Het geschenk
Sebastian Fitzek
Milan zit in de gevangenis. Waarom? Het lijkt vooralsnog weinig uit te maken, hij wordt ‘aangepakt’ door de persoon die de baas is. Zo een is er altijd wel, iemand die met zijn meelopers vooral de nieuwkomers terroriseert. Zeker als dat een kindermoordenaar is, de reden waarom Milan daar zit.
Wat Milan moet ondergaan daar in zijn cel is te walgelijk, te vreselijk om te vertellen. Fitzek doet het nauurlijk wèl! Om daarna toch een andere weg in te slaan: Milan mag vertellen hoe hij aan zijn bijnaam komt – ‘de politieagent’ - en waarom hij zegt onschuldig te zijn.
Het verhaal over het geschenk is een terugblik op een ongelooflijke periode in Milans leven. Alles wat hij doet en zegt blijkt een leugen te zijn. Hij is namelijk analfabeet, en probeert dat zijn hele leven al te verbergen. Zo is hij een doorgewinterde leugenaar geworden om zich uit situaties te draaien waarin hij eigenlijk zou moeten lezen. Het is ook de reden waardoor hij in de gevangenis zit: hij kan namelijk geen baan vinden zonder voor zijn probleem uit te komen, en scharrelt zijn kostje op een andere manier bij elkaar. Na de gebeurtenissen dan, waarover hij zal vertellen.
Het verhaal begint met een vreemde ontmoeting. Een jong meisje zit achter in een auto, die naast Milan stopt. Ze kijkt angstig en houdt een briefje tegen het raam. Milan begrijpt wel dat er iets niet in orde is, maar hij kan het briefje niet lezen. Hij heeft evenwel een fotografisch geheugen, en slaat de tekst op als een beeld, in een soort hiërogliefenschrift. Zo kan hij proberen of hij er op een andere manier achter kan komen wat er geschreven staat.
Nu volgt hij de auto, en ontdekt waar de ouders met het kind heen gaan. Als hij het later zijn vriendin Andra vertelt, wil zij er achter aan. Het briefje was namelijk een hulpvraag. Zij is er overigens ook niet van op de hoogte, van zijn analfabetisme. De enige die het weet is zijn vader.
Als hij met hulp van Andra gaat onderzoeken wat er gebeurd is met het meisje, belanden ze in een gevaarlijke situatie, waarbij niemand is wie hij lijkt te zijn. Maar ja, dat is Milan ook niet toch?
Per definitie is een ik-verteller onbetrouwbaar. Ook hier, al geeft Milan in zijn verhaal toe hoe het zit met zijn analfabetisme. Voor zover hij dat weet, want ook hier zit een verhaal achter.
Maar wie is dat meisje? Waarom is zij ontvoerd? Is ze wel ontvoerd eigenlijk? Hoe kan het dat hij tijdens hun speurtocht steeds op gebeurtenissen en plaatsen uit zijn jeugd terecht komt? Wat is de betekenis van dat geschenk – een potje pillen – dat hij van die oude man krijgt?
Een heleboel vragen waarvan de antwoorden steeds weer nieuwe vragen opleveren. En bij een boek van Fitzek moet je zelf ervaren hoe het in elkaar steekt...
Zonder de proloog zou je misschien denken dat Sebastian Fitzek een andere weg is ingeslagen. Deze thriller lijkt een meer psychologische benadering te hebben dan we gewend zijn, maar als je door leest blijken de wendingen in het verhaal echt op zijn Fitzeks: verrassend!
Want de lezer die voor het einde weet hoe het allemaal in elkaar steekt, dat is een genie!
Sebastian Fitzek studeerde rechtswetenschappen en werkt als journalist en schrijver voor radio en tv. Hij is de meester van de psychologische thriller.
ISBN 9789044360547 paperback | 336 pagina's | Uitgever House of the Books| januari 2021
Vertaald door Michel Bolwerk
© Marjo, 30 april 2021
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Fantoomzoon
Ronald van den Broek
Na een verslag van een moord in Maastricht, bijna dertig jaar geleden, begint het verhaal in het heden.
In dezelfde stad is sinds kort een Amsterdamse rechercheur gedetacheerd. Irisa Romijn woont in een gestripte woning, er is helemaal niets, haar matras ligt op de grond. Het is tijdelijk, en ze is ook van plan dat zo te houden. Maar veel tijd om zich daar druk over te maken krijgt ze niet. Er vinden een aantal moorden plaats: een veertienjarige jongen wordt aangetroffen op een begraafplaats, gewurgd. Het vermoeden van pedofilie is er al snel, te meer als blijkt dat de jongen, Mikki, vaak vertoefde op de begraafplaats en veel optrok met de beheerder aldaar.
