Het zwarte dossier
Max van Olden
Riemke wil graag volwaardig advocaat worden, maar het werk vraagt veel van haar, omdat ze ook nog alleenstaande moeder is van een vijfjarig zoontje. En daarnaast tijd probeert te besteden aan een nieuwe vriend. De driejarige periode als stagiaire op een advocatenkantoor op de Zuidas is bijna ten einde als ze op een dag een zwarte map vindt op haar stoel. Ze weet wat dat betekent: haar laatste kans. Ze heeft immers al enkele fouten gemaakt en met haar directe baas, Margot, met wie ze familierechtszaken doet, klikt het niet zo goed.
Nu ligt er het zwarte dossier: haar cliënt is Sjoerd Tervoort, die een kort geding wil aanspannen tegen Novak Petroviç, die in de gevangenis zit. Daar heeft hij een dichtbundel geschreven om met het leven in het reine te komen, en Tervoort wil niet dat die bundel gepubliceerd wordt. Er zou een code in staan voor handlangers van Petroviç, om Tervoort uit de weg te ruimen.
Het is een vreemde zaak en Riemke heeft maar een paar weken de tijd, de bundel ligt binnen twee weken in de winkels. Riemke gaat onmiddellijk in gesprek met haar cliënt en die vertelt hoe hij Petroviç, vluchteling uit voormalig Joegoslavië, opgevangen heeft en hem de taal heeft geleerd. Hij trok zijn handen af van zijn protegé toen die betrokken bleek bij een overval op een juwelier. Nadat Tervoort hem, overigens pas na zeven jaar – aangaf, belandde Novak in de gevangenis. Nu zint hij op wraak, en moet de publicatie van het boek tegengehouden worden. Als Tervoort laat op de avond aan de deur staat om haar te waarschuwen – ‘ze’ weten dat zij zijn advocaat is en loopt dus ook gevaar. Op Tervoorts aandringen gaat ze mee naar een veilige plek. Enigszins naïef misschien, maar als je verantwoordelijk bent voor een vijfjarig kind denk je misschien niet al te helder.
'We staan op de dodenlijst, het spijt me, Riemke.'
Het woord dodenlijst dringt niet tot haar door. Het is een woord uit een film, niet iets dat hoort bij haar leven. 'Sjoerd, wie of wat is die uitgeverij? Heb je dat gecheckt? Verdomme!' zegt ze, harder dan ze wil. Ze voelt hoe een golf van paniek komt aanrollen en over haar heenspoelt, een paar seconden lijkt het alsof haar hoofd uit elkaar spat. Ze probeert haar gedachten op iets anders te richten maar het lukt niet en haar ademhaling slaat op hol.'
© Marjo, 9 augustus 2020
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Zonder genade
Johan Andersen
Ex-commando Eugène Hamer, een oude bekende voor wie De dodenstoel heeft gelezen, wordt door zijn baas Raaf naar Zaandam gestuurd, zoals altijd als hij denkt dat er sprake is van terrorisme of spionage. Hamer treft er Neli Panka, een vrouw die hem al fascineerde bij de vorige zaak, toen ze Nimrod, de beruchtste seriemoordenaar in de geschiedenis van de Nederlandse misdaad, samen opspoorden. Neli is intussen hoofdinspecteur bij de Amsterdamse recherche. De hernieuwde samenwerking zien ze allebei wel zitten, al lijkt het een zeer complexe zaak te gaan worden.
Het begint met vier mannen, vermoord en op een bizarre manier ‘tentoongesteld’: is het een waarschuwing? Voor andere criminelen? Of juist voor de politie?
Hamer gebruikt een alias, nu hij werkt voor NATE, de Nederlandse antiterreureenheid. Niet alleen onderzoeken ze alles wat de nationale veiligheid bedriegt, ze doen ook onderzoek naar Nederlandse veiligheidsdiensten zoals de AIVD en de MIVD. Zonder dat die dat weten natuurlijk. Het geeft Hamer veel vrijheid, met toegang tot alles wat hij maar nodig denkt te hebben, hij kent veel mensen die kunnen helpen, ook in het criminele milieu.
Kort na de vondst van de lichamen ontploft er een bom op de Dam. De aanslag wordt opgeëist door De Discipelen van De Brandende Dageraad, een groepering die niet bekend is. Is er een connectie met ISIS? Met Hezbollah of Hamas? Zijn het nazi’s? Moslims? Of doet een bepaalde overtuiging er helemaal niet toe? Ze weten het niet.
Hamer ontdekt dat de man achter de aanslag iemand is die hij kent als De Jakhals. Een geheimzinnige en machtige man, glibberig als een aal, maar extreem gevaarlijk met onduidelijke motieven. Hij is er van overtuigd dat hij ongrijpbaar is. Het lijkt er op dat hij gelijk heeft. Maar dat is Hamers eer te na, het wordt behalve een opdracht van NATE een persoonlijke strijd. Neli Panka helpt hem daarbij.
