Gebroken glas
Anja Feliers
Waarom wil de zeventienjarige Emmy een einde maken aan haar leven? Is het alleen omdat ze niet kan verwerken dat haar moeder Isabel het gezin zonder opgaaf van redenen in de steek heeft gelaten? Of is er meer aan de hand?
Het is, beseft ze achteraf, een groot geluk dat haar broer Matteo net op tijd thuiskwam om haar te redden. Het brengt het verkleinde gezin in rep en roer. Mathijs, de vader, chirurg van beroep, staat er op dat Emmy hulp zoekt. Zo komt ze terecht bij Kathleen, die een dienst verleent aan haar vriendin Liesbeth, de zus van Mathijs. Ze zit zelf nog in de lappenmand na de scheiding van haar man Lennert en de problemen in haar nieuwe relatie met Lucas.
Zowel met de eerste als de tweede man is ze eigenlijk nog niet klaar. Ze maken op een of andere manier nog deel van haar leven, zo komt ze niet tot rust. Maar Emmy en diens problemen fascineren haar. Ze voelt dat er iets is wat het meisje niet vertelt, en drukt haar op het hart dat ze altijd, al is het midden in de nacht, kan bellen.
Het is inderdaad niet alleen het plotselinge vertrek van moeder Isabel dat Emmy dwars zit. Haar vriend Tom, ook buurjongen, heeft pas de relatie beëindigd, ook al zonder te zeggen waarom. Matteo wil zijn zus helpen en stapt naar Tom, om naar de reden van de breuk te vragen. Hij ontdekt schokkende dingen.
Als Emmy besluit weer om te gaan met haar vriendinnen, valt een man haar lastig. Dit voorval triggert evenwel iets, waar ze mee naar Kathleen stapt. Mathijs heeft nog een probleem: moet hij Isabel inlichten? Als Kathleen zegt van wel, staat zijn ex wel meteen op de stoep…
Achteraf weet je als lezer dat er kleine aanwijzingen waren dat er meer gebeurd was dan er verteld wordt, maar pas heel laat, het boek is al half uit, wordt duidelijk dat het toch echt een thriller is. Als je het volhoudt tot daar, wil je wel doorlezen, dan ben je intussen nieuwsgierig naar wat Emmy dan wel verbergt. Hetgeen haar overkomen is, kun je terecht een trauma noemen. De thema’s zijn machtsmisbruik, wraak en verdrongen emoties.
Een chickthriller dus, met heel veel relatieproblemen en tenslotte toch spanning en gevaarlijke situaties. En een daverend slot.
Anja Feliers (1971, Bilzen) is een Vlaams schrijfster van kinderboeken en boeken voor volwassenen. Zij woont in Rekem, waar dit negende boek rond dezelfde hoofdpersoon, de psychologe Kathleen Verlinden zich afspeelt.
ISBN 9789463831109 | Paperback | 292 pagina’s | Uitgeverij van Halewijck | september 2019
© Marjo, 27 januari 2020
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
De Quantumdetectives
Theo Barkel & Johan Klein Haneveld
2035. Het gaat niet goed in Nederland: in het oosten komen steeds vaker aardbevingen voor en in het westen rukt het water steeds verder op. Wil men belangrijke oudere gebouwen in goede staat houden, dan zal er flink gerenoveerd moeten worden om te voorkomen dat al die gebouwen instorten.
Intussen heeft de technologie een vaart genomen: mensen hebben een ingebouwde chip, een microsmartphone als het ware: door oogbewegingen kan men communiceren, een gps-systeem of zelfs een browser opstarten. Auto’s rijden zelf, terwijl de inzittende andere dingen doet; ook in kleding zitten allerlei foefjes ingebouwd. Maar er is nog steeds geen kruid gewassen tegen ziektes als malaria, zodat Rechercheur Nadine Sanders als enige beschikbaar is als er een vreemde zaak gemeld wordt.
Bouwlieden hebben bij onderzoek naar verziltingverschijnselen een loden kist ontdekt die in de muur ingemetseld zat. Niemand heeft op dat moment een vermoeden dat het de doos van Pandora is. In de kist wordt een lijk aangetroffen, dat daar al twintig jaar in zit, maar: het is in perfecte staat! Als de patholoog in bijzijn van Nadine en haar assistent Jamil begint aan de autopsie, doet hij daarbij opzienbarende ontdekkingen. De onbekende heeft onder zijn normale menselijke uiterlijk een metalen skelet! En zijn schedel blijkt van kristal te zijn.
