Het laatste leven
Een John Adderley-thriller
Peter Mohlin & Peter Nyström
FBI-agent John Adderley weet op het laatste nippertje te ontsnappen als drugscriminelen hem ontmaskeren als infiltrant bij een drugsoverdracht. Met hem belandt een andere infiltrant, die hij kent als Abaeze, in het ziekenhuis, waar ze allebei behandeld worden voor schotwonden. Na hun herstel regelt de FBI een nieuwe identiteit met alles er op en eraan voor hen, in ruil voor hun getuigenis als de zaak voorkomt.
Tegen hun wens in vraagt John terug te mogen naar Zweden waar hij opgegroeid is tot hij op twaalfjarige leeftijd met zijn vader naar New York vertrekt. Zijn moeder blijft met een halfbroer achter, ze hebben nooit meer contact. Zijn vader is nu vier jaar dood.
Via internet heeft John zijn broer Billy gevonden.
Helaas gaat het niet goed met zijn jongere broer. Hij wordt verdacht van betrokkenheid bij de verdwijning van een tienermeisje, Emelie Bjurwall. Men gaat er van uit, nu tien jaar na dato, dat ze dood is, maar haar stoffelijk overschot is nooit gevonden. Wel is er op de plek waar ze zich bevonden moet hebben op de avond dat ze verdween bloed aangetroffen, van haarzelf. En even verderop sperma, met DNA van Billy Nerman.
John weet te regelen dat hij - onder een andere naam natuurlijk - in Karlstadt toegevoegd wordt aan een team dat cold-caseonderzoek doet. Zij zijn begonnen met het openen van de zaak van de verdwenen Emelie. Zij was de enige dochter van een zeer succesvolle zakenvrouw, hoofd van een imperium, waardoor de zaak extra aandacht kreeg.
John heeft een gedegen opleiding gehad bij de FBI en heeft een andere manier van denken dan de Zweedse politieman. Hij heeft al snel door dat de politie nog steeds Billy als hoofdverdachte ziet en niet open staat voor andere mogelijkheden. Al in de eerste week vindt hij aanwijzingen die nooit eerder gevonden waren. En hij vindt Emelie. Werpt dit een ander licht op de zaak?
Het probleem is alleen dat John als halfbroer van de verdachte helemaal niet mee zou mogen werken aan dit onderzoek. Als het uitkomt zit hij diep in de problemen. Niet alleen omdat de Zweedse wet het niet toestaat, maar ook omdat hij zo het risico loopt gevonden te worden door de leden van het drugskartel dat hij verraden heeft. Ook dat hij contact heeft gehouden met Abaeze is tegen de regels.
Regels, en zich daaraan houden, dat is niet het sterkste punt van John.
Het brengt hem meerdere keren in grote problemen.
Als er echter gesteld wordt dat dit het eerste deel is van een reeks met John Adderley, dan weet je als lezer al wel dat hij het zal redden. Daar zit de spanning dan ook niet. Het is meer de manier waarop. En natuurlijk de zaak Emelie. Want John denkt dat zijn broer niet schuldig is. Maar wie dan wel? En hoe toont hij dat aan? Hij heeft natuurlijk ook hulp, namelijk van de vrouw die hem begeleidt in het getuigenbeschermingsproject, die heel boos op hem zal worden, omdat hij zich niet aan de regels houdt.
Tegelijk lezen we hoe de Zweedse mentaliteit heel anders is dan de Amerikaanse. Dat is ook iets waar John tegenaan loopt. Het zorgt voor wat licht amusement in het verhaal, dat verder toch superspannend is, al zakt het hier en daar wel enigszins in. Het is levendig geschreven, veel oog voor details en de afwisseling van vertelpersonage werkt ook heel goed. Behalve vanuit het oogpunt van John lezen we namelijk ook wat er aan de kant van het slachtoffer en haar familie gebeurt, door de ogen van haar vader. Zo springen we heen en weer in de tijd, van 2009 tot 2019.
Peter Mohlin & Peter Nyström vormen een nieuw Zweeds auteursduo. Het laatste leven is het eerste deel in een serie rond voormalig FBI infiltrant John Adderley. Het boek won de Zweedse Crimetime Award voor beste thrillerdebuut van het jaar en de MAX Bronzen Vleermuis.
Of dat terecht is zal toch een tweede boek moeten bewijzen.
