Schaduw over Berlijn
Volker Kutscher
We bevinden ons in Berlijn, in de jaren van het interbellum. De eerste wereldoorlog heeft grote wonden geslagen in de Duitse samenleving. De opkomst van het fascisme, protestmarsen in Berlijn, de Russische maffia, en de decadentie die welig tiert in een poging om alle ellende te vergeten en die zich uit in louche uitgaansclubs waar ook drugs circuleren, tegen deze achtergrond speelt het verhaal zich af.
Er wordt een auto met een dode man uit de rivier de Spree gehesen. Het is moord, de man had nooit zelf kunnen rijden gezien zijn kapotte handen en voeten. Hij is gemarteld. Maar wie is hij? Waarom moest hij dood?
Rechercheur Gereon Rath is nog maar net onderdeel van de zedenpolitie, en ziet nu zijn kans schoon: hij wil weer bij moordzaken. Tot voor kort was hij in Keulen rechercheur bij die afdeling, maar er iets faliekant fout gelopen. Berlijn weet niets van zijn verleden, dus waarom zou hij niet proberen te switchen? Hij vertelt niemand waar hij mee bezig is, en probeert op eigen houtje uit te zoeken wie de dode man is. Hij zal de zaak wel oplossen en zo laten zien dat hij meer in zijn mars heeft!
Hij krijgt te maken met vervaarlijke, nietsontziende gangsters, waaronder Russen, waarbij alles lijkt te draaien om een schat: een Russische familie zou ten tijde van de revolutie een grote hoeveelheid goud naar Duitsland hebben vervoerd, maar niemand lijkt te weten waar dat goud gebleven is. Er duikt af en toe een telg van die familie op, een mooie jonge vrouw, en Rath wil graag eens met haar praten. Maar ze ontglipt hem steeds. Een van de partijen die op dat goud uit is is een fascistische groepering.
Als de lezer leest dat er aan een muur van een woonkamer bij een lid van die groepering thuis een foto hangt van ‘een Charlie Chaplin-achtige figuur met een eigenaardige snor’ op, weet die wel hoe laat het is. Maar Rath is zich vanzelfsprekend nergens van bewust.
Van de aantrekkingskracht van de stenotypiste op de afdeling Moordzaken, Charlotte Ritter is hij zich evenwel wel degelijk bewust. Hij doet zijn best haar te veroveren, maar met al zijn geheime bezigheden lijkt hij zichzelf in de vingers te snijden.
Het verhaal speelt in de periode van 28 april tot 21 juni van het jaar 1929, voor, tijdens en na de gewelddadigheden van 1 mei (een bloedige aanvaring vond plaats tussen politie en demonstranten die later als ‘Bloedmei’ bekend werd) te Berlijn. Kutscher beschrijft hoe de stad er in die jaren uit zag en vooral ook hoe de politieke sfeer in Duitsland was, zonder dat hij daarbij de lijn van het verhaal onderbreekt. Er wordt melding gemaakt van het steeds grotere belang dat men hechtte aan sporenonderzoek: de technische recherche ontstond. En de rol van de media, in die tijd vooral kranten, wordt niet vergeten.
De afwisseling tussen beschrijvingen en actie is precies goed. Er zit een behoorlijk tempo in het verhaal en de verwikkelingen worden naarmate het vordert lastiger te volgen maar ook boeiender.
Het personage Rath is zeer menselijk. Hij krijgt met tegenvallers te maken, moet zijn weg zien te vinden in hachelijke situaties, en hoewel hij zijn doel steeds voor ogen houdt, slaat regelmatig de twijfel toe. Wie kan hij vertrouwen? En de verleidingen van de onderwereld waar hij in terechtkomt zijn groot.
Het is een historische spionagethriller, met veel actie en op zijn tijd humor.
De Duitser Volker Kutscher (1962) staat bekend als scenarioschrijver. Zijn omvangrijke boek leest dan ook als een film. En er is al een televisieserie van gemaakt: Babylon Berlin.
