
Lidewij Martens
Eeuwig nacht
Patrick de Bruyn
Elise bezoekt haar grootvader, mijnheer Adam, in het ziekenhuis, niet alleen omdat hij haar opa is, maar ook omdat hij bereid is om gesprekken met haar te voeren in het kader van haar opleiding. Opa vertelt haar dat hij naar huis mag. Dat vindt ze vreemd. Niet naar een revalidatiecentrum? Dat blijkt eigenlijk wel te moeten, hij werd opgenomen met grote uitputtingsverschijnselen, maar mijnheer Adam is eigenwijs. Ook al heeft hij in de afgelopen maanden ook al drie keer een ongeluk gehad met zijn auto. Dat liep dan wel goed af, maar toch.
Elise maakt zich ongerust. Terecht blijkt. Want net voor mijnheer Adam naar huis zou vertrekken wordt hij dood gevonden.
Bij het lezen van het testament blijken al zijn bezittingen naar zijn veel jongere vriendin te gaan. Hij had Elise al eerder verteld over die fantastische Michèle Godeau. Elise weet intussen dat haar opa die laatste dagen toch een beetje begon te twijfelen aan deze mevrouw:
‘Ze heeft het natuurlijk geweldig druk. Zoveel patiënten die haar aandacht opeisen. En ze is een pietje-precies. Ze wil voor iedereen het beste…’ Maar daar klonk minder adoratie in door dan er ooit was geweest.
‘Bedoel je dat ze je niet zo vaak is komen bezoeken?’
En ineens liet hij de idolatrie volledig achterwege en reageerde enigszins geprikkeld:
‘Dat kun je wel zeggen ja. Ik had het nochtans anders verwacht. Dat kan toch niet zo moeilijk zijn om even binnen te springen. Ze werkt hier toch.’
Naast deze aanwijzing was er ook dat eigenaardige voorwerp dat Elise steeds aantrof in de auto’s na de ongelukken, een voorwerp dat er onschuldig uit zag, maar makkelijk de rem klem had kunnen zetten. Voor Elise is er geen twijfel: deze mevrouw, die Michèle, heeft haar grootvader opgelicht en diens centen ingepikt. Als ze later van haar vader hoort hoeveel geld er van de rekeningen afgeschreven werd ten behoeve van haar fratsen, en als ook de laatste onroerende goederen door haar ingepikt worden, gaat ze op onderzoek uit en stuit op nog een verdacht overlijden waar Michèle bij betrokken was. Haar besluit staat vast. Dat moet afgelopen zijn, die oplichterij!
Het verhaal van zijn vader en de valstrik die hem zijn leven heeft gekost wordt onderwerp van het boek dat Jean-Pierre, de vader van Elise, gaat schrijven. Maar dat blijkt zo makkelijk nog niet te zijn.
De vorm van het verhaal is bijzonder: Jean-Pierre laat zijn dochter stukken lezen en ze voeren hele gesprekken over hoe die intrigante hun vader/opa zijn geld afpakte voordat ze hem om het leven hielp. De grenslijn tussen fictie en non-fictie blijkt lastig.
Voor de lezer wordt het eveneens onduidelijk: wanneer is wat je leest het verhaal dat Jean-Pierre schreef, en dus wat hij er misschien bij verzon, en wanneer is het daadwerkelijk wat er gebeurde? Maar deze twijfel maakt het verhaal niet minder aantrekkelijk. Integendeel, het is intrigerend er achter te komen – of niet. Het is geen thriller met veel actie, maar daarentegen een boeiende psychologische misdaadroman geworden.
Humor zit er ook in, deels door de Vlaamse taal: ‘toen het grillen werd, was het te laat.’ Maar ook door zinnen als deze:
‘en dat allemaal door de vlinders in zijn buik.’
’Alleen kon hij het onderscheid niet maken tussen de vlinder en de vampier.’
