenverlies. Wie en wat hij was, het was helemaal weg. Maar dat hij geen gewone ruwe soldaat was, was al snel duidelijk: hij at netjes met mes en vork. Ook wordt door de mensen die hij om zich heen verzamelt al snel opgemerkt dat hij een bijzondere krijger moet zijn: hij heeft tatoeages die er op wijzen dat hij een man van Dhûbh is, en niet zo maar een. En terwijl hij zijn weg zoekt naar zijn verleden komt ook de lezer aan de weet dat 'de mannen van Dhûbh’ een beduchte groep krijgers is. Geen wonder dat Roljöff hen als eerste moest zien te vinden.
Maar al is die er in geslaagd de school waar deze krijgers opgeleid worden te vernietigen, er waren nog krijgers her en der op missie. Zoals Gewo. Gaandeweg splitsen groepen zich, er komen mensen bij, het is een veelheid aan personages, maar het verhaal is zo levendig, en spannend dat je aandacht geboeid blijft, en dat het geen probleem is het geheel te blijven overzien.
Het is de strijd tussen goed en kwaad, goede en slechte clans, met elementen van magie en tovenarij; met demonen, fantasydieren, kruidengenezers en communicatie passend bij fantasy; geheime ondergrondse werelden, en een verborgen ‘volk’; over trouw en verraad; over vriendschap en zucht naar macht.
Er wordt veel gevochten, maar er is ook volop ruimte voor de gewone dagelijkse dingetjes, als bijvoorbeeld het eten van een heerlijke pap als ontbijt. Waarschijnlijk is het daarom zo meeslepend en storen de Vlaamse termen helemaal niet. Je zit helemaal in de nieuwe wereld die Maerig heet. En je wilt meer als dit boek uit is.
ISBN 9781616273194 |paperback | 395 pagina’s | Shop My Book.Com | augustus 2012
© Marjo, 6 november 2012
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Duivelskus
Unni Lindell
De dode vrouw biedt geen fraaie aanblik. Ze is flink bewerkt met een schop en het bloed heeft rijkelijk gestroomd. Haar lichaam is gevonden bij de gemeenschappelijke plantenkas van de buurt. Ze moet er de hele nacht gelegen hebben. Het leven van Vivian Glenne, moeder van drie kinderen, is voorbij.
Cato Isaksen wordt op deze moordzaak gezet en hij sommeert collega Marian Dahle om haar vakantie vroegtijdig te beëindigen. Marian baalt. Ze heeft persoonlijke problemen die een belemmering vormen voor het beoefenen van haar baan. Op het moment voelt ze zich niet in staat de norse Cato het hoofd te bieden. Cato weet op zijn beurt ook niet goed wat hij met Marian aan moet. Ze is uiterst bedreven in haar werk maar hij ergert zich vaak aan haar. Tegelijkertijd voelt hij zich fysiek tot haar aangetrokken.
Op de dag van haar dood had Vivian voor haar huis ruzie met een onbekende man. Haar oudste zoon Dan heeft dit gezien en overbuurvrouw Birgit ook. Vivian heeft aan haar zoon verklaard dat de ruzie niets te betekenen had, dat het een ontevreden klant was van de stomerij waar ze werkte. Wie is deze man? De politie richt haar pijlers ook op de huidige partner van Vivian, de vader van de twee jongste kinderen. Klopt zijn alibi wel? Ook willen Cato en Marian de ex-man van Vivian verhoren – de vader van Dan – maar ze krijgen hem maar niet te pakken. Houdt hij zich schuil? Is hij de moordenaar? De man van Birgit – Frank - wordt ook verhoord. Zijn schop is aangemerkt als het moordwapen. Bovendien had ook Frank korte tijd voor Vivians dood een aanvaring met haar.
Verdachten genoeg en al snel is duidelijk dat er nog wel eens veel meer kunnen zijn. Vivian blijkt regelmatig vreemd te zijn gegaan. Was de onbekende man soms een afgewezen minnaar? De vijftienjarige Dan heeft het moeilijk. Zijn moeder is dood en de politie wil zijn vader ondervragen. Hij weet zeker dat de onbekende man zijn moeder vermoord heeft. Samen met zijn beste vriend Jonas spoort de slimme Dan de man op en weet op ingenieuze wijze de verdenking op hem te vestigen. Zonder dat ze het weten bijten Cato en Marian zich vast in een vals spoor.
