Het chagrijnige slagzwaard
Theo Barkel
Hiram, een zestienjarige boerenzoon, heeft na een fikse ruzie met zijn vader, de deur achter zich dichtgegooid. Wat nu? Diep in gedachten verzonken begeeft hij zich naar het paleis. Daar is misschien werk. Onderweg schrikt hij op van een vreemde waterige verschijning. ’Kané-Diam... zoek het zwa...’ hoort hij. Dan is de verschijning weer weg.
Even later bij een groot meer weet hij: dat is Kané-Diam. Daar had die figuur het over toch?
En aan de rand van het water zal hij Harry vinden, als die uitroept: ‘Kijk uit waar je gaat zitten, lomperik!’. Het is een zwaard, een pratend zwaard. Het chagrijnige slagzwaard. Het zwaard dat steeds maar moppert, vaak voor Hiram praat, maar naar blijkt, hem in goede banen weet te leiden.
'Kun je me aan de andere kant hangen?' haalde de stem hem uit zijn pijnlijke overwegingen.
'Hoezo?' antwoordde Hiram verward.
'De zon schijnt in mijn ogen, heel irritant.'
Harry is gemaakt door de tovenaar Miurghan, wiens onhandigheid wel vaker vreemde gevolgen heeft. Behalve dit pratende zwaard zijn er neusvleugelraten en weekbottigen, die zich met nog andere akelige wezens in het Eenzame woud bevinden. Het Woud ligt op de grens tussen twee koninkrijken, die ooit Potanesië vormden. Nu is het land verdeeld in Sinda-Potanesië, bestierd door Sinda, en het zuidelijke Garma-Potanesië, waar Turon koning is. Sinda wil evenwel alleenheerser zijn. Al eerder heeft hij oorlog gevoerd, en nu probeert hij het opnieuw. Hij bestelt een magisch zwaard bij de tovenaar. Daar gaat iets fout...
Koning Turon heeft daar geen weet van. Hij heeft een ander probleem: zijn enige dochter, de troonopvolger, wil niet trouwen. Zij is verliefd op het kamermeisje, maar dat kan de koning natuurlijk niet accepteren. Ten einde raad organiseert hij een toernooi: wie het wint, zal zijn dochter huwen.
Hiram die op zoek is naar een baantje op het kasteel, wordt zonder dat hij er iets tegen kan doen ingeschreven als deelnemer. Daar helpt Harry een handje bij, want die wil vechten.
Natuurlijk wint Hiram, al heeft hij geen idee hoe en van wie. Maar wat moet hij met een boze prinses die hem niet wil? Zijn slagzwaard weet het wel, en het grote avontuur begint.
Er zijn meerdere verhaallijnen: Hiram natuurlijk, met zijn zwaard. Maar ook de lakei Anwar beleeft het een en ander, en er is de nar. De strijder Kamar doet ook een duit in het zakje.
Een strijd tussen goed en kwaad, met forse gevechten; vreemde wezens, waarvan het ene aan de goede kant staat, en het andere dus niet; tovenarij, hier in handen van een klunzige tovenaar, die je niet moet onderschatten, het zijn de gebruikelijke ingrediënten van een fantasyverhaal.
Wat dit verhaal speciaal maakt is dat er ook romantiek in zit, en vooral veel humor. De lichtvoetige toon en de vaak hilarische voorvallen maken het boek een feest om te lezen. Ik heb genoten...
'Terwijl hij dacht aan het paard, dat nog ergens in het bos moest staan met al hun proviand bij zich, liet hij zijn voeten genietend in het koele water zakken. Ze moesten maar even volhouden. (-)
‘Goeiedag zeg! Dat steekt zomaar zijn voeten in andermans zaken!”
Geschrokken trok hij zijn voeten terug.
‘Dat is beter. Als je je schoeisel weer aan wilt doen, zou het helemaal fijn zijn!’.
Verbaasd staarde Hiram naar het water, vervolgens naar de waterval aan de andere kant van het meer, waar het gejoel vandaan kwam dat hij de hele tijd hoorde. ‘Dit water...praat!’ concludeerde hij,.
