
Elizabeth Klehfoth
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
De moordput
Een Arrowood-mysterie
Mick Finlay
Of dat klopt weten we niet, maar William Arrowood is er in ieder geval van overtuigd: hij is een betere speurder dan die blaaskaak van een Sherlock Holmes! Hij kan zich er vreselijk over opwinden dat de kranten lovend schrijven over Holmes, terwijl ze zijn persoontje ofwel negeren ofwel beschimpen. Maar hij, Arrowood, werkt in het armere Zuid-Londen, en hij accepteert de minder goedbetaalde zaken, in tegenstelling tot de geroemde Holmes. En vaak zijn die zaken veel lastiger op te lossen, en zijn ze ook gevaarlijk.
Net als bij Holmes, is het zijn assistent, Barnett die het verhaal vertelt.
Het echtpaar Barclay benadert de detective: Ze hebben hun dochter al ruim een half jaar niet meer gezien, ze reageert ook niet op brieven. Ze vermoeden dat Birdie gevangen gehouden wordt door haar man en zijn familie, op een buiten Londen gelegen boerderij. Daar zijn ze aan de deur geweest, maar de bewoners beweren dat Birdie hen niet wil zien! Een complicatie is dat Birdie niet helemaal 100% is, maar toch: meneer en mevrouw Barclay willen van haar zelf horen dat ze niet terug wil komen. De opdracht luidt: zorg er voor dat we haar kunnen zien en spreken.
‘Misschien is het niets, maar ik zou me als ouder zorgen maken. Een zwakzinnige jonge vrouw wordt belet haar familie te zien. Een gewelddadige echtgenoot!’ Hij likte zijn vingers af en veegde ze schoon aan zijn broekspijpen. ‘De arme Birdie zou weleens in grote moeilijkheden kunnen zitten. Het probleem is alleen dat ik niet goed weet wat we eraan kunnen doen.’
Natuurlijk beginnen de detectives met een bezoek aan de boerderij. En ook zij krijgen geen toegang tot het meisje. Ze zien haar evenwel voor het raam staan, ze zwaait met een veer, en bij een volgend bezoek met een afbeelding uit een tijdschrift. Maar wat dat betekent, begrijpen de mannen niet. Dat er meer achter zit, dat begrijpen ze wel! Ze proberen de politie erbij te halen, die hen eerder tegenwerkt dan hulp biedt. En als ze de ouders opnieuw bezoeken, krijgt Arrowood bevestiging van zijn twijfels: zij spreken niet de waarheid. Als er vervolgens een vrouw verdwijnt die vlak bij de boerderij woont en alles wijst op moord, verandert deze ogenschijnlijk eenvoudige zaak in een zeer complex moordonderzoek. Wat is er allemaal aan de hand op die boerderij?
Deze detective die speelt aan het einde van de negentoende eeuw draait zijn hand er niet voor om als hij vindt dat er voor anderen akelige praktijken nodig zijn om de waarheid boven tafel te krijgen. Daarbij ontziet hij zijn assistent niet! Maar eerlijk gezegd: zichzelf ook niet.
Het is een smerig zaakje, waarvan mensen als Birdie die niet helemaal volwaardig zijn de dupe zijn. Arrowood ontdekt al snel dat ook haar echtgenoot niet helemaal in orde is, en er zijn nog meer werknemers die men idioot of zwakzinnig noemt.
In een kort voorwoord en een langere epiloog over de historische achtergrond wordt uitgelegd hoe men eind negentiende eeuw omging met deze mensen. ‘Ze voelen geen pijn.’ zegt een van de personages. Langdon Down, de man die beschreef hoe mensen met het syndroom van Down een specifiek uiterlijk kunnen hebben wordt ten tonele gevoerd. Er gebeurden vreselijke dingen met mensen die niet voor zichzelf op kunnen komen, wat uit dit verhaal duidelijk naar voren komt. De historische context is prima, maar de sfeertekening kon beter. Ook al is er regelmatig sprake van mist en andere vochtigheid, die wordt niet beeldend genoeg beschreven.
Het geheel leest best lekker weg, maar een topper is het niet.
Er was een eerder boek over deze detective, en daar wordt ook naar verwezen, maar voor de zaak op zich is het niet erg als je dat eerdere verhaal niet kent.
Mick Finlay (Glasgow) verdeelt zijn tijd over Brighton en Cambridge. Hij doet regelmatig onderzoek op het gebied van menselijk gedrag.