De auteur heeft in dit boek net als zijn mannelijke hoofdpersoon geschreven over zijn vader. Hetgeen niet makkelijk was, stelt hij. ‘Dè waarheid? Die bestaat niet’ staat op de omslag.
Patrick De Bruyn (Halle, 22 augustus 1955) van oorsprong psycholoog heeft als Vlaams misdaadauteur zijn sporen verdiend. Zijn thrillers worden gekenmerkt door een beschrijving van gewone mensen die door het noodlot of door eigen toedoen in een nachtmerrie belanden.
Zijn boeken werden genomineerd voor de Gouden Strop, de Diamanten Kogel en de Hercule Poirotprijs. De laatste prijs won hij met Dodelijk Verlangen in 2010.
ISBN 9789492958464 | Paperback | 304 pagina's | Uitgeverij Horizon | maart 2019
© Marjo, 30 juni 2019
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Als een jongen een pakje met drugs in een stoel bij het afval vindt, krijgt deze zaak natuurlijk de prioriteit. En dan verdwijnt de vijftienjarige Sabine, Lins buurmeisje, waarmee ze vaak gaat zwemmen. Dit brengt Lin terug naar haar eigen herinneringen aan haar zusje Lem dat verdronken is. Haar andere zus, Nina, duikt ook ineens op en brengt ook haar eigen problemen met zich mee.
De verdwijning van Sabine zorgt ook voor problemen bij de woonbootbewoners, zeker als de ex van Lin hiermee in verband wordt gebracht, dan is ook Lin de gebeten hond.
Al met al is het wel een spannende thriller geworden, met hoofdpersonen waar ik graag een hele serie over zou willen lezen. Het is misschien geen verhaal met veel diepgang, maar gewoon een lekkere thriller om in de vakantie te ontspannen.
ISBN 978 94 027 0352 8 | Paperback | 302 pagina’s | Harper Collins | juni 2019
© Renate 29 juni 2019
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Ik reis alleen
Samuel Bjørk
Dit is een thriller zoals ik ze graag lees. Na een proloog, waarin een pas geboren baby, waarvan de moeder in het kraambed overleden is, verdwijnt, gaan we naar het heden. We zien hoe het eerste lichaam van een meisje van 6 jaar, met een springtouw opgehangen in een boom, gevonden wordt. Dan komen we bij Mia Krüger, die zich terug heeft getrokken op een eilandje bij Hitra. Ze is van plan om een eind aan haar leven te maken. De datum waarop ze dit wil doen, heeft ze al in haar agenda staan.
In Værnes haalt Holger Much een auto op bij het verhuurbedrijf en hij rijdt naar Trondheim. Hij is op weg naar Mia Krüger, die hij nodig heeft. Van Trondheim gaat hij verder naar Orkanger en naar Hitra, waar hij op een gegeven moment met een boot naar het eilandje moet waar Mia Krüger moet wonen. Hij moet haar overtuigen om mee te komen.
Dan duikt er in een volgend hoofdstuk ineens een man met een getatoeëerde adelaar in z'n nek op. Wat deze met de zaak te maken heeft, is nog een raadsel. Zo krijgen we allerlei puzzelstukjes, waarvan pas later duidelijk wordt hoe ze in het verhaal passen. Er duiken onder andere nog een mysterieuze sekte en een vrouw met 2 verschillend gekleurde ogen op, terwijl er een tweede meisje wordt gevonden en een boer een van z'n varkens dood en zonder kop vindt. Soms moet ik even terugbladeren, omdat er iemand opduikt, die we eerder tegen zijn gekomen. Op een gegeven moment krijg ik zelfs een zeker wantrouwen tegen een van de politiemensen.
Allerlei puzzelstukjes vallen langzaam op hun plaats, maar de schrijver heeft tot het einde toe nog wel een paar verrassingen in petto. Niet alle draadjes worden helemaal afgehecht, maar dat vond ik niet erg. Ik ben in ieder geval heel benieuwd naar het volgende boek over Holger Munch en Mia Krüger. Achterin het boek, vanaf pagina 400 staat al een voorproefje van dit nieuwe boek.
