De thuiskomst
Carol O'Connell
Het verhaal draait om Josh. Maar Josh is al twintig jaar dood. Na zijn verdwijning heeft men nooit meer iets van hem vernomen, en alle commotie die er toen was in het kleine dorp is al lang vergeten. Tot er iemand op het lugubere idee komt om daar verandering in te brengen. Hij of zij legt iedere avond een bot op de veranda van Josh' vader, oud politierechter, en weduwnaar. Josh was een talentvolle fotograaf. Nog steeds hangen overal in het dorp de foto's die hij maakte. Hij fotografeerde mensen.
Oren Hobbs is de oudere broer van Josh. Hij is een van degenen die hem voor het laatst zag, want hij was samen met zijn broer het bos in gegaan. Hij werd door zijn vader enkele maanden na het voorval naar een internaat gestuurd, en heeft een carrière opgebouwd als rechercheur bij de militaire politie. Hij heeft onder andere in Bosnië werk verricht. Hij is nu ex-rechercheur (waarom?) en heeft eindelijk gevolg gegeven aan de oproepen van huishoudster Hannah om thuis te komen. Wat een thuiskomst!
Het dorp. Ogenschijnlijk een rustig dorpje waar iedereen iedereen kent en waar je geen geheimen verwacht, het gonst en pruttelt; het lijkt wel een beerput. Het zijn de botten die Oren er toe brengen het verleden te gaan onderzoeken. Behalve dat hij moet samenwerken met de incompetente sheriff komt er ook de Californische recherche aan te pas. Het graf waar de botten nu uit komen ligt op hun terrein. Er blijkt nog een ander skelet in te liggen.
Een andere spil in het dorp is het gezin van de Winstons. Ze wonen in een buitenverblijf met een torenkamer. In die torenkamer staan maar liefst vier telescopen opgesteld, waarmee Sarah Winston haar passie voor vogels kan uitleven. Maar met die kijkers kun je ook veel zien van wat er in het dorp gebeurt. Sarah is alcoholiste. Haar man Addison denkt dat hij haar onder controle heeft. Hij is advocaat, betrokken bij veel dorpelingen. Hun dochter Isabel, ornithologe, is sinds jaren weer terug. Toeval? Zij en Oren Hobbs hebben een vreemde relatie. Dan zijn er nog Evelyn Straub, met wie Oren een relatie zou hebben gehad. Het gezin Hardy: moeder Mavis, met een nog steeds niet fatale hersentumor, woont in de bibliotheek 'waar toch nooit iemand komt'. Haar zoon Dave, die wacht op haar dood. De mislukte schrijver Ferris Monty en de superintelligente William Swahn, nu vereenzaamd en kreupel na een traumatisch voorval.
Al deze personen en nog anderen spelen een rol in het ingewikkelde verhaal.
Wie is het tweede slachtoffer? Waarom houdt de sheriff de rugzak van Josh nog steeds verstopt? Wat is er misgegaan met Isabel en Oren? Waarom drinkt Sarah? Wat heeft zij te maken met William Swahn? Wie is Hannah? Maar de belangrijkste vraag is: wat is er gebeurd met Josh?
Carol O'Connell sleept je mee in een maalstroom van ingewikkelde relaties, zonder dat het ergens ongeloofwaardig wordt. Ze trekt gewoon de beerput open. Misschien is dat ouijabord een beetje over de rand, maar ook dat weet ze een juist plekje te geven. Over het algemeen is Oren het vertelperspectief is, maar soms is het een ander. Handig om de lezer wat meer informatie te geven. Maar de schrijfster roept er ook meer vragen mee op. Ongelooflijk eigenlijk, dat je toch een antwoord krijgt op de belangrijkste vraag: wat is er gebeurd met Joshua Hobbs?
ISBN 9789026128165 Paperback 382 pagina's | Uitgeverij De Fontein | augustus 2010
Vertaald door Frans van Delft
© Marjo, 22 augustus 2010
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Zie de mens
Michael Moorcock
Dit is een tijdreisverhaal, sciencefiction. Ik las het omdat een krantenlezer het tipte na het verschijnen van een recensie over 'het kraaien van de haan' van Piet Meeuwse. Dat verhaal ging over een man die naar Jerusalem reisde met behulp van een tijdreismachine. Dat werd in dit boek, zei de krantenlezer, beter en indrukwekkender beschreven. Dan wil ik weten of dat zo is natuurlijk.
Ik heb een pocketboekje voor me liggen, het leest heel vlot en is dus. Snel uit dus. Op dit punt wint het zeker. Maar verder? Nee, absoluut niet. Dat zeg ik maar vast.