ISBN 9789402702644 | Paperback | 448 pagina‘s | Uitgeverij HarperCollins | maart 2019
Vertaald uit het Engels door Ruud van de Plassche
© Marjo, 12 juli 2019
Lees de reactie op het forum en/of reageer. Klik HIER
De President
Orphan X deel 4
Gregg Hurwitz
Evan Smoak is getraind om te doden. Een normale jeugd heeft hij nooit gekend, vanaf het moment dat hij gescout werd in het weeshuis waar hij zich bevond, betekende elke dag opstaan steeds weer trainen, trainen en nog meer trainen. Vechtsport, conditietraining, leren om te gaan met wapens en de meest geavanceerde technologische snufjes, hij is onverslaanbaar. ‘Jij bent het wapen. De rest is gereedschap’.
Op het moment dat hij besloot geen Orphan agent meer te zijn, werd zijn leven niet normaal. Dat was niet meer mogelijk. Ook Jack, zijn begeleider, stapte uit het programma, en sindsdien werd er jacht op hen gemaakt. Ze wisten te veel.
Evan werd de Nowhere man, iemand die zich inzette voor mensen in nood. Zo ook in deel vier, al is de hoofdopdracht persoonlijk.
In de proloog heeft hij zijn eerste opdracht met succes uitgevoerd. Wat die opdracht te maken heeft met de huidige president Bennett weet hij niet, maar hij weet wel dat Bennett hem wil vermoorden. Nou ja laten vermoorden dus. Daarvoor wordt Orphan A vrijgelaten uit de gevangenis, die op zijn beurt eist dat een paar andere criminelen vrij komen, zodat hij ze in kan zetten voor de opdracht die de president voor hem heeft.Na Orphan X lopen ook de andere Orphans gevaar.
Het hele Orphanproject dat al supergeheim was volledig vernietigen, dat is wat de president die dit notabene zelf in het leven heeft geroepen, beoogt. Waarom precies, dat wil Evan graag weten. Hij heeft twee opdrachten voor zichzelf: de waaromvraag beantwoorden en de president vermoorden. Onmogelijk, lijkt dat. Bennett is ieder moment van de 24 uren die een dag heeft beveiligd als woonde hij in een ondoordringbaar pantser en hij kent het gevaar dat hij loopt, hij en zijn belager hebben telefonisch contact:
“Evan zei: ‘Ik heb generaals vermoord. Ik heb ministers van Buitenlandse zaken vermoord. Ik heb top industriëlen vermoord.’
De stem gaf even kalm als altijd antwoord. ‘Maar je hebt nog nooit de president van de Verenigde Staten vermoord.’
Of dat toch gebeurd zal zijn voor het boek uit is, is een lastige kwestie. Want Evan heeft nog een extra taak te vervullen. Als de Nowhere Man wil hij een jongen helpen die onderop heeft gelegen bij het verdelen van intelligentie. De jongen is goudeerlijk en volgt strikt de regeltjes. Hij beseft totaal niet dat anderen dat niet doen! En zo valt hij – en met hem zijn hele familie – in handen van een grote drugsdealer.
Dit is zo’n thriller die eigenlijk niet dik genoeg kan zijn – mits je de tijd hebt.
Ja, de hoofdpersoon is een moordenaar, een gevechtsmachine, die talenten en kennis heeft waar je nog nooit van gehoord hebt, maar hij is ook een slachtoffer. En blijkt ondanks alles een mens van vlees en bloed. Superspannende acties, met oog voor details, lees je ademloos, liefst in een ruk, ook omdat Gregg Hurwitz zijn hoofdstukken met zodanige cliffhangers schrijft dat je door moet.
Ook de andere personages, zowel mede- als tegenstanders, komen goed uit de verf, al zou je daar nog wel wat meer aandacht voor willen hebben. Naomi bijvoorbeeld, special agent in charge, die niet mag twijfelen aan de president voor wie ze werkt, maar dat wel steeds meer doet. Intussen heeft ze de zorg voor haar voorganger, niet toevallig ook haar vader, die in een verpleeghuis ligt af te takelen.
De President is niet alleen een actiethriller, het is vooral genieten van een superspannend verhaal dat goed in elkaar zit en je tot het laatst toe op het puntje van je stoel laat zitten.