‘Jullie halen toch niet een grap met mij uit, hè? 1 april is pas over een half jaar!’
Nadine stak verdedigend haar handen op en schudde haar hoofd. ‘Ik zou niet durven. Je hebt de beelden gezien. Dat ding kwam uit een twintig jaar oude loden kist.’
Het is bepaald geen grap. Dat zullen ze snel genoeg ontdekken. De patholoog geeft aan dat hij niets kan met een lijk dat geen lijk is. Er moet iemand anders bij gehaald worden. Dat wordt Arianne McDorwin van de TU Delft, een hoog gewaardeerde professor in de robotica, die eveneens gepubliceerd heeft over Atlantis, UFO’s en nog meer van dat soort bijzondere zaken. Ook heeft ze kennis van kristallen schedels.
Nadine wordt van de zaak gehaald: tenzij de robot bij een misdaad betrokken raakt, is deze zaak niet haar pakkie-an. Een misdaad in de bekende zin van het woord begaat de robot niet, maar er gebeuren wel allerlei kwalijke zaken waardoor Nadine er toch bij betrokken blijft.
Men denkt aan een terroristische aanslag als er in de kerncentrale ‘kleine storingen’ optreden. Die storingen nemen grote vormen aan, hele systemen worden lam gelegd.
Maar het is niet wat ze denken. De robot blijkt de aanstichter van een ramp: de aarde wordt overgenomen door robots. Eenmaal gevoed met straling lijken ze onoverwinnelijk. Maar zij zijn niet de enigen die een aanval op de aarde gepland hebben. Wie zijn die mensen die zich Men in Black noemen en die quantumvelden maken en beheersen? Wie is de echte vijand? Kan de mens dit overleven?
De Quantumdetectives is een sciencefiction verhaal met een beetje maatschappijkritiek. Het ontbreekt het duo Barkel-Klein Haneveld gelukkig niet aan talent om een nietsvermoedende lezer geboeid te houden als deze steeds verder verstrikt raakt in de ongebreidelde fantasie waaraan zij hem of haar bloot stellen. Het verhaal zit vol actie, en de spanning wordt rustig opgebouwd en ook de humor ontbreekt niet.
En er zit nog een klein addertje onder het gras: ruimte voor een vervolg?
Theo Barkel (1968, Rotterdam) is jarenlang hoofdredacteur geweest van een boek- en filmmagazine. Hij heeft al verschillende romans op zijn naam staan en vele artikelen over uiteenlopende onderwerpen.
Johan Klein Haneveld schreef onder andere het Fantasytweeluik 'De Krakenvorst'. Tevens is hij vaste medewerker van het SF-tijdschrift Fantastische Vertellingen.
ISBN 9789078437710 | paperback | 212 pagina’s | Uitgeverij Macc | december 2019
© Marjo, 15 januari 2020
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Perfecte resten
Helen Fields
In het eerste hoofdstuk zien we hoe een man het lichaam van een vrouw verbrandt, nadat hij eerst nog even haar linkerbovenarm heeft gebroken. Hij laat wat losse tanden in de mond van het slachtoffer vallen en hij laat ook nog een met bloed besmeurd stuk stof van een zijden sjaal achter, waar hij een zware steen op legt. Elders laat hij een metalen honkbalknuppel, zonder vingerafdrukken, maar met wat bloedresten onder wat stenen achter en een meter verderop laat hij nog een tand met wat draadjes tandvlees vallen. Hier schopt hij wat aarde overheen en vervolgens keert de man terug naar huis.
In de volgende hoofdstukken maken we kennis met Luc Callanach en Ava Turner, die bij de politie in Edinburgh werken. Luc Callanachs heeft bij Interpol in Frankrijk gewerkt en wordt door z’n nieuwe collega’s gezien als een buitenstaander, die niet echt welkom is. In Edinburgh wordt juriste Elaine Buxton vermist en vermoed wordt dat het lichaam, dat in het eerste hoofdstuk verbrand wordt, en dat zich in de Cairngorms bevindt, wel eens van de vermiste vrouw kan zijn.
