
Karen Sander
Perfecte resten
Helen Fields
In het eerste hoofdstuk zien we hoe een man het lichaam van een vrouw verbrandt, nadat hij eerst nog even haar linkerbovenarm heeft gebroken. Hij laat wat losse tanden in de mond van het slachtoffer vallen en hij laat ook nog een met bloed besmeurd stuk stof van een zijden sjaal achter, waar hij een zware steen op legt. Elders laat hij een metalen honkbalknuppel, zonder vingerafdrukken, maar met wat bloedresten onder wat stenen achter en een meter verderop laat hij nog een tand met wat draadjes tandvlees vallen. Hier schopt hij wat aarde overheen en vervolgens keert de man terug naar huis.
In de volgende hoofdstukken maken we kennis met Luc Callanach en Ava Turner, die bij de politie in Edinburgh werken. Luc Callanachs heeft bij Interpol in Frankrijk gewerkt en wordt door z’n nieuwe collega’s gezien als een buitenstaander, die niet echt welkom is. In Edinburgh wordt juriste Elaine Buxton vermist en vermoed wordt dat het lichaam, dat in het eerste hoofdstuk verbrand wordt, en dat zich in de Cairngorms bevindt, wel eens van de vermiste vrouw kan zijn.
Al snel maken we kennis met Reginald King, die zich dr. King noemt. Hij werkt als administratief medewerker op de universiteit en is een narcistisch, misogyn en sadistisch mannetje. Hij is van mening dat hij een betere positie verdient, omdat hij per slot van rekening ook af is gestudeerd. Dat hij z’n diploma heeft gekregen van een vage Amerikaanse universiteit, die iedereen die een proefschrift en het juiste geldbedrag stuurt, een diploma geeft, vindt hij niet ter zake doen. We leren ook dat hij de ontvoerder van Elaine Buxton is en dat de vrouw nog in leven is. Haar tanden zijn verwijderd en samen met het lichaam van een anonieme prostituee gebruikt om de politie er van te overtuigen dat Elaine Buxton dood is.
Dan verdwijnt er een tweede vrouw. Dit is dominee Jayne Magee en via de kerk waar zij actief is wordt de politie de hulp van professor Edward Harris opgedrongen. Hij is lid van de kerk en biedt z’n diensten gratis aan. Hij heeft ervaring met misdaadanalyse en weliswaar is de chef van Luc Callanach ook niet echt gelukkig met zijn ‘hulp’, maar hem afwijzen is lastiger dan het maar accepteren. Dat het profiel dat de professor schetst totaal niet klopt, weet de lezer al, want het boek laat vrij gedetailleerd zien wat Reginald King met z’n slachtoffers doet. De spanning zit dus meer in de vraag of de politie nog op tijd zal komen om z’n slachtoffers te redden, waarbij je je overigens nog af kunt vragen hoe de slachtoffers ooit nog een normaal leven zullen kunnen leiden.
Ava Turner is vooral bezig met een andere zaak. Er zijn namelijk 2 dode baby’s gevonden en later wordt een derde baby gevonden, die nog in leven is. Als men ontdekt hoe deze zaak in elkaar zit en Ava Turner zich hierover uitspreekt, wordt ze op non-actief gezet, omdat haar uitspraken niet goed vallen in bepaalde kringen.
Al met al is het toch wel een spannende thriller, hoewel Reginald King toch wel een beetje eendimensionaal blijft. Verwacht geen dieper liggende achtergrond, behalve dat de dader een enorme engerd is, die vooral van mening lijkt te zijn dat hij geweldig is en dat iedere vrouw eigenlijk zijn mindere is.
Ik kijk uit naar een volgend boek over Luc Callanach en Ava Turner en hoop dat dan niet direct duidelijk is wie de dader is. Ook de gruwelijke details zouden misschien ietsje minder kunnen. Het lezen vergt in ieder geval een sterke maag.