Niet veel later wordt een CEO vermoord. Diederick, alleenstaande vader, heeft zijn zoon bij zijn zus ondergebracht om een vrouw te kunnen ontvangen. Voor de politie lijkt het fout gelopen seksdate. De lezer weet beter, al begrijpt die er ook niet veel van.
Het duurt even voor er verband wordt gelegd tussen beide zaken. Dat gebeurt als rechercheur Skip – een ex van Irisa - ontdekt dat de zoon van de man in dezelfde klas zit als de vermoorde jongen.
Dan pleegt ook nog iemand een overval op Irisa. Dit had ze niet verwacht, dat het zo gevaarlijk zou zijn in Maastricht!
En dan is er al weer een volgend slachtoffer.
Er is een andere verhaallijn, die begint in 1977. Vincent is een jongen die flink gepest, zelfs mishandeld, wordt. Hij laat zich gebruiken als drugskoerier en belandt in de cel.
Het bijzondere van dit verhaal is dat er boven ieder hoofdstuk een citaat of titel staat van een zeer toepasselijke songtekst. Sfeerbevorderend werkt dat.
Naast deze twee verhaallijnen zijn er de persoonlijke perikelen van Irisa. Als Amsterdamse heeft ze het best moeilijk tussen de Maastrichtenaren. Zuiderlingen vinden haar directe manier van doen bijvoorbeeld heel onbeleefd. En ze is een vrouw tussen al die mannen, ook een puntje. Zij werkt namelijk meer intuïtief – helemaal niet fout! - terwijl de mannen feiten willen.
Dat alles bij elkaar zorgt er voor dat dit een afwisselend verhaal is geworden. En al weten we als lezer meer dan de speurders, het waarom is nog lang niet duidelijk. Dat wordt op het einde duidelijk als de verhaallijnen bij elkaar komen.
Een goed opgebouwde thriller, met veel actie en plotwendingen, lekker spannend dus. Beide hoofdpersonages zijn goed neergezet, zowel Irisa als Vincent zijn ieder op hun eigen terrein interessante mensen.
Ronald van den Broek (Utrecht, 1967) werkt als gezondheidswetenschapper en jurist bij de overheid en houdt hij zich bezig met het opsporen en bestrijden van fraude in de zorg. In 2014 debuteert Ronald met z'n psychologische thriller Varkensbloed in chocolade. Daarna volgde Beschermduivel en Mijn kartonnen broer.
ISBN 9789493059825| paperback | 362 pagina's | Uitgeverij Palmslag | februari 2021
© Marjo, 26 april 2021
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Het Dame eindspel
De Jager Variant 2
Ron Hartman
Erik was ICT- en communicatiespecialist bij de AIVD toen hij ingehuurd werd om bij de Nederlandse vestiging van het BRI (Amerikaanse Business Relations Incorporated) te achterhalen wie er achter de diefstal zat van ultra-geheime innovaties van Nederlandse topbedrijven. SCI-CLOPS heet de operatie waar hij mee bezig is. Zijn bemoeienissen worden niet op prijs gesteld, waarna er zich een schaakspel ontwikkelde, dat zijn gezin het leven kostte.
Het eerste deel van De jager Variant eindigde met een explosie van geweld op een platform in zee. Hoofdpersoon Erik de Jager slaagt erin om die plek levend te verlaten, het kost hem zijn laatste krachten om zijn vriend en arts Thomas te bereiken. De arts lapt hem op, en moet hem tegen zijn zin laten gaan. Want Erik laat zich niet stoppen. Na de dood van zijn vrouw en hun twee kinderen heeft hij nog maar één doel:
‘Ik heb gezworen iedereen te doden die bij hun dood was betrokken. Ik moet er nog één. De belangrijkste’.
‘Je… je bent een… een moordenaar?’
‘Ik verlos de wereld slechts van parasieten die al vele levens op hun geweten hebben’.
Of hij er op dat moment aan denkt weten we niet, maar er ook nog een tegenstander die in leven is, ze is zelfs zijn gevangene: Alexandra. Zij wordt met man en macht gezocht door haar wanhopige vader, maffiabaas Cesare Marechisio. Zijn handlangers doen hun best, maar krijgen pas een kans als eindelijk alle kaarten op tafel komen. Ook voor Alexandra en Erik die zelf hun conclusies trekken uit wat er allemaal gebeurd is en nog gebeurt.