Daarnaast houdt zij zich bezig met de moord op vier jonge mannen die onafhankelijk van elkaar op andere plekken gevonden zijn. Dat zal niets te maken te hebben met deze Jakhals, maar ook deze jongemannen verdienen dat de dader gevonden wordt.
Er vallen meer doden, deels omdat de Jakhals het niet pikt als een van zijn discipelen denkt een eigen slaatje te kunnen slaan uit het werk dat hij voor hem doet, deels en vooral ook omdat er meer aanslagen volgen. De Jakhals daagt Hamer uit: pak me dan als je kan…want anders volgt er opnieuw aanslag!
Dat zal er een worden die Nederland in zijn eigenheid raakt. Panka en Hamer breken zich er het hoofd over: wat bedoelt hij daarmee?
Er zijn stukken tekst die cursief staan, en waarin we de Jakhals volgen. Niet dat we dan het fijne te weten komen, soms is het verhelderend, soms ook absoluut niet.
Zonder genade is zoals de titel aangeeft een keiharde thriller. Veel namen, veel verschillende diensten en organisaties, met veel personages die een eigen agenda hebben soms andere criminele paden belopen, en toch is alles perfect met elkaar verbonden en goed te volgen. (deels omdat je niet wil stoppen met lezen!)
Deze superthriller pakt je ook door de persoonlijke noot. De personages plegen introspectie en maken een psychologische ontwikkeling door. Er wordt zelfs een romantisch tintje meegegeven aan het verhaal. Maar het is vooral veel actie met veel bloederige details.
Het is supertergend spannend, die er voor zorgen dat je het boek niet weg kunt leggen. Het kost je je nachtrust!
Johan Andersen (1972) studeerde literatuurwetenschap en werkte als redacteur bij een uitgeverij. Dodenstoel was zijn eerste thriller.
ISBN 9789402704969 | Paperback | 383 pagina’s | Uitgeverij Harper Collins | mei 2020
© Marjo, 30 juli 2020
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
De vrouw die liefhad
Patrick de Bruyn
De onbekende inbreker schrikt zich wild als hij in het huis dat hij binnendringt een dode man aantreft. Tenminste: hij kijkt niet echt goed of er teken van leven is, hij wil alleen maar weg van die plek! Toch belt hij nog even het alarmnummer.
Zo komt het dat als Alice aankomt bij de man met wie ze een latrelatie heeft een ambulance en politie aantreft. Ze vertelt hen dat de bewoner van het huis Nick Wauters is, en windt zich steeds meer op als ze haar niets willen vertellen.
‘Is er iets met hem?’
De agent opent zijn mond, maar ze onderbreekt hem:
‘Er is iets met hem, hè. Zeg het mij. Er is iets ergs gebeurd, hè. Anders zouden jullie hier niet zijn. Is hij naar het ziekenhuis gebracht? Kan ik daar dan naartoe?’
Maar de agenten willen haar niets vertellen. Ze zorgen er voor dat ze naar huis wordt gebracht met de vraag of Alice de volgende dag naar het bureau wil komen.
In de ogen van de commissaris die de zaak behandelt klopt er het een en ander niet. Alice probeert zo goed mogelijk antwoord te geven, maar echte helderheid verschaffen kan ze niet.
Alice zorgt voor haar zestienjarige dochter, Emma, die al een tijdje de nodige heisa veroorzaakt. Ze is het tegendeel van een braaf tienermeisje. Alice geeft daarvan haar ex Laurens de schuld. Op de avond dat Nick de dood vond was ze op weg naar Brussel om Emma naar haar vader te brengen. Ze vertelt de commissaris dat ze een vechtscheiding achter de rug hebben en dat de relatie niet zo best is. Maar Laurens kent Nick verder niet, al weet hij wel dat Nick voor hun huwelijk al Alice‘s vriendje was. Hij geeft Emma inderdaad alles waar ze om vraagt, en dat is nogal wat. Ze blijkt actief te zijn op internet met een vlog die ze inzet als influencer. Een dure hobby voor een zestienjarige.
Alice verdient de kost met het schijven van romantische, maar vooral spannende boeken. Dat doet ze onder een pseudoniem.
Al snel komt ex-commissaris de Cock aan de deur. Deze vrouw heeft veel vragen, die Alice niet altijd kan beantwoorden. Als de Cock ontdekt wie Alice is, accepteert ze de antwoorden ook niet meer zonder meer. Alice is immers een meester in het schrijven van thrillers! Alice wordt er wanhopig van, ze is er van overtuigd dat Nick gewoon onvoorzichtig is geweest en van de trap is gevallen. Het wordt nog erger als ze door de school waar Emma op hoort te zitten op het matje wordt geroepen: haar dochter blijkt een slechte reputatie te hebben onder meer omdat ze zoveel spijbelt!
