Schaduwman
Phoebe Locke
‘Het verhaal van de familie Banner is geen sensationeel verhaal over een bloederige moord. Het gaat over verdriet, schuldgevoelens en verschrikkelijke geheimen die jarenlang verborgen bleven in de harten van niet één, maar twee families.’
Twee jongere meisjes, Sadie en Helen, stuiten in het bos op Helen, de twaalfjarige zus van Marie, en twee vriendinnen. Die zitten te praten over De Lange Man. Ze maken de jongere meisjes bang met een verhaal over een Schaduw. Ze moeten trouw beloven aan de Lange Man en cadeautjes voor hem neerleggen. Maar is het alleen maar een spookverhaal? Of schuilt hier een waarheid in?
Tien jaar later lopen de zwangere Sadie en haar vriend Miles op een festivalterrein waar Miles ziet dat zijn vriendin vreemd doet.
‘Sadie zei iets tegen degene bij wie ze stond, maar plotseling zag hij angst op haar gezicht. Geschrokken zag hij dat ze achteruitliep bij de schaduw vandaan, met een hand beschermend tegen haar buik geklemd.’
Ze wil er niet over praten, maar als zij na de geboorte van hun dochter Amber ineens verdwijnt vraagt hij zich af wat daar aan de hand geweest is.
Zo goed en kwaad als het gaat voedt hij Amber in zijn eentje op. Alles lijkt goed te gaan. Tot de dag, weer zestien jaar later, dat Sadie ineens weer voor de deur staat. Natuurlijk kunnen ze niet zomaar weer de draad oppakken. Sadie doet nog steeds vreemd, en vertelt niet over waar ze al die tijd geweest is. En waarom zou Amber haar ineens als moeder accepteren?
Sadie krijgt hulp uit onverwachte hoek. Er is een nieuw meisje in de klas gekomen bij Amber, en de twee meisjes lijken goed bevriend te raken. Als de moeder van deze Billie toenadering zoekt tot Sadie, ziet deze dat als een ingang om weer een normaal leven te kunnen leiden.Maar normaal is Sadie niet. Dat ontdekt Miles al gauw. Ze hoort stemmen die ze als kind ook al hoorde.
In het heden, 2018, wordt Amber langdurig geïnterviewd voor een true-crimeserie. De producer hoopt dat Amber zal vertellen over haar kant van de zaak, over de gebeurtenissen die geleid hebben tot de rechtszaak, waarbij Amber beschuldigd werd van moord.
Al deze verhaallijnen wijzen op een warrig verhaal en dat is het dan ook: een raadselachtig verhaal waar de lezer zijn aandacht bij moet houden, omdat er steeds in de tijd gesprongen wordt. Ear staan gelukkig wel jaartallen boven de hoofdstukken, maar er zijn ook nog sms-jes en schuingedrukte stukken tekst. En natuurlijk is er steeds sprake van de schaduw, van de lange man, zonder dat duidelijk wordt wie daarmee bedoeld wordt, en wat zijn bedoelingen zijn.
Het is een bizar verhaal, dat meer raadselachtig dan spannend is. Je wil wel weten hoe het allemaal zit, maar die ontknoping is een beetje een anticlimax. Ook krijg je nauwelijks sympathie voor een van de personages, of het moet Miles zijn, die net als de lezer in het duister tast en zo zijn best doet. Of misschien Greta, de productieassistente, die steeds meer een hekel krijgt aan haar werkgever.
Phoebe Locke (Cambridgeshire) is een pseudoniem voor Nicci Cloke. Onder haar eigen naam schreef ze diverse boeken voor jongeren.
ISBN 9789402730807 | paperback | 320 pagina's | Uitgeverij HarperCollins | januari 2019
Vertaald uit het Engels door Manon Berlang
© Marjo, 7 april 2019
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Onder invloed
Tamara Onos
Renske Nijland stuit tijdens haar hardlooprondje door de Havikerwaard (bij Ellecom in Gelderland) op een visser, die vreemd doet. Als ze vraagt of hij hulp nodig heeft, wijst hij naar de slootkant. Daar vindt Renske het lichaam van een man. Omdat ze niet weet of hij bewusteloos of dood is, probeert ze de man die ze herkend heeft als een goede kennis, te reanimeren. Tevergeefs hoort ze later.