ISBN 9789044354461 | paperback | 576 pagina's | The House of the Books | oktober 2018
Vertaald ut het Duits door Janet Blanken
© Marjo, 23 januari 2019
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Kind 39
Ilaria Tuti
Het boek begint met een scène die zich afspeelt in Oostenrijk in 1978. Het lijkt meer iets uit een griezelverhaal, dan een thriller. Een vrouw betreed een ruimte die Het Nest genoemd wordt. Hier bevinden zich 40 subjecten en subject 39 is anders dan de anderen. Het experiment waar dit op gebaseerd is, is tussen 1945 en 1946 uitgevoerd door de tot Amerikaan genaturaliseerde Oostenrijkse psychoanalyticus René Spitz. De gebeurtenissen in 1978 komen regelmatig terug in het boek, terwijl er later ook scènes uit 1988 en 1993 volgen. Een deel hiervan worden beschreven door een observator.
Als in de bossen in Noord Italië het lichaam van een man wordt gevonden, waarbij de ogen verwijderd zijn, vermoedt commissaris Teresa Battaglia dat er een seriemoordenaar actief is. Teresa is een oudere vrouw die problemen heeft met haar gewicht en last heeft van diabetes. Tot overmaat van ramp lijkt haar brein haar langzaam in de steek te laten. Ze is niet altijd even vriendelijk tegen haar ondergeschikten en haar onervaren collega Massimo heeft vaak het gevoel dat hij in haar ogen niets goed kan doen.
Het verhaal ontrolt zich langzaam en een belangrijke rol voor een groepje jongens dat met elkaar optrekt en een meisje, dat soms denkt een geest te zien. In het dorp is men niet blij met het onderzoek van commissaris Teresa Battaglia, omdat dit slecht is voor het toerisme.
Het is een spannend boek geworden, met hoofdpersonen die je met je meeneemt. Er zit niet veel privéleven van de politiemensen in, maar ze worden wel personen van vlees en bloed. Ik ben in ieder geval benieuwd naar een volgend boek met deze hoofdfiguren.
Het boek heeft in zekere zin een soort dubbel einde. Dat subject 39 iets met het verhaal te maken heeft, blijkt natuurlijk al uit de titel, maar er duikt ook nog iemand anders op.
ISBN 978 94 0160 9951 | Paperback | 335 pagina’s | Xander Uitgevers | januari 2019
Vertaald door Saskia Peterzon-Kotte
© Renate, 19 januari 2019
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Verast
Hugo Luijten
De zesenveertigjarige Commissaris Stef Cools is een eigengereide politieman, en ligt nogal eens dwars, hetgeen hem al enkele keren in de problemen heeft gebracht. Ook heeft het hem zijn huwelijk gekost en woont hij in een kot. Hij brengt veel te veel tijd door in de kroegen van Antwerpen en rookt er stevig op los. Maar waar hij af en toe zijn meerdere hoofdcommissaris Verelst vervloekt, schat hij de waarde van zijn team hoog. En zij hem.
Cools werkt met de Cif, die wonderen doet met alles wat met computers en telefoons te maken heeft; Degraet is een goede ondervrager en Ilse is een dertiger die vaak als profiler fungeert.
Het is Ilse die weet waar Cools zich waarschijnlijk bevindt als er een oproep komt vanwege een brand in een Antwerpse megabioscoop. Ze haalt hem op, voor een gewone brand die behoorlijk uit de hand is gelopen en tientallen slachtoffers kost.
Wat is er gebeurd? Het onderzoek wijst uit dat er geen kortsluiting was, en evenmin een onachtzaam weggegooide sigaret. Is het een terroristische aanslag? Misschien een extremist? Of heeft het te maken met een afrekening tussen bendes? Het feit dat een van de slachtoffers een wapenhandelaar is, doet dat vermoeden.
Maar als de brandstichter de commissaris belt - toch nogal ongebruikelijk! - en een volgende aanslag pleegt, wil de burgemeester van Antwerpen - van een rechtse partij - dat de politie IS aanwijst als de schuldige, dat is goed voor de verkiezingen die er aan zitten te komen. IS eist de aanslagen ook op, maar Cools denkt dat ze dat altijd doen, ook als ze er niets mee te maken hebben.
‘Met wie heb ik het genoegen?’