Terwijl we het verhaal volgen dat moet leiden tot de oplossing van dit mysterie, lezen we ook een feuilleton dat Alice heeft geschreven voor een damesblad. Tot haar grote ergernis denkt de Cock dat zij feiten kan halen uit dat verhaal! Ze zou zich ook ergeren aan de oplettende lezer die door enkele kleine verwijzingen van Patrick de Bruyn ook steeds meer gaat twijfelen aan de ‘waarheid’ die zij vertelt.
Het geheel zit ingenieus in elkaar, je leest ademloos door tot het einde. Want: wie vertelt nu de waarheid? Wat is de waarheid eigenlijk? Is Alice slachtoffer of dader? Lekker vlotte dialogen en de afwisseling met het feuilleton zorgen er voor dat je aandacht niet verslapt. Een extraatje vormen de tegeltjeswijsheden onder andere boven de hoofdstukken.
Een sterke psychologische thriller!
Patrick De Bruyn (Halle, 1955) heeft al vele thrillers op zijn naam, die meermaals werden genomineerd voor de belangrijkste thrillerprijzen in Vlaanderen en Nederland. Met Dodelijk verlangen won hij de prestigieuze Hercule Poirotprijs.
ISBN9789492958488 | Paperback | 352 pagina's | Uitgeverij Horizon | mei 2020
© Marjo, 30 juli 2020
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
De vrouw die niet opgaf
Val McDermid
Als in een oud gebouw in Edinburgh een skelet wordt gevonden, dat verborgen is in een torentje, moet Karen Pirie, rechercheur cold cases aan de slag. Dit is overigens niet de enige verhaallijn in het boek, want in de proloog wordt op Kreta een man vermoord. Deze zaak is niet zo prettig voor de mensen van het Joegoslavië-tribunaal, want het gaat om iemand die gezocht wordt voor oorlogsmisdaden. Er zijn al meer mensen vermoord voor ze voor dit tribunaal kunnen verschijnen en er moet een moordenaar zijn, die op de een of andere manier toegang heeft tot de dossiers van het Joegoslavië-tribunaal.
Alan Macanespie en z’n collega Proctor worden met deze zaak belast.
Dan is er ook nog het verhaal van Professor Maggie Blake, die ooit in Kroatië verliefd is geworden op Dimitar Petrovic, een generaal in het Kroatische leger, die later onder andere adviseur voor de NAVO is geweest. Ze is met de man getrouwd, maar 8 jaar geleden is hij plotseling verdwenen. Maggie is er van uit gegaan dat hij heimwee had naar Kroatië en dat hij daar misschien nog een vrouw en kinderen had, waar hij naar terug is gekeerd.
Zo nu en dan lezen we in een stuk in een ander lettertype het een en ander over de gebeurtenissen in Dubrovnik, als deze stad door de Serviërs belegerd wordt. Hier ontmoet Maggie Dimitar, die iedereen Mitja noemt.
Het spoor van de zaak van Karen leidt naar Kroatië, in een gebied waar wraak een gerecht is, dat koud geserveerd wordt en de geschiedenis altijd deel blijft van het heden. Hier ontmoet ze Maggie, die naar het dorp wil waar haar man vandaan komt.
Het is een spannend verhaal geworden, dat geen deel uitmaakt van een grotere serie, hoewel Karen Pirie ook al in een ander boek van de schrijfster voorkomt. Het is een psychologische thriller en dat klopt ook wel. Er is weinig echt speurwerk en de afloop is tragisch.
ISBN 978 90 245 6842 0 | Paperback | 317 pagina’s | Luitingh Sijthoff | augustus 2015
Vertaald door Yvonne de Swart
© Renate 14 juli 2020
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Het jaar van de slang
Hugo Luijten
‘Het jaar van de Slang (2019) staat voor de gelegenheid om onze omstandigheden te veranderen. Dit is een geweldig jaar voor een nieuw begin, maar pas op, niets is wat het lijkt te zijn.’
Dat blijkt wel! De zaak waar Cools nu mee te maken krijgt, gaat hem de nodige hoofdbrekens bezorgen. Het is lastig uit te maken waar hij mee te maken heeft. Zoveel partijen, zoveel personen, en iedereen heeft zijn eigen portefeuille.