Al snel maken we kennis met Reginald King, die zich dr. King noemt. Hij werkt als administratief medewerker op de universiteit en is een narcistisch, misogyn en sadistisch mannetje. Hij is van mening dat hij een betere positie verdient, omdat hij per slot van rekening ook af is gestudeerd. Dat hij z’n diploma heeft gekregen van een vage Amerikaanse universiteit, die iedereen die een proefschrift en het juiste geldbedrag stuurt, een diploma geeft, vindt hij niet ter zake doen. We leren ook dat hij de ontvoerder van Elaine Buxton is en dat de vrouw nog in leven is. Haar tanden zijn verwijderd en samen met het lichaam van een anonieme prostituee gebruikt om de politie er van te overtuigen dat Elaine Buxton dood is.
Dan verdwijnt er een tweede vrouw. Dit is dominee Jayne Magee en via de kerk waar zij actief is wordt de politie de hulp van professor Edward Harris opgedrongen. Hij is lid van de kerk en biedt z’n diensten gratis aan. Hij heeft ervaring met misdaadanalyse en weliswaar is de chef van Luc Callanach ook niet echt gelukkig met zijn ‘hulp’, maar hem afwijzen is lastiger dan het maar accepteren. Dat het profiel dat de professor schetst totaal niet klopt, weet de lezer al, want het boek laat vrij gedetailleerd zien wat Reginald King met z’n slachtoffers doet. De spanning zit dus meer in de vraag of de politie nog op tijd zal komen om z’n slachtoffers te redden, waarbij je je overigens nog af kunt vragen hoe de slachtoffers ooit nog een normaal leven zullen kunnen leiden.
Ava Turner is vooral bezig met een andere zaak. Er zijn namelijk 2 dode baby’s gevonden en later wordt een derde baby gevonden, die nog in leven is. Als men ontdekt hoe deze zaak in elkaar zit en Ava Turner zich hierover uitspreekt, wordt ze op non-actief gezet, omdat haar uitspraken niet goed vallen in bepaalde kringen.
Al met al is het toch wel een spannende thriller, hoewel Reginald King toch wel een beetje eendimensionaal blijft. Verwacht geen dieper liggende achtergrond, behalve dat de dader een enorme engerd is, die vooral van mening lijkt te zijn dat hij geweldig is en dat iedere vrouw eigenlijk zijn mindere is.
Ik kijk uit naar een volgend boek over Luc Callanach en Ava Turner en hoop dat dan niet direct duidelijk is wie de dader is. Ook de gruwelijke details zouden misschien ietsje minder kunnen. Het lezen vergt in ieder geval een sterke maag.
ISBN 978 90 263 4699 6 | Paperback | 409 pagina’s | Ambo Anthos | september 2019
Vertaald door Ernst de Boer en Ankie Klootwijk
© Renate 12 januari 2020
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Vrouwen zonder genade
Camilla Läckberg
De MeToo-beweging is een beweging tegen seksueel grensoverschrijdend gedrag. Zij begon in oktober 2017 met de hashtag #MeToo op Twitter en andere sociale media die viraal ging en in vele landen in verschillende benamingen navolging kreeg.
In deze thriller ontdekken drie vrouwen dat ook zij sterker zijn dan ze dachten, en vooral ook sterker dan hun mannen aannamen!
Ingrid en Tommy vormen een succesvol echtpaar. Tommy is hoofdredacteur bij een krant met een goede naam, terwijl Ingrid haar veelbelovende baan als journaliste opgegeven heeft toen hun dochter geboren werd. Dat was haar eigen keus, maar nu ze ontdekt heeft dat haar man vreemd gaat, beseft ze dat terwijl hij doet wat hij wil, zij op een zijspoor gezet is. Als ze bovendien ontdekt dat Tommy, die goed in de smaak vallende artikelen schrijft over de Me-Too beweging, maar tegelijk twee vrouwelijke collega’s die aangeven dat collega’s op de krant werken hen aangerand hebben, weigert te helpen, is de maat vol.
Victoria dacht jaren terug het geluk gevonden te hebben: via een contactadvertentie is zij vanuit Rusland naar Zweden gekomen en getrouwd met Malte, die zo aardig leek. Maar al snel ontpopte hij zich tot een tiran, die Victoria ziet als een slavin, een postorderbruid die hij volledig in zijn macht heeft.
De derde vrouw is Birgitta, een leerkracht die bijna aan haar pensioen toe is. Haar man mishandelt haar, zo erg dat ze de oproepen voor onderzoeken uit het ziekenhuis naast zich neerlegt: dan zou men immers zien hoe ze er aan toe is. Ze moet die onderzoeken ondergaan omdat er borstkanker bij haar geconstateerd is. Haar kinderen zijn het huis al uit, niet meer afhankelijk van haar.