ISBN 9789402705485 | paperback | 448 pagina's | Uitgeverij Harper Collins | september 2020
Vertaald uit het Zweeds door Corry van Bree
© Marjo, 8 november 2020
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
De moorden op Kingfisher Hill
Sophie Hannah
Hercule Poirot stapt met zijn vriend, inspecteur Catchpool, in de bus van de Kingfisher Bus Compagnie voor een reis naar het landgoed Kingfisher Hill, waar meerdere luxueuze huizen staan. In een ervan woont de familie Devonport. De zoon des huizes, Richard, heeft de inspecteur gevraagd de moord op zijn broer te onderzoeken. Maar dan wel incognito.
Poirot en Catchpool doen alsof ze geïnteresseerd zijn in Peepers, een nieuw bordspel, dat door Sidney Devonport en diens vriend Godfrey Laviolette ontwikkeld is. Catchpool, die het verhaal in de ik-figuur vertelt, vindt het maar niks, en hij is bijna opgelucht dat hun alias al snel verraden wordt en ze gewoon hun werk kunnen doen. Al is de heer des huizes daar faliekant tegen!
De vrouw die hen verraadde hadden de twee in de bus ontmoet. Hun tweede ontmoeting was voor beide partijen een verrassing. Daisy, zo heet ze, heeft Poirot verteld dat ze een perfecte moord gepleegd heeft, want niemand weet dat zij de dader is! Ze vertelde niet haar naam, maar wist wel wie hij was. Maar Poirot zei dat hij een ander reisdoel had…
Voor de moord is al iemand gearresteerd, en dat is dus niet Daisy, die overigens de zus is van het slachtoffer, Frank Devonport. Het verhaal is dat hij van de balustrade gevallen is met de dood tot gevolg. Helen, zijn verloofde, bekende onmiddellijk dat zij de dader was, hetgeen haar vreemd genoeg niet hinderde bij een nieuwe verloving, met diens broer Richard. Die weet zeker dat Helen onschuldig is, vandaar dat de speurders er nu zijn.
Frank had geld gestolen van zijn vader, en al had hij dat teruggegeven, hij was volledig uit de gratie bij zijn ouders. Zijn broer en zus mochten evenmin contact meer met hem hebben. Omdat nu zijn moeder ernstig ziek is, was hij gevraagd terug te komen. Hij nam zijn verloofde mee. Helen zou op het eerste gezicht verliefd zijn geworden op Richard en vermoordde Frank.
Het is sowieso al een vreemd verhaal, en Poirot heeft al snel door dat niet iedereen de waarheid vertelt. Er is nog een vrouw in het spel, die eveneens in de bus zat.
Zij leek bang, en verdween. Terwijl Poirot druk is met zijn onderzoek, duikt die vrouw ineens weer op.
Maar wie is ze? En wat is haar rol in het geheel?
Poirot geeft zijn vriend de opdracht om iedereen te ondervragen, maar Catchpool heeft niet dezelfde knappe gave van deductie. Hij is net als de familieleden en vrienden heel benieuwd naar wat tenslotte de conclusie zal zijn. Wie heeft Frank vermoord? Maar vooral waarom?
Catchpool vertelt over zijn eigen wederwaardigheden en over hetgeen Poirot hem vertelt. Hij doet dat heel gedetailleerd, ieder onbelangrijk feit wordt vermeld. Maar zoals zijn superieur hem vertelt: je weet nooit wat er nog cruciaal kan zijn om de dader te vinden! En de vertelstijl is zo ook bijna gezellig.
Het leest dan ook heerlijk weg, misschien zijn de Poirot-thrillers nog wel beter dan de thrillers die Sophie Hannah ook schrijft, maar dan zonder de stijl van Agatha Christie te willen nabootsen. In dit boek doet ze dat dus wel, voor de vierde keer, en heel verdienstelijk.
Poirot verzamelt alle feiten, stelt vragen en zoekt antwoorden, om dan tenslotte in een plenaire zitting het hele verhaal uit de doeken te doen. Een beetje valsspelen doet hij ook in de zin dat hij iemand iets vertelt wat niet klopt, om een reactie uit te lokken.
Er mogen gerust nog meer Poirotverhalen volgen, het meepuzzelen hoe het zit, is een prettig tijdverdrijf.