Het verhaal gaat over Karl Glogauer die ooit met zijn ouders vanuit Oostenrijk naar Engeland verhuisde. Hij werd vaak gepest met zijn accent. De ultieme pesterij was dat zijn ´vriendjes´ hem vastbonden aan een hek, op de manier waarop Jesus aan het kruis hing.
Zijn vader stierf al snel, zijn moeder stuurt hem naar een internaat. Zowel daar als op de zomerkampen waar hij was werd hij met de nek aangekeken en deed hij niet zijn best. Zijn eerste liefde was een meisje met een gouden kruisje om haar nek. Ook zij stak de draak met hem. De rest van zijn leven ging het niet veel beter, en toen de onderzoeker die experimenteerde met tijdreismachines een proefpersoon nodig had, aarzelde hij niet lang: het was zijn kans om eens te gaan kijken of dat geloof dat hem ingepeperd was berustte op feiten, of dat het een mythe was. De woorden van zijn vriendin, die hem een brief schreef terwijl ze hun relatie beëindigde, blijft hangen.
Hij kan dat niet geloven, wil het niet geloven.
' Het Christendom is een nieuwe naam voor een samenstelsel van oude mythen en filosofieën. De Evangeliën vertellen slechts de mythe van de zon na en verdraaien sommige ideeën van de Grieken en Romeinen. In de tweede eeuw al toonden Joodse geleerden duidelijk aan wat voor ratjetoe het was. Ze wezen op de sterke overeenkomst tussen de verschillende zonnemythen en de Christusmythe. De wonderen zijn niet echt gebeurd - later werden ze verzonnen, ontleend aan diverse bronnen. (-) Aan het christendom worden ideeën opgehangen die al eeuwen voor Christus in omloop waren. Was Marcus Aurelius een christen? Hij schreef in de trand van de westerse filosofie. Daarom heeft het christendom in Europa vaste voet gekregen en niet in het oosten!'
Hij moet weten hoe het zat..
Hij landt in de woestijn, twee jaar voor de kruisiging en wordt opgevangen door de Essenen, onder leiding van Johannes de Doper. Hij blijkt zich goed te kunnen aanpassen, ze accepteren hem, en hoewel hij probeert niet te doen wat in de Bijbel geschreven staat, doet hij het dus juist wel. Anders misschien, maar toch.
En zo komt hij in Jerusalem, en wordt hij de beloofde Messias. Aardigheidje: er is een Jezus, zoon van Jozef, maar die is een mongool en wordt snel op de achtergrond geschoven. Heel makkelijk in die tijd: men moest het doen met wat verteld werd: geen moderne communicatiemiddelen waardoor een verkeerd verhaal ontzenuwd zou kunnen worden. Als iets maar hard genoeg werd geroepen door de juiste personen dan was het al snel een waar iets!
Het grappige aan dit boek is eigenlijk dat het verhaal speelt in het verleden, maar dat er flashbacks zijn naar het heden. Steeds minder naarmate Karl in zijn rol groeit. Op zich is dit verhaal ook best aardig, maar het is jammer dat er zoveel aangehaald wordt uit het verleden, dingen die er niet toe doen. Ze zijn niet nodig als verklaring voor zijn gedrag, hoewel het vast zo bedoeld is. Misschien komt het doordat het een ingekorte versie is, dat het stoort. Dan zijn er ook nog de Bijbelteksten, die geciteerd worden als Karl er weer een ' waar' maakt.
Ik herhaal het nog maar eens: Piet Meewse doet het beter.
ISBN 90 229 9002 8
'behold the man' 1969 een verkorte versie. Het oorspronkelijke boek verscheen in een tijdschrift. Vertaald door W.M. Hodijk
1971 Tulp, Zwolle
Marjo, 20 augustus 2010
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
(Gezien de weinige fantasyboeken die gelezen worden is het bij spannende boeken geplaatst)
Lichaam van de dood
Elizabeth George
Een boek lezen dat door Elizabeth George geschreven is, is als proberen zo'n houten puzzel die in stukjes voor je ligt in elkaar te zetten. Soms past het stukje, maar heel vaak niet.
In dit boek waarin Inspecteur Lynley en Brigadier Havers hun rollen weer spelen, is Lynley nog met buitengewoon verlof. Isabelle Ardery is aangesteld als plaatsvervangend hoofdinspecteur. Haar eerste vuurproef is al snel aan de orde als een vrouw dood gevonden wordt op een begraafplaats. Al snel vindt ze het nodig om Lynley te vragen om bij het team te komen. Om haar de fijne kneepjes te leren, zegt ze. Maar ook om rust te brengen in het team dat nog zeer loyaal is aan de vorige inspecteur. Hij blijkt inderdaad enkele verkeerde beslissingen recht te kunnen breien. Maar als een verdachte achtervolgd wordt en onder een auto komt, moet ze zelf zien dat ze het hoofd biedt aan de pers, die maar al te graag de politie aan het kruis nagelt. Commissaris Hillier controleert haar doen en laten, hij is een akelige 'bijkomstigheid' die haar hindert.