‘Wat is daar nu zo bijzonder aan? Ik toch ook?’ Merkte het zwaard op. ‘Dit moet de Spraakwaterval zijn.’
Theo Barkel is al vele jaren actief als schrijver. Naast de horrorserie Shadajaël zijn verschillende van zijn korte verhalen gepubliceerd. Tevens is hij jarenlang hoofdredacteur geweest van SF-Terra, één van de oudste SF en Fantasy tijdschriften in Nederland.
ISBN 9789078437208 | paperback | 229 pagina's | Uitgeverij Macc | mei 2015
© Marjo, 1 juni 2015
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Kloostermoord
C.J. Sansom
C.J. Sansom is de auteur van o.a. een vijftal historische thrillers met advocaat Matthew Shardlake in de hoofdrol. Zijn debuut (Dissolution) is in 2003 in het Nederlands verschenen onder de titel Onthechting en is eind 2011 opnieuw uitgegeven onder de titel Kloostermoord. Het tweede boek, Het zwarte vuur, zal in 2012 heruitgegeven worden. In 2007 verscheen zijn bestseller Winter in Madrid.
Hoofdpersoon in Kloostermoord is de gebochelde advocaat Matthew Shardlake, die door Lord Cromwell in 1537 naar het klooster in Scarnsea wordt gestuurd om de moord op gezant Robert Singleton te onderzoeken. Het is de tijd van de reformatie; Henry VIII heeft gebroken met de katholieke kerk en staat op het punt om alle kloosters te ontmantelen. Singleton was naar Scarnsea gestuurd om de akte van overgave te laten tekenen, maar voor het zover kon komen werd hij vermoord. Wanneer Shardlake en zijn helper Mark Poer met hun onderzoek beginnen, komen ze er al gauw achter dat de moord alleen door iemand in het klooster gepleegd kan zijn. Er gebeurt van alles binnen de kloostermuren wat het daglicht niet kan verdragen. Maar is dat ook reden voor moord? Shardlake raakt verstrikt in de vele intriges tot hij een dun draadje uit de kluwen van leugens en misleidingen in handen krijgt. Wanneer er nog een moord wordt gepleegd weet hij dat hij op moet schieten met zijn werk, anders konden Mark en hijzelf wel eens de volgende slachtoffers worden.
C.J. Sansom schrijft in een aangename, vlot lezende stijl. Kloostermoord is meer een historisch detectiveverhaal dan een superspannende thriller, met goede aandacht voor de uitwerking van plot en personages en een onthutsend inkijkje in het middeleeuwse kloosterleven. Het is het eerste deel in een serie historische thrillers met als hoofdpersoon Matthew Shardlake, een man van vlees en bloed die een scherp oog voor de menselijke natuur paart aan een rechtvaardigheidsgevoel dat eerlijkheid boven (wereldlijke en kerkelijke) macht stelt. Ook zijn eigen gevoelens van jaloezie wanneer Mark en hij allebei verliefd worden op de jonge dienstmeid Alice, neemt hij streng onder de loep.
Shardlake is een sympathiek en aansprekend personage dat in Kloostermoord nog niet helemaal uit de verf komt. Hij laat zich nog niet helemaal zien en blijft een beetje onderbelicht temidden van de kleurrijke monniken die hem met argwanende blik bekijken en hem het liefst zo gauw mogelijk zien vertrekken. Maar er zijn genoeg aanwijzingen dat daar in het volgende boek verandering in gaat komen. En dan kan Shardlake zomaar uitgroeien tot een waardig opvolger van die andere bekende middeleeuwse detective, brother Cadfael uit de Ellis Peters-boeken. Ik kijk er naar uit!
ISBN: 9789026129452 Hardcover, 400 blz. Uitgever: De Fontein november 2011
Vertaling: J.J. de Wit
© Joanazinha, 18 januari 2012
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER!
Het meisje in de trein
Paula Hawkins
Rachel kijkt twee keer per dag naar het huis langs het spoor. Er staan meer huizen maar nummer 15 is haar lievelingshuis. Het is het huis van Jason en Jess. Hij heeft een donkere haardos en een stoer uiterlijk, zij is blond en frêle. Samen vormen ze het perfecte stel. Elke ochtend en avond probeert Rachel een glimp van het tweetal op te vangen. Soms zijn ze in de tuin die aan het spoor grenst en drinken ze – afhankelijk van het tijdstip – koffie of wijn. Ze zijn gelukkig samen en voor Rachel symboliseren ze het geluk dat ze zelf ook eens kende.