Hij is na vier maanden (zie De Brexitmoorden) weer terug op zijn post, en krijgt te maken met een groepering milieuactivisten. Wat zij ondernemen om hun zin te krijgen gaat nogal ver. Mensen moeten hun gedrag veranderen: minder consumeren want ‘geen verpakking produceren is beter dan recycleren’. Daarvoor creëren ze een ravage in een supermarkt. En waarom iedere week kleding kopen: de productie is een ramp voor het milieu: dat proberen ze te verduidelijken door een enorme hoeveelheid water de kledingzaak in te spuiten.
Maar gaan ze nu ook zover dat ze moorden plegen? De manier waarop de slachtoffers om het leven zijn gebracht is te gruwelijk om na te vertellen. Maar er lijkt toch een verband te zijn. Een van de slachtoffers is namelijk vermoord in een voormalig abattoir. Mensen moeten stoppen met vlees eten, roept de actiegroep.
Wie Cools intussen kent weet dat hij een eigenzinnig inspecteur is en zijn eigen regels bepaalt. Volgens zijn ex stelt hij zijn prioriteiten niet goed. Als zijn zoon in het ziekenhuis belandt, lijkt dat er wel op. Voor de oplossing van deze casus is dat alleen maar prima natuurlijk; hij zet zich voor de volle honderd procent in. Maar voordat Cools zich vol in de zaak kan storten wordt hij op non-actief gezet: intern onderzoek. Hij mag alleen maar kantoorwerk doen. Ha, dan kennen ze Cools nog niet!
‘Maar zien jullie dan niet wat hier aan het gebeuren is? Intern Toezicht, op de dag dat ik terugkomen als er nét toevallig een bizarre moord is gepleegd? Hierboven zitten er een paar aan touwtjes te trekken, en jullie huppelen als volleerde poesjenellen allemaal vrolijk mee!’
‘Hoe bedoel je?’ vroeg Dubecq scherp.
‘Maar enfin! Ik kreeg tegen alle logica in een Brusselse case, omdat ze dachten dat ik het zou verkloten. Nu gebeurt het tegenovergestelde: ze dwarsbomen me omdat ze mijn kwaliteiten vrezen. Die gasten hebben overal hun tentakels!’
Hij heeft ook een eigen manier van spreken, die Cools, met woorden uit het Antwerpse, en een vloek op zijn tijd schuwt hij evenmin. Daarnaast rookt hij te veel en lust hij veel te graag een borrel. Zijn ideeën zijn idioot, vindt zijn baas Dubecq. Maar ze geeft toe dat hij resultaat boekt.
Zij heeft ook een hekel aan de mensen van Toezicht (ze noemt hen onder andere Batman en Robin; Johan en Pierewiet; Theo en Thea, de grappigste namen verzint ze) toch zou ze graag zien dat Cools zich volgens de regels gedraagt. Maar Cools onder controle houden? Ik geef het je te doen! Tegendraads als hij is, bemoeit hij zich toch met het onderzoek dat zijn team uitvoert.
En net zoals zij in hun onderzoek dan weer zus denken, dan weer zo redeneren, zo gaan wij als lezers met de zaak mee. Soms zijn je vermoedens juist, soms niet, het lijkt wel echt politiewerk! Boven de hoofdstukken worden uur en plaats aangegeven, zodat je alles goed kan volgen.
Behalve dat hij de figuur Cools neerzet als de ruwe maar sympathieke inspecteur, is het de kracht van Hugo Luijten dat de lezer geboeid mee puzzelt. We weten meer dan Cools, maar toch, het blijft spannend tot het einde! Actueel zijn zijn boeken ook altijd: klimaatactivisten, ongecontroleerde virussen.
Wie de eerdere boeken met Stef Cools in de hoofdrol heeft gelezen kijkt vast en zeker (in het Vlaams: zeker en vast!) uit naar het nieuwe avontuur. En is dit je eerste, dan ga je de eerdere gegarandeerd ook willen lezen!
Hugo Luijten (Nieuwstadt, 1969) is een Belgisch-Nederlandse schrijver, columnist en historicus. Luijten begon zijn carrière in het onderwijs. Sinds 2016 is hij fulltime schrijver.Hij publiceert geregeld over geschiedenis, onderwijs, heemkunde en dialecten in vakbladen en tijdschriften.
ISBN 9789401466189 | Paperback | 431 pagina’s | Uitgeverij Lannoo | juni 2020
© Marjo, 9 juli 2020
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
De onbekende vrouw
Mary Kubica
Sadie verhuist met man en zoons van 7 en 14 jaar naar Maine. Het is een groot maar oud huis, dat aan Will is nagelaten door zijn zus, die onlangs een eind heeft gemaakt aan haar leven. Ze had een ziekte die haar leven ondraaglijk maakte, zo erg zelfs dat ze zich er blijkbaar niet zo druk over maakte dat haar dochter alleen achter zou blijven.