Sophie Hannah (Manchester, 1971) is een Britse auteur van kinderboeken, romans en poëzie, maar in Nederland vooral bekend vanwege haar psychologische thrillers. En, zeker na dit vierde boek, ook van de Poirotthrillers.
ISBN 9789044360424 | Paperback | 228 pagina's | Uitgeverij The House of Books | augustus 2020
Vertaald uit het Engels door Joost van der Meer & Bill Oostendorp
© Marjo, 6 november 2020
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Stormwaarschuwing - Doggerland 2
Maria Adolfsson
Ook dit boek speelt zich af in het fictieve Doggerland, een groep van 3 eilanden, die zich vermoedelijk ergens tussen Denemarken en Groot Brittanië, ter hoogte van de Doggersbank bevindt. Dat zou je ook al uit de naam af kunnen leiden. De namen van de eilanden en de plaatsen doen Scandinavisch aan, maar zijn dus niet op een kaart te vinden. Dit keer speelt het verhaal zich af op Noorö, het noordelijkste eiland van de groep, waar de familie van Karen Eiken Hornby vandaan komt.
In de proloog zien we dat Karen een telefoontje gaat plegen, dat haar, als het uitkomt, in grote problemen kan brengen. Vervolgens springt het verhaal 4 weken terug naar de Eerste Kerstdag. Op Noorö is een dode man aangetroffen en hoewel Karen Eiken Hornby officieel nog met ziekteverlof is, moet ze toch naar het noordelijke eiland afreizen. Bij haar thuis zit het nog vol mensen maar Karen heeft daar eigenlijk wel een beetje genoeg van.
Natuurlijk komt ze op het eiland ook in contact met haar familie en als er een tweede moord wordt gepleegd, gaat het er op lijken dat haar familie bij de moorden betrokken is.
Er is ook nog een tweede verhaal, over een vriendin van Karen, die door haar man, een advocaat en lid van de conservatieve Vooruitgangspartij, mishandeld wordt. De man is van mening dat z’n vrouw de mishandelingen aan zichzelf te wijten heeft, bijvoorbeeld, omdat ze op een feest met een andere man danst. Hij heeft de nodige invloedrijke relaties en daar maakt hij ook gebruik van. Zo weet hij haar op te sporen als ze wegloopt. Ze heeft ook wel eens een aanklacht tegen hem ingediend, maar die trekt ze dan later weer in, omdat ze bang is dat hij anders de kinderen toegewezen krijgt.
Het is weer een spannend boek geworden, waarin het privéleven van Karen ook weer een rol speelt. Toch is dit niet hinderlijk, omdat het deel uitmaakt van het plot.
ISBN 978 90 245 8242 6 | Paperback | 398 pagina’s | Luitingh ~ Sijthoff | februari 2020
Vertaald door Elina van der Heijden
© Renate, 18 oktober 2020
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
De man die zijn sporen wiste
Val McDermid
Als Ross Garvie en Wee Grantie, samen met hun vrienden Tam en Tozer, besluiten een auto te stelen, weet niemand wat dit teweeg zal brengen. Veel eerder dan ze hadden verwacht, wordt de politie gewaarschuwd en tijdens een achtervolging, verongelukken ze. Drie van de jongens overleven het niet en Ross Garvie, die achter het stuur zat, raakt zeer ernstig gewond en beland in coma in het ziekenhuis. Men ontdekt dat zijn DNA overeenkomsten vertoond met DNA dat gevonden is op het lichaam van een vrouw die ruim 20 jaar geleden verkracht en vermoord is en waarvoor nooit een dader is opgepakt.
Karen Pirie van bureau Historische Zaken hoopt met dit aanknopingspunt toch weer wat verder te komen. Helaas duiken er de nodige onvoorziene problemen op, want Ross Garvie blijkt geadopteerd te zijn, maar weet dit zelf niet, omdat z’n adoptieouders dit geheim voor hem willen houden. Dat zorgt dus voor juridisch getouwtrek.
Deze zaak belandt een beetje op de achtergrond, want Karen besluit zich ook bezig te gaan houden met een zaak waar ze eigenlijk helemaal niets mee te maken heeft. Een vriendin van haar, die sociaal werkster is en die ze raadpleegt om wat wijzer te worden over de adoptiewetgeving, heeft namelijk een cliënt, die dood is aangetroffen op een bankje. Eerst denkt de politie aan zelfmoord, later gaat men er van uit dat het moord is en daarna besluit men toch weer dat het om zelfmoord gaat.