Eens leefde Rachel haar eigen sprookje. Ze woonde met haar eigen droomprins Tom ook in het rijtje langs het spoor. Op nummer 23. Tom was – en is – haar grote liefde. Hij aanbad haar en hun leven was perfect. Toch zit Rachel nu eenzaam en dronken in de trein en vermijdt ze het naar nummer 23 te kijken. Twee keer per dag stopt de trein waarin Rachel zit bij het rode sein ter hoogte van het bewuste huizenrijtje. Twee keer per dag richt ze haar blik op nummer 15 en droomt ze weg bij het zien van het geluk van Jason en Jess.
Eens was Rachel een knappe vrouw en werd ze door Tom begeerd. Nu woont hij samen met een andere vrouw op nummer 23. Rachel is vervangen door Anna en daarom kijkt ze niet langer naar nummer 23. Ze zal het moment dat ze een overduidelijk zwangere Anna door de tuin zag scharrelen nooit vergeten. Het voelde alsof haar hart ruw uit haar lijf werd gerukt. Rachel zelf is niet langer knap en begeerlijk. Haar alcoholverslaving heeft haar lichaam verwoest. Rachel huurt al twee jaar een kamertje bij een vriendin van vroeger. Regelmatig belt ze Tom lallend en brallend op. Ze belaagt hem, ze belaagt Anna. Rachel kan haar liefdesverdriet maar niet verwerken. Haar leven ligt in puin.
Gelukkig heeft Rachel haar “vrienden” Jason en Jess nog. Rachel heeft hen nog nooit ontmoet en weet niet hoe ze echt heten maar dat maakt niet uit. Rachel vindt het heerlijk om stiekem van hun leven mee te genieten. Op een dag ziet ze echter hoe Jess in haar tuin door een onbekende man gezoend wordt. Ze is geschokt. Wat bezielt Jess? Waarom is ze haar knappe en galante Jason ontrouw? Niet veel later krijgt Rachel een nieuwe schok te verwerken. Jess, die in werkelijkheid Megan heet, is spoorloos verdwenen. De politie is met man en macht naar haar op zoek.
Moet Rachel vertellen wat ze heeft gezien? Moet ze de politie vertellen dat Megan een minnaar had? Rachel was de bewuste avond in de buurt van het huis van Megan. Ze was uitgestapt op het station waar ze vroeger dagelijks de trein verliet en liep stomdronken door de straten van het stadje waar ze eens gelukkig was. Misschien heeft Rachel iets belangrijks gezien maar Rachel weet het niet meer. Ze weet dat ze die avond is gevallen en dat ze bloedde maar daar houden haar herinneringen op. Soms meent ze dat er die avond meer is gebeurd maar meer dan een onmiddellijk wegebbend gevoel is het niet. Een flits die alweer vervaagt voor het duidelijkheid verschaft. Rachel is door haar dronkenschap hele stukken van haar leven kwijt.
De politie neemt haar verklaring over Megans minnaar niet serieus. Ze beschouwen Rachel als een labiele vrouw die regelmatig dronken voor het huis van haar ex rondhangt. Ze is geen betrouwbare getuige. Wat moet Rachel doen? Is Megan er met haar minnaar vandoor gegaan of is haar echtgenoot soms achter haar affaire gekomen met alle gevolgen van dien? Rachel beseft niet dat het haar zaak niet is. Ze moet verder gaan met haar leven, haar drankprobleem overwinnen en een huisje zoeken. In plaats daarvan kiest Rachel voor een roekeloze aanpak.