Imogen is zestien, en valt nu onder voogdij van Will en Sadie, iets wat haar duidelijk niet bevalt. Ze is een puber, ze laat zich niets zeggen, gaat volledig haar eigen gang. Niet makkelijk voor Sadie, die diep in haar hart liever in Chicago gebleven, waar ze arts was op de spoedeisende hulp. Er is daar echter van alles voorgevallen – we zullen in de loop van het verhaal ontdekken wat allemaal - waardoor een nieuwe start nodig was. Ook werd Otto, de oudste, gepest, en is een andere school, een andere omgeving beter.
Sadie komt aan werk in een huisartsenpraktijk en Will werkt twee dagen als universitair docent. Al snel ontdekken ze dat het daar op dat eiland in Maine bepaald niet saai is, al zijn de gebeurtenissen niet echt prettig: nogal snel nadat ze in het huis getrokken zijn wordt er een moord gepleegd. Morgan was hun buurvrouw.
Het voorval schokt Sadie zodanig dat ze wil weten wat er gebeurd is. Ze heeft niet veel vertrouwen in de politite en gaat zelf op onderzoek uit. Dat moet je natuurlijk nooit doen!
Het leidt tot gevaarlijke situaties, en er gebeuren vreemde dingen. Ze wordt geplaagd door akelige dromen. En waarom wil Tate dat spelletje spelen dat Sadie niet kent, terwijl Tate bij hoog en laag volhoudt dat ze het al met hem gespeeld heeft? Als ze naar de kapper gaat, schrikt ze als die haar haar kortwiekt. Maar de kapper beweert dat ze dat gevraagd heeft. En die buurman die de politie vertelt dat hij Sadie heeft zien ruziemaken met een vrouw die later dood werd gevonden? Dat kan helemaal niet, ze was toen aan het werk!
En Otto, die doet ook vreemd…
In een andere verhaallijn is Camille de verteller. Zij was de vriendin van Sadie, en had haar oog laten vallen op Will. De vriendschap was over toen Sadie degene was die met Will trouwde, maar Camille heeft hem nooit losgelaten. Ook nu zij verhuisd zijn niet.
En dan is er Muis, een zesjarig meisje, dat af en toe in het verhaal inbreekt. Wie is zij? Waarom heeft zij een rol?
Het verhaal wordt steeds raadselachtiger, je bent als lezer niet van plan het boek weg te leggen voor je weet hoe het allemaal zit. Kubica laat een storm opsteken waardoor het eiland geïsoleerd raakt. Dat maakt het verhaal nog enger. Er heerst een sfeer als bij een gothic thriller, en dat is af en toe heel akelig. Zelfs als er antwoorden komen blijft die sfeer hangen, net als de spanning. In een heerlijk vlotte stijl voert Mary Kubica ons naar een verrassende ontknoping. Je wil opnieuw van voren af aan gaan lezen: had je dit aan kunnen zien komen?
Mary Kubica woont met man en twee kinderen in Chicago, en heeft al meer boeken op haar naam staan, die in meer dan dertig talen verschenen zijn.
ISBN 9789402704921 | Paperback | 352 pagina’s | Uitgeverij HarperCollins | mei 2020
Vertaald uit het Engels door Karin Schuitemaker
© Marjo, 7 juli 2020
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Zonder genade
Johan Andersen
Het boek begint met een cursief gedrukt stuk dat uit een spionageroman lijkt te komen. Een man wordt achtervolgd in Amsterdam en ziet nog kans om een paar brieven te posten. Uiteindelijk wordt hij toch gepakt en voor hij sterft komt hij oog in oog te staan met iemand die De Jakhals wordt genoemd, naar de terrorist Ilich Ramírez Sánchez, ofwel Carlos. De naam De Jakhals kreeg hij van de pers.
Neli Panka en Eugène Hamer, die we ook al in het vorige boek van Johan Andersen tegen zijn gekomen worden bij een bizarre moord geroepen. Op een industrieterrein in Zaandam zijn vier dode mannen gevonden. De lichamen hangen op een rij voor de roldeur aan de voorkant van een loods. De mannen hebben een donkere huid en een baard en zijn naakt. Hun buiken zijn opengesneden en weer met grove steken dichtgenaaid. Eugène Hamer heeft z’n uiterlijk veranderd en gebruikt nu de naam Hans Dekker.
Neli Panka heeft ook nog de moorden op 4 andere jonge moslims en voegt deze aan de zaak toe. Een van deze jongens werkte in een garage, waar ook mensen rondlopen met neonazistische sympathieën.
Later ontploft er een bom in een auto bij de Dam en de aanslag wordt opgeëist door een groepering die zich De Discipelen van De Brandende Dageraad noemt en een volgende aanslag wordt aangekondigd. De vraag is echter waar deze plaats zal vinden en het is de taak van Hamer en Panka om dit uit te zoeken.