Intussen is de identiteit van de vermoorde vrouw vastgesteld. Er zijn heel veel personen, die met haar te maken hebben, waarvan de belangrijkste een broer, een vriendin, diverse mannen, een hospita, en een helderziende zijn. Is een van hen de dader? Of is ze het toevallige slachtoffer van een gestoord iemand?
Ardery probeert het team op haar manier aan het werk te zetten, en komt tot de ontdekking dat men niet blindelings doet wat ze hen opdraagt. Dat het deels te maken heeft met het feit dat ze een vrouw is, is een van de thema's die we bij Elisabeth George altijd tegenkomen: er zijn altijd vrouwenhaters, en/of mannen die het niet kunnen hebben dat een vrouw boven hen staat; of dat ze in de weg staat bij een eventuele promotie. En dan zijn er de mannen die juist het tegengestelde gedrag vertonen, ook niet altijd prettig voor een carrièrevrouw.
Bovendien heeft ze natuurlijk ook privé niet alles op orde.
Het privéleven van enkele inspecteurs is ook als altijd bij George een deel van het verhaal. Voor veel lezers is dat juist de kracht van de boeken: Lynley en Havers. Hoopt men niet stiekem dat er iets groeit tussen deze twee tegengestelde persoonlijkheden? In dit boek is de weg vrij wat Lynley betreft: zijn vrouw is immers overleden.
Een ander kenmerk van de boeken van Elizabeth George is dat ze een spel speelt met de lezer. Er zijn steeds perspectiefwisselingen, waardoor de lezer door de belevenissen van de andere spelers te volgen, vaak meer weet dan de inspecteurs. Maar tegelijk laat ze die in hun onderzoek soms dingen ontdekken, die dan niet nader benoemd worden. Ze zien iets, beseffen iets, en gaan dan meteen aan de slag zonder het er met een ander over te hebben. Dan blijft de lezer in het ongewisse. Is het iets wat we al wisten? Of iets nieuws? Dat een van de personages een eigen onderzoek doet, met onorthodoxe methodes, maakt het nog ingewikkelder.
En dan is er in dit boek ook steeds de onderbreking die een heel ander verhaal vertellen, waarvan heel lang niet duidelijk is wat het met het onderzoek naar de moord op de vrouw te maken heeft.
Meester in het creëren van spanning, dat is ze, dit boek, toch al niet het dunste, leg je niet makkelijk weg!
Isbn 978 90 229 9295 1 Paperback 624 pagina's | A.W. Bruna Uitgevers | juli 2010
Oorspronkelijke titel: This Body of DeathVertaling: Fanneke Cnossen
© Marjo, 16 augustus 2010
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Kemal Kayankaya
Jakob Arjouni
Deze omnibus bestaat uit de vier Kayankaya-romans waarmee Arjouni internationale bekendheid verwierf, staat op de cover. Hoewel de boeken uit de jaren 80 en 90 van de vorige eeuw stammen en ik toen ook al graag en veel thrillers las, ben ik deze boeken – helaas – nooit tegengekomen. Maar dat kon nu gelukkig goedgemaakt worden.
In de vier boeken, die zich in een tijdspanne van zo'n 10 jaar afspelen, maken we kennis met Kemal Kayankaya, privé-detective in Frankfurt, van Turkse afkomst. Hij is na de dood van zijn moeder als klein kind met zijn vader naar Duitsland gegaan. Zijn vader overlijdt ook al vroeg en de kleine Kemal is daarna geadopteerd door een door en door Duits gezin, waardoor hij vloeiend Duits en geen Turks spreekt. Maar door alle boeken heen blijft zijn Turks-zijn een struikelblok voor hem in zijn beroep. Discriminatie is van alle tijden.
De vier verhalen zijn allemaal heel goed opgebouwd. Hij krijgt te maken met moord, afpersing, vermissingen en een groot scala aan groot en klein geboefte. Soms is hij zelf geen haar beter dan de misdadigers, hij drinkt meer dan goed voor hem is, hobbelt van de ene depressie in de andere, maar toch had ik al hoofdschuddend voornamelijk sympathie voor hem om zijn vasthoudendheid en zijn mededogen met mensen aan de verkeerde kant van de maatschappij. Hij heeft een heel eigen idee over gerechtigheid, waardoor sommige boeven de dans ontspringen, maar een corrupte politieman zit voor altijd bij hem in de tang.