‘Dat doet niet ter zake, commissaris,’ kraakte de stem weer. ‘U zult mijn naam gauw genoeg zelf gaan zoeken. Sterker: strikt genomen bent u daar al sinds maandag mee bezig.’
‘Ik ben bang dat ik u niet kan volgen, meneer. Met wie spreek ik?’
Er klonk iets wat op afkeurend gepruttel leek. ‘Ik heb u uitgezocht vanwege uw verstand, commissaris. Stelt u me nu vooral niet teleur!’
Als de dader steeds persoonlijker wordt richting Cools en net zo goed blijkt in IT-zaken en telecommunicatie als de Cif, ontstaat een grimmige wedijver. Het is een flinke kluif voor Cools. De burgemeester eist dat de politie verklaart dat het terroristische aanslagen zijn, en neemt allerlei maatregelen die gericht zijn tegen allochtonen. Hij heeft de media aan zijn kant. Maar Cools blijft beweren dat ze te maken hebben met een enkele dader, met heel andere motieven.
De wisselwerking tussen de dader(s) en Cools vormen een wervelend en spannend verhaal, alsof je er zelf bij bent (wat gelukkig niet het geval is!) Dan zijn daar nog de dwingende burgemeester en de opruiende media, waardoor je als lezer het boek haast niet weg kunt leggen.
Cools is een knorrepot, maar je sluit hem in je hart, omdat dat van hem van goud blijkt te zijn. Hij vloekt en tiert er op los, toont evenwel moed waar dat nodig is. En zo herkenbaar: zijn onkunde wat betreft al die technologische snufjes van deze tijd!
Ook is het een actueel verhaal, terrorisme en extremisme, waarbij verschillende partijen hun eigen gelijk wil halen, waar kennen we het van?
Het verhaal is chronologisch, en speelt zich af in negen dagen. Af en toe voegt de schrijver er een hoofdstuk tussen waarin de lezer de aanslagpleger volgt, zonder te weten wie hij is. Misschien zou je het einde wat kort door de bocht kunnen noemen, maar als je eenmaal weet hoe het allemaal zit hoef je ook geen eindeloze uitleg meer. Prima thriller dus!
Hugo Luijten (1969) is sinds 2016 fulltime schrijver. In 2017 debuteerde hij met Offer voor een verloren zaak die speelt tijdens de Eerste Wereldoorlog. Verast is zijn thrillerdebuut.
ISBN 9789401455640 | Paperback | 368 pagina's | Uitgeverij Lannoo | september 2018
© Marjo, 19 januari 2019
Wild water
Thomas van Slobbe
Nog net dertiger, directielid, getrouwde vrouw, en erg aantrekkelijk, dat is Anne. Wessel, begin twintig, knap en charmant, komt als systeembeheerder op kantoor werken en begint om haar heen te draaien. Anne neemt het initiatief op die stormachtige februaridag (windstoten tot 180 km/uur), als ze Wessel ziet worstelen met zijn fiets. Hij stapt in, in haar opvallende sportwagen en wijst de weg: naar Katwijk. Maar als ze hun behoeftes bevredigd hebben, blijken ze niet meer weg te kunnen: de hele omgeving staat onder water, dat nog verder stijgt. Wessel bouwt heel kundig een vlot en zo laten ze zich wegdrijven: naar de auto. Er zal toch nog wel droge grond zijn?
Het is het scenario zoals we dat kennen van 1953: allerlei voorwerpen die ronddrijven, een koe die wanhopig probeert op het vlot te komen, de huizen die ze tegenkomen zijn verlaten. Tenslotte weet Wessel een bovenwoning te bereiken, ook leeg. Ze maken het zich zo makkelijk mogelijk met de kleding die ze vinden. Er is geen elektriciteit, geen verwarming, maar wel eten en drinken. Anne wordt ziek. Ze moeten hulp zien te krijgen.
In de tussentijd volgen we ook de bezigheden van helikopterpiloot Patrick van Grondel. Van hem weten we al bij zijn eerste optreden dat hij de dood zal vinden. Hij wordt er in de storm op uit gestuurd om foto’s te maken, speciaal voor de AIVD, die op zoek is naar de sportwagen van Anne. Bij de regering denkt men namelijk dat de dijken niet zomaar doorgebroken zijn, maar dat er sprake is van een terroristische aanslag die verband houdt met een Bosnisch-Servische gevangene die in Scheveningen zit. Anne is getrouwd met een hoge piet op het ministerie van Veiligheid en Justitie. Is er sprake van chantage?