Dat leidt opnieuw tot spannende situaties, zodat je ademloos doorleest.
Dit tweede deel kan niet los van het eerste gelezen worden, en toch is het een heel ander boek.
Deel een zit vol actie, vaak hard en meedogenloos, vaak nogal ingewikkeld.
Is het de dame van het eindspel, waardoor deel twee meer psychologisch is geworden? Actie ontbreekt niet hoor, zeker niet. Er zijn nog steeds levensgevaarlijke situaties, waarbij slachtoffers vallen. Maar het ergste lijkt erop te zitten. Er is genoeg spanning, maar die is anders.
Nu beginnen de tegenstanders uit te zoeken wat er precies gebeurd is en hun plan van actie te maken, terwijl Erik er steeds meer naar verlangt om zich terug te trekken om eindelijk eens van de rust te genieten waar hij zo aan toe is.
Maar tussen de kaarten die op tafel kwamen zitten nog enkele losse draadjes die absoluut aandacht verdienen.
‘Voor het eerst in zijn leven als operative moest hij erkennen dat hij dingen niet naar zijn hand kon zetten. Voor het eerst ontbrak hem de kracht om nog ergens tegen, of voor, te vechten. En kon hij zich niet langer verzetten tegen dat wat nu echt onontkoombaar was.
Toen de lawine die zich over hem uitstortte in kracht afnam en vaart begon te minderen, kwam hij eindelijk weer bij wie hij in de kern was als mens.’
Dit maakt het tweede deel prettiger om te lezen.
Het is ook knap hoe de schrijver tot op het laatst de spanning er in weet te houden. Er zijn veel spelers, die je zonder problemen uit elkaar kunt houden, en er zijn de nodige verrassende wendingen.
Het was het eindspel…maar er is toch enigszins een open einde. Dus wie weet?
ISBN 9789081275026 | paperback | 482 pagina's | Uitgever RH Publishing| januari 2021
Ook als e-book verkrijgbaar bij RH Publishing
© Marjo, 25 april 2021
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Graf 521
Franziska Weissenbacher
Laura Mandemaker en Hans Dijkma zijn in Den Bosch neergestreken. Beiden zijn rechercheur en waren eerder werkzaam in Amsterdam. Daar werden ze een stel, maar na een politiezaak waarbij ze hun leven riskeerden, werd de grond hen te heet onder de voeten, en ze besloten in Brabant een wat rustiger standplaats te vinden.
Dat viel vies tegen! Het begon allemaal met een lugubere vondst in de St Jan.
Iemand vermoorden is al niet normaal, maar de slachtoffers dan begraven in een kathedraal, wie bedenkt zoiets? De pastoor vertelt dat er altijd al graven lagen, maar dat die intussen leeg zijn. Dat waren er 520. Vandaar Graf 521!
Maar van wie zijn de lichamen van deze nieuwe doden? En waarom zijn ze vermoord?
Een zaak voor Mandemaker en Dijkma dus. En tot hun verbazing blijkt Den Bosch helemaal niet zo’n rustige stad, want een tweede zaak volgt al snel. Een vrouw wordt gevonden zittend aan de keukentafel. Ze is gewurgd. Het duurt even voor de rechercheurs de link leggen die de lezer dan al kent. We volgen namelijk ook de dader, een vrouw Marion genaamd.
Voor de lezer worden namelijk de feiten die de puzzel voor de oplossing moeten vormen eerder duidelijk, want steeds als Mandemaker en Dijkma feiten boven tafel halen, switchen we naar Marion, waardoor we niet alleen meer uit het verleden, maar ook het heden te horen krijgen. Toch blijft de spanning, want ook al weten wij als lezer hoe het zit, we weten niet waarom. En het is ook spannend om te volgen hoe de rechercheurs langzaam meer ontdekken.
Terwijl dit spannende verhaal zich ontvouwt lezen we ook over de privésituatie van Laura en Hans.
Hun collega’s kijken met argusogen naar die twee Amsterdammers. Waarom zijn die naar Brabant gekomen?
En tussen de twee ontstaat spanning als Hans een goede band krijgt met de pastoor van de kathedraal, Marechal. Want die haalt feiten boven uit Hans ’ verleden en Laura is gepikeerd: waarom heeft hij haar dat niet verteld?