Het taalgebruik is af en toe bijna poëtisch ('Ik dacht aan gelukkige hoertjes, bonbons sabbelende souteneurs en goedmoedige politieagenten'), soms klinisch en soms ronduit grof. Kayankaya wordt regelmatig in elkaar getimmerd en trekt zich dan helemaal terug om bij te komen. Maar hoevaak hij ook geneigd is de handdoek in de ring te gooien, altijd krabbelt hij er weer bovenop – vaak met behulp van een flinke borrel – en ondanks dat een opdrachtgever meer dan eens de opdracht intrekt, gaat hij toch door omdat hij wil weten wat er precies aan de hand is. En als puntje bij paaltje komt, weet hij ook altijd achter de waarheid te komen want aan zijn deskundigheid en inzicht mankeert niets.
Het boek hoort niet tot het genre dertien in een dozijn. De verhalen zijn geen gladde who-dun-its, maar je moet je aandacht er goed bijhouden. In het woord vooraf, dat is geschreven door journalist Maarten Moll, wordt Kayankaya 'tamelijk onaangepast' genoemd en vergeleken met o.a. Philip Marlowe (de privé-detective uit de boeken van Raymond Chandler) en die sfeertekening is treffend.
Blij dat ik door de heruitgave van deze boeken alsnog heb kunnen kennismaken met Kemal Kayankaya!
De auteur, Jakob Arjouni (1965), schreef zijn eerste Kayankaya-krimi in 1985 en is sindsdien met regelmaat blijven schrijven. Naast de Kayankayareeks schreef hij romans, korte verhalen en toneelstukken.
ISBN: 9789056723576 Paperback; 511 blz. Uitgeverij: Signatuur, Utrecht, augustus 2010
Vertaling: Wil Hansen en Herman Vinckers
© Joanazinha, 16 augustus 2010
Lees de reacties op het forum en/of reageer klik HIER
Het einde van pi
Franck Thilliez
Na Het gruwelhuis is dit het tweede boek met rechercheur Lucie Henebelle in de hoofdrol. We zijn inmiddels vier jaar verder en Lucie raakt betrokken bij de zaak van De Professor wanneer ze vlak bij huis een jonge, verwarde vrouw vindt die aan anterograde amnesie lijdt. Hierdoor heb je geen korte termijngeheugen meer en maak je geen nieuwe herinneringen aan. Oude herinneringen en vaardigheden blijven bestaan. Deze jonge vrouw, Manon Moinet, was jaren geleden betrokken bij de opsporing van een seriemoordenaar, de Professor, genaamd. Deze bijnaam kreeg hij omdat hij wiskundige formuleringen bij zijn slachtoffer achterliet. De zus van Manon was één van de slachtoffers en Manon kon als briljant wiskundige behulpzaam zijn bij de ontcijfering van de formules. Helaas heeft dat niet geleid tot een arrestatie en de Professor heeft al jaren niets meer van zich laten horen.
Tot nu. Manon is ontvoerd en gegijzeld maar heeft op het moment dat het boek begint weten te ontsnappen en wordt gevonden door Lucie. Die bijt zich met haar kenmerkende hardnekkigheid in de zaak vast, samen met de Parijse politieman Turin, die indertijd met Manon samenwerkte.
Vraagtekens zijn er genoeg: wat is de rol van de broer van Manon? Waarom beveiligt zij zo fanatiek haar organizer, waarmee zij geleerd heeft redelijk onafhankelijk te kunnen functioneren? Waarom heeft Manon zo'n bloedhekel aan Turin zonder dat ze dit kan benoemen? Wie is de Professor en waarom is hij nu ineens weer actief geworden?
De samenwerking tussen Lucie en Manon gaat niet zonder slag of stoot, mede vanwege het feit dat Manon iedere keer weer vergeet wie Lucie is. Maar langzamerhand bouwen de vrouwen toch een soort van relatie op en vertrouwen ze alleen nog maar op elkaar om achter de identiteit van de Professor te komen.
Het boek is superspannend met een heel bijzonder plot. Thilliez heeft gigantisch veel onderzoek gedaan naar het getal pi en zijn bijzonderheden en naar anterograde amnesie. Vanwege de ingewikkeldheid van de onderwerpen moet hij veel uitleggen om je als lezer bij het verhaal te houden, maar hij weet dit op een heel logische manier in het geheel in te bouwen. Hierdoor blijft het interessant en verslapte mijn aandacht geen moment. En ik ben weer een stuk wijzer geworden!
Daarnaast is er weer wat meer bekend geworden over Lucie Henebelle. In Het gruwelhuis bleef haar persoonlijke leven onderbelicht, behalve het feit dat ze een pasgeboren tweeling heeft waar ze stapelgek op is. Wie de vader is of was blijft ook in dit boek onbekend; ik ben benieuwd of dat in een derde boek wel duidelijk wordt. Maar haar fascinatie voor autopsies, moordenaars, horrorverhalen e.d. wordt wel op een heel bijzondere wijze toegelicht.