ISBN 978 90 210 1803 4 | Paperback | 416 (399) pagina’s | Luitingh - Sijthoff | februari 2016
vertaald door Renée Vink
© Renate 29 juni 2019
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Engelbewaarders
Kristina Ohlsson
Dit is het derde boek over Alex Recht en z'n team. Het begint met een proloog, waarin een vrouw een film bekijkt, waarin te zien is dat een jonge vrouw vermoord wordt. De vrouw bekijkt de film verschillende keren en herkent het tuinhuis van haar ouders, waar de film kennelijk is opgenomen. Ook de gemaskerde moordenaar herkent ze.
Dan springt het boek naar het heden en na een citaat uit een getuigenverhoor met Alex Recht, lezen we hoe een man met een hond een lijk vindt.
Dan volgt een getuigenverhoor met Frederika Bergman, waarin al vooruit wordt gelopen op de afloop van het verhaal. Zo lezen we dat de partner van Frederika, met wie ze een dochter heeft, aan is gehouden en dat Jimmy, de broer van Peder Rydh dood is. Jimmy heeft door een val van een schommel een hersenbeschadiging opgelopen en is min of meer stil blijven staan in z'n ontwikkeling. Hij verblijft in een tehuis en heeft een sterke band met Peder, zoals we ook in de voorgaande delen van deze serie hebben kunnen lezen. Later volgen er meer stukken van getuigenverhoren, die mij in het begin het gevoel gaven dat er dingen van de plot werden weggegeven, die ik misschien liever nog niet had gelezen.
Het privéleven van de hoofdpersonen raakt dit keer zeer verweven met de zaak waaraan gewerkt wordt. Het gevonden lichaam is van een jonge studente, die 2 jaar geleden vermist is geraakt. Het lichaam is in twee stukken verdeeld en het hoofd en de handen ontbreken. Later worden er in dezelfde omgeving nog 2 lichamen gevonden, van mensen die al veel langer dood zijn. Het eerste lichaam is van een man en het tweede van een vrouw, die al 40 jaar dood moet zijn.
Het verhaal lijkt te draaien om de kinderboekenschrijfster Thea Aldrin, die in de gevangenis heeft gezeten, omdat ze haar man vermoord heeft. Bovendien is haar zoon vermist en de politie vermoedt dat zij die ook gedood heeft. Met name commissaris Torbjörn Ross is hier heilig van overtuigd.
Thea Aldrin wordt ook gezien als de auteur van 2 zeer gewelddadige pornografische boeken. Na haar veroordeling heeft ze nooit meer gesproken. In het verzorgingshuis, waar ze na haar verblijf in de gevangenis in terecht is gekomen, wordt ze als excentriek gezien, een zwijgzame eenzaat, die regelmatig bezoek krijgt van Torbjörn Ross, die nog steeds hoopt een bekentenis van haar te krijgen, dat ze ook haar zoon vermoord heeft. Bovendien krijgt ze wekelijks bloemen van een onbekende, met een briefje, waarop 'Bedankt' staat.
In het verzorgingshuis waar Thea Aldrin woont is ook een medewerkster, die onder druk wordt gezet door een onbekende man, om de voormalige schrijfster in de gaten te houden en te melden van wie ze bezoek krijgt. Zo krijgt de lezer weer allerlei puzzelstukjes, die langzaam op hun plaats vallen.
Kristina Ahlsson is er weer in geslaagd om een boek te schrijven dat de lezer vrijwel tot het einde toe weet te verrassen. Of we aan het einde van het verhaal ook werkelijk alles te weten zijn gekomen, blijft de vraag. In het laatste hoofdstuk bekijkt een man de film, die ook aan het begin van het boek bekeken wordt. Wie die man is, wordt niet vermeld. Dat mag de lezer zelf bepalen. Is het iemand die we al eerder zijn tegengekomen, of is het een onbekende?