Gregg Hurwitz (1973, San Francisco) schreef tijdens zijn studententijd aan zijn eerste thriller, The Tower, die in 1999 gepubliceerd werd. Thrillerlezers kunnen intussen niet meer om hem heen.
ISBN 9789400510692 | Paperback | 512 pagina’s | Uitgeverij AW Bruna | maart 2019
Vertaald uit het Engels door Erik de Vries
© Marjo, 5 juli 2019
Lees de reactie op het forum en/of reageer. Klik HIER
Eeuwig nacht
Patrick de Bruyn
Elise bezoekt haar grootvader, mijnheer Adam, in het ziekenhuis, niet alleen omdat hij haar opa is, maar ook omdat hij bereid is om gesprekken met haar te voeren in het kader van haar opleiding. Opa vertelt haar dat hij naar huis mag. Dat vindt ze vreemd. Niet naar een revalidatiecentrum? Dat blijkt eigenlijk wel te moeten, hij werd opgenomen met grote uitputtingsverschijnselen, maar mijnheer Adam is eigenwijs. Ook al heeft hij in de afgelopen maanden ook al drie keer een ongeluk gehad met zijn auto. Dat liep dan wel goed af, maar toch.
Elise maakt zich ongerust. Terecht blijkt. Want net voor mijnheer Adam naar huis zou vertrekken wordt hij dood gevonden.
Bij het lezen van het testament blijken al zijn bezittingen naar zijn veel jongere vriendin te gaan. Hij had Elise al eerder verteld over die fantastische Michèle Godeau. Elise weet intussen dat haar opa die laatste dagen toch een beetje begon te twijfelen aan deze mevrouw:
‘Ze heeft het natuurlijk geweldig druk. Zoveel patiënten die haar aandacht opeisen. En ze is een pietje-precies. Ze wil voor iedereen het beste…’ Maar daar klonk minder adoratie in door dan er ooit was geweest.
‘Bedoel je dat ze je niet zo vaak is komen bezoeken?’
En ineens liet hij de idolatrie volledig achterwege en reageerde enigszins geprikkeld:
‘Dat kun je wel zeggen ja. Ik had het nochtans anders verwacht. Dat kan toch niet zo moeilijk zijn om even binnen te springen. Ze werkt hier toch.’
Naast deze aanwijzing was er ook dat eigenaardige voorwerp dat Elise steeds aantrof in de auto’s na de ongelukken, een voorwerp dat er onschuldig uit zag, maar makkelijk de rem klem had kunnen zetten. Voor Elise is er geen twijfel: deze mevrouw, die Michèle, heeft haar grootvader opgelicht en diens centen ingepikt. Als ze later van haar vader hoort hoeveel geld er van de rekeningen afgeschreven werd ten behoeve van haar fratsen, en als ook de laatste onroerende goederen door haar ingepikt worden, gaat ze op onderzoek uit en stuit op nog een verdacht overlijden waar Michèle bij betrokken was. Haar besluit staat vast. Dat moet afgelopen zijn, die oplichterij!
Het verhaal van zijn vader en de valstrik die hem zijn leven heeft gekost wordt onderwerp van het boek dat Jean-Pierre, de vader van Elise, gaat schrijven. Maar dat blijkt zo makkelijk nog niet te zijn.
De vorm van het verhaal is bijzonder: Jean-Pierre laat zijn dochter stukken lezen en ze voeren hele gesprekken over hoe die intrigante hun vader/opa zijn geld afpakte voordat ze hem om het leven hielp. De grenslijn tussen fictie en non-fictie blijkt lastig.
Voor de lezer wordt het eveneens onduidelijk: wanneer is wat je leest het verhaal dat Jean-Pierre schreef, en dus wat hij er misschien bij verzon, en wanneer is het daadwerkelijk wat er gebeurde? Maar deze twijfel maakt het verhaal niet minder aantrekkelijk. Integendeel, het is intrigerend er achter te komen – of niet. Het is geen thriller met veel actie, maar daarentegen een boeiende psychologische misdaadroman geworden.
Humor zit er ook in, deels door de Vlaamse taal: ‘toen het grillen werd, was het te laat.’ Maar ook door zinnen als deze:
‘en dat allemaal door de vlinders in zijn buik.’
’Alleen kon hij het onderscheid niet maken tussen de vlinder en de vampier.’
De auteur heeft in dit boek net als zijn mannelijke hoofdpersoon geschreven over zijn vader. Hetgeen niet makkelijk was, stelt hij. ‘Dè waarheid? Die bestaat niet’ staat op de omslag.