Birgitta bedenkt een plan dat definitieve vormen aanneemt als ze online in contact komt met Victoria en Ingrid. Ze zullen afrekenen met hun arrogante en dominante mannen…
De vrouwen nemen een besluit, en brengen hun plan zonder daar verder over na te denken ten uitvoer. Het boek had makkelijk een heleboel pagina’s dikker kunnen zijn, als Camilla Läckberg er voor gekozen zou hebben om de karakters dieper uit te werken, meer te vertellen over hun situatie, over eventuele twijfels en beweegredenen. Maar de kracht van dit verhaal ligt juist in de snelle afwikkeling. De hoofdstukken, met steeds een ander vertelperspectief, zijn kort, en ook de manier van schrijven is kordaat: korte zinnen, geen uitweidingen.
Er zijn drie delen: deel een schetst de situatie, deel twee en drie de uitvoering en dan volgt nog een epiloog. Kort maar krachtig, met de onderliggende boodschap dat wij vrouwen ons niet moeten laten koeioneren!
De Zweedse Camilla Läckberg (1974) is van huis uit econoom, maar is uitgegroeid tot een van de bestverkopende Zweedse thrillerauteurs. Inmiddels zijn een groot aantal boeken van haar verfilmd.
ISBN 9789044356274 | Hardcover | 156 pagina’s | Uitgeverij House of the Books | november 2019
© Marjo, 14 januari 2020
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Stof
Joanne Carlton
San Francisco. Het einde van de wereld is snel. Als de eerste giftige stofwolk over de aarde neerdaalt is niemand zich nog bewust van dat feit, maar bij de volgende wolken is het duidelijk: dit overleeft niemand. Geen mens, geen dier. Gebouwen storten in, gewassen, planten en bomen, alles verdwijnt onder een dikke laag stof. Het gaat snel.
Het is 23 augustus 1996. Simon James bereidt zich voor op het einde. Drie weken eerder was alles nog normaal. Simon en Lisa waren gelukkig met hun zoon Charlie en hond Max. En het is nog maar iets meer dan twee weken terug dat hij eerst zijn zoontje moest begraven, samen met de hond Max, zijn grote vriend. Zijn vrouw was al ziek, ook zij ligt in de tuin begraven. Ze heeft hem laten beloven dat als er een mogelijkheid zou zijn om te overleven, hij die kans moest grijpen. Ze kende hem te goed: dat zou hij niet willen.
Alleen achtergebleven met de stervende wereld om zich heen, heeft ook Simon het besluit genomen: vandaag is de laatste dag. Dagenlang al zit hij opgesloten in zijn huis, ver weg van alles en iedereen, de ramen en deuren dichtgetimmerd. Zijn laatste dag zou hij in stilte doorbrengen. Geen geluid, lawaai of stemmen, zelfs geen gezoem van elektriciteit. En dan dringen mannen zijn huis binnen. Mannen met maskers die mond en neus bedekken. Zij dragen spierwitte overalls en felgele laarzen, en hebben een zuurstoftank mop hun rug.
‘Sta op, meneer James. De klok tikt snel en er is nog veel werk aan de winkel. Gaat u mee naar onze basis.’
Simon is dat niet van plan, maar hij heeft een zwakke plek: het hondje dat een tijdje terug opdook voor zijn deur. Een hulpeloos wezen, dat Simon volledig vertrouwt. En deze mannen dreigen de hond te vermoorden. Ze hoeven hem maar buiten te zetten. Het stof zal zijn werk doen.
Simon weet wat de bedoeling is. Kim, degene die nu alles voor het zeggen heeft, wil Simon hebben. Hij zal Adam worden, en leven in de Cocon. Dat is een immens grote glazen koepel, volledig zelfvoorzienend. Het werd gebouwd om te testen hoe de mens ooit op Mars zou kunnen overleven. Nu dient het om te kunnen overleven. Adam en Eva, poëtischer kan het niet. Het idee is ontwikkeld door Kim, de absolute leider. Zij is zo machtig dat tegenwerking nauwelijks zin heeft. Maar Simon zou Simon niet zijn als hij zich willoos naar de Cocon liet brengen. Waar hij maar kan biedt hij weerstand.
‘Kim heeft de Cocon veel krachtiger gemaakt, maar we hebben de aanpassingen nog niet kunnen uittesten. Bovendien zul je op een gegeven moment – zodra het stof is weggetrokken – terechtkomen in een primitievere wereld dan je nu gewend bent.’
