Stilleven
Marieke Damen
‘Misschien was dat de oplossing wel: de tijd. Dat alles vergeten zou worden met het verstrijken van de tijd. Maar wat moest je tot het zover was? Wat moest je doen als je de pijn nog voelde?’
Monica is een verdienstelijk kunstenares. Ze woont alleen, en al snel wordt duidelijk dat ze in ieder geval niet op zoek is naar een relatie. Maar ze wil wel graag contact met haar zus Manuela, die ze al ruim twintig jaar niet gezien heeft. En dat terwijl ze elkaar een belofte deden, zo lang geleden alweer:
‘Bij deze beloof ik dat ik je nooit, maar dan ook nooit in de steek zal laten.’
Als er een mailtje komt van Manuela met de vraag een portret van haar te schilderen als verrassing voor haar vriend, gaat Monica aan het werk. Ze bereidt zichzelf en het huis voor wachtend op het moment dat Manuela zal komen. Misschien houdt zij het huis al in de gaten? Het lijkt of Monica haar ziet. Maar ze wil dat niet weten eigenlijk, ze mag pas komen als alles klaar is.
Terwijl we de voorbereiding volgen is er ook de verhaallijn van twintig jaar eerder, waarin ongetwijfeld duidelijk zal worden waarom de zussen elkaar al die tijd niet gezien hebben. Monica is tien jaar, zus Manuela vijf jaar ouder, als de situatie bij hen thuis danig verslechtert. Ze zijn geen echte zussen, maar delen wel hun vader. Na diverse aanvaringen wordt Manuela door hun vader uit het huis verbannen naar het eigenlijk ongeschikte tuinhuis. In het houten gebouwtje vol keren en gaten wordt een bed neergezet en daar moet ze het mee doen. Nu is Monica niet voor een gat te vangen: ze vindt een ander onderkomen, ook niet luxueus, maar daar kan ze samen met haar zus doen wat ze wil. Monica wil alleen maar tekenen en schilderen, maar mag dat niet thuis. Haar moeder verbiedt het haar ten stelligste al vertelt ze er niet waarom het niet mag.
Dat verleden wordt verteld vanuit het tienjarige meisje, en de lezer leest tussen de regels door dat haar oudere zus meer begrijpt van hoe het gezinsleven in elkaar steekt. Maar Manuela wil haar jonge zusje beschermen en vertelt haar niet meer dan ze perse moet weten. Zodoende wordt er niets expliciet verteld, maar de lezer voelt de dreiging die van de situatie uitgaat, en waarin de vader een vervelende rol speelt.
Monica ziet wel dat hij te veel drinkt, en dan gewelddadig wordt, maar het lijkt of ze de implicaties van zijn gedrag – en dat van haar moeder - niet wil zien. Maar ze is ook nog maar tien jaar. Er zijn dingen die ze niet kan begrijpen. Zij wil alleen maar schilderen, en sprookjes lezen waarin een boze stiefmoeder tenslotte haar terecht lot ondergaat en Roodkapje haar grootmoeder weet te redden.
Er is ook nog een man die verderop in het bos woont, en die de meisjes welkom heet in zijn huis. Maar dat is ook een geheim, net als de twee poesjes die zij bij een vriendin vandaan meenemen. Als hun vader hen betrapt met de twee diertjes is dat een van de weinige keren dat de dreiging werkelijkheid wordt. Dat kan het kind niet meer uit de weg gaan. In hoeverre zij begrijpt wat ze verder ziet, dan blijft onduidelijk. Ze hoort haar vader praten met onbekende mannen, maar ze kan geen verbanden leggen, ze kan niet aanvullen wat ze niet hoort, omdat ze nog de onschuld zelve is.
Toch neemt zij de beslissingen die haar verdere leven zullen beïnvloeden, met de gevolgen die we langzaam zullen begrijpen uit wat ze ons vanuit het heden vertelt.