In het boek lopen verschillende figuren rond, die niet blijken te zijn wie ze voorgeven te zijn, hoewel dat in sommige gevallen pas helemaal tegen het einde van het verhaal blijkt.
Verder is er een politieke partij actief met een charismatische leider, die afkomstig is uit de VVD. Het is geen echt populistische partij, daarvoor zijn de standpunten te genuanceerd. Wat voor rol deze partij precies speelt is ook lang onduidelijk, hoewel het wel duidelijk is dat de aanslagen de partij geen windeieren leggen.
De aangekondigde aanslag weet men niet te voorkomen en Hamer komt oog in oog te staan met De Jakhals. Deze leren we in de cursieve stukken beter kennen, samen met een Russische vrouw, die hem Glava noemt. Zij is medeverantwoordelijk voor de dood van meerdere mensen die geen nut meer hebben voor De Jakhals. Om sporen uit te wissen laat ze de huizen waar de slachtoffers zich bevinden exploderen.
Voorts zijn er ook nog andere activiteiten die het daglicht niet kunnen verdragen, zoals de handel in jonge vrouwen, die terug zijn gekeerd uit Syrië. Al met al is het weer een zeer spannend boek geworden met een behoorlijk ingewikkelde plot en vreemde bondgenootschappen. Ik kijk nu al uit naar het volgende boek over Hamer en Panka.
ISBN 978 94 027 0496 9 | Paperback | 383 pagina’s | Harper Collins | 26 mei 2020
© Renate 5 juli 2020
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Hij noemde me duivelskind
Johnny Bollé
Hoewel het verhaal in delen uit elkaar valt is de vijfentwintigjarige homoseksuele Seth toch wel het hoofdpersonage. Hij heeft een akelige jeugd achter de rug, die hij deelde met zijn oudere broer Ramses en zus Isis.
Isis bevindt zich in een inrichting, het gaat niet goed met haar waarschuwt Ramses zijn broer. Maar Seth zoekt allerlei smoesjes om haar niet te hoeven gaan bezoeken, hij heeft genoeg aan zichzelf vindt hij. Hij is aan het verhuizen en heeft net een andere baan. Hij werkt als ‘Head Booker’ (mocht je niet weten wat dat is, het wordt gaandeweg duidelijk) op een modellenbureau, Rochelle’s models. Rochelle kende hem al eerder, en dat ze hem die baan heeft gegeven zet kwaad bloed bij zijn collega’s. En als een van hen, Tara, verdwijnt, moet Seth dan als verantwoordelijke worden aangewezen? Het is wel zo dat zijn voorganger op die plek Becky was, en Becky was een slachtoffer van een seriemoordenaar die in het Antwerpse actief is. Hij wordt de sleutelmoordenaar genoemd, omdat hij in de keel van zijn slachtoffers een sleutel achterlaat.
Erger is dat hij het zelf niet meer weet: hij heeft visioenen van de vrouwen die vastgebonden zitten in de kelder waar zijn moeder hem opsloot. En hij heeft geen idee wat hij die nacht dat Tara verdween gedaan heeft. Geheugenverlies.
Maar de politie pakt hem niet op, en zo gaat Seth met Rochelle en de modellen die mee zullen gaan doen bij de Missverkiezing, naar Ibiza. Een van de modellen is een meisje dat hij zelf gespot heeft: Hope. Zij is ook een verteller. Al wil ze natuurlijk Miss België worden, ze heeft ook nog andere plannetjes, waarvan we niet meteen de achterliggende redenen vernemen.
Als Seth hoort dat de veel oudere fotograaf Simon ook meegaat wordt hij onrustig. Heeft of had hij nu wel of niet een onenightstand met die man? Hij vindt hem wel heel leuk! Tot zijn verbazing gaat zijn broer Ramses ook mee, en nog wel als partner van Rochelle. Maar hij is toch getrouwd?
Op Ibiza gebeurt van alles wat niets met de missverkiezing te maken heeft. Seth wordt onder hypnose gebracht, om te achterhalen wat er die ene nacht gebeurde en in het hotel waar ze bivakkeren vallen slachtoffers.
Het verhaal verloopt volgens het geijkte patroon. Eerst is er de proloog, waarin een vrouw vastgebonden zit en de hamer op zich af ziet komen. Pas als het boek uit is vallen de puzzelstukjes die dit deel van het boek oproepen in elkaar, we moeten het in ons achterhoofd houden.
Daarna volgen verschillende verhaallijnen, met andere vertellende personages: er is Lucifer, de moordenaar, die samenwerkt met het duivelskind van de titel. Wie dat zijn dat weten we natuurlijk niet. De grootste kanshebber is een van de vertellers: Seth, maar ook Simon zou kunnen. Of misschien Hope?