‘Wat wil je nu precies zeggen?‘ vraag ik geschrokken.
‘Dat je niet lang overleeft als je je blijft vastklampen aan oude gewoonten, Adam. Niemand komt je redden en er is geen elektriciteit tot beschikking. Alle luxe en technologie die je kent, verdwijnt voorgoed. Je moet vergeten dat die ooit hebben bestaan, want je bent niet in de mogelijkheid om dingen uit het verleden zomaar te repareren. Je komt in een geheel nieuwe, apocalyptische wereld terecht die jij en je nageslacht de komende jaren zullen leren kennen.’
De oplettende lezer heeft al gezien dat dit dystopische verhaal niet zoals gebruikelijk in de toekomst speelt, maar in het verleden. Dat geeft voor de schrijfster de mogelijkheid maatschappijkritische steken onder water te geven naar de huidige maatschappij. Het is namelijk niet het verhaal van wat er gebeurt na de stofwolken, er zijn delen die zich tevoren afspelen. Delen waarin we door Simons ogen moeten aanzien hoe de wereld naar de knoppen gaat. Zoals we weten gaat het met het klimaat, de oorlogen overal, en de negatieve kanten van de moderne technologie niet de goede kant op.
Dat gegeven verwerkt Joanne Carlton in een spannende 'what if' thriller.
Als je nog niet nadacht over onze toekomst, dan doe je dat na het lezen van dit boek wel.
Joanne Carlton is het Engelstalige pseudoniem van Sandra J.Paul. Zij debuteerde in 2017 met het ontroerende Heart-Beat, vertaald als Hart-slag. Deze werd opgevolgd door de thriller ‘Kill me again’. ‘Stof’ is de vertaling van haar derde Engelstalige werk Dust.
ISBN 9789463886017 | paperback | 300 pagina’s | Uitgeverij Hamley books | augustus 2019
© Marjo, 12 januari 2020
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Stille wateren
Eva Nagelkerke
Het is bijna tien jaar geleden dat Sophie in paniek 112 belde. Ze heeft iets vreselijks gedaan, zegt ze tegen degenen die opneemt.
Als het verhaal verder gaat in 2018 woont de dan 29-jarige Sophie nog steeds in Hilversum bij haar ouders, die haar voortdurend controleren. Ze mag nergens naar toe in haar eentje, ook naar de wekelijkse therapiesessie en naar haar werk wordt ze gehaald en gebracht. Dat moet, zeggen haar ouders. Of: ‘het is beter zo’.
Als het nu nog gezellig in huis was, was het misschien nog te doen, maar haar moeder houdt zich aan strikte regels en ze laat duidelijk merken dat ze Sophie kwalijk neemt dat haar leven anders is dan ze had gewenst. En haar vader zwijgt. Er is nog een broer, Oscar, met wie ze iedere dinsdag gaat wandelen en pannenkoeken eten, maar ook Oscar kan of wil niet helpen.Hij heeft aan zijn eigen gezinnetje zijn handen vol.
Het leven van Sophie ziet er niet rooskleurig uit. En komt ze enigszins in opstand, dan dwingt haar moeder haar een extra pilletje te slikken. En dat terwijl ze zich niet eens herinnert wat ze dan wel gedaan heeft!
Sophie vertelt haar broer over de krantenknipsels die ze gevonden heeft gedaan heeft waarin zij ‘de witte dood’ genoemd wordt, zegt Oscar:
‘Je hebt iets ergs gedaan, Sophie, maar je bent geen slecht mens.’
Ze neemt een klein slokje van haar koud geworden muntthee. ‘Ik hoop maar dat zij dat ook vinden.’ brengt ze schor uit.’
Maar als ze vraagt of ze een cursus mag gaan volgen waarvoor ze enkele keren naar Utrecht zou moeten, weigeren haar ouders haar te brengen. Alleen gaan is uit den boze. Die cursus wordt niet alleen aanbevolen, maar ook betaald door haar werkgeefster.
Sophie werkt in een bloemenwinkel, wat ze tegen eigen verwachting in leuk vindt. Jacobien, de eigenaresse, begrijpt niet dat Sophie niet gewoon haar leven in eigen hand neemt. Als Sophie vertelt wat er eigenlijk gebeurd is, voor zover ze dat weet dan, brengt Jacobien haar aan het twijfelen. Er zijn zoveel vragen, en als Sophie zich niet herinnert wat er nu eigenlijk gebeurd is, is het dan wel gebeurd zoals men aanneemt?