Het meisje in de trein stevende in sneltreinvaart op een nummer 1-notering in Engeland en de Verenigde Staten af en de filmrechten van het boek zijn al verkocht aan DreamWorks. Na het lezen van deze ronduit verrassende thriller begrijp ik heel goed waarom. Dit boek is zó spannend en zó beklemmend dat ik alleen maar wilde lezen-lezen-lezen. Paula Hawkins heeft het aangedurfd om voor een onsympathiek hoofdpersoon te kiezen. Rachel drinkt, liegt en valt mensen lastig. Het vleugje medelijden dat ze opwekt is genoeg om geïnteresseerd in haar te blijven. Daarnaast is er achterdocht: is Rachel eigenlijk wel te vertrouwen? Wat is haar rol in de verdwijning van Megan? Het meisje in de trein moest in één ruk uit. Wat een verpletterend goed thrillerdebuut!
ISBN 9789400503885 | paperback | 358 pagina's| A.W. Bruna Uitgevers | mei 2015
Vertaald door Miebeth van Horn
© Annemarie, 30 mei 2015
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Erfschuld
Arnaldur Indriðason
Het lichaam van de negentigjarige Stefán wordt aangetroffen na een bezorgd telefoontje van zijn eveneens bejaarde overbuurvrouw Birgitta. Birgitta had haar buurman en goede vriend al enkele dagen niet meer gezien en ze was ervan overtuigd dat er iets aan de hand was. Ze had gelijk. Stefán was gestorven en lag languit op zijn bed, alsof hij elk moment uit een middagdutje kon ontwaken. Een vredige dood.
Patholoog-anatoom Svanhildur komt echter tot een andere conclusie. Tot haar grote verbazing ontdekt ze pluisjes in de keel en luchtwegen van de dode. Ze zijn ingeademd toen de longen van de oude man naar zuurstof snakten. Zuurstof die niet langer met een diepe ademteug ingeademd kon worden. Stefán is gestikt. Iemand moet een kussen op zijn gezicht gedrukt hebben.
Wanneer Marta, rechercheur bij de politie van Reykjavik, haar oud-collega Konráð over het mysterieuze sterfgeval vertelt, is zijn interesse gewekt. Konráð is gepensioneerd maar Marta geeft hem toestemming de zaak te onderzoeken. Vol toewijding stort Konráð zich op een zaak die met de minuut interessanter lijkt te worden. In het huis van de overledene vindt hij een krantenknipsel over een moord die tijdens de Tweede Wereldoorlog plaatsvond. Waarom heeft Stefán het krantenknipsel al die jaren bewaard?
Tijdens de Tweede Wereldoorlog verbleven Engelse en later Amerikaanse soldaten op het mooie IJsland. Hun komst bleef niet onopgemerkt bij de IJslandse jongedames en velen van hen vielen voor de charmes van de knappe jongemannen in hun stoere uniformen. De oudere inwoners keken met lede ogen toe en noemden het gescharrel en alles wat daaruit voortkwam “De Situatie”. Veel meisjes belandden destijds in De Situatie. Gold dat soms ook voor het gewurgde meisje dat achter het Nationaal Theater in Reykjavik werd aangetroffen? Haar moord is nooit opgelost.
Konráð herinnert zich de zaak nog wel. Hij werd geboren in het jaar dat het meisje stierf maar jaren later raakte zijn vader zijdelings bij de zaak betrokken. Hoewel zijn vader niets met de moord op het meisje te maken had, schaamt Konráð zich nog altijd diep als hij aan de gebeurtenissen denkt waardoor zijn vader als oplichter de geschiedenisboeken inging. Is het toeval dat de dood van het meisje nu weer op zijn pad is gekomen? Wanneer Konráð ontdekt dat Stefán zijn laatste dagen sleet met het onderzoeken van de reeds lang verjaarde moord, valt zijn nieuwsgierigheid niet meer te beteugelen.
Regelmatig onderbreekt schrijver Arnaldur Indriðason het verhaal over Konrad om samen met de lezer terug te keren naar 1944. Hij beschrijft hoe het IJslandse meisje Ingiborg samen met haar Amerikaanse vriendje Frank op een lichaam stuit. Frank overtuigt zijn hevig geschrokken vriendinnetje om samen de benen te nemen waarna hij van het toneel verdwijnt. Lange tijd wordt Frank, die onvindbaar is, van de moord verdacht maar waarom zou hij Ingiborg meenemen naar een plek waar hij het lichaam van een andere vrouw heeft gedumpt? Toch is het vreemd dat hij het op een lopen zette om vervolgens in rook op te gaan.