Om het nog ingewikkelder te maken zijn er ook flashbacks, al verduidelijkt het verleden ook wel wat er in het heden gaande is.
Na een vrij ingewikkeld verhaal waarin je als lezer iets vermoedt of een verdenking hebt, maar waarin je steeds op een dwaalspoor gezet wordt door de schrijver volgt dan eindelijk de ontknoping.
Had je het goed? Of zat je er helemaal naast?
Je hebt intussen wel een aantal uren geboeid dit boek zitten lezen, want dat doet Bollé: hij houdt je in de greep! Daar helpen ook de korte hoofdstukken en cliffhangers aan mee. Bollé is een schrijver die op de kleine dingetjes let en die zijn beschrijvingen goed doseert.
Johnny Bollé schrijft korte verhalen en thrillers. Na Egyptisch Blauw en Bloedmaan is Hij noemde me Duivelskind het derde boek van deze Antwerpse schrijver. Hij combineert zijn baan als fitnessmanager met het schrijven van boeken.
ISBN 9789462421189 | paperback | 285 pagina's | Uitgeverij Kramat | april 2020
© Marjo, 25 juni 2020
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
De wraak van Nairgham
Het chagrijnige slagzwaard deel 2
Theo Barkel
‘Miurghan? De legendarische magiër? De broer van de schrik van de woestijn, Nairghan? De tiran van Corinthar? Majesteit, wat doet u met deze mensen? U..’ Hij bevroor midden in zijn beweging en staarde nu met onverholen angst naar Myhre, die minzaam glimlachend wachtte op wat komen ging. ‘Als jij...u…Miurghan bent, dan…’ De man slikte hoorbaar en zakte door zijn knieën, Nu was het echter pure angst die zorgde dat alle kracht hem had verlaten. ‘Dan bent u de Woud…’
‘Heks! Dat duurde even zeg!’ onderbrak het zwaard hem.
‘Ik zou de vloer maar weer opzoeken als ik jou was. Ik heb Oma iemand al voor minder zien veranderen in een konijnenk…’
Wie het eerste boek heeft gelezen weer dat het best wel mee valt met het chagrijn dat het slagzwaard ten toon spreidt. Niet omdat het een gewoon zwaard is, want dat is niet zo: Harry is behalve een krachtig magisch wapen een enorme kletskous en hij bemoeit zich graag overal mee. Hij is gemaakt door de tovenaar Miurghan en heeft nog een broer, Kees.
Ook de tovenaar heeft dus een broer, eentje met de ambitie een groot rijk te maken van de landen Potanesië en Corinthar. Daar hebben ze eerder een stokje voorgestoken en hij werd opgesloten in de Onbeschreven Zuilenin het hart van Corinthar. Maar nu is deze Nairghan ontsnapt uit zijn gevangenis en hij is krachtiger dan ooit. En hij wil wraak: zijn broer Miurghan moet er van lusten. Net als hun moeder de Woudheks.
Hiram, de boerenzoon, met wie we in het eerste boek kennis hebben gemaakt, beleeft opnieuw avonturen waarin hij bijgestaan wordt door Harry, het chagrijnige slagzwaard. Zij reizen samen met Miurghan en de Woudheks naar de Zuilen. In hun gezelschap zijn ook Sira en Kamar, de lijfwacht van koning Turon en zijn groepje soldaten.
Er zijn meer mensen op pad: Kantar, Hirams vader, is op zoek naar zijn zoon; Tancur, een vreemde eenling, is eveneens onderweg naar de zuilen omdat hij ontdekt heeft dat Myhre en haar zoon gevaar lopen.
Er dan lopen we af en toe twee struikrovers tegen het lijf, die knap vervelend kunnen zijn.
In een nawoord vertelt Theo Barkel dat hij nooit van plan was om fantasy te schrijven. Wat zijn de fans van het magische slagzwaard blij dat hij door omstandigheden toch aan deze serie begonnen is. We wachten dan ook met ongeduld op meer! Er zijn nog onbeantwoorde vragen…
De geijkte onderdelen die bij fantasy horen zitten in het verhaal: de strijd tussen goed en kwaad, magie en strijd. Maar met de humor die toch wel de boventoon voert is het toch ook weer heel anders. De vondst van dat magische pratende – en soms chagrijnige – slagzwaard is gewoonweg fantastisch!
Theo Barkel is al vele jaren actief als schrijver. Naast de horrorserie Shadajaël zijn verschillende van zijn korte verhalen gepubliceerd. Tevens is hij jarenlang hoofdredacteur geweest van SF-Terra, één van de oudste SF en Fantasy tijdschriften in Nederland.