Het heen en weer springen tussen de verhaallijnen met vrij korte hoofdstukken werkt uitstekend. Maar vooral het suggestieve in de tekst, het niet expliciet vertellen wat er nu eigenlijk aan de hand is, dat zorgt voor een dreiging van onheil in een spanningsboog waarbij de lezer in tweespalt zit: wil je echt weten wat er aan de hand is? Zolang niemand het vertelt is het misschien niet waar…maar natuurlijk wil je aan de andere kant wel degelijk weten wat er gebeurd is in het verleden. En of alles nu goed komt.
Marieke Damen (Doetinchem, 1976) schreef eerder kinderboeken. Stilleven is een sterk thrillerdebuut. Met een mooie omslag.
ISBN 9789491875984 | Paperback | 250 pagina's | Uitgeverij Letterrijn | mei 2020
© Marjo, 1 juni 2020
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
De honger
Kasper van Beek
Psychotherapeut Liam Sandberg heeft een goedlopende praktijk in Oud-Zuid. Hij heeft een fijn gezin met zijn vrouw Evi en nu vijftienjarige dochter Yana. En ze hebben een vakantiehuisje in Limburg dat hij aan het opknappen is. Daar kan hij eventuele frustraties in kwijt en het is heerlijk om er weekendjes door te brengen.
Een fantastisch leven dat op zijn kop komt te staan als ze ontdekken dat een onbekende hen al een jaar lang in hun eigen huis heeft gefilmd!
Thuisgekomen van een weekendje Limburg vinden ze een briefje op de afstandsbediening, PLAY, staat er op. Liam drukt op de knop en tot hun afgrijzen zien ze alle drie hun leven op film verschijnen. In alle kamers hangen verborgen camera’s! Letterlijk alles staat op film, compleet met datum.
Ze waarschuwen de politie, maar besluiten de opnames niet mee te geven, zodat de politie er weinig mee kan. Er is niet aantoonbaar ingebroken, er is niets gestolen. Wie heeft die camera's geplaatst? En waarom wil iemand de familie Sandberg elke minuut van elke dag filmen?
Het is het begin van een ellendige periode waarin de waarheid niet meer verborgen kan blijven.
Rechercheur Isabella Neri, net terug van gedwongen verlof, buigt zich over de zaak. Ze wordt tegengewerkt door haar collega’s, maar omdat ze helemaal geen zin heeft om in een duf kamertje in haar eentje papierwerk te gaan doen, is zij degene die bepaalde feiten voor het daglicht haalt, die anders verborgen zouden zijn gebleven.
In een poging haar op een zijspoor te zetten wordt ze op een cold case gezet, een meisje dat een jaar eerder verdwenen is. Als Isabella de lijst opvraagt van vermiste meisjes, heeft ze de link met de zaak Sandberg. Al ontdekt ze dat niet meteen, Isabella bijt zich vast in de zaak.
Maar er moet nog heel wat gebeuren voor het onderzoek echt op gang komt. Misschien is het dan al te laat voor Yana die intussen ook verdwenen is.
Het idee achter deze thriller is akelig: dat je zomaar bekeken kan worden in al je doen en laten zonder dat je het weet! Als je die persoon kent is dat al een eng idee, maar door iemand die je niet kent? Dat is nog erger. Want waarom zou iemand willen zien wat een gewoon mens de hele dag doet?
Maar: iedereen heeft wel geheimen, en dat kan heel onschuldig zijn, maar ook heel gênant. Of gevaarlijk, al zal de gemiddelde lezer niet te maken hebben met wat er in dit boek gebeurt.
Het verhaal komt rustig op gang, en heeft bijzondere verhaalwendingen. Het is een verslavend boek, je legt het niet zomaar weg.
Wie is er zo gek dat hij – of zij natuurlijk – maar liefst zeventien camera’s verbergt in een huis van een ogenschijnlijk heel normaal gezin?
Misschien is de bron van het kwaad niet zo’n origineel gegeven, maar het is absoluut heel goed uitgewerkt. Er is een heleboel aan de hand, wat ook nog het leven van onschuldige buitenstaanders kost. En de Sandbergs zijn natuurlijk evenmin veilig.