Terwijl Konráð probeert te achterhalen wat Stefán tijdens de laatste dagen van zijn leven ontdekte, leest de lezer hoe het politieonderzoek in 1944 moeizaam vordert. De IJslandse politieman Flóvent en Thorson van de Amerikaanse militaire politie bundelen hun krachten en weten na enige tijd het vermoorde meisje te identificeren. Ze heette Rósamunda en ze was een ambitieus meisje dat voor een naaiatelier werkte. Niet lang voor haar dood is het meisje iets naars overkomen. Iets waardoor ze hevig van streek raakte. Heeft die gebeurtenis uiteindelijk tot haar dood geleid? Vreemd genoeg komt het verhaal van Rósamunda grotendeels overeen met dat van een meisje dat drie jaar eerder in het noorden van IJsland verdween.
Even miste ik Erlendur Sveinsson, een vast personage in de boeken van Arnaldur Indriðason. Hij en zijn trouwe collega’s komen in dit boek niet voor. De politiemannen die in Erfschuld hun opwachting maken, stellen gelukkig niet teleur. Omhuld door de heerlijk sobere, melancholieke maar ook vastberaden sfeer die zo kenmerkend is voor deze getalenteerde auteur, schets Indriðason een mooi en indringend portret van mensenlevens die elk een bescheiden invloed op het verloop van de geschiedenis hebben gehad. Het verhaal wordt mooi gedoseerd en in rake bewoordingen uit de doeken gedaan. Laat je niet misleiden door de ogenschijnlijke eenvoud van deze vertelling want deze politiethriller herbergt een diepgaand, indringend verhaal. De auteur weet een bijzondere geschiedenis op een kalme, intrigerende wijze te vertellen. Arnaldur Indriðason heeft me wederom van zijn schrijverstalent overtuigd. Hij blijft maar schitteren. Erfschuld is een pareltje.
ISBN 9789021457604 | paperback | 271 pagina's| Uitgeverij Q | mei 2015
Vertaald door Adriaan Faber
© Annemarie, 30 mei 2015
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
In het niets verdwenen
A.J. Cross
Flaptekst:
Dr. Kate Hanson is forensisch psycholoog. Ze geeft les aan de Universiteit van Birmingham en werkt daarnaast als consultant voor het coldcaseteam van de plaatselijke politie.
Als het skelet van een jonge vrouw ontdekt wordt, doet het bewijs vermoeden dat het om de al vijf jaar vermiste tiener Molly James gaat, en de zaak wordt overgedragen aan Kate en haar collega's. Hoe dieper ze op de zaak ingaan, hoe gruwelijker de aanwijzingen worden.
Tegen de tijd dat het tweede lichaam wordt gevonden is Kate ervan overtuigd dat het hier om een recidivist gaat: een moordenaar die zich aanpast, zich ontwikkelt en die niet zal stoppen tot hij opgepakt wordt.
Kan Kate de aanwijzingen die de moordenaar achter heeft gelaten op tijd ontcijferen om te voorkomen dat hij een volgend slachtoffer maakt?
In de proloog zien we even een man die naar twee kleine meisjes kijkt en een van hen roept en grijpt. In de loop van het boek wordt duidelijk waar dit mee te maken heeft. Vervolgens gaan we naar een andere tijd, waarin een jonge vrouw verdwijnt. Deze vrouw komen we later nog een keer tegen in het boek. Vier jaar later verdwijnt er weer een jonge vrouw, waarna het roofdier onderduikt.
Na deze mysterieuze en wat onheilspellende opening, begint het het echte verhaal met Kate, die een college over seriemoordenaars geeft. De volgende ochtend maakt Kate ruzie met haar dochter Maisie, die Kate min of meer alleen opvoedt. Er is wel een vader, maar die is van Kate gescheiden en neemt het niet zo nauw met z'n vaderlijke verplichtingen. Dit zorgt natuurlijk ook voor de nodige spanningen in het privéleven van Kate.