Dit gedeelte over de speurders zelf wordt wat babbelig verteld, de sjeu zit ‘m dus in het verhaal van de misdaad, dat uitmondt in een psychologische thriller. Omdat het zich langzaam ontwikkelt, vanuit twee gezichtspunten, en af en toe afgewisseld wordt met het privéleven, blijft het verhaal boeien tot het eind. Dat de schrijfster er ook nog weetjes in verwerkt over de St Jan en Den Bosch maakt het nog leuker.
Franziska Weissenbacher, Veghel, was tussen 2005 en 2012 correspondent voor het Brabants Dagblad in Veghel en Uden. Ze is medewerkster in een frietzaak/automatiek en schrijft in haar vrije tijd misdaadverhalen.
ISBN 9789493192096 | Paperback | 245 pagina's | Uitgeverij Letterrijn | februari 2021
© Marjo, 22 april 2021
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Noorderlicht
Mariska Overman
Als het zeilschip de haven verlaat voor een reis langs de Noorse fjorden zijn er onder de twintig opvarenden vier mensen die elkaar wel maar ook niet kennen. Vier jongelui die elkaar online hebben ontmoet en over boeken praten: Noor is Nederlands. Frode is Deens. Magnus is Engels. Katja is Duits.
De voertaal is Engels, wel handig, want de andere passagiers zijn een mengelmoes: Duits, Frans, Engels , Spaans en Amerikaans.
En er is de bemanning, bestaande uit vijf mensen. Ze zijn tot elkaar veroordeeld. Dat klinkt akelig maar als je weet wat de vier jongelui van plan zijn, dan is dit de situatie. Online hebben ze het beroemde boek van Dostojewski besproken, bekend onder de titels Misdaad en straf, of Schuld en boete.
Voor wie dat boek niet kent wordt in de weergave van de onlinegesprekken die ze voorafgaande aan deze reis hadden beknopt uitgelegd waar het om gaat. De hoofdpersoon is de student Raskolnikov, die een moord pleegt waarover hij zich niet schuldig voelt. Ze verdiende immers de dood. Maar het verliep niet helemaal volgens plan, er werd nog iemand vermoord. Die tweede moord zorgt wel degelijk voor een schuldgevoel bij de student. Het boek gaat in feite daarover: kun je een moord plegen en dan gewoon verder gaan met je leven?
Als een van de vier zegt: ‘ik heb een idee.’ wordt het zaadje geplant. Zij gaan een moord plegen, die de perfecte moord moet zijn, waarna zij ieders huns weegs zullen gaan.
‘Iedereen is in staat tot moord. We willen graag geloven dat moordenaars de anderen zijn. Slechte mensen, gestoorde mensen, zieke mensen. Niet jij, jij bent een goed mens. Ik geloof daar niet in. Iedereen is in wezen een moordenaar, alleen niet iedereen brengt het in de praktijk.’
Ze hebben een cruise geboekt, waarbij het de bedoeling is dat ze het Noorderlicht gaan zien, en walvissen misschien. De vier hebben daarnaast een afspraak: binnen die zeven dagen zullen ze een slachtoffer uitkiezen. Er moet een meerderheid zijn voor die keuze, en dan moet de ander zich daar bij neer leggen.
Een interessant gegeven dat door Mariska Overman uitstekend uitgewerkt wordt. Tussen het verhaal door zijn er stukjes informatieve tekst, over het Noorderlicht, de zee en andere dingen. Dan zijn er de flashbacks: de onlinegesprekken. Noor is min of meer de hoofdpersoon – in ik-vorm - die het verhaal vertelt van wat er op de boot gebeurt. En dan is er nog het interview op de televisie, waarbij een aantal niet nader genoemde mensen vertelt over hun ervaringen, natuurlijk zodanig dat het tot op het laatst onduidelijk is wie er aangewezen is als slachtoffer.
Dat blijkt nog een dingetje, want de vier kennen elkaar eigenlijk ook helemaal niet. Er ontstaan onderlinge verstandhoudingen, wisselwerkingen tussen hen, de bemanning en de passagiers. Behalve het ene echtpaar dat meereist kent niemand de anderen, het wordt een boeiend psychologisch proces: elkaar aftasten, vind ik jou aardig of toch niet. Ben jij iemand die we niet zullen missen. Wie ben jij? Wie lijk je te zijn?
Oordelen die kunnen veranderen als je elkaar beter leert kennen al of niet in relatie tot iets dat gebeurt.