IJzersterk boek waar ik me uitstekend mee heb vermaakt!
ISBN: 9789021802350 Paperback, 382 blz.Uitgever: Sijthoff april 2009
Vertaler: Richard Kwakkel
© Joanazinha, 14 augustus 2010
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Cel
Charles den Tex
Flaptekst:
Michael Bellicher, de hoofdpersoon uit De macht van meneer Miller, is getuige van een auto-ongeluk met dodelijke afloop. Hij is zelfs de enige getuige. De politie ondervraagt hem over wat hij gezien heeft. Een routinekwestie. Maar tot zijn stomme verbazing wordt hij na afloop aangehouden op verdenking dat hij enkele maanden eerder een dodelijk ongeluk zou hebben veroorzaakt en te zijn doorgereden.
Michael weet van niets. Hij is de afgelopen tijd in het buitenland geweest voor zaken, wat hem in de ogen van de politie extra verdacht maakt. Er is maar één mogelijkheid: iemand anders heeft zich als Michael Bellicher voorgedaan, heeft in een auto gereden met zíjn kentekenplaten. Kortom, Iemand heeft Michaels identiteit geroofd. Want het houdt niet op bij het auto-ongeluk waarbij de auto op Michaels naam blijkt te staan. Michael wordt ook verdacht van het plegen van een ramkraak op een juwelier en er is op zijn naam een gigantische hypotheek op een waardeloos tuinbouwbedrijf. Het is nu zaak uit handen van de politie te blijven en zijn identiteit terug te krijgen.
Daarmee begint een spannende zoektocht waarvan de afloop niet bij voorbaat vast staat.
Mijn mening:
Prettige verrassing. Om de een of andere reden heb ik het niet zo op Nederlandse thrillerschrijvers, maar deze smaakt naar meer. Het is vooral een psychologische thriller, een die je angst aanjaagt. Is het echt zo gevaarlijk op internet? Het verhaal is herkenbaar: het speelt in een bekende Nederlandse streek, er komen bekende namen voor. Soms zijn hoofdstukken maar één alinea of één zin lang.
Hoofdstuk 58 bijvoorbeeld:
Cel
Eenheid van energieopslag. Aanleg van voorraad. Oplaadbaar en steeds opnieuw te gebruiken. Draagbaar. Onafhankelijk van netwerken. Individueel of in sets. Stroom in vaste vorm. Tegenstrijdigheid als bron.
Behalve dat er op meesterlijke wijze spanning opgebouwd wordt, zit er ook humor in het verhaal. De hoofdpersoon is duidelijk een intelligente man. De Kafkaiaanse gebeurtenissen die hem overkomen, tekent hij op in een blog, en gezien de gebeurtenissen zitten daar gaten in, die dan later weer opgevuld worden. Met de beeldend beschreven achtervolgingen en het duidelijke actuele gegeven is dit een zeer geslaagd boek. Het enige dat ik toch moet opmerken is dat een deel van de ontknoping mij ontgaat. Ik zou niet na kunnen vertellen wat er nu precies allemaal achter zit, te ingewikkeld.
ISBN 9789044511086 Hardcover 378 pagina's | De Geus Spanning | april 2008
© Marjo, juli 2010
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Bloedbad
Ben Weber
Dit boek schetst het leven van een tiener die schijnbaar zonder motief een aantal mensen vermoordt en dan zelfmoord pleegt. De schrijver wil geen excuusboek voorleggen, maar het is wel de bedoeling dat de lezer er wat meer over nadenkt. Bij iedere dader spelen sociale en psychologische motieven een rol. De vraag is of de jongen enkel een dader is, of misschien ook een slachtoffer.
Het is geschreven naar aanleiding van de massamoord in Winnenden in 2009. Het boek wordt afgesloten met een aantal krantenartikelen daar over en met een lijst van massamoorden.
De ik-figuur, Bart Nielsen, is een jongen van zeventien die naar zijn oude school gaat en wild om zich heen schiet. Hij doodt daarbij onschuldige jonge mensen, en vlucht weg. Onderweg vallen er nog meer slachtoffers, tot de politie hem insluit en hij zichzelf door het hoofd schiet.
Na deze vreselijke scene wordt de lezer mee teruggenomen in de tijd. Zo'n veertien jaar eerder begon Bart aan zijn eerste schooldag. Al snel was hij het slachtoffer van pesters, waar hij niet tegen op gewassen was. De situatie thuis was duidelijk niet ideaal: een dominante vader met losse handjes, en een dociele moeder die liever haar eigen dingen deed dan zich bezig te houden met haar kinderen.