ISBN 978 90 263 4699 6 | Paperback | 409 pagina’s | Ambo Anthos | september 2019
Vertaald door Ernst de Boer en Ankie Klootwijk
© Renate 12 januari 2020
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Vrouwen zonder genade
Camilla Läckberg
De MeToo-beweging is een beweging tegen seksueel grensoverschrijdend gedrag. Zij begon in oktober 2017 met de hashtag #MeToo op Twitter en andere sociale media die viraal ging en in vele landen in verschillende benamingen navolging kreeg.
In deze thriller ontdekken drie vrouwen dat ook zij sterker zijn dan ze dachten, en vooral ook sterker dan hun mannen aannamen!
Ingrid en Tommy vormen een succesvol echtpaar. Tommy is hoofdredacteur bij een krant met een goede naam, terwijl Ingrid haar veelbelovende baan als journaliste opgegeven heeft toen hun dochter geboren werd. Dat was haar eigen keus, maar nu ze ontdekt heeft dat haar man vreemd gaat, beseft ze dat terwijl hij doet wat hij wil, zij op een zijspoor gezet is. Als ze bovendien ontdekt dat Tommy, die goed in de smaak vallende artikelen schrijft over de Me-Too beweging, maar tegelijk twee vrouwelijke collega’s die aangeven dat collega’s op de krant werken hen aangerand hebben, weigert te helpen, is de maat vol.
Victoria dacht jaren terug het geluk gevonden te hebben: via een contactadvertentie is zij vanuit Rusland naar Zweden gekomen en getrouwd met Malte, die zo aardig leek. Maar al snel ontpopte hij zich tot een tiran, die Victoria ziet als een slavin, een postorderbruid die hij volledig in zijn macht heeft.
De derde vrouw is Birgitta, een leerkracht die bijna aan haar pensioen toe is. Haar man mishandelt haar, zo erg dat ze de oproepen voor onderzoeken uit het ziekenhuis naast zich neerlegt: dan zou men immers zien hoe ze er aan toe is. Ze moet die onderzoeken ondergaan omdat er borstkanker bij haar geconstateerd is. Haar kinderen zijn het huis al uit, niet meer afhankelijk van haar.
Birgitta bedenkt een plan dat definitieve vormen aanneemt als ze online in contact komt met Victoria en Ingrid. Ze zullen afrekenen met hun arrogante en dominante mannen…
De vrouwen nemen een besluit, en brengen hun plan zonder daar verder over na te denken ten uitvoer. Het boek had makkelijk een heleboel pagina’s dikker kunnen zijn, als Camilla Läckberg er voor gekozen zou hebben om de karakters dieper uit te werken, meer te vertellen over hun situatie, over eventuele twijfels en beweegredenen. Maar de kracht van dit verhaal ligt juist in de snelle afwikkeling. De hoofdstukken, met steeds een ander vertelperspectief, zijn kort, en ook de manier van schrijven is kordaat: korte zinnen, geen uitweidingen.
Er zijn drie delen: deel een schetst de situatie, deel twee en drie de uitvoering en dan volgt nog een epiloog. Kort maar krachtig, met de onderliggende boodschap dat wij vrouwen ons niet moeten laten koeioneren!
De Zweedse Camilla Läckberg (1974) is van huis uit econoom, maar is uitgegroeid tot een van de bestverkopende Zweedse thrillerauteurs. Inmiddels zijn een groot aantal boeken van haar verfilmd.
ISBN 9789044356274 | Hardcover | 156 pagina’s | Uitgeverij House of the Books | november 2019
© Marjo, 14 januari 2020
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Stof
Joanne Carlton
San Francisco. Het einde van de wereld is snel. Als de eerste giftige stofwolk over de aarde neerdaalt is niemand zich nog bewust van dat feit, maar bij de volgende wolken is het duidelijk: dit overleeft niemand. Geen mens, geen dier. Gebouwen storten in, gewassen, planten en bomen, alles verdwijnt onder een dikke laag stof. Het gaat snel.