Kasper van Beek (1985) is film- en televisieproducent. Hij is medeoprichter van twee productiebedrijven, waarmee hij een breed scala aan nationale en internationale projecten maakt. Hij woont en werkt in Amsterdam. Zijn debuut Vogelvrij stond op de shortlist van de Gouden Strop en de Schaduwprijs. De honger is een uitstekende opvolger, dus de lezer wil zeker meer boeken van zijn hand.
ISBN 9789403188003 | paperback | 288 pagina's | Uitgeverij Cargo | mei 2020
© Marjo, 29 mei 2020
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Het gerucht
Lesley Kara
Joanna bedoelt het goed, als ze op een bijeenkomst van de leesclub een andere vrouw probeert te redden van Karen, die haar aan een kruisverhoor lijkt te onderwerpen. Ze gooit de naam Sally McGowan in de groep, de vrouw over wie ze zojuist heeft gehoord dat die in hun dorp zou wonen.
Het werkt, maar de gevolgen zijn heel vervelend.
De naam van het meisje dat op tienjarige leeftijd een joch van vijf jaar doodstak wekt meteen belangstelling. Als Joanna ook nog vertelt dat de vrouw verborgen zou zijn in een dorp zonder kroeg, en dat van toepassing was op Flinstead in die tijd….
Al heeft die moord al 48 jaar geleden plaatsgevonden, het is nog steeds een feit dat de tongen in beroering brengt. Niemand wil dat de moordenares in hun buurt woont. De vrouw zit sinds haar vrijlating in een beschermingstraject, heeft natuurlijk een andere naam. Iedere vrouw van die leeftijd kan haar zijn…
Joanna is zelf nog maar pas in Flinstead komen wonen vanuit Londen, waar haar zoontje Alfie van zes op school gepest werd. In het dorp woonde haar moeder, het leek een goede keuze om in haar buurt te gaan wonen, temeer omdat Joanna een alleenstaande moeder is.
Maar alleen al de mogelijkheid dat die moordenares in het dorp zou wonen, lijkt, nadat Joanna het gerucht verspreid heeft, de gemoederen danig in beweging te brengen. Een eigenaresse van een winkel wordt bedreigd, de ruiten ingegooid van haar boetiek. Joanna krijgt akelige tweets.
Gelukkig komt er steun van haar vriend, Michael, die zowaar aankondigt dat hij wel meer wil in hun relatie. Maar hij is journalist, en niet iedereen is blij met zijn aanwezigheid.
En dan gebeurt er heel veel, al is het vooral in Joanna’s hoofd. Als een van die vrouwen een moordenares is, wie is het dan? En wie stuurt haar die tweets? Het kan iedereen zijn: de vrouwen van de leesclub, de moeders op school, de vrouwen van de oppaskring. Zelfs de vrouwen met wie ze te maken krijgt uit hoofde van haar werk als makelaar.
Ze haalt zich van alles in het hoofd, hoe kan ze haar kind beschermen? Zijn ze wel veilig?
Lesley Kara maakt goed gebruik van de twijfel en de angst die een jonge alleenstaande moeder danig in vertwijfeling kan brengen. Is het Sonia? Is het Kay? Of Maddie? Of zou het Liz zijn? Het kan iedereen zijn…
In een sneltreinvaart razen we langs de ene verdenking naar de andere, Kara houdt er goed de vaart in, en weet ook hoe ze verrassende wendingen in het verhaal kan brengen. Al kan het de lezer enigszins duizelen van al die namen, het is absoluut de moeite waard om er even moeite voor te doen het verhaal te volgen. Tussendoor zijn er ook nog cursiefjes die waarschijnlijk van de hand van de moordenares zijn, en krantenartikelen uit de tijd dat zij haar daad pleegde.
De boodschap lijkt dat we beter nadenken voor we een roddel of een gerucht de wereld in sturen om dat het desastreuze gevolgen kan hebben. Maar buiten dat is Het Gerucht een spannende psychologische thriller, een debuut nog wel! Absoluut veelbelovend.