'maar eigenlijk vind ik het wel prima zo. Ik vermaak me best goed in mijn eentje. Ik heb helemaal geen vriendjes nodig. In feite ben ik al vroegzelfstandig geworden.'
Het is niet bepaald een sympathieke jongen, deze Bart. Hij veroordeelt anderen snel, geeft hen geen kans en stelt zich nogal negatief op. Iedereen is tegen hem, vindt hij, hij doet niets goed. Meisjes zijn voor hem louter lustobject; niet vreemd dat zijn relaties geen stand houden. Maar dat ligt natuurlijk aan die meisjes. Wonder boven wonder komt hij door zijn gedrag bij een psychologe terecht en al is hij meer geïnteresseerd in haar lichamelijke uitstraling, ze bereikt hem daardoor ook psychisch. Maar het is niet genoeg...
Bereikt de schrijver zijn doel? Vindt de lezer dat er begrip opgebracht kan worden voor deze jongeman? Ten dele wel. Tot het psychologisch rapport aan de orde komt is het beeld dat we van Bart hebben ronduit slecht. Kan de maatschappij iets doen tegen dit soort individuen? Hoe kun je op tijd signaleren dat er iets grandioos fout gaat? Daarop komt geen antwoord. Verwachtte ik ook niet.
Zeuren over de spelfouten, zal ik deze keer niet doen, maar over de stijl wil ik wel wat kwijt. Het verhaal wordt op een nogal saaie manier verteld. Er wordt niets aan de verbeelding overgelaten, en er is weinig afwisseling in zinsopbouw. Met de storende herhalingen, zoals hier bijvoorbeeld het woordje 'dan', leest dat niet echt inspirerend. Ook de dialoog is niet echt spannend.
'Thuis wordt de sfeer tussen mij en mijn zus Yvonne er niet beter op. Ze zit me continu te sarren. We liggen elkaar niet echt goed. Misschien krijgt ze wel te weinig aandacht van mijn ouders. Ze verstopt bijvoorbeeld mijn schoolspullen op zolder. Ik moet dan het hele huis doorzoeken terwijl ik mijn tijd beter kan besteden aan mijn huiswerk. Het lachen vergaat haar op het moment dat ik dan met een boek tegen het hoofd aan sla. Krijsend van de pijn rent ze dan naar mijn moeder. Ik heb dan weer heel wat uit te leggen. Laatst komt ze bij me om geld te lenen.
'waar heb je het voor nodig?' vraag ik haar.
'Ik wil graag een nieuwe Barbie kopen,' legt ze uit,.
'Wat kost dat?' vraag ik.
'Dertig euro maar,' antwoordt Yvonne.
'Maar! Dat is veel geld, Yvonne,' vertel ik haar.
'Daarom wil ik het ook van je lenen,' zegt ze.
ISBN 978 90 8666 141 1 | Paperback |214 pagina's | Boekenplan | juni 2010
Marjo, juli 2010
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Offersteen
Elly Griffiths
Ruth Galloway is een bekende voor wie 'Dodencirkel' heeft gelezen. Ze is hoofd van de faculteit Forensische Archeologie, in Norfolk. Met een (nieuwe) kat als gezelschap woont ze vrij afgelegen, ze kijkt uit over de zee. Ze heeft het goed voor elkaar in het leven, vindt ze, al komen er in dit
verhaal op het persoonlijke vlak complicaties bij, waarover we vast in een volgend verhaal meer kunnen lezen. Dat schijnt de laatste jaren te moeten, dat speurders - in welke vorm dan ook - ook hun persoonlijke leven prijs geven aan de lezer, zelfs al voegt dat helemaal niets toe aan het kernverhaal. Elly Griffiths heeft met Ruth Galloway wel een sympathiek persoon gecreëerd. Haar eigenzinnige manier van leven spreekt wel aan. Ze is een sterke vrouw, goed in staat voor zichzelf op te komen in dat mannenwereldje waarin ze leeft, terwijl ze evenmin bang is om haar gevoelens te tonen.
Die mannen daar zitten ook 'oude bekenden' bij: politie-inspecteur Harry Nelson en Cathbad, de zonderling, die graag voor druïde speelt.
Het verhaal begint met een cursiefje, onder de aanhef 1 juni de feestdag van Carna. De ik-persoon gaat verder over offeren 'we zijn vervloekt. Dit is
geen huis meer maar een graf'. Deze cursieve stukjes komen vaker terug, en lijken uitleg te geven aan de lezer, voordat Ruth en Harry er achter zijn wat er aan de hand is. Maar de oplettende lezer weet al snel dat ze niet synchroon lopen met de tijd waarin het hoofdverhaal speelt.