Terwijl het water maar blijft stijgen - Leiden, de streek rond Aalsmeer en delen van Delfland zijn al ondergelopen - en er vele doden vallen, concentreert het verhaal zich op enerzijds Anne en Wessel, anderzijds op de piloot en de regering. Is er inderdaad sprake van een aanslag? Of zijn de dijken niet goed onderhouden? Wat als er nog meer water komt, en behalve de Haarlemmermeer ook Rotterdam bedreigd wordt?
Een spannende thriller gebaseerd op iets wat niet eens zo heel buitenissig is. Het zou zo maar kunnen gebeuren! Persoonlijk ken ik de beschreven omgeving niet, maar als de lezer daar toevallig zou wonen, dan is hij voortaan beducht voor stormachtige dagen.
De wateroverlast zelf is heel plastisch beschreven, vooral die scene met de koe, de rillingen lopen over je lijf. Als de lezer geen problemen heeft met een traag begin, en onbeantwoorde vragen, dan heeft hij hier een prima boek aan!
Thomas van Slobbe is één van de meest originele en invloedrijke denkers uit de natuurbeweging. Als directeur van Stichting wAarde staat hij aan de basis van het denken over natuurvervaging en het post-natuurlijk leven. Van Slobbe is auteur van diverse boeken over klimaatverandering (deels onder pseudoniem Ruben van Dijk), en werd in 2009 uitgeroepen tot één van de 100 meest invloedrijke Nederlanders op het vlak van duurzaamheid.
ISBN 9789050116718 | paperback | 280 pagina's | Uitgeverij KNNV | september 2018
© Marjo, 14 januari 2019
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Vraag niet om genade
Max Anger serie 1
Martin Österdahl
In de nacht van 22 op 23 februari 1944 vielen er bommen op Stockholm, afkomstig van Russische vliegtuigen. Zweden was neutraal in de Tweede Wereldoorlog maar had de Duitsers toegestaan om het spoor te gebruiken voor troepentransport naar Noorwegen. Tegelijk was er de oorlog tussen Finland en Rusland en was er in dezelfde nacht een bombardement op Finland.
Vormt een van deze twee feiten de achterliggende oorzaak voor de bommen? Hadden de piloten zich vergist, zoals Rusland later verklaarde? Of was het een waarschuwing voor Zweden zich buiten de oorlog met Finland te houden?
Een van de gevolgen was dat in de wijk Eriksdal het openluchttheater verdween in een krater met een omtrek van ruim vijf meter. Het is verbazingwekkend dat er slechts enkele gewonden vielen!
Al eerder zijn er stemmen opgegaan dat er iets heel anders achter stak. Tore Forsberg (1933 – 2008), commissaris bij de Säkerhetspolisen (de Zweedse nationale veiligheidsdienst) opperde dat er sprake was van een pressiemiddel: Rusland wilde dat Zweden een Russische geheim agent zou vrijlaten.
Toen Martin Österdahl het plan opvatte om een trilogie te gaan schrijven rond het personage Max Anger, maakte hij voor het eerste deel gebruik van bovenstaande feiten, die hij laat meespelen in het verleden van Max. In ‘Vraag niet om genade’ is Max op zoek naar zijn afkomst.
Het is het jaar 1996, er zijn verkiezingen op handen in Rusland, waar Jeltsin de zittende president is. Max’ geliefde, Pashie Kovalenko werkt in St. Petersburg voor de Zweedse organisatie Vektor, waar Max ook voor werkt, en bestudeerde de achtergronden van de Russische verkiezingen. Tot zij niets meer van zich laat horen!
Zij is een Tataarse dus Russisch. In het verhaal wordt beschreven hoe Stalin het Tataarse volk het liefst zag verdwijnen en daar ook veel moeite voor deed.