De politie doet de zaak af als verdronken onder invloed. Renske moet toegeven dat beide mannen naar drank stonken, maar omdat ze er van overtuigd is dat Henk, de overledene, niet dronk, gelooft ze er niets van. Bovendien was ze zelf onwel geworden op de bewuste plek en vond ze er later een dode reiger.
Voor de politie, in de persoon van Marcel, een ex-vriend van Renske, en Sara, is de zaak afgedaan. Zij vinden haar maar vervelend als ze blijft aandringen op verder onderzoek.
Maar dat is niet zomaar: Renske die werkzaam is als Hogere Veiligheidskundige en gespecialiseerd is in gevaarlijke stoffen, is erg op haar hoede om niet nog eens een fout te maken. In het verleden was ze betrokken bij een overlijden van een kind. Ook Marcel was daarbij.
Hij heeft eveneens een goede reden om geen fouten te maken, hij is er op uit om overgeplaatst te worden naar de recherche. Ook Sara solliciteert naar die plek.
Intussen raakt de zoon van Renske, Stijn, op school in de problemen. Hij haalt hoge cijfers, maar is een onzekere puber. De populairste jongen op school, Jeffrey, maakt daar handig gebruik van. Jeffrey woont met zijn stiefbroer Klaas op een boerderij. Hij heeft helemaal geen zin in school, maar Klaas wil dat hij zijn diploma haalt. En hij weet Stijn zo ver te krijgen dat hij helpt. Wat begint met onschuldige bijles, ontaardt in chantage, waarbij Jeffrey slinks gebruik maakt van Stijns zwakheid.
Dan wordt er een lijk gevonden in de buurt van een wijngaard, niet ver van de Havikerwaard. Marcel en Sara krijgen allebei de kans om mee te lopen met de recherche die het onderzoek verricht. Het lijkt een afrekening te zijn, verband houdend met drugs.
Intussen heeft Renske zich vastgebeten in haar eigen onderzoek, ze denkt aan een illegale giflozing in de buurt van waar ze de vissers aantrof. Ze werkt een lijstje af van mogelijke bronnen, en stuit daarbij op de rechercheurs, Marcel en Sara dus, die haar heel vervelend vinden.
Lijken aanvankelijk de wegen van Renske en Marcel en van Jeffrey en Stijn elkaar niet te kruisen maar dat verandert natuurlijk. In een meeslepende stijl worden de verhaallijnen aaneengesmeed, waarbij de personage goed uitgewerkt neergezet worden. Het zijn actuele thema’s waar Tamara Onos over schrijft: drugs en illegale lozingen. Ook de keuze om de hoofdpersoon in haar eentje de zorg te laten hebben over twee pubers is een goede: je kan er veel kanten mee op.
Aan het begin van het verhaal vind je een plattegrond, zodat je precies kan volgen hoe alles in elkaar zit. Met vlotte dialogen en op de juiste momenten een versnelling in de schrijfstijl is de spanningsboog zodanig dat je het boek meteen uit wil lezen en dat je uitkijkt naar een vervolg.
Tamara Onos (1972) is arboprofessional. Vandaar het beroep van de hoofdpersoon in dit debuut.
ISBN 9789491875786 | paperback | 210 pagina’s | Uitgeverij Letterrijn | februari 2019
© Marjo, 24 maart 2019
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Geest & Beest
Berlijnse thriller: Deel 4
Wie over Goethe spreekt, kan over Buchenwald niet zwijgen
Marianne Vogel
Sofie Bank en Frits Arends vormen niet alleen qua relatie een stel, ze zijn ook allebei als speurders in dienst van een Amsterdams detectivebureau, dat geleid wordt door Alice. Als daar een opdracht binnenkomt om een verdwenen inktstel op te sporen voert het onderzoek het tweetal naar Berlijn, waar ze allebei goed bekend zijn.
Het inktstel behoorde ooit toe aan Goethe, was in bezit van de universiteit van Leiden. Na de oorlog bleek het verdwenen. Maar onlangs werden in de archieven notities ontdekt waaruit bleek dat een SS-er – Hans Stock – het inktstel had meegenomen. De officier leeft niet meer, maar bij navraag geeft zijn dochter, woonachtig in Berlijn, aan dat het inktstel verkocht is. Het verhaal is vaag, zodat de curator van de universiteit naar het detectivebureau is gestapt.