ISBN 9789078437741 | Paperback | 221 pagina’s | Uitgeverij Macc | juni 2020
© Marjo, 23 juni 2020
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
De dood in het hospice
Connla Quinn 3
David van den Bosch
Privédetective Connla Quinn, onze Nederlands-Ierse Sherlock, krijgt te maken met een eigenaardige opdracht als Marinka Meis zijn hulp komt vragen omdat er volgens haar een moordenaar bezig is in het hospice waar zij de scepter zwaait.
Shirley, zijn beeldschone, maar niet zo slimme secretaresse begrijpt het dan ook niet goed: die mensen komen daar toch al om hun laatste dagen door te brengen, waarom zou je ze dan vermoorden?
Dat is dus precies wat Connla moet onderzoeken: de wie- en waaromvraag zijn in een moordzaak onlosmakelijk verbonden, hier dus ook. De beste manier lijkt hem om zelf vrijwilliger te worden in het hospice en hij vraagt Shirley - tot haar grote vreugde! – met hem mee te gaan.
Het begint met een rondleiding en kennismaking met andere vrijwilligers. Al meteen constateert Quinn dat, de op dat moment enige bewoner, bang is. Dat lijkt de leiding heel normaal. In een hospice komt de dood steeds dichterbij.
‘Dan mist u toch het punt, zei Quinn. ‘Hij is bang voor jullie. Hij vertrouwt de vrijwilligers niet.‘
Dit is een staaltje van Quinns opmerkingsvermogen. Hij ziet details die geen ander opmerkt. En hoewel de leidsters het schokkend vinden, moeten ze hem gelijk geven. Maar daarvoor hebben ze hem ook aangenomen, weten ze.
Het komt goed uit dat er een cursusweekend gepland is met de andere nieuwe vrijwilligers, Quinn en Shirley kunnen nog mee. Tijdens dat weekend blijkt Shirley een onverwacht talent te hebben. Tot haar eigen verbazing maakt ze net zo makkelijk als Quinn zelf een praatje met deze en gene en stelt de juiste vragen.
Het weekend is voor Quinn op meerdere terreinen een eyeopener. Het begint er al mee dat het niet anders kan dan dat hij samen met zijn assistente de kamer deelt. Dan hoort hij bij de cursusopdrachten vanwege zijn undercover gewoon mee te doen met de persoonlijke en diepzinnige gesprekken waarin levensvragen behandeld en hij vindt dat niet eens vervelend. Ook luistert hij geboeid naar wat Shirley vertelt, zo kent hij haar immers niet.
Maar hij herkent zichzelf ook niet. De lezer begrijpt allang wat er aan de hand is, maar kan onze slimme detective er niet mee helpen…
Het feit dat enkele deelnemers aangeven in reïncarnatie te geloven, brengt hem op het idee dat de oplossing van dit mysterie brengt.
Zo wordt het derde mysterie een heel ander soort verhaal dan de eerdere twee. Natuurlijk is er nog steeds het bekende speurwerk, maar nu worden de mensen niet echt onderworpen aan een ondervraging: het zijn ‘gewone’ gesprekken. Dat Quinn op sommige momenten betrokkenen de waarheid vertelt en om hulp vraagt, dat gebeurt hier ook, en dat werkt nog steeds. De introspectie blijkt hem goed te doen en nu de relatie tot Shirley verandert, zal het vierde mysterie - want dat komt toch wel? – waarschijnlijk van een andere orde zijn.
Overeind blijft dat David van den Bosch weer een heel plezierig verhaal heeft geschreven waarin humor niet ontbreekt. Omdat de verhalen een afgerond plot hebben is het geen noodzaak om de boeken op volgorde te lezen, maar dat levert wel een beter begrip van de relatie tussen de detective en zijn assistente. De twee sympathieke karakters worden uitgediept, en je wordt nieuwsgierig wat er verder met hen gaat gebeuren.
De (tot nu toe) drie boeken in de Connla Quinnserie zijn voorzien van soortgelijke omslag, een sfeervolle foto met op de voorgrond een figuur - Connla, want hij heeft een dikke sigaar in zijn hand en lijkt te staan peinzen op de locatie waar het mysterie zich afspeelt.
David van den Bosch (1982) is schrijver, verhalenverteller en theatermaker. Hij is onder meer de helft van vertellersduo Dá Fhili en spelleider van Terugspeeltheater Amsterdam. Zijn woonplaats is Amersfoort, waar zich ook de verhalen rond Connla Quinn afspelen.
ISBN 9789492055798 | Paperback | 140 pagina's | Uitgeverij Nabij Producties | juni 2020
© Marjo, 19 juni 2020
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Pagina 34 van 215