Er is een cyberaanval op het telefoonnetwerk in Stockholm, het hele netwerk is lamgelegd. Als Pashie, evenmin nog bereikbaar op haar Zweedse telefoon, uit beeld verdwijnt, laat Max zijn eigen onderzoek even voor wat het is, en vertrekt naar St. Petersburg, maar zijn vriendin blijft spoorloos. Max ontdekt wie er achter de verdwijning zit, en vreest voor haar leven. Terecht, zo lezen we. Ze is in handen van de leider van de Russische organisatie, een meedogenloze man, die tegen de achtergrond van de Russische politiek snode plannen smeedt.
Via deze man komen heden - 1996 - en verleden - 1944 - samen.
Martin Österdahl (1973) studeerde Russisch, Oost-Europese culturen en economie. Hij werkte twintig jaar in de televisiewereld. Ook heeft hij een tijdlang in Rusland gewoond. Zijn werk als producer heeft hem een filmisch oog gegeven en met zijn talent als schrijver zet hij hier een fantastisch debuut neer. Het is een erg spannende thriller die door de vele historische feiten extra boeiend is.
Het is evenwel ook een harde thriller. Als je weet dat er nog twee boeken moeten volgen, kun je op je vingers natellen dat bepaalde personages in leven moeten blijven, maar voor heel veel andere geldt dat niet. En zij vinden hun dood niet in hun eigen bed omringd door hun naasten.
Niet voor tere zieltjes, maar erg goed geschreven en met overtuigende dialogen. Hoewel er veel informatie op de lezer af komt is het verhaal goed te volgen. Het vormt bovendien een uitdaging voor de schrijver: kan een tweede deel nog beter dan dit?
ISBN 9789026336973 | paperback | 511 pagina's | Ambo Anthos | september 2018
Vertaald uit het Zweeds door Neeltje Wiersma
© Marjo, 27 december 2018
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
De straf die ze verdient
Elizabeth George
30 jaar geleden verscheen ‘Tot de dood ons scheidt’, het het eerste boek in de Lynleyreeks.
In ‘De straf die ze verdient’, het twintigste boek (!), zijn inspecteur Lynley en zijn medewerker brigadier Barbara Havers nauwelijks ouder geworden. Ook hun werkwijze is nog dezelfde: met veel psychologisch inzicht in daders en verdachten, ontwarren zij minutieus - en daardoor langzaam - het raadsel van de zaak waar zij bij betrokken worden. Barbara Havers gaat daarbij nogal eens buiten haar boekje, maar Lynley, de man die ondanks zijn afkomst – hij is sir Lynley – inspecteur is gebleven, heeft geen moeite met haar manier van werken.
In een eerder verhaal weigerde hij een promotie, zodat Isabelle Ardery de baan kreeg. Ardery heeft een hekel aan Havers, en laat dat ook merken. Als Scotland Yard bij een vermoedelijke zelfmoord betrokken raakt, krijgt ze de opdracht van de grote baas Hillier om Havers mee te nemen en er voor te zorgen dat die zodanig blundert dat ze eindelijk overgeplaatst kan worden. Maar Barbara is niet gek, en ze weet zich gesteund door Lynley, met wie ze in contact blijft.
In het Engelse stadje Ludlow is de plaatselijke diaken dood in zijn cel gevonden, waar hij verbleef na zijn arrestatie op verdenking van misbruik. De diaken was als vrijwilliger bij veel verenigingen en clubjes betrokken, en de dorpelingen zijn verbijsterd, door de beschuldiging en door zijn dood. Ook de vader van de man gelooft niet dat zijn zoon dit gedaan heeft, hij eist nader onderzoek. Omdat hij politieke invloeden heeft, wil Hillier de zaak snel afgerond hebben. Ardery wil hem graag van dienst zijn, maar Havers ontdekt dat er feiten zijn die niet kloppen of toch vragen oproepen.
Terwijl Ardery in Londen worstelt met haar drankprobleem, vertrekt Barbara voor een tweede keer naar Ludlow, nu met Lynley. In het stadje wordt nogal wat in de doofpot gestopt, het is een hele klus voor Lynley en Havers om uit te zoeken wie er liegt en wie de waarheid vertelt.