Het slachtoffer is een zekere Gabriel Abbott, die al heel lang psychische problemen heeft en van een uitkering in een arbeidershuisje woont, dat z’n broer voor hem gekocht heeft. De moeder van Gabriel blijkt in 1994 om het leven te zijn gekomen bij een bomaanslag op een vliegtuigje, waar ook een politicus, die minister voor Noord-Ierland was geweest, in zat. Daarom vermoedde men dat de IRA, of een splintergroepering bij de aanslag betrokken was. De aanslag was echter nooit opgeëist en dat vindt Karen toch wel een beetje vreemd. Ze besluit deze zaak opnieuw te onderzoeken en stuit daarbij op mensen die liever niet willen dat de waarheid aan het licht komt. Er worden zelfs een paar moordaanslagen op haar gepleegd.
Het boek kent een paar verrassende wendingen en is weer heel spannend. Er speelt ook nog iets met een groepje Syriërs, voor wie Karen zich inzet.
ISBN 978 90 245 7717 0 | Paperback | 397 pagina’s | Luitingh Sijthoff | 2017
vertaald door Frank Lefevere
© Renate 18 oktober 2020
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Over haar lijk
Sarah Pinborough
Marcie verkeert sinds haar huwelijk met de gescheiden Jason in de chique kringen van Savannah, waar ze zich redelijk staande weet te houden. Gezien haar afkomst is dat best bijzonder. Ze is niet de enige: een van hun vrienden, William, compagnon van Jason, is van een reis naar Europa teruggekomen met een nieuwe echtgenote. Zijn eerste vrouw Eleanor is aan kanker overleden. Keisha, de mooie jonge vrouw van Nigeriaanse afkomst, heeft eveneens een duister verleden. En Marcie ziet heus wel dat Jason zijn blik niet van haar kan afhouden.
Natuurlijk zwijgen de vrouwen over hun verleden, maar misschien is het wel daardoor dat ze elkaar goed blijken aan te voelen. Te goed misschien. Keisha is alleen met William getrouwd om zijn geld, ze hoopt snel te erven.
Als William voor dood gevonden wordt constateert de politie dat hij vergiftigd is. Terwijl hij met ernstige klachten in het ziekenhuis ligt, wordt de zaak onderzocht. Ook Marcie doet onderzoek, nadat ze eerst beschuldigd is. Keisha is tevens verdachte, als ook Jason. Deze laatste heeft net als de dames een motief.
De zaak is ingewikkeld. Er blijkt nogal wat gelogen en bedrogen te zijn, ook door andere personages.
En in Savannah, gelegen in Georgia, een van de zuidelijke Staten, heerst toch al een broeierige sfeer. Voodoo is er vrij normaal. Maar is er echt wel sprake van magie, of is er iemand die dit soort praktijken tot eigen bate weet aan te wenden?
‘Zal ik je eens iets vertellen?’ Kate Anderson (de politie-inspecteur) zat tegenover Marcie aan de kleine tafel in de verhoorkamer en keek een beetje geamuseerd. ‘Ik heb nog nooit aan een zaak gewerkt waarin mijn grootste probleem was dat er zo veel verdachten waren die stuk voor stuk de dader konden zijn. Mijn tweede probleem – en dit moet je niet persoonlijk opvatten – is dat jullie stuk voor stuk zulke nare mensen zijn.’
Dat zal je maar gezegd worden. Of de personages inderdaad zulke akelige mensen zijn, is aan de lezer om te bepalen. Bij alle drie vindt hun handelswijze een oorzaak in hun bepaald niet makkelijke verleden, dat door de schrijfster langzaam ontrafeld wordt. Te langzaam misschien, het is alsof de schrijfster niet echt kon kiezen wat voor soort boek ze zou schrijven, de beloofde thriller begint pas ruim over de helft.
Tevoren is het een roman over mensen die inderdaad niet zo aardig lijken. Zij horen tot de rijken, en hun gedrag is bepaald niet vlekkeloos. Het zijn egoïsten die beheerst worden door jaloezie en hebzucht. Het element magie maakt het verhaal wat lichter, al denken de personages daar natuurlijk anders over.
Rijkdom, passie, drugs en een moord, dat is wel voldoende om de lezer een aantal uren te vermaken. Maar op het puntje van je stoel? Nee, dat niet.