Op een opgraving in een naburig dorp is een nederzetting gevonden, waarschijnlijk uit de Romeinse tijd. Doctor Max Grey is hoofd van de opgraving en vraagt Ruths hulp bij de datering: er zijn beenderen gevonden. Een skelet, waarvan de schedel ontbreekt. Misschien is het een funderingsoffer, als offerande voor de god Janus.
Maar er zijn ook beenderen gevonden bij een huis dat afgebroken is, om er nieuwbouw te laten verrijzen. Alleen de voorgevel is gehandhaafd, omdat die significant is, en juist daar, onder de drempel, ligt een skelet. Van een meisje van een jaar of vijf, ontdekt Ruth, die nu belast is met het onderzoek naar twee stekjes beenderen.
De vraag hoe oud het kind is cruciaal. En of het een meisje of een jongen is. Toen het afgebroken huis nog in gebruik was, was het een weeshuis, onder leiding van de zusters van het Heilig Hart. Nelson laat de bouw stilleggen, en dat zint Edward Spens, de eigenaar natuurlijk niet. Maar behalve een financiële strop, blijkt het ook nog een persoonlijke te zijn: zijn familie is betrokken bij de geschiedenis van dit huis. En dan is er nog pastoor Hennesey, nu met pensioen, vroeger directeur van het kindertehuis. Hij vertelt over de twee kinderen die verdwenen zijn, jaren geleden. Martin van
twaalf en zijn zusje Elisabeth, vier jaar oud. Is zij misschien dat skelet?
Terwijl Ruth haar onderzoek doet, is er iemand - de schrijver van de cursiefjes??- die haar steeds weer de stuipen op het lijf jaagt. Wie is die onverlaat die het op haar gemunt heeft? En waarom?
Lekker spannend verhaal dat speelt in een mooie setting, met sympathieke hoofdrolspelers, en dus mag het volgende deel ook snel komen.
Isbn 978 90 325 1149 4 Paperback 285 pagina's | Kern De | mei 2010
'the Janus stone' vertaald dr Els Franci-Ekeler
© Marjo, juni 2010
Lees de reacties op het forum, klik HIER
Waar de schimmen zijn
Michael Ridpath
Mordor, waar de schimmen zijn...
Voor de liefhebbers meteen duidelijk: dit boek heeft te maken met Tolkien, met In de ban van de ring. Al zullen ook niet Tolkienfans dit boek ook kunnen waarderen, het is wel een pre als je meer over diens boeken en de films naar aanleiding daarvan weet.
Magnus Jonson is rechercheur in Boston. Hij ontdekt dat een collega omgekocht wordt door een Dominicaanse bende, die zich bezig houdt met drugshandel. Omdat hij een belangrijke getuige is heeft die bende al een paar pogingen gedaan hem uit te weg te ruimen. Zonder getuigenis van Magnus is er geen zaak, dus vindt zijn hoofdinspecteur dat hij beschermd moet worden. Toevallig is er in New York gevraagd om assistentie bij een moordzaak op IJsland en: Magnus is IJslander is van origine. Magnus reist af naar zijn geboorteland. Vanaf dat moment noemt hij zich naar IJslands gebruik Magnus Ragnarsson. De reis brengt zijn verleden weer boven, hij is niet vrijwillig en zonder problemen uit IJsland vertrokken. Bovendien laat hij zijn vriendin Colby achter. Hun relatie liet de laatste tijd wel te wensen over, maar hij weet dat ze nu in gevaar verkeert. Hij wilde dat ze meeging, hij was zelfs bereid er voor te trouwen, terwijl hij wist dat ze de ware niet was. Colby had hem door en bleef thuis.
Hij is natuurlijk niet zo welkom op het IJslandse politiebureau. Hij wordt gezien als een indringer, zelfs al spreekt hij de taal.
Het onderzoek waar hij zich mee bezig moet houden, draait om IJslandse saga's. Speciaal de sage waarop Tolkien zijn verhaal over de Midden-Wereld gebaseerd zou hebben. En om de Ring. (Voor degenen die daar niet bekend mee zijn, wordt er kort verteld wat je moet weten om dit verhaal te kunnen volgen.) Tolkienadepten blijken veel geld voor over te hebben voor het originele manuscript van de saga, en natuurlijk ook voor die ring als het echt bestaat. Iemand heeft zelfs een of meer moorden voor gepleegd. Intussen blijft ook de Dominicaanse bende op zoek en maakt Magnus een domme fout.