Zo komt het dat Sophie op onderzoek uit gaat. En al snel blijkt dat er iemand is die niet wil dat de waarheid aan het licht komt.
Door middel van flashbacks - een spannend verhaal op zich! - komt de lezer er langzaam achter wat er voorgevallen is, toen Sophie in Utrecht studeerde en op kamers zat. Ook wordt er steeds gewisseld van verteller, en dat houdt de spanning er goed in. Het personage van Sophie kruipt onder je huid, terwijl je die moeder van haar wat zou willen aandoen!
Al is dit het eerste boek onder de naam Eva Nagelkerke, het is intussen al het derde boek van de zussen Alexandra en Victoria Nagelkerke en het smaakt naar nog meer! De plot is origineel, en goed uitgewerkt met een uitstekende spanningsboog, je wil gewoon doorlezen tot het uit is. En mocht je als lezer denken te weten hoe het zit, nou dan heb je het mooi mis!
Een nagelbijtertje, deze psychologische thriller!
Alexandra en Victoria Nagelkerke werden geboren in Amsterdam en groeiden op in een dorpje aan de Loosdrechtse Plassen.Hun eerste gezamenlijke boek verscheen in 2015 (Te Koop-thriller) en stond direct op de shortlist voor de Hebban Thriller Debuutprijs.
Na het verschijnen van hun tweede boek (Zwaartekracht-thriller) schreven zij twee seizoenen van de Storytel Original ‘de Mooiste Tijd van je Leven’, voorgelezen door Abbey Hoes.
ISBN 9789402704631 | Paperback | 320 pagina’s | Uitgeverij Harper Collins | oktober 2019
© Marjo, 7 januari 2020
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Ik zie je
Michael Berg
Carol Brodie kreeg als tip van haar psycholoog om eens op vakantie te gaan naar die ene plek waar ze ooit gelukkig was. Daar waar ze op vakantie was met haar toen nog gezonde vader, en hem aanmoedigde toen hij de beroemde berg op fietste.
Carol heeft last van een burn-out. Eerder schreef ze drie bestsellers, maar wat ze de laatste vijf jaar schreef, dat was pulp. Dat ze is gaan samenwonen met Simon, de man met wie ze tevoren een verhouding had, bleek ook geen vooruitgang. Toen hun ontmoetingen nog stiekem plaatsvonden – hij was getrouwd – was er meer vuur in hun relatie dan nu ze een woning delen. Simon blijkt nogal bezitterig en hij laat ook duidelijk merken dat hij het feit dat zij thrillers schrijft niet bijzonder vindt. Zelf schrijft hij als literaire journalist voor The Guardian.
Dan is er nog haar moeder, die zich als weduwe wentelt in zelfmedelijden en vindt dat haar dochter er voor haar moet zijn. En daarbij wordt zij gesteund door Simon.
Genoeg om niet lekker in je vel te zitten! Ze heeft ook de dood van haar vader nog niet verwerkt. Zij had een sterke band met hem.
Het is vooral door de herinneringen aan haar vader dat ze nu zonder het iemand te vertellen - en onder een andere naam - naar Zuid-Frankrijk reist, waar ze een gîte gehuurd heeft. Het is de bedoeling dat ze daar gaat fietsen, de grote hobby van haar vader, en dat ze daar weer inspiratie vindt voor een nieuw boek. Maar het lukt haar niet. Morgen, neemt ze zich steeds voor. Morgen ga ik echt beginnen, en ze drinkt nog een fles wijn leeg en steekt nog een sigaret op.
De kentering komt als ze vanaf haar terras de overbuurvrouw baantjes ziet trekken in haar zwembad. Met een telescoop kan ze goed zien wat er gebeurt. Zo is ze getuige van een moord: de vrouw wordt bedreigd door een luguber uitziende man, en zij slaat hem met een beeld neer. Ook ziet Carol hoe ze het lijk wegsleept en het terras schoonpoetst.
Ze zou de politie moeten bellen, ze hangt op voor ze iets verteld heeft.
Maar de vrouw intrigeert haar, en Caro, wil weten wat er gebeurd is. Waar hadden de twee ruzie over? Wat heeft ze met het lijk gedaan? Misschien kondigt zich hier haar nieuwe boek aan? Ze volgt de vrouw en zoekt informatie op internet. Haar aanspreken durft ze niet echt. Maar dan staat de vrouw ineens in haar huis. Met een pistool.