De stukken van de getuigenverhoren blijken uiteindelijk minder storend te zijn, dan ik aanvankelijk dacht. Weliswaar worden er een paar dingen weggegeven, maar veel blijkt uiteindelijk toch net iets anders in elkaar te zitten, dan je denkt. Het is het verhaal van een zaak, waarin verschillende dingen mis lopen, onder andere door gebrekkige communicatie. Dat men het idee heeft dat er fouten zijn gemaakt, blijkt ook uit de getuigenverhoren.
ISBN 978 90 443 3502 6 | Paperback| 398 pagina’s | House Of Books | augustus 2012 |
Vertaald door Ron Bezemer
© Renate 12 juni 2019
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
© Renate 23 juni 2019
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Dit is het tweede boek over Charlie Lager. Haar baas bij de politie is van mening dat ze in therapie moet, in verband met haar drankprobleem, iets waar ze het zelf niet helemaal mee eens is, maar waar ze toch in meegaat, omdat ze haar baan niet wil verliezen. Later spreekt haar baas haar aan op het feit dat ze nog vrij veel vakantiedagen heeft staan. Charlie is van mening dat ze nu bezig zijn met een zeer belangrijke zaak, waar ze zich ook persoonlijk bij betrokken voelt.
Als ze even pauzeert leest ze op internet een stuk over een meisje, dat in 1989 jaar geleden vermist raakte in Gulspång. Ze verbaast zich er over dat ze daar bij haar vorige bezoek aan Gulspång, toen ze op zoek waren naar de vermiste Annabelle niets over gehoord had.
Bij een bezoek aan een bar samen met een collega, ziet ze aan de bar Johannes Ro zitten, de journalist waar ze in het vorige boek ook mee te maken heeft gehad. Hij is ook de auteur van het artikel over het vermiste meisje, dat Charlie heeft zitten lezen. Hij zoekt contact met Charlie en ze hebben het over het artikel over het vermiste meisje, dat Charlie gelezen heeft. Charlie neemt Johan mee naar huis, waar ze over het artikel praten dat hij heeft geschreven.
Johan gaat naar huis en Charlie kruipt in bed, waar ze over haar moeder droomt. Ze wordt wakker van haar telefoon. Het blijkt Susanne te zijn, een vriendin uit Gulspång, die problemen heeft. Haar partner is bij haar weggegaan en haar moeder is weer gaan drinken. Charlie biedt aan om naar haar toe te komen, zodra de zaak waar ze mee bezig is, afgerond is.
De volgende dag, als ze zich verslapen heeft, besluit ze vrij te nemen en naar haar vriendin in Gulspång te gaan. Haar bezoek aan Gulspång brengt ook weer herinneringen aan haar jeugd naar boven. Ze probeert uit te zoeken wat er nu eigenlijk met Francesca, het meisje dat in 1989 verdwenen is, is gebeurd. Daarbij krijgt ze op een gegeven moment hulp van Johannes Ro.
In de proloog is Francesca aan het woord. Ze is op een feest op de kostschool waar ze op zit en is op zoek naar haar vriend Paul. Paul is een buitenbeentje, dat op z'n vorige school dusdanig gepest werd, dat z'n ouders alles bij elkaar hebben geschraapt om hem naar deze dure kostschool te sturen, in de hoop dat het hem daar beter zal gaan. Dat blijkt echter toch niet helemaal het geval te zijn. Hij trekt veel op met Francesca, die net als hij een buitenbeentje is. Later wordt Paul dood uit het water gehaald en de conclusie is dat hij zelfmoord heeft gepleegd. Francesca gelooft dat niet en verdenkt een groepje jongens rond Henrik Stiernberg, het vriendje van haar zus.
In de stukken waarin Francesca aan het woord is, leren we meer over haar en haar vriendschap met Paul. Francesca drinkt nogal en wordt door haar ouders niet erg serieus genomen. Ze wordt beschouwd als iemand die het niet zo nauw neemt met de waarheid en als ze op een gegeven moment vertelt dat ze verkracht is door de zoon van een zakenpartner van haar vader, wordt dit natuurlijk ook niet geloofd. Francesca is misschien wat dromerig en in korte stukjes met de titel 'Gaten in de tijd' haalt ze herinneringen op aan haar vriendschap met Paul.