Af en toe legt het schip aan, en maken ze uitstapjes. Het is ijzig koud, hetgeen de sfeer tekent. En het Noorderlicht laat zich maar niet zien…
Mariska Overman is in 2017 gedebuteerd, en kent intussen het klappen van de zweep. Ze heeft nog enkele verrassingen in petto voor de lezer…
Het is een uitermate boeiend en origineel verhaal, dat je graag uitleest vanwege de onderhuidse spanning.
Mariska Overman (1970) heeft theologie gestudeerd waarna ze werkzaam is geweest als docent Levensbeschouwing. Maar ze is vooral bekend als thrillerschrijfster. Toch staat er ook een historische roman in de steigers en schreef ze eerder een non-fictieboek over rouwverwerking. Ze heeft een advies- en communicatiebureau met als missie ‘de dood bespreekbaar maken’.
ISBN 9789461094766 | paperback | 300 pagina's | Uitgeverij The Crime Compagnie | februari 2021
© Marjo, 12 april 2021
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Het narrenmat
De Jager Variant 1
Ron Hartman
Erik de Jager is zich als AIVD-agent echt wel bewust van de risico’s die hij loopt. Ook weet hij dat zijn gezin evenmin veilig is. Toch dacht hij alles goed onder controle te hebben. Er zijn er maar weinig – misschien wel niemand – die kunnen tippen aan zijn kennis en handigheid wat betreft ICT en technologische snufjes. Hij had een uitstekende beveiliging geregeld, en toch wist hij dat hij beter weg kon blijven bij zijn vrouw en kinderen. Maar het hart was sterker: hij kondigde een bezoekje aan.
‘Een oorverdovende explosie verscheurde de nachtelijke stilte. De villa veranderde in een vuurbal; het demonische geel, rood en zwart als de alles omvattende belichaming van dood en verderf.’
Erik overleeft de aanslag, zijn gezin niet.
Erik is undercover bij de Nederlandse vestiging van het BRI (Amerikaanse Business Relations Incorporated) om te achterhalen wie er achter de diefstal zat van ultra-geheime innovaties van Nederlandse topbedrijven. SCI-CLOPS heet de operatie waar hij mee bezig is, waarbij hij gestuit is op informatie die hij niet had mogen vinden.
‘Hij vermoedde in B.R.I Europe de link naar complotten die vele malen groter waren dan SCI-CLOPS.
Openbaring van die informatie zou funest zijn voor B.R.I. , vermoedelijk ook voor de organisatie die hij daar achter vermoedde.
En niet alleen dat. Over de wereld zouden zeer waarschijnlijk politici op alle niveaus’, groot-industriëlen en topmensen uit het bank – en verzekeringswezen de tol gaan betalen voor hun keuze. De gevolgen voor landen en economieën waren niet te overzien. De jacht op hem zou zijn gelijke niet kennen, kwam bovenop de jacht die de vele andere partijen al op hem maakten.’
Wie kan hij nog vertrouwen? Hij duikt onder en werkt aan een vermomming. En zint op wraak.
De moord op vrouw en kinderen kan hij natuurlijk niet ongewroken laten.
Terwijl zoals hij verwachtte binnenlandse en buitenlandse veiligheidsdiensten op zijn spoor zitten, gebruikt hij alle middelen die hij kan aanwenden.
Zijn voornaamste tegenspeler is een vrouw. Alexandra is net zo verbeten om Erik te pakken te krijgen als hij dat is om haar in zijn handen te krijgen.
Voor niet-schakers:
Het narrenmat is in een schaakpartij het kortste openingsmat: zwart zet de witte speler al op de tweede zet mat.
Wie in dit geval de spelers zijn, dat weet je wel, maar wie speelt met wit? En wie met zwart?
Dat wordt uit de doeken gedaan in een superspannende jacht, waarbij veel personages hun opwachting maken, die niet altijd zijn wie ze zeggen dat ze zijn. Maar dat is Erik ook niet, ten opzichte van zijn tegenstanders. Als lezer kan je af en toe denken dat je weet wie te vertrouwen is, wie wèl eerlijk is, maar Erik is precies degene die in de eerste alinea genoemd is: hij is slim, weet niet alleen veel van ICT, maar is op de hoogte van de werking van wapens. En hij beschikt over kennis van technologische snufjes of vertrouwelingen die dat voor hem kunnen regelen.
Het is een uitdaging dit boek. Het is absoluut voorzien van een goede spanningsboog en je leeft ademloos mee met Erik, maar de schrijver ‘verwent’ de lezer met veel details, en als je geen benul heb van computers en technologie, is dat best pittig.