Als lezer begrijp je heel goed waarom Carol geïntrigeerd is geraakt. Dat ben je namelijk zelf ook! Met verrassende wendingen neemt Michael Berg je mee in een apart verhaal, dat je niet weg legt tot je weet hoe het afloopt. Twee vrouwen tegen die griezel? Kunnen ze dat wel aan?
En dan is ook Simon er nog, die blijft bellen en mailen, en eist dat Carol terug komt. En er is Luc, de verhuurder van het huis. Luc heeft een tweelingbroer, die een gendarme is, en die stelt vragen. Hij is degene die de telefoon aannam waarbij Carol tenslotte toch besloot niets te zeggen.
De couleur locale is volop aanwezig. We bevinden ons aan de voet van Mont Ventoux, en de weg voert door leuke kleine dorpjes, terwijl de fietsers zich zwetend omhoog wurmen.
Het is een misschien niet zo realistisch verhaal, maar spannend is het zeker. Te meer doordat het begint als een doorwrochte psychologische roman en het een hele tijd duurt voor die zich ontwikkelt tot een thriller. Maar de ontknoping is heel bijzonder!
Ik zie je is het negende boek van Michael Berg. Gelukkig heeft hij zelf geen last van een writer’s block, al blijkt hij zich prima te kunnen inleven in zo’n situatie. Hij woonde zelf in Frankrijk, waar hij meerdere boeken schreef.
Michael Berg (1956, Heerlen) studeerde Nederlands in Amsterdam en was leerling/repetitor aan de Kleinkunstacademie. Hij schreef liedjes voor radio, tv, theater en talloze artiesten, componeerde een kindermusical, schreef tekst en muziek voor een internationale kindertelevisieserie en was als componist/producer betrokken bij diverse cd’s. Verder schreef hij radioteksten, columns, een radiosoap en hoorspelen voor de AVRO.
ISBN 9789044351569 | Paperback | 245 pagina’s | Uitgeverij House of the Books | oktober 2019
© Marjo, 1 januari 2020
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Koelcel
David Koepp
In 1987 waren Roberto Diaz van het antibioterrorismeteam van het Pentagon en zijn collega Trini Romano betrokken bij een vreemd verschijnsel in de outback van Australië. In het dorp Kiwirrkurra bleek een agressieve schimmel actief. Toen de twee onderzoekers daar aankwamen had de schimmel de bevolking uitgeroeid. Het dorp was uitgestorven.
Ze hebben het gebied laten bombarderen om ieder spoor te vernietigen maar: ze namen wel een monster mee. Dat werd in een oude mijn, nu een militaire opslagplaats, opgeslagen, negentig meter onder de grond, Volkomen veilig, dachten ze.
En men vergeet.
Dertig jaar later is het militaire complex overgenomen door een uitbater van een Self Storage-complex. Als twee bewakers een vreemde piep horen, gaan ze op onderzoek uit. Intussen gebruikt de uitbater zijn opslagruimte ook voor heling en juist die avond is hij bezig met het verhandelen van televisies.
De bewakers, Naomi en Travis, hebben geen idee waar ze mee bezig zijn, en zetten onbedoeld de deur open voor de schimmel, die hoewel beperkt door de kou en weinig voedingstoffen, al die jaren wel degelijk actief is gebleven daar onder in de mijn. Naomi vindt een aanduiding van de organisatie die verantwoordelijk is voor die ondergrondse ruimte, en gelukkig is ze slim genoeg om een telefoontje te plegen. Zo komen Roberto Diaz en Trini Romano weer in beeld. Intussen zijn zij niet meer zo krasse zeventigers. Trini is fysiek niet meer in staat mee naar de mijn te gaan en ook Roberto moet daar het belangrijkste werk overlaten aan twee burgers. Travis en Naomi dus.
Intussen zijn de eigenaar en de kopers gearriveerd, en de voormalig geliefde van Naomi.
Het wordt al snel duidelijk dat het schimmel niet onderschat moet worden…
‘Het was een enerverende nacht voor het hert. Nadat Mike het dier met zijn pistool had geëxecuteerd in de berm van Highway 16, had het een tijdlang in absolute duisternis verkeerd, om vervolgens abrupt te ontwaken n de kofferbalk van een auto toen er een krankzinnige kat met een half gezicht boven op hem was komen staan. (-) Het hert had geen bijster groot bewustzijn en was dus niet geïnteresseerd in een antwoord op de vraag hoe een pathogene, muterende schimmel, die in een verzegelde ondergrondse omgeving opgeslagen was geweest, er om te beginnen in was geslaagd bovengronds in de kofferbak van een Chevy Caprice ’96 terecht te komen. Toch was het een legitieme vraag.’