Sofie en Frits gaan naar deze Sigrid, onder valse voorwendsels, om er achter te komen of haar verhaal waar is, en aan wie ze het dan heeft verkocht. Er zijn nog twee broers, Leo en Emil, die niet echt een goede relatie hebben met met hun zus. Ook de broers worden geïnterviewd, maar het valt niet mee voor onze speurders om er achter te komen wat nu eigenlijk de waarheid is. Ze willen hun vader - Hans Stock alias Schall – beschermen: het inktstel teruggeven zou een erkenning inhouding dat de vader het inderdaad gestolen heeft. Ze hebben ieder op een eigen manier moeite met het
verleden van hun vader. Was hij slecht in de oorlog? Of was hij slachtoffer van de omstandigheden? Had hij zijn leven gebeterd?
Terwijl Sofie en Frits kriskras door Berlijn fietsen, op zoek naar antwoorden op hun vragen, worden de nazaten van de SS-er gevolgd en bedreigd. Leo krijgt een ongeluk, maar is het wel een ongeluk? En is dat dan vanwege het inktstel? Of vanwege hun vader?
De twee kanten van de mens is het thema in dit boek: het dubbelleven van de oud-SS-er, die zelf ook een boek schreef een boek over Faust, de geleerde die een pakt met de duivel sloot.
Geest en Beest: de speurtocht leidt naar Weimar en het nabij gelegen Buchenwald, waar een mens eveneens niet altijd duidelijk zwart of wit kan worden afgeschilderd. Marianne Vogel laat de directeur van de Gedenkplaats Buchenwald, die in het boek Vera Knecht spreken:
‘Het nazisme wilde zoiets absurds als een zuivere volksgemeenschap. Dan moet je voortdurend gewelddadig zijn en alle 'onzuivere' personen vernietigen, bijvoorbeeld door middel van concentratiekampen. Daar stonden ze in Weimar achter. [...] Het beest komt juist uit de geest tevoorschijn. Bij ons is dat vandaag de dag ook zo. Het hoogstaande westen wil zoiets absurds als een groeiende economie en zo goedkoop mogelijke producten. Ook dan moet je voortdurend gewelddadig zijn’
Ook Sofie zelf, ook zij weet niet wat ze met haar vaders verleden moet. Hij spioneerde voor de Stasi.
‘Ik bedoel – mijn vader heeft de West-Berlijnse overheid op een afschuwelijke manier bedrogen. Zijn moeder wist het, maar ze heeft er geen klap aan gedaan,. En naar buiten toe deden mijn ouders maar alsof ze zo fatsoenlijk en principieel waren. Dat…dat moet toch ook op impact op mij hebben gehad? Want ik ben door dat verknipte stelletje opgevoed! Dat moet me toch eh…moreel hebben aangetast? Ik – misschien ben ik zelf ook wel verknipt, zonder het te beseffen.’
Nog een stuk moeilijke thematiek: in hoeverre wordt de tweede generatie beïnvloed door het leven van hun ouders?
Dit boek is eigenlijk meer een roman dan een thriller doordat deze belangrijke thema’s aangestipt worden in het verhaal rond Sofie en Frits. Het thrillergedeelte is een kleiner deel van het verhaal, en speelt zich af rond de kinderen van de SS-er. Er vallen doden, er zijn achtervolgingen,(met een kaart van Berlijn in het boek) hetgeen zorgt voor een lichte spanningsboog. Veel belangrijker is de thematiek, en het feit dat het verhaal gestoeld is op ware feiten. Niet alleen de oorlog en de verschrikkingen van Buchenwald, maar ook het verhaal dat gebaseerd is op het dubbelleven van Hans Schneider alias Hans Schwerte, in 1995 door het Nederlandse tv-programma Brandpunt ontmaskerd werd.
Geest & Beest is het vierde deel van een serie, die Marianne Vogel onder de verzamelnaam Berlijnse thrillers heeft geschreven. Afgezien van wat verwijzingen is dit boek evenwel goed alleenstaand te lezen.
Marianne Vogel (Rotterdam, 1958) is een Nederlandse schrijver, germanist, literair vertaler en persoonlijk coach.