Elizabeth George gebruikt ruim 700 pagina’s om de plot langzaam uit de doeken te doen. Zoals we gewend zijn worden ook de persoonlijke besognes van de speurders in het verhaal betrokken. Havers doet verrassend genoeg aan tapdansen!
Naast de vraag of de diaken schuldig is aan misbruik, en of hij zelfmoord gepleegd heeft of toch vermoord is, komen er ook thema’s aan de orde als gebroken gezinnen, en verslavingsproblematiek. De vraag in hoeverre ouders hun invloed moeten uitoefenen bij de toekomst van hun kinderen wordt behandeld en we krijgen toeristische informatie over Ludlow, een plaats in het Engelse graafschap Shropshire. Het plaatsje staat bekend om het Ludlow Festival, een groot jaarlijks festival dat voor een groot deel in het teken staat van Shakespeare. En omdat Havers zich op aanraden van Lynley in Shakespeare verdiept heeft, komen er ook nog literaire citaten aan te pas. Van alles wat dus eigenlijk, veel meer dan alleen een plot. Liefhebbers van de Lynleymysteries weten dat en zullen ook smullen van dit uitgesponnen verhaal.
Elizabeth George (Ohio, VS, 26 februari 1949) is de auteur van negentien thrillers in de Inspecteur Lynley-reeks. Daarnaast schreef ze de spannende 4-delige crossoverserie ‘Het Fluistereiland’. George begon op haar zevende al met schrijven. Na haar studie Engels en een master in psychologie werkte ze als docent Engels en als remedial teacher.
ISBN 9789400508514 | Paperback | 729 pagina's | A W Bruna| september 2018
© Marjo, 20 december 2018
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Persona
Soraya Vink
‘De persona is volgens Carl Jung een middel om een persoon in staat te stellen een rol uit te beelden zonder dat dit het eigen karakter is. Een masker dat ze zou tonen aan de buitenwereld om de omgang met criminelen te versoepelen.’
Dertiger Elvira Selas leeft een dubbelleven. Omdat ze half Spaans, half Nederlands is, was ze benaderd om als undercoveragent te werken in Spanje. Ze nam de naam Alba Grandes aan en wist vrij vlot geaccepteerd te worden bij de familie Navas, voor wie ze werkte als runner op het traject Sevilla- Amsterdam. De familie Navas deed oorspronkelijk in wapens maar raakte steeds meer betrokken bij drugshandel. Als er iemand vermoordt wordt, stopt haar undercoverwerk. Elvira staat onder verdenking. Ondervragingen volgen, en ze wordt in de gaten gehouden. Bijkomstig probleem is dat haar enige broer Eduardo verdwenen is. Ze vermoedt dat ook hij, zelf verslaafd, in de drugshandel zit, en is op zoek naar hem. Op dringend verzoek van hun moeder.
Het undercoverwerk nam steeds meer haar leven over, waardoor ze als ze weer in Nederland is, moeite heeft met haar leven als Elvira. En Eduardo is nog niet terecht. Ondanks alles kan ze weer aan de slag als rechercheur bij de afdeling Zware Criminaliteit, op voorwaarde dat ze een psycholoog bezoekt.
Vrijwel onmiddellijk wordt ze als teamleider aangewezen bij de zaak van een moordenaar die mogelijk een seriemoordenaar is. Een van haar medewerkers heeft het na de tweede moord over een spreekiller: iemand die een drive heeft om af te maken waar hij aan begonnen is, omdat hij zijn slachtoffers van tevoren heeft uitgezocht.
Zo komt het dat Elvira drie pijlen op haar boog heeft: Eduardo vinden, hetgeen te maken heeft met de tweede pijl, want vanwege haar vermoeden dat hij in het Spaanse kartel zit, kan ze haar infiltratiewerk niet geheel ter zijde schuiven. En als derde pijl moet ze zien te voorkomen dat de spreekiller een derde moord pleegt.
Het is deze moordzaak die de hoofdmoot van het boek vormt. Terwijl haar leven gevaar loopt, maar ze niet precies weet wie het op haar gemunt heeft, moet ze haar dubbelleven verbergen.