Patrick De Bruyn (Halle, 22 augustus 1955) van oorsprong psycholoog heeft als Vlaams misdaadauteur zijn sporen verdiend. Zijn thrillers worden gekenmerkt door een beschrijving van gewone mensen die door het noodlot of door eigen toedoen in een nachtmerrie belanden.
Zijn boeken werden genomineerd voor de Gouden Strop, de Diamanten Kogel en de Hercule Poirotprijs. De laatste prijs won hij met Dodelijk Verlangen in 2010.
ISBN 9789492958464 | Paperback | 304 pagina's | Uitgeverij Horizon | maart 2019
© Marjo, 30 juni 2019
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Als een jongen een pakje met drugs in een stoel bij het afval vindt, krijgt deze zaak natuurlijk de prioriteit. En dan verdwijnt de vijftienjarige Sabine, Lins buurmeisje, waarmee ze vaak gaat zwemmen. Dit brengt Lin terug naar haar eigen herinneringen aan haar zusje Lem dat verdronken is. Haar andere zus, Nina, duikt ook ineens op en brengt ook haar eigen problemen met zich mee.
De verdwijning van Sabine zorgt ook voor problemen bij de woonbootbewoners, zeker als de ex van Lin hiermee in verband wordt gebracht, dan is ook Lin de gebeten hond.
Al met al is het wel een spannende thriller geworden, met hoofdpersonen waar ik graag een hele serie over zou willen lezen. Het is misschien geen verhaal met veel diepgang, maar gewoon een lekkere thriller om in de vakantie te ontspannen.
ISBN 978 94 027 0352 8 | Paperback | 302 pagina’s | Harper Collins | juni 2019
© Renate 29 juni 2019
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Ik reis alleen
Samuel Bjørk
Dit is een thriller zoals ik ze graag lees. Na een proloog, waarin een pas geboren baby, waarvan de moeder in het kraambed overleden is, verdwijnt, gaan we naar het heden. We zien hoe het eerste lichaam van een meisje van 6 jaar, met een springtouw opgehangen in een boom, gevonden wordt. Dan komen we bij Mia Krüger, die zich terug heeft getrokken op een eilandje bij Hitra. Ze is van plan om een eind aan haar leven te maken. De datum waarop ze dit wil doen, heeft ze al in haar agenda staan.
In Værnes haalt Holger Much een auto op bij het verhuurbedrijf en hij rijdt naar Trondheim. Hij is op weg naar Mia Krüger, die hij nodig heeft. Van Trondheim gaat hij verder naar Orkanger en naar Hitra, waar hij op een gegeven moment met een boot naar het eilandje moet waar Mia Krüger moet wonen. Hij moet haar overtuigen om mee te komen.
Dan duikt er in een volgend hoofdstuk ineens een man met een getatoeëerde adelaar in z'n nek op. Wat deze met de zaak te maken heeft, is nog een raadsel. Zo krijgen we allerlei puzzelstukjes, waarvan pas later duidelijk wordt hoe ze in het verhaal passen. Er duiken onder andere nog een mysterieuze sekte en een vrouw met 2 verschillend gekleurde ogen op, terwijl er een tweede meisje wordt gevonden en een boer een van z'n varkens dood en zonder kop vindt. Soms moet ik even terugbladeren, omdat er iemand opduikt, die we eerder tegen zijn gekomen. Op een gegeven moment krijg ik zelfs een zeker wantrouwen tegen een van de politiemensen.
Allerlei puzzelstukjes vallen langzaam op hun plaats, maar de schrijver heeft tot het einde toe nog wel een paar verrassingen in petto. Niet alle draadjes worden helemaal afgehecht, maar dat vond ik niet erg. Ik ben in ieder geval heel benieuwd naar het volgende boek over Holger Munch en Mia Krüger. Achterin het boek, vanaf pagina 400 staat al een voorproefje van dit nieuwe boek.
ISBN 978 90 210 1803 4 | Paperback | 416 (399) pagina’s | Luitingh - Sijthoff | februari 2016
vertaald door Renée Vink
© Renate 29 juni 2019
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Engelbewaarders
Kristina Ohlsson
Dit is het derde boek over Alex Recht en z'n team. Het begint met een proloog, waarin een vrouw een film bekijkt, waarin te zien is dat een jonge vrouw vermoord wordt. De vrouw bekijkt de film verschillende keren en herkent het tuinhuis van haar ouders, waar de film kennelijk is opgenomen. Ook de gemaskerde moordenaar herkent ze.