ISBN 9789463385008 | Paperback | 380 pagina’s | Uitgeverij Aspekt | november 2018
© Marjo, 18 maart 2019
Lees de reactie op het forum en/of reageer. Klik HIER
De aanslag die moest gebeuren
Michiel Janzen
De media staan er vol van: er is een aanslag gepleegd op Gust Dewilde, een extreemrechtse politicus. Dewilde is een Belg met een Vlaamse vader en een Nederlandse moeder, die niet alleen vanwege zijn uiterlijk een opvallende figuur is. Hij predikt een fel nationalistisch beleid, antimoslim, anti asielzoekers.
De aanslag mislukt, maar de verantwoordelijke persoon begint onmiddellijk een nieuwe aanslag te bekokstoven. We volgen vier jonge moslims.
Bart is arabist, en schijft geëngageerde stukken voor de krant. Na een stukgelopen relatie trekt hij in een flat in de Schilderswijk in Den Haag, waar hij al snel kennis maakt met zijn Algerijnse buurman Khadeem Slimani, en niet veel later met het hele gezin, waaronder de oudste dochter Sharifa, die stewardess is bij Royal Jordanian.
Niet veel later wordt hem gevraagd om te bloggen over geradicaliseerde moslims. Hij spreekt Arabisch, heeft een donkere huid, en hij woont op de juiste plek, zegt zijn opdrachtgever. Bart besluit Khadeem in te schakelen, vraagt wat hij weet over ronselaars en foute imams. Als Khadeems vrouw oppert om de artikelen te beginnen bij het begin: ‘Hoe is het jihadisme ontstaan?’ duikt Bart in het leven van de moslim in Den Haag.
Alexander woont ook in Den Haag, maar in een betere buurt. Hij liet zich als PRT-er (Provinciaal Reconstructie Team) uitzenden naar Afghanistan, om een school te bouwen, waardoor hij eveneens een mondje Arabisch spreekt. Zijn broer Bram was bij de Task Force, en is daarbij omgekomen. Alexander is nu werkzaam bij de Gemeente Den Haag. Zijn hobby: dure horloges, dus baalt hij stevig als er op een dag ingebroken is in zijn appartement en de horloges weg blijken te zijn. Niet veel later wordt hij overvallen.
Een onbekende benadert hem, en maakt duidelijk dat Alexander niet zomaar een doelwit was. Als hij wil weten hoe het zit kan hij bellen, hij geeft Alexander een kaartje en verdwijnt. Natuurlijk belt Alexander en hij spreekt af met de man die zich voorstelt als Rutger. Wie bedreigt Alexander?
‘Gasten die ISA, het Islamitische Front of Al-Nusra een warm hart toedragen. Fundamentalistische fanatiekelingen zijn die wraak willen nemen voor het leed dat hun moslimbroeders is aangedaan. Jihadisten die de strijd niet opgeven maar hier in het Westen voortzetten.’
Wil Alexander undercover gaan en uitzoeken wat er allemaal aan de hand is in de Schilderswijk? Zijn er terroristen actief?
Alexander wordt Aboe Mansur al-Aziz Nizar, woonachtig in de Schilderswijk.
De drie verhaallijnen komen samen in een superspannende realistisch beschreven ontknoping, je kan alleen maar hopen dat dit nooit werkelijk zal gebeuren.
Het is niet alleen een spannend verhaal. Het is actueel, temeer omdat er uitleg gegeven wordt over de achtergrond van dit soort aanslagen, over jihadisme en radicalisering. Den Haag, met name de Schilderswijk, zal herkenning bieden voor diegenen die daar bekend zijn.
Deze factiethriller (fictie met feiten) kwam uit op de derde dinsdag van september, Prinsjesdag, een dag waarop de geijkte diensten zeer alert zijn op dit soort aanslagen.
Michiel Janzen is als strategy director verbonden aan GBE communicatie in Den Haag. Hij is gespecialiseerd in management en organisatie, militair-strategische vraagstukken, hetgeen je aan dit boek wel kan aflezen. Ondanks de vele informatie zit het verhaal uitstekend in elkaar zonder dat de spanningsboog uit het oog verloren wordt.