Schrijven is de tweede natuur van Unni Lindell. Ze heeft al meer dan zestig boeken geschreven en weet verassend genoeg de kwaliteit nog steeds hoog te houden. Ze schrijft met souplesse en op een ontwapenende manier. Ook dit verhaal is weer goed uitgedacht. Het wordt vanuit verschillende perspectieven verteld. Maar ook al waren de hints subtiel, een aantal geheimen had ik snel door. Toch bleef de ontknoping verassend en liep de spanning zó op dat ik het boek niet meer weg kon leggen.
Duivelskus is opnieuw een geslaagde thriller van de Noorse dame met het vriendelijke gezicht. Ik vermoed zomaar dat er nog veel goede boeken gaan volgen.
ISBN 9789021443171| paperback |344 pagina's| Uitgeverij Q | oktober 2012
Vertaald door Carla Joustra en Lucy Pijttersen
© Annemarie, 5 november 2012
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Twee soldaten
Roslund & Hellström
Het leven in Råby, een voorstad van Stockholm wordt gekenmerkt door criminaliteit. Volgens maatschappelijk werkster Ana is de rest van de wereld hen vergeten. Een deel van de inwoners leeft in angst, een ander deel creëert deze.
Politieman José Pereira van de Sectie Bendecriminaliteit kent alle bendes en hun leden op zijn duimpje. Het zijn er veel, een grote wand is gevuld met hun foto’s. Al op zeer jonge leeftijd komen jongeren in de wijk in aanraking met zware criminaliteit en tegen de tijd dat ze een jaar of achttien zijn, zijn ze doorgewinterde criminelen. Wie tot de hoogste regionen van een bende is doorgedrongen mag de andere hooggeplaatsten “broer” noemen.
Leon en Gabriel zijn twee achttienjarige knullen die aan het hoofd van een bende staan. Twee zogeheten “broers”. Leon zit in de gevangenis waar hij doodleuk zijn criminele activiteiten voortzet. De politie heeft beroering binnen hun bende opgemerkt. Zo hebben veel van de bendeleden een etterende wond op de plek waar eens hun bendetatoeage zat. Op hun andere dij prijkt een nieuwe naam: Ghetto soldiers. Dan ontsnapt Leon met hulp van Gabriel uit de gevangenis en gijzelt op zijn weg naar buiten een vrouwelijke gevangenisbewaarder. Ook andere bendeleden worden bevrijd en de politie is in rep en roer.
Rechercheur Ewert Grens is een doorgewinterde politieman die gevoelens zo veel mogelijk buitensluit. Bendelid Leon raakt echter een gevoelige snaar. Ewert zet alles op alles om de gegijzelde vrouw levend terug te vinden maar het mag helaas niet baten. De vrouw wordt dood aangetroffen in de kofferbak van de vluchtauto. Leon heeft tal van misdrijven op zijn naam staan en nu wordt daar moord aan toegevoegd. Ewert Grens is vastbesloten Leon te vinden en te pakken. De andere bendeleden wil hij uiteraard ook in handen krijgen maar het is Leon op wie hij zich focust. Zijn geschiedenis met de jongen gaat ver terug. Samen met José Pereira gaat Ewert de strijd aan. Wanneer ze ontdekken dat de bende beschikt over explosieven neemt het gevoel dat er iets vreselijks staat te gebeuren met de seconde toe.
Twee soldaten is een ijzingwekkende thriller. De bendeleden lijken verstoken van gevoelens en deze gevoelloosheid maakt ze levensgevaarlijk. Ze opereren door middel van het zaaien van angst. Jongetjes van twaalf zijn al zo gevaarlijk dat volwassen mensen voor hen sidderen. Sommige bewoners van Råby hebben zoveel gezien, gehoord en ondergaan dat ze net als de bendeleden niets meer voelen. Wat is gevaarlijker? Bang zijn of de angst voorbij zijn? Bovendien lijkt de geschiedenis zich te herhalen. Valt de strijd tegen de bendes wel te winnen?