Het is 23 augustus 1996. Simon James bereidt zich voor op het einde. Drie weken eerder was alles nog normaal. Simon en Lisa waren gelukkig met hun zoon Charlie en hond Max. En het is nog maar iets meer dan twee weken terug dat hij eerst zijn zoontje moest begraven, samen met de hond Max, zijn grote vriend. Zijn vrouw was al ziek, ook zij ligt in de tuin begraven. Ze heeft hem laten beloven dat als er een mogelijkheid zou zijn om te overleven, hij die kans moest grijpen. Ze kende hem te goed: dat zou hij niet willen.
Alleen achtergebleven met de stervende wereld om zich heen, heeft ook Simon het besluit genomen: vandaag is de laatste dag. Dagenlang al zit hij opgesloten in zijn huis, ver weg van alles en iedereen, de ramen en deuren dichtgetimmerd. Zijn laatste dag zou hij in stilte doorbrengen. Geen geluid, lawaai of stemmen, zelfs geen gezoem van elektriciteit. En dan dringen mannen zijn huis binnen. Mannen met maskers die mond en neus bedekken. Zij dragen spierwitte overalls en felgele laarzen, en hebben een zuurstoftank mop hun rug.
‘Sta op, meneer James. De klok tikt snel en er is nog veel werk aan de winkel. Gaat u mee naar onze basis.’
Simon is dat niet van plan, maar hij heeft een zwakke plek: het hondje dat een tijdje terug opdook voor zijn deur. Een hulpeloos wezen, dat Simon volledig vertrouwt. En deze mannen dreigen de hond te vermoorden. Ze hoeven hem maar buiten te zetten. Het stof zal zijn werk doen.
Simon weet wat de bedoeling is. Kim, degene die nu alles voor het zeggen heeft, wil Simon hebben. Hij zal Adam worden, en leven in de Cocon. Dat is een immens grote glazen koepel, volledig zelfvoorzienend. Het werd gebouwd om te testen hoe de mens ooit op Mars zou kunnen overleven. Nu dient het om te kunnen overleven. Adam en Eva, poëtischer kan het niet. Het idee is ontwikkeld door Kim, de absolute leider. Zij is zo machtig dat tegenwerking nauwelijks zin heeft. Maar Simon zou Simon niet zijn als hij zich willoos naar de Cocon liet brengen. Waar hij maar kan biedt hij weerstand.
‘Kim heeft de Cocon veel krachtiger gemaakt, maar we hebben de aanpassingen nog niet kunnen uittesten. Bovendien zul je op een gegeven moment – zodra het stof is weggetrokken – terechtkomen in een primitievere wereld dan je nu gewend bent.’
‘Wat wil je nu precies zeggen?‘ vraag ik geschrokken.
‘Dat je niet lang overleeft als je je blijft vastklampen aan oude gewoonten, Adam. Niemand komt je redden en er is geen elektriciteit tot beschikking. Alle luxe en technologie die je kent, verdwijnt voorgoed. Je moet vergeten dat die ooit hebben bestaan, want je bent niet in de mogelijkheid om dingen uit het verleden zomaar te repareren. Je komt in een geheel nieuwe, apocalyptische wereld terecht die jij en je nageslacht de komende jaren zullen leren kennen.’
De oplettende lezer heeft al gezien dat dit dystopische verhaal niet zoals gebruikelijk in de toekomst speelt, maar in het verleden. Dat geeft voor de schrijfster de mogelijkheid maatschappijkritische steken onder water te geven naar de huidige maatschappij. Het is namelijk niet het verhaal van wat er gebeurt na de stofwolken, er zijn delen die zich tevoren afspelen. Delen waarin we door Simons ogen moeten aanzien hoe de wereld naar de knoppen gaat. Zoals we weten gaat het met het klimaat, de oorlogen overal, en de negatieve kanten van de moderne technologie niet de goede kant op.
Dat gegeven verwerkt Joanne Carlton in een spannende 'what if' thriller.
Als je nog niet nadacht over onze toekomst, dan doe je dat na het lezen van dit boek wel.