Hierop volgt een gedetailleerde van een paar pagina’s hoe dat zo gekomen is.
Spannend is het verhaal op zich wel, maar het wordt met zeer veel details geschreven, en lijkt dus niet op een filmische stijl die je zou verwachten van David Koepp. Maar voor iemand die graag leest over dystopische situaties is het een prima tussendoortje.
David Koepp is een Amerikaanse filmregisseur en scenarioschrijver. Jurassic Park, Mission: Impossible en Spider-Man behoren tot zijn bekendste films.
ISBN 9789402703566| Paperback | 304 pagina’s | Uitgeverij Harper Collins | september 2019
Vertaald uit het Engels door Tasio Ferrand
© Marjo, 31 december 2019
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Honderd kamers
Maxime Paredis
In een enorm huis wonen de zussen Robin en Emma met hun moeder. De laatste tijd slapen de meisjes allebei niet zo goed. Dan gaan ze dwalen door het huis met de vele kamers. Dat is zo groot dat de meisjes in de ene vleugel wonen en hun moeder in de andere. In het midden ligt het oorspronkelijke deel van het huis dat niet bewoond wordt.
Op een van die tochten hebben ze een schriftje gevonden, waar duidelijk een heleboel pagina’s uitgescheurd waren. Achterin stond nog tekst.
‘Het loopt helemaal fout. Waar komen in ’s hemelsnaam die diepe schrammen vandaan?
Ik voel me echt niet meer veilig in dit verdomde huis.
Als ik opnieuw kon beginnen, zou ik alles anders doen. Maar nu is het te laat.’
De zussen proberen uit te zoeken wie de schrijver is, en wat de tekst betekent, maar ze vinden niet veel meer dan kleine aanwijzingen. Wie is die Alice waar ze verwijzingen naar vinden? Wat is er gebeurd in dit huis zoveel jaar eerder?
En dan is Emma verdwenen. Wat moet ze daar buiten in dat enorme bos dat zich om het huis heen bevindt? Samen met haar moeder Fiona gaat Robin op zoek. Robin vindt dat haar moeder vreemd doet, maar dat zal de angst wel zijn. Als Robin een papiersnipper vindt met de letters Ali erop, denkt ze te weten waar Emma is. Maar de spulletjes die ze eerder samen met haar zus had ontdekt, zijn nu verdwenen. Robin begrijpt er niets meer van. Waar is Emma toch?
Tegelijk wordt er een verhaal verteld over Jasper die met zijn vrouw Sofie zijn intrek neemt in het huis. Hetzelfde huis, midden in het uitgestrekte bos. Hun twee dochtertjes Merel en Clara zijn pas vijf en drie jaar oud, ze zijn druk, en Sofie kan het allemaal niet aan: ze is fysiek niet op haar best. Twee jonge kinderen, de verhuizing, en een man die ze er van verdenkt met haar beste vriendin te hebben gescharreld. Kan ze hem nog wel vertrouwen? Eigenlijk wil Sofie dat niet, maar hij huurt een jonge vrouw in om te komen helpen. En Alice is inderdaad een goede hulp.
Maar de achterdocht van Sofie verdwijnt niet. Ze voelt zich niet veilig. Er zit niets anders op: ze moet weg hier. Weg uit dat vervloekte huis. Weg van Jasper…
Als lezer heb je heel lang geen enkel idee wat deze twee verhalen behalve dan de locatie met elkaar gemeen hebben. Tergend langzaam werkt de schrijver naar een verrassende en spannende ontknoping. Korte hoofdstukken, die steeds nieuwe vragen oproepen, geschreven in een haast filmische stijl, met details die een griezelig effect hebben. Het is vaak donker, de gangen zijn lang, de wind waait om het huis…
Sofie leren we aardig goed kennen, de andere vrouwen een stuk minder.
Honderd kamers wordt een psychologische thriller genoemd, maar de nadruk ligt op het laatste woord. Maar spannend is het absoluut, en in de wetenschap dat dit een debuut is, belooft dat wat!
Maxime Paredis (1990) werkt als auteur en vertaler in en rond Gent.
ISBN 9789462421073 | Paperback | 296 pagina’s | Uitgeverij Kramat | september 2019
© Marjo, 29 december 2019
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Pagina 36 van 214