Dan springt het boek naar het heden en na een citaat uit een getuigenverhoor met Alex Recht, lezen we hoe een man met een hond een lijk vindt.
Dan volgt een getuigenverhoor met Frederika Bergman, waarin al vooruit wordt gelopen op de afloop van het verhaal. Zo lezen we dat de partner van Frederika, met wie ze een dochter heeft, aan is gehouden en dat Jimmy, de broer van Peder Rydh dood is. Jimmy heeft door een val van een schommel een hersenbeschadiging opgelopen en is min of meer stil blijven staan in z'n ontwikkeling. Hij verblijft in een tehuis en heeft een sterke band met Peder, zoals we ook in de voorgaande delen van deze serie hebben kunnen lezen. Later volgen er meer stukken van getuigenverhoren, die mij in het begin het gevoel gaven dat er dingen van de plot werden weggegeven, die ik misschien liever nog niet had gelezen.
Het privéleven van de hoofdpersonen raakt dit keer zeer verweven met de zaak waaraan gewerkt wordt. Het gevonden lichaam is van een jonge studente, die 2 jaar geleden vermist is geraakt. Het lichaam is in twee stukken verdeeld en het hoofd en de handen ontbreken. Later worden er in dezelfde omgeving nog 2 lichamen gevonden, van mensen die al veel langer dood zijn. Het eerste lichaam is van een man en het tweede van een vrouw, die al 40 jaar dood moet zijn.
Het verhaal lijkt te draaien om de kinderboekenschrijfster Thea Aldrin, die in de gevangenis heeft gezeten, omdat ze haar man vermoord heeft. Bovendien is haar zoon vermist en de politie vermoedt dat zij die ook gedood heeft. Met name commissaris Torbjörn Ross is hier heilig van overtuigd.
Thea Aldrin wordt ook gezien als de auteur van 2 zeer gewelddadige pornografische boeken. Na haar veroordeling heeft ze nooit meer gesproken. In het verzorgingshuis, waar ze na haar verblijf in de gevangenis in terecht is gekomen, wordt ze als excentriek gezien, een zwijgzame eenzaat, die regelmatig bezoek krijgt van Torbjörn Ross, die nog steeds hoopt een bekentenis van haar te krijgen, dat ze ook haar zoon vermoord heeft. Bovendien krijgt ze wekelijks bloemen van een onbekende, met een briefje, waarop 'Bedankt' staat.
In het verzorgingshuis waar Thea Aldrin woont is ook een medewerkster, die onder druk wordt gezet door een onbekende man, om de voormalige schrijfster in de gaten te houden en te melden van wie ze bezoek krijgt. Zo krijgt de lezer weer allerlei puzzelstukjes, die langzaam op hun plaats vallen.
Kristina Ahlsson is er weer in geslaagd om een boek te schrijven dat de lezer vrijwel tot het einde toe weet te verrassen. Of we aan het einde van het verhaal ook werkelijk alles te weten zijn gekomen, blijft de vraag. In het laatste hoofdstuk bekijkt een man de film, die ook aan het begin van het boek bekeken wordt. Wie die man is, wordt niet vermeld. Dat mag de lezer zelf bepalen. Is het iemand die we al eerder zijn tegengekomen, of is het een onbekende?
De stukken van de getuigenverhoren blijken uiteindelijk minder storend te zijn, dan ik aanvankelijk dacht. Weliswaar worden er een paar dingen weggegeven, maar veel blijkt uiteindelijk toch net iets anders in elkaar te zitten, dan je denkt. Het is het verhaal van een zaak, waarin verschillende dingen mis lopen, onder andere door gebrekkige communicatie. Dat men het idee heeft dat er fouten zijn gemaakt, blijkt ook uit de getuigenverhoren.
ISBN 978 90 443 3502 6 | Paperback| 398 pagina’s | House Of Books | augustus 2012 |
Vertaald door Ron Bezemer
© Renate 12 juni 2019
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
© Renate 23 juni 2019
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Dit is het tweede boek over Charlie Lager. Haar baas bij de politie is van mening dat ze in therapie moet, in verband met haar drankprobleem, iets waar ze het zelf niet helemaal mee eens is, maar waar ze toch in meegaat, omdat ze haar baan niet wil verliezen. Later spreekt haar baas haar aan op het feit dat ze nog vrij veel vakantiedagen heeft staan. Charlie is van mening dat ze nu bezig zijn met een zeer belangrijke zaak, waar ze zich ook persoonlijk bij betrokken voelt.