Joanne Carlton is het Engelstalige pseudoniem van Sandra J.Paul. Zij debuteerde in 2017 met het ontroerende Heart-Beat, vertaald als Hart-slag. Deze werd opgevolgd door de thriller ‘Kill me again’. ‘Stof’ is de vertaling van haar derde Engelstalige werk Dust.
ISBN 9789463886017 | paperback | 300 pagina’s | Uitgeverij Hamley books | augustus 2019
© Marjo, 12 januari 2020
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Stille wateren
Eva Nagelkerke
Het is bijna tien jaar geleden dat Sophie in paniek 112 belde. Ze heeft iets vreselijks gedaan, zegt ze tegen degenen die opneemt.
Als het verhaal verder gaat in 2018 woont de dan 29-jarige Sophie nog steeds in Hilversum bij haar ouders, die haar voortdurend controleren. Ze mag nergens naar toe in haar eentje, ook naar de wekelijkse therapiesessie en naar haar werk wordt ze gehaald en gebracht. Dat moet, zeggen haar ouders. Of: ‘het is beter zo’.
Als het nu nog gezellig in huis was, was het misschien nog te doen, maar haar moeder houdt zich aan strikte regels en ze laat duidelijk merken dat ze Sophie kwalijk neemt dat haar leven anders is dan ze had gewenst. En haar vader zwijgt. Er is nog een broer, Oscar, met wie ze iedere dinsdag gaat wandelen en pannenkoeken eten, maar ook Oscar kan of wil niet helpen.Hij heeft aan zijn eigen gezinnetje zijn handen vol.
Het leven van Sophie ziet er niet rooskleurig uit. En komt ze enigszins in opstand, dan dwingt haar moeder haar een extra pilletje te slikken. En dat terwijl ze zich niet eens herinnert wat ze dan wel gedaan heeft!
Sophie vertelt haar broer over de krantenknipsels die ze gevonden heeft gedaan heeft waarin zij ‘de witte dood’ genoemd wordt, zegt Oscar:
‘Je hebt iets ergs gedaan, Sophie, maar je bent geen slecht mens.’
Ze neemt een klein slokje van haar koud geworden muntthee. ‘Ik hoop maar dat zij dat ook vinden.’ brengt ze schor uit.’
Maar als ze vraagt of ze een cursus mag gaan volgen waarvoor ze enkele keren naar Utrecht zou moeten, weigeren haar ouders haar te brengen. Alleen gaan is uit den boze. Die cursus wordt niet alleen aanbevolen, maar ook betaald door haar werkgeefster.
Sophie werkt in een bloemenwinkel, wat ze tegen eigen verwachting in leuk vindt. Jacobien, de eigenaresse, begrijpt niet dat Sophie niet gewoon haar leven in eigen hand neemt. Als Sophie vertelt wat er eigenlijk gebeurd is, voor zover ze dat weet dan, brengt Jacobien haar aan het twijfelen. Er zijn zoveel vragen, en als Sophie zich niet herinnert wat er nu eigenlijk gebeurd is, is het dan wel gebeurd zoals men aanneemt?
Zo komt het dat Sophie op onderzoek uit gaat. En al snel blijkt dat er iemand is die niet wil dat de waarheid aan het licht komt.
Door middel van flashbacks - een spannend verhaal op zich! - komt de lezer er langzaam achter wat er voorgevallen is, toen Sophie in Utrecht studeerde en op kamers zat. Ook wordt er steeds gewisseld van verteller, en dat houdt de spanning er goed in. Het personage van Sophie kruipt onder je huid, terwijl je die moeder van haar wat zou willen aandoen!
Al is dit het eerste boek onder de naam Eva Nagelkerke, het is intussen al het derde boek van de zussen Alexandra en Victoria Nagelkerke en het smaakt naar nog meer! De plot is origineel, en goed uitgewerkt met een uitstekende spanningsboog, je wil gewoon doorlezen tot het uit is. En mocht je als lezer denken te weten hoe het zit, nou dan heb je het mooi mis!