Die ochtend wordt Kate opgehaald door Bernard Watts, een brigadier van de recherche van West Midland. Bij een rondweg zijn de stoffelijke resten gevonden van een jonge vrouw. Het gaat waarschijnlijk om Molly Elisabeth James, die in 2002 voor het laatst gezien is in een winkelcentrum. Ze was op dat moment 18 jaar oud.
Inspecteur Furman, de leider van het onderzoek naar de verdwijning van het meisje, krijgt ook de leiding over dit onderzoek, dat volgens hem niet te lang mag duren. Het doel is volgens hem vooral om vast te stellen dat er bij het oorspronkelijke onderzoek niets over het hoofd is gezien. Kate is het hier niet mee eens, omdat zij vermoedt dat er meer achter de moord zit. Natuurlijk worden ook de mensen die al eerder in beeld zijn geweest weer ondervraagd en dat is niet altijd naar de zin van de leidinggevenden, zeker niet als het gaat om mensen die rijk zijn en onmiddellijk met hun advocaat aankomen. Naar mate het onderzoek vordert krijgt Kate steeds meer het gevoel dat men met een seriemoordenaar te maken heeft en dat er misschien meer lijken moeten zijn. Op de plaats waar het lichaam van Molly James is gevonden, worden nieuwe menselijke resten gevonden, terwijl er op enige afstand van deze tweede vindplaats ook een dijbeen wordt gevonden.
Het tweede lichaam blijkt van Janine Walker te zijn, een 18-jarig meisje dat in 1998 verdwenen is. Inmiddels hebben we ook een glimp opgevangen van de moordenaar en een potentieel slachtoffer. Kate vermoed dat de dader begonnen is als verkrachter en er wordt gekeken naar oude verkrachtingszaken, die niet zijn opgelost en waarvan het slachtoffer lijkt op de vrouwen waarvan het lichaam is teruggevonden.
Er zijn ook meer conflicten met inspecteur Furman, die moeite heeft met de hoeveelheid tijd die in het onderzoek gestoken wordt. Bovendien blijken bepaalde stukken nauwelijks te vinden te zijn in het archief, omdat ze niet op de juiste plaats zijn opgeborgen. Dit blijkt geen structureel probleem te zijn, want stukken die niets met de slachtoffers van de seriemoordenaar te maken hebben, kunnen zonder probleem worden gevonden.
Op een gegeven moment zijn we getuige van de ontvoering van een meisje, dat later als vermist wordt opgegeven. Dan wordt er weer een lichaam gevonden en dit keer gaat het om Jody Westbrooke, het meisje dat eerder als vermist is opgegeven. De seriemoordenaar blijkt dus nog steeds actief te zijn. Kate krijgt weer problemen met inspecteur Furman, die vindt dat ze geen tijd moet besteden aan de onopgeloste verkrachtingszaken, tenzij ze harde bewijzen heeft, dat de verkrachtingen te maken hebben met de latere moorden. Dat is natuurlijk een onmogelijke eis, omdat dit verband alleen aangetoond kan worden, door verder onderzoek te doen.
Al met al was het wel een spannende thriller en ik benieuwd of dit het begin wordt van een nieuwe serie. Toch kan ik niet zeggen dat het boek me helemaal gegrepen heeft. Het was een goed boek, maar ik heb wel betere gelezen. De verwijzing op de voorkant naar een aantal politieseries op TV is misschien een teken aan de wand. Ondanks de dikte mis ik toch een zekere diepgang.
ISBN 9789026129926 paperback 429 pagina's Uitgeverij de Fontein september 2014
© Renate, 26 mei 2015
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
De grenzeloze
Jussi Adler-Olsen
Rechercheur Carl Mørck heeft geen interesse in de zaak die Christian Habersaat hem telefonisch probeert op te dringen. Het maakt hem niet uit om welke zaak het gaat, ze zijn gewoon te druk op afdeling Q in het Deense Koperhagen. Habersaat lijkt de afwijzing niet goed op te vatten en verbreekt abrupt de verbinding. Niet veel later komt er een e-mail binnen:
“AFDELING Q WAS MIJN LAATSTE HOOP. IK GEEF HET OP.