Heb je als lezer wel verstand van deze zaken en wil je alles begrijpen, dan is dit een erg geslaagd boek. Heb je minder last van de behoefte om alles te doorgronden om wat voor reden ook, dan blijft er nog altijd een spannend verhaal over, dat je tot het einde toe geboeid leest.
En omdat je bepaalde dingen weet, die Erik (nog) niet weet, is er gelukkig het vooruitzicht op het tweede deel.
Ron Hartman, (Haarlem, 1954) woont met zijn zoon in Almere. In 2008 schreef Hartman –onder het pseudoniem Ronald van Haarlem- Koerier tegen wil en dank.
ISBN 9789081275033 | Paperback | 404 pagina's | Uitgever RH Publishing| januari 2021
Als e-book verkrijgbaar bij RH-publishing
© Marjo, 1 april 2021
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Geiger
Gustaf Skördeman
Terwijl ze haar kinderen en kleinkinderen nog aan het uitzwaaien is, hoort Agneta Broman de telefoon rinkelen. Ze neemt op, en luistert. Iemand zegt in gebroken Duits: ‘Geiger’?
En Agneta loopt naar de slaapkamer, pakt een pistool, gaat weer naar beneden. Daar schiet ze haar echtgenoot Stellan, die in zijn stoel naar muziek zit te luisteren van achteren door het hoofd. Vervolgens pakt ze wat spulletjes, en verlaat het huis op een oude krakkemikkige fiets.
Intussen is een van haar dochters op de terugweg naar het huis van haar moeder omdat haar dochter haar knuffel vergeten is.
Waarom heeft Agneta haar man vermoord? Wie of wat is Geiger?
En wat is ze van plan?
Na dit verbijsterende begin schakelt de schrijver over naar Berlijn. Op de Binnenlandse Veiligheidsdienst werken Karla Breuer en Strauss (geen voornaam). Zij krijgen bericht dat een man die ze al jaren zoeken een telefoontje heeft gepleegd. Het bewijs dat hij nog leeft. Dus moeten ze op onderzoek uit. Al zegt hun baas dat die man, een terrorist genaamd Abu Rasil, een mythe is, Breuer, die tegen haar pensioen aanloopt, laat zich niet tegenhouden. Hier heeft ze jaren op gewacht!
Sara Nowak werkt als agente bij de prostitutieafdeling met haar collega David. Het is frustrerend maar belangrijk werk. Toch zou ze graag betrokken worden bij het onderzoek naar de moord op de oude man en de verdwijning van diens vrouw. Sara kwam er namelijk als kind vaak over de vloer, omdat haar alleenstaande moeder er werkte, en Sara dan met de dochters speelde. En het is een bekende Zweed: Stellan Broman was werkzaam als presentator, zeer geliefd bij het publiek. Maar ook bij zijn vrienden en kennissen. Hij stond bekend om de extravagante feesten die hij gaf.
Sara’s leidinggevenden willen niet dat ze zich er mee bemoeit, dus ze doet haar onderzoek zoveel mogelijk buiten haar diensttijd. Het is een persoonlijke kwestie, beseft ze. Er is veel onduidelijk over haar verleden.
Het is een kunstje natuurlijk: zoek iets dat echt gebeurd is, verwerk dat in een spannend - verzonnen - verhaal, met een speurder die in haar privéleven ook met allerlei problemen te maken heeft. Maar kunstje of niet, dat moet dan ook nog toegepast worden zodat een lezer ruim 400 pagina’s geboeid blijft!
En dat is ontegenzeglijk het geval. Vanaf het intrigerende begin wil je alleen maar verder lezen. Het feit dat je als lezer meer weet dan de agente werkt als een extra trigger: je volgt haar op haar onderzoek terwijl je weet wat er gebeurt. Nou ja, de feiten dan, wat de betekenis is, dat weet je niet en een goede thrillerschrijver zet zijn lezer op het verkeerde been. Niet eens, maar vaker!
Dat doet Gustaf Skördeman dan ook.
Wat je leest is een verbijsterende verhaal dat te maken heeft met de Koude Oorlog, toen de Amerikanen en de Russen in onmin met elkaar waren, ten koste van Duitsland. Een tijd waarin spionage en contraspionage hoogtij vierde en waar nog niet alles over bekend is. Feit en fictie die je makkelijk kunt linken aan de moderne tijd. Precies het soort geschiedenis waar een schrijver naar op zoek is!