Een nagelbijtertje, deze psychologische thriller!
Alexandra en Victoria Nagelkerke werden geboren in Amsterdam en groeiden op in een dorpje aan de Loosdrechtse Plassen.Hun eerste gezamenlijke boek verscheen in 2015 (Te Koop-thriller) en stond direct op de shortlist voor de Hebban Thriller Debuutprijs.
Na het verschijnen van hun tweede boek (Zwaartekracht-thriller) schreven zij twee seizoenen van de Storytel Original ‘de Mooiste Tijd van je Leven’, voorgelezen door Abbey Hoes.
ISBN 9789402704631 | Paperback | 320 pagina’s | Uitgeverij Harper Collins | oktober 2019
© Marjo, 7 januari 2020
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Ik zie je
Michael Berg
Carol Brodie kreeg als tip van haar psycholoog om eens op vakantie te gaan naar die ene plek waar ze ooit gelukkig was. Daar waar ze op vakantie was met haar toen nog gezonde vader, en hem aanmoedigde toen hij de beroemde berg op fietste.
Carol heeft last van een burn-out. Eerder schreef ze drie bestsellers, maar wat ze de laatste vijf jaar schreef, dat was pulp. Dat ze is gaan samenwonen met Simon, de man met wie ze tevoren een verhouding had, bleek ook geen vooruitgang. Toen hun ontmoetingen nog stiekem plaatsvonden – hij was getrouwd – was er meer vuur in hun relatie dan nu ze een woning delen. Simon blijkt nogal bezitterig en hij laat ook duidelijk merken dat hij het feit dat zij thrillers schrijft niet bijzonder vindt. Zelf schrijft hij als literaire journalist voor The Guardian.
Dan is er nog haar moeder, die zich als weduwe wentelt in zelfmedelijden en vindt dat haar dochter er voor haar moet zijn. En daarbij wordt zij gesteund door Simon.
Genoeg om niet lekker in je vel te zitten! Ze heeft ook de dood van haar vader nog niet verwerkt. Zij had een sterke band met hem.
Het is vooral door de herinneringen aan haar vader dat ze nu zonder het iemand te vertellen - en onder een andere naam - naar Zuid-Frankrijk reist, waar ze een gîte gehuurd heeft. Het is de bedoeling dat ze daar gaat fietsen, de grote hobby van haar vader, en dat ze daar weer inspiratie vindt voor een nieuw boek. Maar het lukt haar niet. Morgen, neemt ze zich steeds voor. Morgen ga ik echt beginnen, en ze drinkt nog een fles wijn leeg en steekt nog een sigaret op.
De kentering komt als ze vanaf haar terras de overbuurvrouw baantjes ziet trekken in haar zwembad. Met een telescoop kan ze goed zien wat er gebeurt. Zo is ze getuige van een moord: de vrouw wordt bedreigd door een luguber uitziende man, en zij slaat hem met een beeld neer. Ook ziet Carol hoe ze het lijk wegsleept en het terras schoonpoetst.
Ze zou de politie moeten bellen, ze hangt op voor ze iets verteld heeft.
Maar de vrouw intrigeert haar, en Caro, wil weten wat er gebeurd is. Waar hadden de twee ruzie over? Wat heeft ze met het lijk gedaan? Misschien kondigt zich hier haar nieuwe boek aan? Ze volgt de vrouw en zoekt informatie op internet. Haar aanspreken durft ze niet echt. Maar dan staat de vrouw ineens in haar huis. Met een pistool.
Als lezer begrijp je heel goed waarom Carol geïntrigeerd is geraakt. Dat ben je namelijk zelf ook! Met verrassende wendingen neemt Michael Berg je mee in een apart verhaal, dat je niet weg legt tot je weet hoe het afloopt. Twee vrouwen tegen die griezel? Kunnen ze dat wel aan?
En dan is ook Simon er nog, die blijft bellen en mailen, en eist dat Carol terug komt. En er is Luc, de verhuurder van het huis. Luc heeft een tweelingbroer, die een gendarme is, en die stelt vragen. Hij is degene die de telefoon aannam waarbij Carol tenslotte toch besloot niets te zeggen.