Er moeten keuzes gemaakt worden, maar Elvira wil alles! Of ze dat voor elkaar krijgt?
Het is nogal veel wat zij haar hoofdpersoon laat verstouwen, maar het boek leest vrij gemakkelijk omdat Soraya Vink een prettige schrijfstijl heeft. Terwijl de moordenaar zijn zegje mag doen in schuingedrukte tekststukken, lezen we in flashbacks over het infiltratieverleden en volgen we Elvira op haar weg naar een oplossing van de moorden.
Voor de twee delen in het boek staat een tekst uit een liedje van Danny Vera. Niet vreemd dat Vera het eerste exemplaar van dit debuut uitgereikt kreeg!
Soraya Vink is redacteur, interviewer en recensent. Ze studeerde Spaanse taal en cultuur aan de Universiteit Utrecht en is eerstegraads docente Spaans.
ISBN 9789402730906 | Paperback | 382 pagina’s | Harper Collins | oktober 2018
© Marjo, 16 december 2018
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
IJskoud
Suzanne Vermeer
Als inspecteur van politie Ben de Groot zijn pensioen ziet naderen besluit hij de laatste jaren door te brengen in de krochten van het politiebureau waar de cold cases opgeslagen liggen. Als er gekozen moet worden welke zaken er opnieuw onderzocht gaan worden, mag ook hij zijn voorkeur aangeven. Dat is niet moeilijk: 25 jaar geleden verdween er een jong meisje. Het was Oudjaarsnacht en ze was niet thuisgekomen van een feest. Johanna van Vliet was pas zestien.
Het was een zaak van de Groot, en ook toen al zat het hem niet lekker: de ouders en broer van het meisje waren terughoudend, wat was het wat ze niet vertelden? Maar de zaak liep dood, er werd taal noch teken van Johanna vernomen.
Als de Groot aanbelt bij de familie, met de vraag of de zaak heropend mag worden, doet een nichtje van het verdwenen meisje de deur open. De 23-jarige Olivia lijkt als twee druppels water op haar tante, hetgeen niet alleen bij de inspecteur voor verwarring zorgt. De vader en broer staan afwijzend tegenover de heropening, maar de moeder en Olivia willen duidelijkheid. Bij Olivia speelt ook nog mee dat ze een scriptie wil schrijven over de ins and outs van forensisch onderzoek, en waarom niet aan de hand van de zaak van haar tante?
De Groot is er niet zo blij mee, maar moet toegeven dat Olivia met haar voortvarende en onorthodoxe manier van onderzoeken meer loswerkt dan hij zelf gedaan zou kunnen hebben. Maar hij is er wel van op de hoogte dat het gevaarlijker is dan zij weet: een van de betrokkenen van toen zit weliswaar in de gevangenis, hij is nog steeds in staat om aan touwtjes te trekken.
Intussen ontdekt Olivia dat haar familie nogal wat heeft verzwegen, vooral haar vader blijkt dingen geheim te houden. En als zij een adres vindt thuis op de zolder is ze vastbesloten zelf op onderzoek uit te gaan, en al raadt iedereen het haar af, ze vertrekt naar Kopenhagen.
Eenmaal daar raakt ze betrokken bij de kwalijke praktijken van een bedrijf dat uit is op de rijkdommen van de Inuit in Qeqertarsuatsiaat en de actievoerders die proberen te voorkomen dat een dorp van de kaart verdwijnt.
Deze wending komt nogal uit de lucht vallen, het lijkt in tegenspraak met het eerste deel van het boek. Maar natuurlijk worden de verhaallijnen keurig met elkaar verbonden en met een bijzondere ontknoping wordt het geheel afgerond. Het is een erg spannend verhaal, waarbij Olivia oog in oog komt te staan met een moordenaar, en waarin er een speciale rol is weggelegd voor inspecteur de Groot die zijn vrouw consequent mevrouw de Groot blijft noemen en die, omdat zij het voor hem gebreid heeft, ook steeds de muts met de pompon ophoudt.
Maar het is dan ook ijskoud, het is met recht een winterthriller.
Suzanne Vermeer is het pseudoniem van de in juni 2011 overleden auteur Paul Goeken. In overleg met zijn familie is besloten om de boeken van Suzanne Vermeer voort te zetten.