Charlie ontdekt in dit verhaal weer meer over haar eigen verleden en over haar moeder. Ze ontdekt wat er gebeurd is met Francesca en Paul en hoewel ze daar niet op uit is, ontdekt ze door een vreemd toeval ook wie haar biologische vader is.
Ik ben benieuwd naar het derde deel van de trilogie over Charlie Lager. Hoewel het boek los kan worden gelezen, maakt het toch wel heel duidelijk deel uit van een serie. In zekere zin is het te vergelijken met de boeken over Frieda Klein van Nicci French. Ook daarin is in feite sprake van een doorlopend verhaal. Het verschil is dat het verhaal van Frieda Klein zich alleen in het heden afspeelt, terwijl het verhaal over Charlie Lager eigenlijk vooral over haar verleden gaat. Wat zal er in het volgende boek nog aan het licht komen? In het eerste boek ontdekte Charlie dat haar moeder als puber samen met een vriendinnetje een kind om het leven heeft gebracht. In dit boek ontdekt ze wie haar vader is, dus wat zal er in het volgende boek aan het licht komen?
ISBN 978 94 027 0269 9 | Paperback | 414 pagina’s | Harper Collins | mei 2019
vertaald door Ydelet Westra
© Renate 20 juni 2019
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Kwelling
Hoe goed ken jij je moeder echt?
Tamara Geraeds
De 28-jarige Christina woont nog steeds bij haar ouders. Ze zou graag op zichzelf willen, maar blijft om een misschien wel misplaatst schuldgevoel. Vijf jaar eerder is namelijk haar jongere broertje Colin verdwenen. Sindsdien is het gezin ontwricht: haar vader vlucht in zijn werk, het organiseren van feesten en evenementen, en haar moeder heeft een akelige migraine ontwikkeld.
Christina is als profielanalyticus gaan werken bij IPOL, de Dienst Internationale Politiesamenwerking. Maar echt succesvol is ze niet, het werk vindt ze eigenlijk saai, ook al is ze vastbesloten om informatie te vinden die een doorbraak kan vormen. Colin is namelijk niet het enige kind dat verdwenen is.
Het verhaal begint met een krantenartikel over een gruwelijke vondst in een geheime tunnel bij een huis in Rotterdam. De familie Kaakmans krijgt het bericht dat Colin een van de lijken was, waardoor alle ellende opnieuw opgerakeld wordt. Ellen, de moeder, krijgt opnieuw heftige migraineaanvallen, en Christina kan zich niet meer concentreren, heeft last van stress. Ze zoekt haar heil in drugs, en heeft daar steeds meer van nodig.
Vergist ze zich nu, of klopt het dat haar moeder zich vreemd gedraagt? Als Christina in haar moeders tas een vingerkootje en een bebloed mes vindt, probeert ze haar moeder meer in de gaten te houden. Daarbij doet ze niet zozeer vreemde, als wel hele akelige ontdekkingen.
Ze vraagt zich af of dat verband houdt met de berichten in de krant.
Het verhaal wordt door Christina als ik-verteller, en door Ellen in de derde persoon verteld, waarbij de lezer zeer goed op moet letten in welke tijd het hoofdstuk speelt. Terwijl Christina vooral vooruit in de tijd gaat, zijn de hoofdstukken die Ellen vertelt juist terugblikken, die steeds verder het verleden induiken, maar ook weer niet altijd, dus je moet de koppen boven de hoofdstukken goed lezen. Daar staan overigens soms ook spreuken als ’berouw snijdt dieper dan het scherpste zwaard’ of ‘Monsters slapen niet in je bed, ze slapen in je hoofd’ (achterin vindt je verantwoording voor deze gezegden)
Waar de gemiddelde lezer waarschijnlijk ook onzeker over is, is de vraag in hoeverre alles werkelijk gebeurt. Christina neemt steeds meer en zwaardere drugs, en verliest haar grip op het leven. Ze heeft hallucinaties. Maar die lijkt Ellen ook te hebben, tenminste, dat denkt Christina dan weer. Die vraagt zich bovendien af of er een moordenaarsgen bestaat, en maakt zich daar erg ongerust over haar moeder.