De couleur locale is volop aanwezig. We bevinden ons aan de voet van Mont Ventoux, en de weg voert door leuke kleine dorpjes, terwijl de fietsers zich zwetend omhoog wurmen.
Het is een misschien niet zo realistisch verhaal, maar spannend is het zeker. Te meer doordat het begint als een doorwrochte psychologische roman en het een hele tijd duurt voor die zich ontwikkelt tot een thriller. Maar de ontknoping is heel bijzonder!
Ik zie je is het negende boek van Michael Berg. Gelukkig heeft hij zelf geen last van een writer’s block, al blijkt hij zich prima te kunnen inleven in zo’n situatie. Hij woonde zelf in Frankrijk, waar hij meerdere boeken schreef.
Michael Berg (1956, Heerlen) studeerde Nederlands in Amsterdam en was leerling/repetitor aan de Kleinkunstacademie. Hij schreef liedjes voor radio, tv, theater en talloze artiesten, componeerde een kindermusical, schreef tekst en muziek voor een internationale kindertelevisieserie en was als componist/producer betrokken bij diverse cd’s. Verder schreef hij radioteksten, columns, een radiosoap en hoorspelen voor de AVRO.
ISBN 9789044351569 | Paperback | 245 pagina’s | Uitgeverij House of the Books | oktober 2019
© Marjo, 1 januari 2020
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Koelcel
David Koepp
In 1987 waren Roberto Diaz van het antibioterrorismeteam van het Pentagon en zijn collega Trini Romano betrokken bij een vreemd verschijnsel in de outback van Australië. In het dorp Kiwirrkurra bleek een agressieve schimmel actief. Toen de twee onderzoekers daar aankwamen had de schimmel de bevolking uitgeroeid. Het dorp was uitgestorven.
Ze hebben het gebied laten bombarderen om ieder spoor te vernietigen maar: ze namen wel een monster mee. Dat werd in een oude mijn, nu een militaire opslagplaats, opgeslagen, negentig meter onder de grond, Volkomen veilig, dachten ze.
En men vergeet.
Dertig jaar later is het militaire complex overgenomen door een uitbater van een Self Storage-complex. Als twee bewakers een vreemde piep horen, gaan ze op onderzoek uit. Intussen gebruikt de uitbater zijn opslagruimte ook voor heling en juist die avond is hij bezig met het verhandelen van televisies.
De bewakers, Naomi en Travis, hebben geen idee waar ze mee bezig zijn, en zetten onbedoeld de deur open voor de schimmel, die hoewel beperkt door de kou en weinig voedingstoffen, al die jaren wel degelijk actief is gebleven daar onder in de mijn. Naomi vindt een aanduiding van de organisatie die verantwoordelijk is voor die ondergrondse ruimte, en gelukkig is ze slim genoeg om een telefoontje te plegen. Zo komen Roberto Diaz en Trini Romano weer in beeld. Intussen zijn zij niet meer zo krasse zeventigers. Trini is fysiek niet meer in staat mee naar de mijn te gaan en ook Roberto moet daar het belangrijkste werk overlaten aan twee burgers. Travis en Naomi dus.
Intussen zijn de eigenaar en de kopers gearriveerd, en de voormalig geliefde van Naomi.
Het wordt al snel duidelijk dat het schimmel niet onderschat moet worden…
‘Het was een enerverende nacht voor het hert. Nadat Mike het dier met zijn pistool had geëxecuteerd in de berm van Highway 16, had het een tijdlang in absolute duisternis verkeerd, om vervolgens abrupt te ontwaken n de kofferbalk van een auto toen er een krankzinnige kat met een half gezicht boven op hem was komen staan. (-) Het hert had geen bijster groot bewustzijn en was dus niet geïnteresseerd in een antwoord op de vraag hoe een pathogene, muterende schimmel, die in een verzegelde ondergrondse omgeving opgeslagen was geweest, er om te beginnen in was geslaagd bovengronds in de kofferbak van een Chevy Caprice ’96 terecht te komen. Toch was het een legitieme vraag.’