De Britse Sarah Pinborough (1972) schreef al meer dan twintig boeken in allerlei genres. Dit is het vijfde dat in het Nederlands vertaald werd.
ISBN 9789044359107 | paperback | 400 pagina's | Uitgeverij House of the Books | september 2020
Vertaald uit het Engels door Els Franci-Ekeler
© Marjo, 16 oktober 2020
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
De fatale etappe
Vergelding in de Vuelta
Hans van Hartevelt
Marco en Miguel Muñoz vormen een identieke tweeling en hebben allebei talent voor wielrennen. Daarbij is Miguel de betere gebleken, hij staat op het punt om de eerste renner in de geschiedenis te worden die de Drie Grote Rondes in één jaar wint. De Ronde van Italië en de Ronde van Frankrijk heeft hij al gewonnen, en nu rijdt hij de Ronde van Spanje. Dan heeft hij Eddy Merckx overtroffen, dat is zijn doel. Maar hoge bomen vangen veel wind, al die successen zetten kwaad bloed. Iedereen in de wielerwereld houdt de twee scherp in de gaten:
‘Die twee spitse snuiten met die donkerbruine kraaloogjes zijn niet uit elkaar te houden. Ook niet tijdens een interview, zelfs dat geneuzel van ze klinkt hetzelfde. Alleen aan hun fiets zijn ze te herkennen en aan hun wedstrijdnummer, en nu natuurlijk aan de trui waarin ze rijden.‘
Maar of Marco zijn eigen bolletjestrui of Miguels rode trui aan heeft, dat kunnen ze niet zeker weten. En een fiets valt ook te wisselen. De andere ploegleiders verdenken de twee jongens er dan ook van dat ze aan persoonsverwisseling doen, al of niet in opdracht van de ploegleider. Marco is namelijk de betere in klimmen. Als hij in plaats van zijn broer de bergritten doet, dan is er nooit een kans voor andere ploegen om eens iets te winnen, en gaat al het geld naar de Mexicaanse ploeg La Tienda de Salud. De tweeling wint alles, ook de kleinere rondes. Daar moet een einde aan komen. De leiders van de andere ploegen slaan de handen in elkaar: hoe kunnen ze door samen te werken Miguel van de overwinning afhouden?
De 14e etappe van de Vuelta leidt met enkele pittige beklimmingen naar Les Praeres, de Trap naar de Hel’ wordt het genoemd. Een kilometer voor de derde col, de Alto de la Mozqueta is een laatste ravitaillering. De renners kunnen het zich niet permitteren die te missen. Zonder nieuwe gevulde bidons redden ze het namelijk niet op de cols die nog komen. De ploegleiders bedenken een plan: juist daar, op de plek waar de tweeling en dus ook hun ploegleider het zeker niet zal verwachten, zullen hun renners hun slag slaan.
Dat er intussen in de ploeg van La Tienda de Salud het een en ander gaande is, weten ze dan nog niet. Als de geruchten de ronde gaan doen, eerst binnen de eigen ploeg, heeft dat vervelende gevolgen voor de tweeling. En zijzelf ontdekken dat ook.
Geheimen, complotten, onfrisse praktijken, daar krijgen commissaris Santos Escartin en hoofdinspecteur Leticia Gil Parra mee te maken als er een dodelijk ongeluk gebeurt tijdens deze laatste etappe en zij het onderzoek leiden. Was het een ongeluk? Of opzet?
Vooropgesteld dat de wielerwereld mij geheel onbekend is, kan ik toch aangeven dat ‘De fatale etappe’ een boeiende misdaadroman is. Het gaat er immers om dat er een dader van een misdaad gevonden wordt, en wat in welke setting het verhaal geplaatst is maakt dan niet zo veel uit.
Natuurlijk is die achtergrond er wél: er is een mooie beschrijving van de omgeving. Daarnaast wordt er verteld hoe het er aan toe gaat in de wielersport, de dagelijkse gang van zaken, de concurrentie, het hele spelletje dat gespeeld wordt door de mensen die achter de schermen aan de touwtjes van het grote geld trekken. Hopelijk is dit gedeelte van het verhaal fictief, maar we weten allemaal wel dat ook in deze sport het grote geld een rol speelt.