Het geeft toch iets extra’s aan een thriller mee als je als lezer feiten kunt opzoeken en ontdekt dat die kloppen!
Sara Nowak zal de hoofdpersoon zijn van de vervolgdelen die al aangekondigd zijn. Zij is behalve een betrokken agente ook moeder en echtgenote. Stof genoeg om nog meer moois over te vertellen! Dit zou allemaal in een diepe put vallen als de schrijver er niets van bakt. Maar het tegendeel is waar: Gustaf Skördeman schrijft scenario’s en dat merk je. Hij wisselt de verhaallijnen met cliffhangers af en zorgt er voor dat de spanning gehandhaafd blijft. Hij schrijft vlot en verwerkt de feiten op een prettige manier.
Het persoonlijke verhaal over Sara zorgt er voor dat je begrijpt wat voor persoon zij is en waarom ze zo betrokken bij de zaak.
Gustaf Skördeman (1965) is een Zweedse scenarist, Geiger is zijn debuut.
ISBN 9789403108919 | paperback | 416 pagina's | Uitgeverij Cargo | februari 2021
Vertaald uit het Zweeds door Lammie Post-Oostenbrink
© Marjo, 28 maart 2021
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
De kliniek
Martine Kamphuis
Na een aantal vermoeiende coschappen is Sanne dan eindelijk dokter. Het liefst zou ze gaan werken op de spoedeisende hulp, maar de banen die op die afdeling aangeboden worden lijken niet voor haar weggelegd. Dus heeft ze gesolliciteerd op een tbs-kliniek.
Ze wordt er onmiddellijk aangenomen en dat blijkt niet voor niets: er is een tekort aan hulpverleners.
Zou dat liggen aan de sfeer die er heerst? Het zijn ogenschijnlijk allemaal prima mensen maar er lijkt van alles gaande. Aanvankelijk zoekt Sanne de oorzaak deels bij zichzelf. Ook al zijn haar mannelijke collega’s niet zo positief over vrouwen - En dat is misschien een understatement - ze hebben vast wel het beste met haar voor.
Maar omdat het privé ook al niet zo lekker loopt - haar vriend Brandon is ontevreden over het feit dat ze deze baan heeft aangenomen - is Sanne onzeker. Ligt het dan toch aan haar?
‘Ze zit op de wc en het papier is op en ze doet zonder er echt bij na te denken een nieuwe rol in de houder. Ook dat verpest ze: het papier komt van onderaf in plaats van de bovenkant van de rol, zoals het hoort.
Zoals het volgens Brandon hoort.
Dat is haar patroon, weet ze ineens. Haar probleem is niet dat ze altijd alles verpest. Haar probleem is dat ze jarenlang de wc-rol heeft opgehangen zoals Brandon dat wilde. Ze paste zich aan…’
Later zal dit inzicht het keerpunt blijken te zijn. Ze gaat niet meer met zich laten sollen. Zij is de moeite waard! Ze zal haar plekje op aarde opeisen.
Het sterkt haar in de maatregelen die ze privé neemt, maar vooral ook op de tbs-kliniek.
In de ochtend werkt ze daar als arts, samen met een specialistisch verpleegkundige. Dat gaat goed, na startproblemen met de verpleegkundige, een van de mannetjesputters op de afdeling. Wat er allemaal speelt, daar komt Sanne langzaam achter en helaas dreigt ze zelf het slachtoffer te worden van al die machtspelletjes en intimidatie die uit de hand dreigen te lopen.
Natuurlijk kon ze problemen verwachten van de kant van de tbs’ers, daar zitten mannen bij die vanwege geweldsdelicten behandeld worden, andere voor seksuele delicten zoals aanranding. In een tbs-kliniek kun je vrijheid verdienen, met als gevolg dat sommige mannen buiten de kliniek werken. Als het gaat over uitzoeken wie in herhaling dreigt te vervallen en dus een bedreiging vormt, is de situatie op zijn zachtst gezegd onoverzichtelijk.
Ze is dan ook wel op haar hoede, maar haar collega’s lijken eigenlijk net zo gestoord als de patiënten.
Hoe vindt Sanne een uitweg als ze eenmaal tot haar nek betrokken is geraakt bij al die intriges? Is ze sterk genoeg, zeker gezien het feit dat ze in haar persoonlijke leven ook orde op zaken moet stellen?