ISBN 9789044357394 | paperback | 304 pagina's | Uitgeverij House of the Books | maart 2020
Vertaald uit het Engels door Els van Son
© Marjo, 24 mei 2020
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Zand
Koen D’Haene
In de proloog lezen we over een man die in een gletsjerkloof is gevallen en in spanning wacht op hulp. Hij was immers niet alleen? Hij noemt namen: Yvonne. Sarah.
Wie is deze man, en wat is er gebeurd?
Wie het debuut van Koen D’Haene heeft gelezen - IJs, een misdaadroman (2016) - heeft wel een idee, maar ook als je dat niet hebt, is het geen probleem om verder te lezen. De roman Zand speelt zich af op Schiermonnikoog, het eiland waar IJs eindigde. Het is twaalf jaar later.
De ik-verteller is Sarah. Zij is met Tom op vakantie op het eiland Schiermonnikoog. Beiden zijn leraar op een school in Oostende. Sarah heeft Tom lang op afstand gehouden maar onlangs besloten dat ze definitief voor hem kiest. Ze is er dan ook niet zo blij mee dat ze al snel in contact komen met een Nederlands stel, Michael en Ingrid, die duidelijk aangeven dat ze hun gezelschap zoeken om van alles samen te gaan ondernemen.
Als Michael steeds opdringeriger wordt, staat het voor Sarah vast: kappen met dat stel!
Dat blijkt nog niet zo eenvoudig. Is Tom intussen al vreemd gegaan met Ingrid? Dat zou blijken uit wat Michael insinueert, gewoon hardop, maar ook in appjes.
Sarah is overigens wel in trek bij de mannen: er is er nog een die meer van haar wil: ene Mories, die haar kent van vroeger. Dat is ook zeer onwelkom: want Sarah blijkt niet te zijn wie ze zegt dat ze is…
Ze doet haar best die mannen van zich af te houden en zich alleen om haar Tom te bekommeren, maar het loopt allemaal niet zo soepel.
Ze heeft ook het idee dat ze in de gaten gehouden wordt. Waanzin, zegt ze tegen zichzelf. Het eiland is gewoon klein, je komt steeds dezelfde mensen tegen.
Vanwege haar verleden is ze er niet gerust op. En ze heeft gelijk over haar gevoel. Want Mats, de man die 12 jaar geleden in de gletsjer gevallen is, is inderdaad ook op Schiermonnikoog. Hij weet niet veel meer van zijn verleden, maar herinnerde zich wel een Sarah. In Brussel kwamen er al flitsen terug uit zijn verleden, en toen hij in Oostende was herinnerde hij zich nog meer. Hij ontdekt de school waarvan hij wist dat zij er werkte. Hij deed navraag, ze werkt er nog steeds! En hij reist haar achterna. Misschien kan hij via haar zijn geheugen terugkrijgen…
Het loopt allemaal anders… heel anders zelfs.
Want wie is Sarah eigenlijk? Wat wil Michael? En waarom laat Mories haar niet met rust? En ook: waarom zegt Sarah niet gewoon tegen die mannen dat ze haar met rust moeten laten? Daar zit inderdaad meer achter, zoals we ook niet weten wat precies het oogmerk is van Michael en Ingrid als ze zich opdringen aan Sarah en Tom.
Een verhaal in wisselend vertelperspectief dat slechts langzaam spannend wordt, maar je dan ook niet meer loslaat.
D’Haene tovert steeds een ander duiveltje uit het doosje, waardoor de lezer verrast wordt. Je wilt steeds sneller gaan lezen, maar dat moet je eigenlijk niet doen, dan mis je details en fraaie volzinnen. Hij heeft zich duidelijk verdiept in de achtergrond – vooral toeristisch – van Schiermonnikoog, zodat we als het ware mee lopen en fietsen over het eiland.
Een spannende psychologische roman met ook nog een bijzonder einde - als het dat al is?