ISBN 9789401455626 | Paperback| 256 pagina's | Uitgeverij Lannoo | oktober 2018
© Marjo, 8 maart 2019
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Mijn kartonnen broer
Ronald van den Broek
Mila van Efferen runt samen met haar vriendin Nynke een fysiotherapiepraktijk in Rotterdam. Vijf jaar eerder zijn haar ouders omgekomen bij een terroristische aanslag op een lunchroom in Amsterdam. Een Joodse lunchroom waar hun aanstaande schoonzoon, Nathan, hen mee naar toe nam. Nadien is haar leven niet meer hetzelfde geweest, mede doordat ze haar broer Julian uit het oog verloor.
Als er een rouwkaart op de mat valt, niet bij haar thuis, maar de praktijk, heeft ze geen idee wat de Finse tekst wil vertellen, maar als het vertaald wordt beseft ze: het moet haar broer zijn die overleden is. Hals over kop vertrekt ze naar Finland, ze moet zekerheid hebben. Ze beseft al snel dat de laatste ontmoeting die ze met Julian had een afscheid geweest moet zijn. Hij gaf haar een briefje met plaatsnamen:
‘Dit zijn de plaatsen die we samen gaan bezoeken.’
‘Sure,’ zei ik neutraal en stopte het papiertje zonder er ook maar een blik op te werpen in de achterzak van mijn spijkerbroek.
‘Hé, ik meen het.’
Hij stootte me speels aan.
‘Dat weet ik.’
’En je gaat er ook heen als ik straks onverhoopt hier voor de deur wordt doodgereden.’
Achteraf weet ze dat Julian toen al wist dat zijn leven niet zeker was, maar op dat moment maakte ze er een grapje van. Maar ze weet: ze zal doen wat hij gevraagd heeft: ze moet op al die plaatsen een foto maken van zichzelf, met een foto van hem ernaast. De kartonnen broer.
Ze gaat op reis, laat Nynke die zich ernstig zorgen maakt, achter met een vervanger.
Maar Mila maakt zich geen zorgen, ze heeft een man ontmoet, Jason, een journalist, die haar helpt.
En hoewel ze zelf in de loop der dingen ergens opmerkt dat ze geen Dan Brown wil zijn, is het toch precies dat wat zij tweeën gaan doen. Van het ene puzzelstukje naar het andere, om te proberen er achter te komen wie de dood van Julian op zijn geweten heeft en wie er achter Mila aan zit. Maar wie is Jason eigenlijk? Waarom wordt de man met wie ze willen praten vermoord? Door wie?
Mijn Kartonnen Broer is een meeslepende thriller, een reuze spannend verhaal, met misschien een wat vergezochte plot. Tegen de tijd dat je dat - misschien - constateert - ben je evenwel al helemaal verslingerd aan de jacht op het ontcijferen van dat plot. Bovendien zit er (ja ja, à la Dan Brown) feitelijke, soms historische informatie, die lekker aanvult, en een intrigerende blik op een eventuele toekomst.
Ronald van den Broek is een schrijver die intussen zijn plaats tussen de thrillerschrijvers ruimschoots verdiend heeft!
Auteur Ronald van den Broek studeerde gezondheidswetenschappen en rechten en werkt als jurist. Na het debuut Varkensbloed in chocolade verscheen in 2016 Beschermduivel.
ISBN 9789493059054 | paperback | 345 pagina's | Uitgeverij Palmslag | februari 2019
© Marjo, 4 maart 2019
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Mendacium II
Sequitur
Guido Strobbe
De gevangene die wordt vermoord in de Nieuwewandeling gevangenis in Gent is geen onbekende voor wie Mendacium I heeft gelezen. Al snel is duidelijk dat de zaak uit dat eerste deel niet naar tevredenheid van Inspecteur Soetaert afgerond is. Het is dan al wel twee jaar geleden dat ze Matteo Fraeyman opgepakt hebben voor moord en ontvoering, er waren nog losse eindjes.
De moord in de gevangenis wordt gepleegd door een man wiens leven toch al ten einde liep. Hij doodt zichzelf eveneens. Maar waarom? En waar zijn de echtgenote en Eduardo, de zoon van de vermoorde gevangene gebleven?