Hierop volgt een gedetailleerde van een paar pagina’s hoe dat zo gekomen is.
Spannend is het verhaal op zich wel, maar het wordt met zeer veel details geschreven, en lijkt dus niet op een filmische stijl die je zou verwachten van David Koepp. Maar voor iemand die graag leest over dystopische situaties is het een prima tussendoortje.
David Koepp is een Amerikaanse filmregisseur en scenarioschrijver. Jurassic Park, Mission: Impossible en Spider-Man behoren tot zijn bekendste films.
ISBN 9789402703566| Paperback | 304 pagina’s | Uitgeverij Harper Collins | september 2019
Vertaald uit het Engels door Tasio Ferrand
© Marjo, 31 december 2019
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Honderd kamers
Maxime Paredis
In een enorm huis wonen de zussen Robin en Emma met hun moeder. De laatste tijd slapen de meisjes allebei niet zo goed. Dan gaan ze dwalen door het huis met de vele kamers. Dat is zo groot dat de meisjes in de ene vleugel wonen en hun moeder in de andere. In het midden ligt het oorspronkelijke deel van het huis dat niet bewoond wordt.
Op een van die tochten hebben ze een schriftje gevonden, waar duidelijk een heleboel pagina’s uitgescheurd waren. Achterin stond nog tekst.
‘Het loopt helemaal fout. Waar komen in ’s hemelsnaam die diepe schrammen vandaan?
Ik voel me echt niet meer veilig in dit verdomde huis.
Als ik opnieuw kon beginnen, zou ik alles anders doen. Maar nu is het te laat.’
De zussen proberen uit te zoeken wie de schrijver is, en wat de tekst betekent, maar ze vinden niet veel meer dan kleine aanwijzingen. Wie is die Alice waar ze verwijzingen naar vinden? Wat is er gebeurd in dit huis zoveel jaar eerder?
En dan is Emma verdwenen. Wat moet ze daar buiten in dat enorme bos dat zich om het huis heen bevindt? Samen met haar moeder Fiona gaat Robin op zoek. Robin vindt dat haar moeder vreemd doet, maar dat zal de angst wel zijn. Als Robin een papiersnipper vindt met de letters Ali erop, denkt ze te weten waar Emma is. Maar de spulletjes die ze eerder samen met haar zus had ontdekt, zijn nu verdwenen. Robin begrijpt er niets meer van. Waar is Emma toch?
Tegelijk wordt er een verhaal verteld over Jasper die met zijn vrouw Sofie zijn intrek neemt in het huis. Hetzelfde huis, midden in het uitgestrekte bos. Hun twee dochtertjes Merel en Clara zijn pas vijf en drie jaar oud, ze zijn druk, en Sofie kan het allemaal niet aan: ze is fysiek niet op haar best. Twee jonge kinderen, de verhuizing, en een man die ze er van verdenkt met haar beste vriendin te hebben gescharreld. Kan ze hem nog wel vertrouwen? Eigenlijk wil Sofie dat niet, maar hij huurt een jonge vrouw in om te komen helpen. En Alice is inderdaad een goede hulp.
Maar de achterdocht van Sofie verdwijnt niet. Ze voelt zich niet veilig. Er zit niets anders op: ze moet weg hier. Weg uit dat vervloekte huis. Weg van Jasper…
Als lezer heb je heel lang geen enkel idee wat deze twee verhalen behalve dan de locatie met elkaar gemeen hebben. Tergend langzaam werkt de schrijver naar een verrassende en spannende ontknoping. Korte hoofdstukken, die steeds nieuwe vragen oproepen, geschreven in een haast filmische stijl, met details die een griezelig effect hebben. Het is vaak donker, de gangen zijn lang, de wind waait om het huis…
Sofie leren we aardig goed kennen, de andere vrouwen een stuk minder.