Dit boek telt ruim zevenhonderd pagina’s waarvan ik geen pagina had willen missen. Van mij hadden er zelfs nog zevenhonderd aangeknoopt mogen worden. Geen enkele pagina is met overbodige informatie gevuld, heel knap. Het verhaal is heftig en meeslepend. De schrijfstijl die gebruikt wordt als er vanuit de bendeleden wordt geschreven, is haast abstract te noemen terwijl de rest van het verhaal juist heel open is. Er zijn meerdere personages die een grote ruimte in het boek innemen en toch zit niemand in elkaars vaarwater. Stuk voor stuk zijn ze overtuigend geportretteerd.
Twee soldaten is alweer de zesde thriller van schrijversduo Börge Hellström en Anders Roslund. Dit boek is het eerste dat ik van hen gelezen heb en ik heb de andere vijf onmiddellijk op mijn verlanglijstje gezet. Met Twee soldaten hebben de auteurs mij volledig overtuigd van hun talent.
ISBN 9789044525335| paperback |731 pagina's| Uitgever De Geus | oktober 2012
Vertaald door Jasper Popma
© Annemarie, 2 november 2012
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
De kleine onschuld
Robyn Engelen
‘Als ze er toch eens openlijk over zouden spreken, veel zou dan opgelost worden’
In een flatwoning woont een verscheidenheid van mensen. Joop, Manja en hun vijfjarige zoon Zirko. Verder Lydia, die zich graag afzondert. Ze legt iedere dag kaarten, voor zichzelf en voor ieder die dat wenst.
In een andere woning zit Ida achter de geraniums. Ze is een mopperende en bemoeizieke vrouw, die de boel graag in de gaten houdt en naar haar hand zet. Haar dochter Tamara, verpleegster, woont bij haar. Dan is er nog Niels, een kunstenaar, en Lucas, beiden alleen. En sinds twee weken woont er in de bovenste flat een nieuwkomer: Nina.
Door haar komst wordt de geheimzinnige gebeurtenis weer opgerakeld. Ze mag er niet achter komen…
Zirko is een onschuldig joch, die van zijn ouders niet veel aandacht krijgt. Hij vindt het erg leuk dat Nina dat wél doet. Maar als Nina merkt dat Zirko bang is voor de kelder, en vragen stelt, hoort Ida dat. Het is het begin van nog meer wantrouwen.
De flatbewoners willen haar niet in de flat. Ze negeren haar zo veel mogelijk. Het was goed zoals het was, wat doet dat mens hier?
Verschillende personen vertellen het verhaal: Zirko begint, en heeft het over de boze meneer. Ida ziet dingen en verbindt daar haar eigen conclusies aan. Wat heeft Tamara met Lucas? En wat heeft Lucas met Nina te bespreken? Ze nodigt Lucas uit op de thee, en Lucas durft niet te weigeren.
Niels heeft ook een geheim. Zijn kunst is niet echt koosjer.
En dan het laatste deel, waarin de kat des huizes haar verhaal vertelt. De kat ziet en hoort alles en heeft zo haar eigen conclusies getrokken…
Waar draait het allemaal om? Wat is er gebeurd en welke geheimen hebben de bewoners?
En die kinderliedjes waar ieder hoofdstuk mee begint? Wat betekenen die?
Ik heb dit boek geluisterd, en ik moet zeggen dat het geen onverdeeld succes is geworden. Een boek lees ik toch meestal wel in een keer door, maar nu moesten de hoofdstukken op een mp3-speler, en dat wordt automatisch in gedeeltes beluisterd. Als ik al niet in slaap viel bij het luisteren naar een vrij monotoon verhaal – niet dat er iets mis is met de voorlezer, maar lang naar dezelfde stem luisteren, het is slaapverwekkend.
Niettemin is het verhaal er een dat je goed wil ‘horen’. Als je denkt te weten wat er gebeurd is, blijkt dat toch weer niet helemaal te kloppen. Nieuwsgierigheid zorgt er voor dat je dan maar weer opnieuw gaat luisteren.
Al die verwikkelingen rond dit samenraapseltje mensen, het is een spannend invoelbaar verhaal.