Opnieuw duikt de inspecteur in het reilen en zeilen van het opvanghuis Tueri, dat in het eerste deel een rol speelde omdat er in de Venice Simplon- Orient-Express geld werd opgehaald ten bate van die instelling.
Soetaert heeft intussen een nieuwe collega gekregen: Julian, een jonge man die net met de hoogste lof is afgestudeerd. Soetaert is er niet blij mee, zo’n knul die hij achterna moet lopen en die hem maar in de weg loopt! Maar al snel moet hij toegeven dat Julian een aanwinst is, omdat hij op de hoogte is van de meest moderne snufjes! Dat blijkt erg handig, want de tegenstander is dat ook! (En Soetaert niet)
Door de andere verhaallijnen krijgt de lezer enig idee welke kant dit verhaal op gaat. Er is een parlementslid met een zwaar zieke dochter die wacht op een donorhart. Er is een arts die hartoperaties doet. En er is Eduardo die ergens in een kelder vastgeketend ligt, en geen flauw idee heeft wat er met hem gebeuren gaat.
Maar de inspecteur weet dat natuurlijk allemaal nog niet, en we volgen hem terwijl langzaam de puzzelstukjes op hun plek vallen. Als je eenmaal begint aan dit verhaal leg je het boek niet meer weg tot de inspecteur alles op een rijtje heeft kunnen zetten. Zal hij ontdekken wie er achter dit alles zit en waarom? Komt hij op tijd achter de verblijfplaats van Eduardo?
Voor het verhaal begint wordt er het een en ander verteld over de gevangenis te Gent, waar Matteo opgesloten zit. Ook over het Adornesdomein en de Jeruzalemkerk in Brugge http://www.adornes.org/nl. Je krijgt onmiddellijk kriebels om eens een uitstapje te maken en de gangen van inspecteur Soetaert te volgen. Toch een leuk extraatje bij een prettig lezende thriller, waarin we opnieuw de Vlaamse humor kunnen proeven.
Guido Strobbe (1956, Sint-Denijs-Westrem bij Gent) was journalist voor Het Nieuwsblad en is leraar grafische media te Brugge. Mendacium II is het vervolg op zijn vijfde thriller, net als zijn eerdere boeken met een historische inslag.
ISBN 9789463382601 | Paperback | 300 pagina's | Uitgeverij Aspekt | augustus 2017
© Marjo, 20 februari 2019
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Mendacium
Guido Strobbe
Een jongedame is aan het hardlopen in het natuurgebied Bourgoyen-Ossemeersen bij Gent als ze stuit op een dode man. Geschrokken belt ze de politie. De man blijkt niets bij zich te hebben, en het duurt even voordat de politie - in de persoon van politie-inspecteur Soetaert en zijn medewerkers - er achter is dat de man een vogelaar is, en vaak in dat natuurgebied te vinden was.
Zijn naam is Mathis Fraeyman. Samen met zijn tweelingbroer Matteo - eveneens een vogelaar! - leidde hij een reisbureau, Viaggi Stravaganti, dat gespecialiseerd is in luxe maar korte trips. Een van de best verkochte reizen is die met de Venice Simplon- Orient-Express, die net weer vertrokken is naar Venetië.
Heel toevallig is Annelies, de zus van de inspecteur, van plan om met haar man in de Italiaanse stad in die trein te stappen. Wie ook aan boord is, is David Tobbers, een treinfanaat, die om een speciale reden deze reis gratis mag maken. Zij leren elkaar kennen en raken betrokken bij een bende die zich bezig houdt met akelige praktijken.
In Gent intussen verdenkt de inspecteur Matteo er van zijn broer vermoord te hebben. Er is namelijk in een oude schrijfmachine bij Mathis thuis een deel van een brief gevonden waarin deze aangeeft dat hij 'de praktijken beu is'. Als Matteo zich op het politiebureau bevindt, meldt zich een getuige, een jongetje dat iets gezien heeft in het park. Maar voor hij zijn verhaal kan doen is hij verdwenen. Weggelopen, zegt zijn moeder. Later wordt het joch dood teruggevonden.
Soetaert bijt zich vast in deze onverkwikkelijke zaak, terwijl Matteo glad als een aal lijkt te zijn en alles ontkent. In de tussentijd lezen we over ongure types die zorgen voor ‘waar’, voor de Belgische markt. Ze maken een fout als ze een jongen ontvoeren wiens oom ook niet al te fris is. Hij belooft zijn zus er alles aan te doen de jongen terug te halen. Ergens in Frankrijk komen de verhaallijnen samen in een spannende apotheose.