All Inclusive (2006) was het eerste boek op naam van Suzanne Vermeer en werd meteen een bestseller. Voor de meeste volgende boeken waren de reisbranche en het toerisme het uitgangspuntvoor deze succesvolle thrillers. IJskoud lijkt een zijweg in te slaan, al blijft een deel van het verhaal zich in het buitenland afspelen.
ISBN 9789400510067 | Paperback | 312 pagina's | A W Bruna | oktober 2018
© Marjo, 2 december 2018
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Verdorven
Luc Deflo
Commissaris Herman Vangeel waant zich onaantastbaar. Zelfs als hij na een meningsverschil zijn minnares vermoordt. Hij weet natuurlijk hoe de politie te werk gaat, een dwaalspoor om zijn misdaad te verbergen is zo gelegd. En hij heeft er geen enkel probleem mee om die jonge kruimeldief als zondebok op te voeren.
Maar met één ding heeft hij geen rekening gehouden. Op die laatste avond dat hij met Daniela – notabene de vrouw van de hoogste politiefunctionaris! - naar een rendez-voushotel ging stond achter zijn Mercedes een andere auto te wachten, waar ook een man en een vrouw zaten: Sigrid Beertens die met haar baas Nick Demeuter nog wat ging drinken.
Dat Sigrid goed gekeken heeft naar de man en vrouw in de auto voor hen, ligt aan het feit dat ze zich ergerde zich aan die ouwe viespeuk in de auto voor hen, een kale man die niet van de veel jongere, mooie vrouw af kon blijven. Sigrid was zelf bovendien niet geheel en al gericht op haar eigen situatie, ze twijfelde of ze er wel goed aan deed om met Nick hier te zijn. Nick blijkt inderdaad andere ideeën te hebben over de toekomst. Hierna probeert Sigrid de relatie baas-werknemer tevergeefs te herstellen, en Nick is boos. Hij heeft er dan ook weinig zin in om net als zij de politie te tippen over wat ze gezien hebben. Sigrid meldt zich wel: volgens het politiebericht zou de dan als vermist opgegeven Daniela ’s middags voor het laatst gezien zijn! Dat klopt dus niet.
De politie heeft evenwel weinig interesse in haar getuigenis. Zij zijn druk bezig de - valse - sporen van de moordenaar te volgen. Herman Vangeel trekt aan de touwtjes. Er is evenwel één politieman die haar wel gelooft. Guy Depreter heeft zo zijn eigen besognes, hij is gescheiden en drinkt, en is niet vies van een beetje gepeuter in de hogere regionen. Maar het lijkt er sterk op dat hij zijn baas onderschat. Vangeel is niet alleen machtig vanwege zijn positie, hij heeft ook weet van onoorbare zaakjes van zijn personeel waar hij hen mee kan chanteren. Hij zet hen zelfs aan tot moord.
Guy, Sigrid en ook Nick zijn dan ook hun leven niet meer zeker.
Het is een lekker leesbare thriller, niet superspannend, maar goed genoeg voor een paar uurtjes ontspanning. Deflo is een Vlaming, en dat merk je als lezer, zeker als Depreter zijn verklikker in schakelt.
Luc Deflo (1958, Mechelen) was parttime schrijver. Behalve vele thrillers heeft hij toneelstukken, luisterspelen en scenario's geschreven.
De onlangs overleden misdaadauteur debuteerde met Naakte Zielen (1999), een psychologische thriller rond het speurdersduo Deleu en Bosmans. Met dat boek werd hij meteen ook genomineerd voor de Hercule Poirotprijs. In 2008 won hij die na drie nominaties met zijn boek Pitbull. Zijn eerste boeken hadden steevast zijn geboortestad Mechelen als decor. Alles tesamen schreef hij 35 boeken.
Van Halewyck geeft nog vier thrillers van hem uit. De eerste titel, Levend speelgoed is reeds aangekondigd en verschijnt in februari 2019.
ISBN 9789461318145 | paperback | 304 pagina's | Uitgeverij van Halewijck | september 2018
© Marjo, 28 november 2018
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Pagina 44 van 214