Een bijzondere thriller. Het gaat niet echt om moord en doodslag. Al gebeurt er natuurlijk wel het een en ander, en lijkt iedereen schuldig, het gaat veel meer om onderlinge menselijke betrekkingen. En die tekent Martine Kamphuis uitstekend! Niet vreemd natuurlijk als je weet dat ze zelf psychiater is.
Deze psychologische thriller leest als een trein, omdat de hoofdstukken kort zijn en de spanningsboog groot doordat er steeds van alles gebeurt. Af en toe wordt er verwezen naar de coronapandemie, vanwege de maatregelen die ook hier invloed op mensen hebben.
Martine Kamphuis (1963) is dus werkzaam als psychiater. Daarnaast is ze als schrijver erg actief. Dit is na haar in 2006 verschenen debuut, de psychologische thriller Vrij ,haar tiende thriller. Daarnaast schrijft ze ook kinder- en jeugdboeken.
ISBN 9789461094681 |paperback | 300 pagina's | Uitgeverij de Crime Compagnie | januari 2021
© Marjo, 19 maart 2021
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Verdwenen
Ingrid Oonincx
Het verhaal begint in 1987. Een schip vergaat. Een man probeert zich vast te klampen aan een reddingsboot. Dan ziet hij dat er een gat in zit. Er komen vaker flashbacks, zodat we te weten komen wat er op het schip gebeurd is.
Intussen gaat het verhaal verder in het heden.
Simone van Mierlo probeert haar leven op de rails te krijgen. Hoewel ze ontslagen is bij de krant, durft ze het aan een onderhoud aan te vragen bij de hoofdredacteur. Ze wil als freelance-onderzoeksjournalist een artikel schrijven voor de krant. Na enig geharrewar krijgt ze toestemming, en gaat ze aan de slag.
Haar onderwerp is de Deo Volente, een vrachtschip dat jaren eerder verging toen het onderweg was naar Zuid-Amerika. De oorzaak van de ramp waarbij negentien mensen de dood vonden, tien bemanningsleden en negen passagiers, is nooit duidelijk geworden.
Het onderwerp komt natuurlijk niet zomaar uit de lucht vallen. Simones moeder is pas overleden en op haar sterfbed vertelde ze haar dochter, die ze als alleenstaande ongehuwde moeder heeft opgevoed, dat ze in tegenstelling tot eerdere beweringen, wèl weet wie Simones vader is.
Hij was een Spaanse gastarbeider. Omdat haar moeder absoluut geen zin had om in Spanje het leven van een huisvrouw te gaan leiden heeft ze hem niets verteld, maar de relatie verbroken.
Maar ze had nog wel een foto, en Simone ontdekt dat hij een van de passagiers was op de Deo Volente.
Om meer te weten te komen gaat Simone naar Spanje, om de nabestaanden te interviewen. Maar ze begint bij de rederij in Rotterdam. Daarna gebeuren er enkele akelige dingen, het lijkt alsof ze gevolgd wordt, en iemand gooit een steen door de ruit met een bedreigend briefje.
Maar Simone laat zich niet van de wijs brengen. Ze ziet ook geen enkele reden waarom ze er niet achter zou mogen komen wat er gebeurd is.
Natuurlijk blijken de waarschuwingen niet voor niets te zijn. Eenmaal in Spanje ontmoet ze Xabier, met wie ze een relatie krijgt. Hij en later zijn zus Maite zijn bereid haar te helpen, omdat ze de taal niet spreekt.
Het wespennest waar zij zich in begeven kost mensenlevens. Maar Simone laat zich niet tegenhouden. Tot ze ook haar te pakken krijgen.
Wie zijn haar tegenstanders? Waarom mag niet bekend worden wat er gebeurd is met de Deo Volente? Maar ook: waarom houden ze Simone alleen maar gevangen, terwijl anderen rücksichtslos vermoord worden?
Wat begint als een kabbelend golfje wordt gaandeweg een enorme schokgolf. Dan leg je het boek niet meer weg!
Ingrid Oonincx (1968) studeerde journalistiek en werkt als columnist en communicatieadviseur. Ze debuteerde in 2010 met Nickname, dat werd genomineerd voor de Schaduwprijs voor het beste Nederlandstalige thrillerdebuut en de Crimezone Award voor de beste Nederlandstalige thriller. Sindsdien zijn er meer thrillers verschenen, waarvoor ze zich terdege in het onderwerp verdiept. De dingen moeten kloppen.
ISBN 9789461094698| paperback | 350 pagina's | Uitgeverij de Crime Compagnie | februari 2021
© Marjo, 13 maart 2021
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Pagina 31 van 217