Dient Viaggi Stravaganzi als dekmantel voor ongure zaken en wisten beide broers er van?
Waarom moest Mathis dan dood, en wat is de rol van het joch? Wat heeft hij gezien?
Wat voor ‘waar’ wordt met de trein vervoerd?
Echt een Vlaamse thriller: de taal is niet vernederlandst.
‘Verwittigen’ ’een plastieken doos die ze toilet noemen’ ’onnozelaar’ ‘Ik sta in panne. Kan je me komen depanneren?’ en meer van die voor ons Nederlanders leuke woorden.
Ook het verhaal is bij tijden sappig, bijvoorbeeld als Annelies en haar man misdadigers proberen te overmeesteren. Maar een beetje humor kan geen kwaad, want de kern van het verhaal, de misdaad waar alles om draait, is een gruwelijk gegeven. En spannend is het absoluut!
Stobbe voegt af en toe wat achtergrondinformatie toe aan het verhaal, bijvoorbeeld door Tobbers in contact te brengen met Annelies, die erg geïnteresseerd blijkt te zijn in de geschiedenis van de Oriënt Expres. Dit soort dingen vormen leuke extraatjes in dit verhaal.
Leuk is ook de persoon van Soethaert, die zich hardnekkig vastbijt in het onderzoek, en intussen niet wil scheiden van zijn geliefde autootje, waarvan de dagen evenwel zijn geteld.
Guido Strobbe (1956, Sint-Denijs-Westrem bij Gent) was journalist voor Het Nieuwsblad en is leraar grafische media te Brugge. Mendacium I is zijn vijfde thriller, net als zijn eerdere boeken met een historische inslag.
ISBN 9789461539113 | Paperback | 368 pagina's | Uitgeverij Aspekt | mei 2016
© Marjo, 2 februari 2019
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Schaduw over Berlijn
Volker Kutscher
We bevinden ons in Berlijn, in de jaren van het interbellum. De eerste wereldoorlog heeft grote wonden geslagen in de Duitse samenleving. De opkomst van het fascisme, protestmarsen in Berlijn, de Russische maffia, en de decadentie die welig tiert in een poging om alle ellende te vergeten en die zich uit in louche uitgaansclubs waar ook drugs circuleren, tegen deze achtergrond speelt het verhaal zich af.
Er wordt een auto met een dode man uit de rivier de Spree gehesen. Het is moord, de man had nooit zelf kunnen rijden gezien zijn kapotte handen en voeten. Hij is gemarteld. Maar wie is hij? Waarom moest hij dood?
Rechercheur Gereon Rath is nog maar net onderdeel van de zedenpolitie, en ziet nu zijn kans schoon: hij wil weer bij moordzaken. Tot voor kort was hij in Keulen rechercheur bij die afdeling, maar er iets faliekant fout gelopen. Berlijn weet niets van zijn verleden, dus waarom zou hij niet proberen te switchen? Hij vertelt niemand waar hij mee bezig is, en probeert op eigen houtje uit te zoeken wie de dode man is. Hij zal de zaak wel oplossen en zo laten zien dat hij meer in zijn mars heeft!
Hij krijgt te maken met vervaarlijke, nietsontziende gangsters, waaronder Russen, waarbij alles lijkt te draaien om een schat: een Russische familie zou ten tijde van de revolutie een grote hoeveelheid goud naar Duitsland hebben vervoerd, maar niemand lijkt te weten waar dat goud gebleven is. Er duikt af en toe een telg van die familie op, een mooie jonge vrouw, en Rath wil graag eens met haar praten. Maar ze ontglipt hem steeds. Een van de partijen die op dat goud uit is is een fascistische groepering.
Als de lezer leest dat er aan een muur van een woonkamer bij een lid van die groepering thuis een foto hangt van ‘een Charlie Chaplin-achtige figuur met een eigenaardige snor’ op, weet die wel hoe laat het is. Maar Rath is zich vanzelfsprekend nergens van bewust.