Als ze even pauzeert leest ze op internet een stuk over een meisje, dat in 1989 jaar geleden vermist raakte in Gulspång. Ze verbaast zich er over dat ze daar bij haar vorige bezoek aan Gulspång, toen ze op zoek waren naar de vermiste Annabelle niets over gehoord had.
Bij een bezoek aan een bar samen met een collega, ziet ze aan de bar Johannes Ro zitten, de journalist waar ze in het vorige boek ook mee te maken heeft gehad. Hij is ook de auteur van het artikel over het vermiste meisje, dat Charlie heeft zitten lezen. Hij zoekt contact met Charlie en ze hebben het over het artikel over het vermiste meisje, dat Charlie gelezen heeft. Charlie neemt Johan mee naar huis, waar ze over het artikel praten dat hij heeft geschreven.
Johan gaat naar huis en Charlie kruipt in bed, waar ze over haar moeder droomt. Ze wordt wakker van haar telefoon. Het blijkt Susanne te zijn, een vriendin uit Gulspång, die problemen heeft. Haar partner is bij haar weggegaan en haar moeder is weer gaan drinken. Charlie biedt aan om naar haar toe te komen, zodra de zaak waar ze mee bezig is, afgerond is.
De volgende dag, als ze zich verslapen heeft, besluit ze vrij te nemen en naar haar vriendin in Gulspång te gaan. Haar bezoek aan Gulspång brengt ook weer herinneringen aan haar jeugd naar boven. Ze probeert uit te zoeken wat er nu eigenlijk met Francesca, het meisje dat in 1989 verdwenen is, is gebeurd. Daarbij krijgt ze op een gegeven moment hulp van Johannes Ro.
In de proloog is Francesca aan het woord. Ze is op een feest op de kostschool waar ze op zit en is op zoek naar haar vriend Paul. Paul is een buitenbeentje, dat op z'n vorige school dusdanig gepest werd, dat z'n ouders alles bij elkaar hebben geschraapt om hem naar deze dure kostschool te sturen, in de hoop dat het hem daar beter zal gaan. Dat blijkt echter toch niet helemaal het geval te zijn. Hij trekt veel op met Francesca, die net als hij een buitenbeentje is. Later wordt Paul dood uit het water gehaald en de conclusie is dat hij zelfmoord heeft gepleegd. Francesca gelooft dat niet en verdenkt een groepje jongens rond Henrik Stiernberg, het vriendje van haar zus.
In de stukken waarin Francesca aan het woord is, leren we meer over haar en haar vriendschap met Paul. Francesca drinkt nogal en wordt door haar ouders niet erg serieus genomen. Ze wordt beschouwd als iemand die het niet zo nauw neemt met de waarheid en als ze op een gegeven moment vertelt dat ze verkracht is door de zoon van een zakenpartner van haar vader, wordt dit natuurlijk ook niet geloofd. Francesca is misschien wat dromerig en in korte stukjes met de titel 'Gaten in de tijd' haalt ze herinneringen op aan haar vriendschap met Paul.
Charlie ontdekt in dit verhaal weer meer over haar eigen verleden en over haar moeder. Ze ontdekt wat er gebeurd is met Francesca en Paul en hoewel ze daar niet op uit is, ontdekt ze door een vreemd toeval ook wie haar biologische vader is.
Ik ben benieuwd naar het derde deel van de trilogie over Charlie Lager. Hoewel het boek los kan worden gelezen, maakt het toch wel heel duidelijk deel uit van een serie. In zekere zin is het te vergelijken met de boeken over Frieda Klein van Nicci French. Ook daarin is in feite sprake van een doorlopend verhaal. Het verschil is dat het verhaal van Frieda Klein zich alleen in het heden afspeelt, terwijl het verhaal over Charlie Lager eigenlijk vooral over haar verleden gaat. Wat zal er in het volgende boek nog aan het licht komen? In het eerste boek ontdekte Charlie dat haar moeder als puber samen met een vriendinnetje een kind om het leven heeft gebracht. In dit boek ontdekt ze wie haar vader is, dus wat zal er in het volgende boek aan het licht komen?