Wat gebeurt er nu echt? Zien moeder en dochter spoken, of gebeurt het echt?
‘Bibberend lig ik in bed. Ik lig hier al zeker een half uur, maar van slapen kan geen sprake zijn. Nog nooit in mijn leven heb ik me zo radeloos gevoeld. Mijn hoofd wordt overspoeld door verdriet, woede, machteloosheid, onzekerheid, twijfel, verlangen. Nog even en ik word gillend gek.'
Door die onzekerheid word je des te nieuwsgieriger naar de ontknoping van dit spannende verhaal.
De eenvoudige en duidelijke manier van schrijven is in dit geval erg prettig, je hebt al genoeg om in de gaten te houden als je het verhaal vlot wilt lezen. Dat lukt overigens niet altijd: al lezend wil je nogal eens terugbladeren om alles goed op een rijtje te hebben.
Een psychologische thriller die verrast en fascineert!
Tamara Geraeds (Arnemuiden,1981) werkt naast auteur als freelance docent Engels, Nederlands en creatief schrijven, en als redacteur voor verschillende uitgeverijen. In 2012 verscheen haar debuut Nergens bij Uitgeverij Kluitman Alkmaar en inmiddels zijn er al 7 boeken van haar hand verschenen.
ISBN 9789462420984 | paperback | 263 pagina's | Uitgeverij Kramat | maart 2019
© Marjo, 11 juni 2019
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Jij alleen
Ninni Schulman
Paul, de ik-verteller bijt in het verhaal de spits af. Het is februari, hij ligt in het ziekenhuis, zijn been is geamputeerd. Later zal hij naar een revalidatiecentrum gaan en hij is vastbesloten weer te kunnen lopen. Zijn enige bezoeker is zijn moeder, die dagenlang naast zijn bed zit te breien. Paul wacht op zijn zus, Lotta, maar die laat zich niet zien.
Paul heeft tijd genoeg om na te denken aan de voorafgaande zomer, toen hij Iris ontmoette op het metrostation waar hij werkte in een kiosk. Later wordt duidelijk dat hij eigenlijk biologie gestudeerd heeft en ook les heeft gegeven in dat vak. Maar dat is misgelopen toen zijn vrouw overleed.
Als Iris het verhaal overneemt, vertelt zij over diezelfde zomer. Zij werkt als freelance designer, en vindt dat een van haar beste eigenschappen is dat zij altijd haar deadline haalt. Zij heeft net een relatie achter de rug met een getrouwde man, waar ze nog flink van in de put zit. Maar als ze op een dag een lekke band heeft en een man die haar vaag bekend voorkomt haar helpt, is ze van deze man gecharmeerd. Ze beseft dat ze hem kent van het metrostation, en het feit dat ze elkaar daar groetten, lijkt haar betrouwbaar genoeg. Ze geeft hem haar telefoonnummer waarvan ze al snel spijt als haren op haar hoofd zal hebben dat ze dat gedaan heeft.
Want hoewel een nieuwe liefde lijkt op te bloeien, vindt ze toch wel dat Paul haar erg claimt. Ze wil haar werk goed blijven doen, maar dat wordt steeds moeilijker. En ook haar gezondheid wordt steeds slechter. Maar daar kan Paul toch niets aan doen?
De zussen van Paul, de reeds genoemde Lotta en een jonger zusje dat gestorven is, hebben een kleine maar veelzeggende rol in het verhaal, net als de vader van Iris, die leed aan een psychose. Als Iris ziek wordt leeft ze met de angst dat zij genetisch besmet is.