Van de aantrekkingskracht van de stenotypiste op de afdeling Moordzaken, Charlotte Ritter is hij zich evenwel wel degelijk bewust. Hij doet zijn best haar te veroveren, maar met al zijn geheime bezigheden lijkt hij zichzelf in de vingers te snijden.
Het verhaal speelt in de periode van 28 april tot 21 juni van het jaar 1929, voor, tijdens en na de gewelddadigheden van 1 mei (een bloedige aanvaring vond plaats tussen politie en demonstranten die later als ‘Bloedmei’ bekend werd) te Berlijn. Kutscher beschrijft hoe de stad er in die jaren uit zag en vooral ook hoe de politieke sfeer in Duitsland was, zonder dat hij daarbij de lijn van het verhaal onderbreekt. Er wordt melding gemaakt van het steeds grotere belang dat men hechtte aan sporenonderzoek: de technische recherche ontstond. En de rol van de media, in die tijd vooral kranten, wordt niet vergeten.
De afwisseling tussen beschrijvingen en actie is precies goed. Er zit een behoorlijk tempo in het verhaal en de verwikkelingen worden naarmate het vordert lastiger te volgen maar ook boeiender.
Het personage Rath is zeer menselijk. Hij krijgt met tegenvallers te maken, moet zijn weg zien te vinden in hachelijke situaties, en hoewel hij zijn doel steeds voor ogen houdt, slaat regelmatig de twijfel toe. Wie kan hij vertrouwen? En de verleidingen van de onderwereld waar hij in terechtkomt zijn groot.
Het is een historische spionagethriller, met veel actie en op zijn tijd humor.
De Duitser Volker Kutscher (1962) staat bekend als scenarioschrijver. Zijn omvangrijke boek leest dan ook als een film. En er is al een televisieserie van gemaakt: Babylon Berlin.
ISBN 9789044354461 | paperback | 576 pagina's | The House of the Books | oktober 2018
Vertaald ut het Duits door Janet Blanken
© Marjo, 23 januari 2019
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Kind 39
Ilaria Tuti
Het boek begint met een scène die zich afspeelt in Oostenrijk in 1978. Het lijkt meer iets uit een griezelverhaal, dan een thriller. Een vrouw betreed een ruimte die Het Nest genoemd wordt. Hier bevinden zich 40 subjecten en subject 39 is anders dan de anderen. Het experiment waar dit op gebaseerd is, is tussen 1945 en 1946 uitgevoerd door de tot Amerikaan genaturaliseerde Oostenrijkse psychoanalyticus René Spitz. De gebeurtenissen in 1978 komen regelmatig terug in het boek, terwijl er later ook scènes uit 1988 en 1993 volgen. Een deel hiervan worden beschreven door een observator.
Als in de bossen in Noord Italië het lichaam van een man wordt gevonden, waarbij de ogen verwijderd zijn, vermoedt commissaris Teresa Battaglia dat er een seriemoordenaar actief is. Teresa is een oudere vrouw die problemen heeft met haar gewicht en last heeft van diabetes. Tot overmaat van ramp lijkt haar brein haar langzaam in de steek te laten. Ze is niet altijd even vriendelijk tegen haar ondergeschikten en haar onervaren collega Massimo heeft vaak het gevoel dat hij in haar ogen niets goed kan doen.
Het verhaal ontrolt zich langzaam en een belangrijke rol voor een groepje jongens dat met elkaar optrekt en een meisje, dat soms denkt een geest te zien. In het dorp is men niet blij met het onderzoek van commissaris Teresa Battaglia, omdat dit slecht is voor het toerisme.
Het is een spannend boek geworden, met hoofdpersonen die je met je meeneemt. Er zit niet veel privéleven van de politiemensen in, maar ze worden wel personen van vlees en bloed. Ik ben in ieder geval benieuwd naar een volgend boek met deze hoofdfiguren.
Het boek heeft in zekere zin een soort dubbel einde. Dat subject 39 iets met het verhaal te maken heeft, blijkt natuurlijk al uit de titel, maar er duikt ook nog iemand anders op.
ISBN 978 94 0160 9951 | Paperback | 335 pagina’s | Xander Uitgevers | januari 2019
Vertaald door Saskia Peterzon-Kotte
© Renate, 19 januari 2019
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Pagina 46 van 217