C. HABERSAAT”
Carls collega Rose, die de mail heeft ontvangen, probeert Habersaat meerdere keren terug te bellen maar de man neemt zijn telefoon niet meer op. Een dag later vindt er een drama plaats op een afscheidsreceptie van een politieman uit Rønne. De kersverse gepensioneerde toont zich verbitterd en schiet zich voor het oog van de aanwezigen door het hoofd. Christian Habersaat heeft zelfmoord gepleegd. Of Carl nu wil of niet, afdeling Q zal de bizarre zelfmoord gaan onderzoeken.
Christian Habersaat was een zonderlinge man die weinig populair bij zijn collega’s was. Zijn leven veranderde jaren geleden, op 20 november 1997, ingrijpend. Brigadier Christian Habersaat richtte tijdens het autorijden zijn blik precies op het juiste, of misschien wel het verkeerde, moment omhoog waardoor hij een lichaam in een boom zag hangen. Het was de jonge studente Alberte die een cursus aan de volkshogeschool volgde. Uit onderzoek bleek dat Alberte door een auto aangereden was. De klap was dermate hard dat het meisje in een boom geslingerd werd.
Christian Habersaat raakte geobsedeerd door het ongeval. Waarom werden er geen remsporen op de plek van het ongeval aangetroffen en waarom heeft de autobestuurder zich nooit gemeld? Was er sprake van een ongeluk of was er soms opzet in het spel? Christian Habersaat kon aan niks anders meer denken. Het kostte hem zijn huwelijk, de band met zijn zoon Bjarke en zijn sociale contacten. Hij veranderde in een zonderling figuur en toen na zeventien jaar bleek dat hij de zaak nooit op zou lossen, pleegde hij zelfmoord.
Carl en zijn collega’s Rose en Assad reizen of naar het eiland Bornholm waar Rønne de hoofdstad van is. Ze begrijpen al snel waarom Habersaat zo gefixeerd op het noodlottige voorval was. De dood van Alberte is een waar mysterie. Alberte was een knap en populair meisje dat het middelpunt van een groep studenten vormde. Heeft iemand haar desondanks zo gehaat dat er een einde aan haar leven moest komen?
Alberte flirtte graag met jongens. Ze fladderde van de een naar de ander maar op een gegeven moment werd ze dan toch serieus verliefd. De gelukkige in kwestie was geen student maar niemand wist precies wie hij dan wel was. Zijn voornaam zou Frank zijn geweest en hij zou er een bijzondere levensstijl op na gehouden hebben. Tijdens de zoektocht naar deze Frank maken Carl, Rose en Assad kennis met mensen die er een alternatieve levensstijl op na houden. Tot hun grote verbazing komen ze alle drie niet alleen tot nieuwe inzichten over de zaak maar ook over zichzelf.
Wie mij ook maar een beetje kent weet dat ik een fervent thrillerlezer ben. Ik ben vooral dol op Scandinavische thrillers en het is dan ook bijna niet te geloven dat ik nog nooit een boek van Jussi Adler-Olsen gelezen had. “Het kwam er gewoon niet van”, is mijn enige – nogal slappe – excuus. Ik ben blij dat ik nu eindelijk een boek uit de beroemde serie Q heb kunnen lezen want wat heb ik genoten! Meteen toen ik begon met lezen voelde ik dat het verhaal in een prettige sfeer gehuld was. Ondanks het pittige onderwerp is het verhaal warm van toon. Door de onverwachte zelfmoord van Habersaat was mijn nieuwsgierigheid meteen gewekt. Het verhaal is origineel en meeslepend en de hoofdpersonages zijn stuk voor stuk intrigerend. Welk geheim draagt Assad met zich mee? Nieuw op afdeling Q is Gordon die zijn draai duidelijk nog moet vinden.
Over Jussi Adler-Olsen las en hoorde ik alleen maar positieve berichten. Mijn verwachtingen waren dan ook hooggespannen. Te hooggespannen? Gelukkig niet. Jussi Adler-Olsen heeft zijn reputatie meer dan waar gemaakt: ik heb genoten van De grenzeloze en ik snak naar meer!
ISBN 9789044628210 | paperback | 526 pagina's| Prometheus | april 2015
Vertaald door Kor Vries
© Annemarie, 26 mei 2015
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Pagina 111 van 214