ISBN 9789491501005 | Luisterboek | Erya Media | juni 2012
Ingesproken door Peter van Eerdenburg
© Marjo, 31 oktober 2012
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Extra Testament II
Zwarte pest
Willem Groeneveld
In het eerste deel van de reeks Extra Testament – Gouden Lekie – heeft de lezer kennisgemaakt met de tweeling Dori en Oliver. De tweeling werd als baby te vondeling gelegd waarna Robert de Payens het bundeltje ontdekte. Heer Oldor, een magisch figuur, verscheen aan hem en gaf hem de opdracht de kinderen in huis te nemen. Tot hun twaalfde jaar heeft de tweeling een normaal en onbezorgd leven geleid in het dorpje Onderschie maar nu weten ze dat ze voorbestemd zijn om de wereld te behoeden voor het kwaad. In het eerste deel zijn ze er in geslaagd een snood plan van de sinistere Heer Vuidel een halt toe te roepen.
Heer Vuidel en zijn glibberige assistent Akrador hebben echter meer in hun mars. In al hun slechtheid hebben de twee meerdere plannen gesmeed om de wereld over te nemen. In de diepste diepten van Vuidels hol in het bos bij Onderschie worden afschuwelijke wezens geboren. De een na de ander komt uit een poel tevoorschijn. De gevleugelde wezens worden steeds sterker en zaaien overal waar ze komen dood en verderf. De inwoners van Onderschie leven in grote angst. Bij de wezens hoort een zwarte substantie die zich als een plaag verspreidt: de Zwarte Pest. Het zal niet lang meer duren voordat de hele wereld zwart is gekleurd en het kwaad heeft overwonnen.
Dori en Oliver vertrekken naar de grote eik in het bos. In het enorme binnenste van de boom bevinden zich tal van trainingsruimtes. De tweeling moet in vliegende vaart hun vaardigheden uitbreiden. Ze krijgen hierbij hulp van de martrollaren, kleine hulpvaardige wezentjes. Het is wachten op het moment dat Heer Oldor aan Dori en Oliver zal verschijnen en hun opdracht zal onthullen.
Om dit verhaal goed te kunnen volgen moet eerst het eerste deel in de reeks gelezen worden. De auteur gaat ervan uit dat de lezer bekend is met het eerdere avontuur van Dori en Oliver en de diverse personages. Dit verhaal speelt zich een klein jaar later af. De tweeling viert bijna hun dertiende verjaardag.
Willem Groeneveld zet met dit verhaal opnieuw een sterk en origineel fantasieverhaal neer. Er komen diverse magische wezens in voor. De martrollaars zijn mijn favoriet. Dit volkje is ontzettend leuk uitgedacht. Dori en Oliver gaan inmiddels naar de middelbare school en de leraren blijken niet bepaald doorsnee te zijn. Ondanks de vele verhalen over schoolgaande tieners en magie weet de auteur ook dit verhaalgedeelte op geheel eigen wijze in te vullen. Wel gebeurt er erg veel in het verhaal. Ik moest mijn aandacht er goed bijhouden om te voorkomen dat de razendsnelle vertelling met me op de loop ging.
De schrijfstijl is eenvoudig en helder evenals de dialogen. De dreiging en het gevaar zijn voelbaar en toch heeft het verhaal ook iets knus. Het staat in schril contrast tot elkaar en dat is de kracht van dit boek. Het verhaal zelf is pittig en gewelddadig maar de ongedwongen stijl maakt het goed leesbaar. De ietwat kinderlijke dialogen en de grappen van de tweeling maken het niet al te eng. Alles is mooi in verhouding waardoor het boek geschikt is voor zowel tieners als volwassenen. Het plot zit goed in elkaar en alle losse eindjes worden aan het eind alsnog keurig met elkaar verbonden. Een grappig detail is dat de tweeling in eerste instantie gewoon naar school moet. De wereld vergaat bijna en alleen Dori en Oliver kunnen de mensheid redden maar school gaat voor.
Ik vind het een knappe prestatie van de auteur om binnen het fantasiegenre een eigen stijl neer te zetten. Binnenkort verschijnt deel 3, Geboorte van de Tweeniks. Ik ben gecharmeerd van deze reeks en wil het volgende deel zeker lezen.
ISBN 9789078840398| Paperback| 250 pagina’s| Uitgeverij PMA | oktober 2012
Leeftijd: van 14 tot 114 jaar
© Annemarie, 26 oktober 2012
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Pagina 172 van 215