Wat deze thriller zo bijzonder maakt is de achtergrondinformatie over IJsland zelf. Er bevindt zich een plattegrond voorin, de sagen worden inhoudelijk besproken met allerlei extra informatie. Er wordt van alles verteld over IJslandse gebruiken: rondom de naamgeving, over het dagelijkse leven, maar ook over de mysterieuze en onherbergzame natuur, die zoals hier beschreven goed de achtergrond van Frodo's avonturen geweest kan zijn. Over de omgeving van de vulkaan Hekla (onlangs nog actueel, zij het niet deze), dat zomaar het landschap van Mordor zou kunnen zijn, het land waar de schimmen zijn.
Behalve de zoektocht naar de ring en het oude manuscript, door verschillende partijen, is er ook sprake van een persoonlijke zoektocht. Magnus weet niet meer waar zijn thuis is: Boston of toch IJsland? Moet hij terug naar Colby of valt hij toch voor Ingileif?
Spannend vanwege de plot, boeiend en apart vanwege de achtergrond: Tolkien en IJslandse cultuur.
Meeslepend, want goed geschreven.
Isbn 978 90 261 2760 1 Paperback 335 pagina's | Fontein | mei 2010
'Where the shadows lie' Vertaald door Gert-Jan Kramer
Marjo, juni 2010
Lees de reactie sop het forum en/of reageer, klik HIER
Straf
Birger Baug
Perfect debuut! Een nieuwe ster aan het Scandinavische thrillerfirmament.
In het boek Straf snijdt Birger Baug een thema aan wat hem na aan het hart ligt, nadat hij als journalist te maken heeft gekregen met een geval van zelfdoding na ernstige pesterijen. Wat gebeurt er met pesters en met gepeste? Waarom wordt er gepest en wat kunnen de gevolgen zijn?
In Straf heeft pesten de ultieme consequentie: de bijna 13-jarige Kris pleegt in 1982 zelfmoord nadat hij door 5 jongens ongenadig is gepest.
In 2006 wordt politie-inspecteur Halvor Heming betrokken bij de moorden op Bjarne Rossvik en Anders Dahl. De 2 mannen maakten als pubers deel uit van een viendenclub van 5 personen. Wanneer kort daarna nummer drie dood uit het water wordt gevist, worden de overgebleven 2 mannen van politiebewaking voorzien om te voorkomen dat ook zij worden vermoord. Maar wie is er op uit om deze groep mannen uit te roeien en waarom? Langzamerhand wordt de link met de gebeurtenissen uit 1982 duidelijk.
Halvor Heming is een nieuw type politieman: gedreven in zijn werk, maar totaal toegewijd aan zijn gezin, bestaande uit zijn vrouw en drie jonge kinderen. Omdat zijn vrouw ook een hoge fulltime baan heeft, komen de agenda's wel eens met elkaar in botsing. Samen zorgen ze ervoor dat de kinderen van school en crèche gehaald worden, de boodschappen gedaan worden, er gekookt wordt en de kinderen hun huiswerk maken. Beide banen zorgen regelmatig voor kinken in de kabel maar Halvor en zijn vrouw zien toch kans de boel redelijk glad te laten verlopen.Bijkomend probleem is dat – tijdens het onderzoek van de moordzaken – Halvor het idee krijgt dat zijn zoontje ook wordt gepest. De woede en de onmacht die hij daarover voelt, maakt dat hij zich nog vaster bijt in de zaak.
Ik vind Straf een perfect debuut en als liefhebber van Scandinavische thrillers is er voor mij een nieuwe ster gaan schitteren. De karakters zijn zeer geloofwaardig en er is een prima mix van werk en privé-leven, waardoor met name politieman en huisvader Halvor Heming goed uit de verf komt.
De sociale betrokkenheid van Birger Baum wordt verklaard in dit citaat uit een interview: 'Ik ben ooit journalist geworden om verschil te maken voor mensen die een soort “woordvoerder” nodig hebben'. Dit probeert hij momenteel vorm te geven via zijn boeken, waardoor hij een breder publiek trekt. Verderop zegt hij: ‘Straf voelt als een soort literaire wraak voor sommige slachtoffers van pestgedrag. Daarom heb ik geprobeerd een goedfunctionerende, moderne held te creëren, waar mijn generatie daadwerkelijk in kan geloven. Dat was mijn doel met het schrijven van dit boek.’ En daarin is hij naar mijn mening perfect geslaagd. Geen gemoraliseer maar een heldere boodschap verpakt in een superspannende thriller.
Momenteel is Baug bezig met de opvolger van Straf, die de werktitel Verloren Paradijs heeft meegekregen. Onderwerp is de heroïnehandel en hoofdpersoon is wederom Halvor Heming. Het boek komt in 2011 uit, dus nog even afwachten helaas!
ISBN 9789022995754 Paperback 223 pagina's | A.W. Bruna | mei 2010
© Joananzinha, juni 2010
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Pagina 194 van 214