Om en om vertellen Paul en Iris over hun ontmoeting en hoe het verder ging, waarbij Paul dus ook af en toe mededeelt wat er in het heden gebeurt. Waar Iris is in dat heden, weten we niet.
In deze psychologische thriller zijn twee mensen aan het woord, Paul en Iris. Omdat Paul als ik-verteller veel minder betrouwbaar is dan Iris, wiens verhaal in de derde persoon wordt verteld, voelt de geoefende lezer al enigszins aan hoe de plot in elkaar steekt.
Natuurlijk lees je toch door, want: klopt dit voorgevoel wel? Of is de schrijver misschien in staat je compleet op het verkeerde been te zetten?
Een aardig verhaal, dat geen moment tenenkrommend spannend wordt. Psychologisch is het wel, maar van een thriller mag je meer spanning verwachten.
Ninni Schulman (1972) woont in Stockholm met haar kinderen. Ze was eerst journalist en is nu fulltime schrijver. Van haar boeken zijn meer dan 700.000 exemplaren verkocht.
ISBN 9789402702453 | Paperback | 352 pagina's | Uitgeverij House of the Books | maart 2019
Vertaald uit het Zweeds door Edith Sybesma
© Marjo, 7 juni 2019
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Verzwegen
Kristina Ohlsson
Dit is het tweede boek over Alex Recht en z'n team, waar Frederika Bergman ook deel van uitmaakt. Ze is inmiddels wel wat meer geaccepteerd. Peder Rydh hoort ook nog steeds bij het team. Z'n privéleven is een rommeltje geworden, nu z'n vrouw hem de deur heeft gewezen, terwijl de politievrouw, met wie hij in het vorige boek een verhouding had, hem ook aan de kant heeft gezet. Z'n gedrag tegenover vrouwen zorgt voor problemen en er wordt zelfs een klacht tegen hem ingediend. Er is ook een nieuw teamlid Joar Sahlin.
In Stockholm worden een dominee en z'n vrouw dood aangetroffen in hun woning. Het lijkt er op dat de dominee eerst z'n vrouw heeft vermoord en daarna zelfmoord heeft gepleegd, nadat hij het bericht heeft gekregen dat een van z'n dochters aan een overdosis is overleden. Er zijn overigens wel twijfels aan de zelfmoord. De dominee zette zich in voor vluchtelingen en had een conflict met extreemrechtse groepen. Een persoon stuurde zelfs dreigbrieven.
In Bangkok raakt een jonge Zweedse vrouw in de problemen. Ze blijkt namelijk nergens meer geregistreerd te staan. Als ze bij de Zweedse ambassade aanklopt voor hulp, wordt ze er van beschuldigd dat ze een valse naam heeft opgegeven en dat ze door de Thaise politie gezocht wordt wegens drugsmokkel.
Intussen wacht Ali, een vluchteling uit Irak, die is opgesloten in een appartement, op informatie. Hij hoopt asiel te krijgen en een nieuw leven te kunnen beginnen in Zweden. Een andere vluchteling blijkt doodgereden te zijn en langzaam komt er meer aan het licht.
Zo zijn er nog veel meer puzzelstukjes, die langzaam hun plaats lijken te krijgen in het verhaal. Er is een proloog, waarin een meisje verkracht wordt. Pas aan het eind van het boek leren we hoe dit in het hele verhaal past. Het is een complex boek geworden, waarin verschillende personen later terug keren en toch nog een andere rol blijken te hebben. Soms denk je te weten hoe het in elkaar zit en dan blijkt het deels toch weer net iets anders te zijn. Pas aan het eind vallen alle stukjes echt op hun plaats.
Kristina Ohlsson heeft met dit boek een complex verhaal tot een goed einde gebracht, waarin alles geloofwaardig overkomt. Het heeft in zekere zin banden met de actualiteit, met name rond het thema vluchtelingen.