Honderd kamers wordt een psychologische thriller genoemd, maar de nadruk ligt op het laatste woord. Maar spannend is het absoluut, en in de wetenschap dat dit een debuut is, belooft dat wat!
Maxime Paredis (1990) werkt als auteur en vertaler in en rond Gent.
ISBN 9789462421073 | Paperback | 296 pagina’s | Uitgeverij Kramat | september 2019
© Marjo, 29 december 2019
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Ricky en Ronnie
Luc Deflo
Een idylle eindigt in een nachtmerrie die al enigszins besloten lag in die idylle zelf, want als de vierenvijftigjarige Peter Kreemers zijn geliefde mee uit eten neemt ter gelegenheid van haar verjaardag om de avond te besluiten in een door hem gehuurde kamer in een obscuur etablissement, is al meteen duidelijk dat hij maar op één ding uit is.
Rani Demolenaere is een mooie vrouw, met haar 36 jaar een stuk jonger, en zij is wel degelijk verliefd. Ze weet dat hij getrouwd is, maar hoopt dat hij voor haar zal kiezen. Maar hij begrijpt niet eens dat zij die prachtige diamanten ring liever had ingeruild voor een een romantisch reisje samen. Toch: zei hij niet tegen haar: ‘Ik vind een stuk van mezelf in jou. We zijn zielsgenoten.’ Ook het feit dat Peter bij iedere ontmoeting zijn best doet om door niemands opgemerkt te worden, doet geen belletje rinkelen. En dat de wereld draaide om Peter en Peter alleen, ach. Zo is hij nu eenmaal. Een beetje een saaie, maar betrouwbare man.
Die avond neemt hij haar mee naar een huis dat er uit ziet als een gewoon huis. Hij meldt zich met een andere naam, en een vriendelijke vrouw ontvangt hen. Ze brengt hen naar een kamer zonder vensters, niet echt een chique hotelkamer. Rani accepteert alles, in afwachting van een prettig vervolg van de avond. Maar dan valt het licht uit, Peter gaat op zoek naar hulp, en ontdekt dat de rest van het huis er maar vervallen en leeg uit ziet. Maar hij vindt niemand, en gaat onverrichterzake terug naar Rani.
Niet veel later staat er iemand voor de deur die zegt Ricky Govaerts te heten. Hij komt om het elektriciteitslek te maken. Het is een vreemde jongeman, die via een microfoontje praat met ene Ronny. Als Peter probeert de man de deur uit te werken, valt dat om de dooie dood niet mee. Ineens ontpopt de ietwat sullige jongeman zich tot een angstaanjagende manipulator.
Niet alleen is de romantische avond in het water gevallen, ook vallen Rani de schellen van de ogen. Ineens begrijpt ze met wat voor man ze samen is, maar ook weet ze: om uit deze heikele situatie te raken moeten ze met hem samenwerken. Maar Ricky heeft nog meer verrassingen voor hen...
Een waanzinnig verhaal, dat ogenschijnlijk heel rustig verteld wordt. Maar door zijn soms lugubere details ontwikkelt zich een bijna horrorachtige situatie. De lezer wordt net als de twee slachtoffers steeds opnieuw voor een verrassende draai in de zaak gesteld en leidt tot een bijzonder inventieve ontknoping.
Natuurlijk is het vooral een thriller die draait om de daden van Ricky en Ronnie, maar het is ook een psychologisch verhaal over een vrouw die sterker blijkt dan ze dacht. Rani is een bijzonder personage.
Luc Deflo (1958, Mechelen - 2018) was een van de succesvolste Vlaamse thrillerauteurs. Bijna twintig jaar lang verwende hij zijn lezers met ijzersterke plots, mysterieuze personages en bloedstollende scènes.
ISBN 9789463830386 | Paperback | 208 pagina’s | Uitgeverij van Halewijck | juli 2019
© Marjo, 28 december 2019
Lees de reactie op het forum en/of reageer. Klik HIER
© Renate 22 december 2019
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Pagina 39 van 217