Daarom is het goed om te lezen dat de renners zelf fietsen omdat ze willen fietsen, om de wedstrijd, het winnen, ze gaan voor de eer. Dat ze daar hun geld meeverdienen is een feit, maar waarom niet op een eerlijke manier?
Door het onderzoek van de commissaris en zijn collega komt het verhaal tot leven. Er is niet gekozen voor één verteller, we gaan van de een naar de ander, vooral ook door middel van hun gesprekken met de betrokkenen - de tweeling, andere renners, de ploegleiders, de ploegarts. Een extraatje is het feit dat Leticia zelf ooit een vrij verdienstelijke wielrenner was. Zij kan de commissaris alles uitleggen. Gelukkig voor de onwetende lezer.
Hans van Hartevelt (67) werkte zo’n kleine dertig jaar voor het Koninklijk Instituut voor de Tropen in Amsterdam, waar hij directeur van de bibliotheek was. Over het hoe en waarom schreef Hartevelt in 2014 de roman ‘De verkwanseling van een kroonjuweel’, die veel stof deed opwaaien.
De fatale etappe is zijn tiende boek bij Uitgeverij In de Knipscheer.
ISBN 9789493214125 | paperback | 312 pagina's | In de Knipscheer | september 2020
© Marjo, 11 oktober 2020
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Zonder zintuigen
Ed James
Inspecteur Aidan Corcoran en forensisch psycholoog Marie Palmer zijn de hoofdpersonen in een nieuwe serie misdaadromans.
Hun eerste zaak is bizar: iemand ontvoert zijn slachtoffers, onderwerpt hen aan specifieke martelingen en gooit hen dan ergens op straat: naakt en totaal ontredderd. Ze weten nauwelijks wat hen overkomen is.
‘Ik blijf maar denken aan de trauma’s die Sarah en Howard hebben opgelopen. Kun je je voorstellen hoe het geweest moet zijn?’
De eerste die gevonden wordt is Sarah, een jonge vrouw die al zes weken vermist werd, ze is tijdens het hardlopen verdwenen. Vel over been en uitgehongerd wordt ze teruggevonden. Het is maar de vraag of ze dit zal overleven. Ze kan nauwelijks praten en het duurt dan ook een tijdje voor ze de politie het weinige dat ze zich herinnert kan vertellen.
Intussen wordt een tweede slachtoffer gevonden, een man, die maar blijft schreeuwen en zingen, een kinderliedje over een zeepaardje. Hij heeft het over cellen, bij eentje daarvan heeft hij de naam Sarah zien staan. Dezelfde dader dus, maar wat is zijn motief? Waarom laat hij zijn slachtoffers in leven? Ook wisselt hij van locatie, hetgeen het nog lastiger maakt voor Corcoran en Palmer, ze moeten ook samenwerken met andere politiekorpsen.
Behalve dat ze een dader moeten zien te vinden die toch echt compleet gestoord moet zijn, liggen de twee ook regelmatig met elkaar in de clinch. Maar dat leidt juist tot ideeën en misschien een oplossing. Het aanvankelijke wantrouwen maakt plaats voor waardering. Ze vormen een prima team voor meer verhalen.
De aanleiding tot de ontknoping is opnieuw een ontvoering. En nog eentje…
Als Corcoran met zijn team de achtergrond van de slachtoffers gaat onderzoeken, ontdekken ze eindelijk de link. Maar daarmee hebben ze nog niet de dader te pakken!
Boven de hoofdstukken staat de datum en tijd, en degene vanuit wens oogpunt het verhaal verteld gaat worden. Er is een goede afwisseling, die natuurlijk ook zorgt voor cliffhangers. Maar je wil toch wel doorlezen, het is erg spannend, en intrigerend. Het verhaal is zo bizar dat je bijna geen logische ontknoping verwacht. Toch komt die er…
Dat Marie Palmer deel uitmaakt van het team zorgt voor de psychologische benadering en diepgang.
Ed James is een Schotse schrijver. In Groot-Brittannië heeft hij zijn sporen al lang verdiend als auteur van ruim twintig titels, onder andere een reeks thrillers rondom inspecteur Simon Fenchurch.
Zonder zintuigen is het eerste dat vertaald werd in het Nederlands.
ISBN 9789402705478 | paperback | 384 pagina's | Uitgeverij Harper Collins | augustus 2020
Vertaald uit het Engels door Angelique Verheijen
© Marjo, 8 oktober 2020
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Pagina 34 van 217