Er is ook meer aandacht voor het privéleven van de hoofdpersonen, hoewel het niet overheerst. Er zijn wel de nodige drama's, zeker in het leven van Alex Recht en Frederika Bergman, die een kind verwacht van een getrouwde man, voor wie in dit boek ook meer aandacht is. Peder Rydh blijft een onaangename macho, die toch ook een zachte kant blijkt te hebben, als het om z'n zoontjes gaat. Wie niet al te veel over het privéleven van de hoofdpersonen wil weten kan deze stukjes rustig overslaan.
ISBN 978 90 443 3118 9 | Hardcover | 366 pagina’s | House Of Books | mei 2011
vertaald door Edith Sybesma
© Renate 2 juni 2019
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Dodenstoel
Johan Andersen
Op de voorkant van het boek staat de tekst: 'Pas als mijn wraak compleet is, stop ik met moorden...'
Het verhaal begint als ex-commando en veiligheidsadviseur Eugène Hamer, die zich bij voorkeur Hamer laat noemen, uit bed wordt gebeld door Raaf, die hem vertelt dat zijn assistentie gewenst wordt bij de moord op een voormalig officier van het Nederlandse leger. Op de plaats van het misdrijf wordt hij opgevangen door Ivan van der Hoeve van de recherche, die hem introduceert bij inspecteur Neli Panka.
De voormalig officier en zijn vrouw blijken op gruwelijke wijze om het leven te zijn gebracht en Neli Panka denkt dat dit het werk van een seriemoordenaar is, terwijl Hamer aan een afrekening denkt. In een kast in de slaapkamer wordt een vastgebonden jongen gevonden, die in zware shock is. Op de spiegel in de badkamer staat de tekst: "MIJ IS DE WRAKE!"
Zo begint een spannend verhaal, dat de lezer langs verschillende plaatsen voert. Er komen vrij veel mensen in het boek voor, hetgeen het volgen van het een en ander misschien wel eens ingewikkeld maakt. Het boek volgt alleen Hamer en Neli Panka en er zijn geen uitstapjes naar het verleden, of naar de gedachtewereld van de moordenaar. Men komt op het spoor van een netwerk dat zich met mensenhandel en drugsmokkel bezig houdt, maar hoe alles samenhangt met de moorden die gepleegd worden, blijft onduidelijk.
Naar het einde toe komen er toch wat slordigheidjes in het boek. Zo krijgt Neli op pagina 282 een bericht, waarin Hamer haar vraagt op in de taxi te stappen, die over 10 minuten bij haar is. Later komt de zin: 'Er was geen twijfel dat ze niet zou gaan.' Dat zou volgens mij dus moeten betekenen dat ze niet in de taxi zal stappen, maar dat is ze dus juist wel van plan.
Later rijdt ze van de Amsterdamse wallen, waar ze een ontmoeting met Hamer heeft gehad, weg en dan volgt de zin: 'Onderweg naar Amsterdam parkeerde ze bij een tankstation en belde Van Overdreef.' Dat lijkt me niet te kloppen, omdat ze uit Amsterdam is vertrokken. Bovendien komt ze uiteindelijk in Zoetermeer aan.
Op pagina 299 belt Hamer Raaf, om hem in te lichten en dan komt de volgende tekst: ''Ik heb je lijst gelezen,' zei Raaf bij wijze van groet. 'Foute boel. Wat een puinhoop. Maar het verklaart een hoop. ... En volgens de lijst die Hamer heeft gevonden...'' Dat komt natuurlijk vreemd over, omdat Raaf Hamer aan de telefoon heeft. Je krijgt hier bijna het idee dat de schrijver even de draad kwijt was.
Al met al is het een spannend verhaal geworden, dat mij naar meer doet verlangen.
Om de tekst op de voorplaat van het boek te parafraseren: 'Pas als ik dit boek uit heb, stop ik met lezen...'
ISBN 978 94 027 0271 2 | Paperback | 413 pagina’s | Harper Collins | 28 mei 2019
© Renate 28 mei 2019
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Pagina 41 van 214