ISBN 978 94 027 0269 9 | Paperback | 414 pagina’s | Harper Collins | mei 2019
vertaald door Ydelet Westra
© Renate 20 juni 2019
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Kwelling
Hoe goed ken jij je moeder echt?
Tamara Geraeds
De 28-jarige Christina woont nog steeds bij haar ouders. Ze zou graag op zichzelf willen, maar blijft om een misschien wel misplaatst schuldgevoel. Vijf jaar eerder is namelijk haar jongere broertje Colin verdwenen. Sindsdien is het gezin ontwricht: haar vader vlucht in zijn werk, het organiseren van feesten en evenementen, en haar moeder heeft een akelige migraine ontwikkeld.
Christina is als profielanalyticus gaan werken bij IPOL, de Dienst Internationale Politiesamenwerking. Maar echt succesvol is ze niet, het werk vindt ze eigenlijk saai, ook al is ze vastbesloten om informatie te vinden die een doorbraak kan vormen. Colin is namelijk niet het enige kind dat verdwenen is.
Het verhaal begint met een krantenartikel over een gruwelijke vondst in een geheime tunnel bij een huis in Rotterdam. De familie Kaakmans krijgt het bericht dat Colin een van de lijken was, waardoor alle ellende opnieuw opgerakeld wordt. Ellen, de moeder, krijgt opnieuw heftige migraineaanvallen, en Christina kan zich niet meer concentreren, heeft last van stress. Ze zoekt haar heil in drugs, en heeft daar steeds meer van nodig.
Vergist ze zich nu, of klopt het dat haar moeder zich vreemd gedraagt? Als Christina in haar moeders tas een vingerkootje en een bebloed mes vindt, probeert ze haar moeder meer in de gaten te houden. Daarbij doet ze niet zozeer vreemde, als wel hele akelige ontdekkingen.
Ze vraagt zich af of dat verband houdt met de berichten in de krant.
Het verhaal wordt door Christina als ik-verteller, en door Ellen in de derde persoon verteld, waarbij de lezer zeer goed op moet letten in welke tijd het hoofdstuk speelt. Terwijl Christina vooral vooruit in de tijd gaat, zijn de hoofdstukken die Ellen vertelt juist terugblikken, die steeds verder het verleden induiken, maar ook weer niet altijd, dus je moet de koppen boven de hoofdstukken goed lezen. Daar staan overigens soms ook spreuken als ’berouw snijdt dieper dan het scherpste zwaard’ of ‘Monsters slapen niet in je bed, ze slapen in je hoofd’ (achterin vindt je verantwoording voor deze gezegden)
Waar de gemiddelde lezer waarschijnlijk ook onzeker over is, is de vraag in hoeverre alles werkelijk gebeurt. Christina neemt steeds meer en zwaardere drugs, en verliest haar grip op het leven. Ze heeft hallucinaties. Maar die lijkt Ellen ook te hebben, tenminste, dat denkt Christina dan weer. Die vraagt zich bovendien af of er een moordenaarsgen bestaat, en maakt zich daar erg ongerust over haar moeder.
Wat gebeurt er nu echt? Zien moeder en dochter spoken, of gebeurt het echt?
‘Bibberend lig ik in bed. Ik lig hier al zeker een half uur, maar van slapen kan geen sprake zijn. Nog nooit in mijn leven heb ik me zo radeloos gevoeld. Mijn hoofd wordt overspoeld door verdriet, woede, machteloosheid, onzekerheid, twijfel, verlangen. Nog even en ik word gillend gek.'
Door die onzekerheid word je des te nieuwsgieriger naar de ontknoping van dit spannende verhaal.
De eenvoudige en duidelijke manier van schrijven is in dit geval erg prettig, je hebt al genoeg om in de gaten te houden als je het verhaal vlot wilt lezen. Dat lukt overigens niet altijd: al lezend wil je nogal eens terugbladeren om alles goed op een rijtje te hebben.
Een psychologische thriller die verrast en fascineert!
Tamara Geraeds (Arnemuiden,1981) werkt naast auteur als freelance docent Engels, Nederlands en creatief schrijven, en als redacteur voor verschillende uitgeverijen. In 2012 verscheen haar debuut Nergens bij Uitgeverij Kluitman Alkmaar en inmiddels zijn er al 7 boeken van haar hand verschenen.
ISBN 9789462420984 | paperback | 263 pagina's | Uitgeverij Kramat | maart 2019
© Marjo, 11 juni 2019
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Pagina 42 van 215