Koen D’haene (1964, Wevelgem) was leraar Nederlands. Later behaalde hij het diploma bibliotheekwetenschappen en werd hij stafmedewerker in de bibliotheek van Wevelgem. Hij schreef romans en verhalen voor kinderen, jongeren en volwassenen, o.m. Gek van een eiland (2010) en Ketters van de Kemmelberg (2017).
ISBN 9789491875991 | hardcover | 250 pagina's | Uitgeverij Letterrijn | maart 2020
© Marjo, 18 mei 2020
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Het Isisgeheim
Jeroen Windmeijer en Jacob Slavenburg
In het Leidse Rijksmuseum van Oudheden is een grote tentoonstelling gepland over Egypte.
Arianna Esposito is egyptologe, opgeleid in Turijn, en nu werkzaam als conservator in het museum van Leiden. Ze spreekt al goed Nederlands, hetgeen haar collega Thijs de Rooij geregeld opmerkt. Vooral als ze bepaalde Nederlandse uitdrukkingen gebruikt.
Uit Turijn heeft het museum een gouden beeldje van de godin Isis te leen, nog geen twintig centimeter groot, en minstens tweeduizend jaar oud. Op het moment dat Arianne het aan het bekijken is, komt Thijs binnen. Ook hij houdt het beeldje even vast.
‘Best licht eigenlijk,’ zei Thijs. ‘Lichter dan je misschien zou verwachten voor zo’n massief stukje goud.’
Aanvankelijk legt Arianne zijn opmerking naast zich neer, maar de twijfel zet in. Ze besluit het beeldje te laten onderzoeken, en inderdaad: het is hol, en er zit iets in. Een papyrus, waar in het Oudgrieks een soort recept op geschreven is. Het betreft een middel dat zou leiden tot blijvend verhoogd bewustzijn. Arianna en Thijs gaan samen op zoek naar de precieze ingrediënten en werkwijze.
Helaas houden ze de ontdekking niet voor zichzelf, het geheim is al snel niet langer een geheim. De papyrus, foto's daarvan en de vertaling die Thijs gemaakt heeft, worden gestolen. Ze begrijpen al snel door wie.
De speurtocht die volgt leidt naar Oxford, en brengt hen in aanraking met groeperingen die zo hun eigen ideeën hebben over het recept. En zoals dat gaat met zoiets bijzonders: er zijn mensen die er goede dingen mee willen doen, maar ook mensen die er alleen maar geld aan willen verdienen en daarbij ook over lijken gaan.
Ook is er de relatie tussen Arianna en Thijs, die aanvankelijk niet soepeltjes verloopt. Maar als lezer heb je daar wel verwachtingen van.
Wat de verwachtingen betreft omtrent de afloop, dat klopt ook wel. Alleen de weg daar naar toe is onvoorspelbaar. Wat zullen onze held en heldin moeten doormaken om voor elkaar te krijgen wat ze willen?
Een enkele keer wordt er een lijntje opgeworpen dat verder niet uitgewerkt wordt. Waarom wordt er verteld dat Arianna wees is? Wat is de bedoeling van de ontdekking van Thijs, dat het document een palimpsest is? Het zijn details waar je als lezer meer van verwacht, maar de schrijvers komen er niet op terug.
SchrijverS, meervoud. Dit boek is ontstaan als samenwerkingsverband tussen Jeroen Windmeijer, bekend van zijn historische thrillers, en cultuurhistoricus Jacob Slavenburg, die onderzoek deed naar antieke mysteriën en daarbij steeds de godin Isis tegenkwam. Dat hij daar veel van weet wordt absoluut duidelijk in dit boek, hetgeen nog eens te zien is in de bibliografie. Het is een verhaal met veel informatie er in, die als terloops, maar wel ter zake doende, in het verhaal wordt ingeweven. Over Isis dus, en over mystiek, magie en alchemie. Maar ook over Leiden en Oxford. Over Plato en over de hermetische leer.
‘De menselijke ziel is verstrikt geraakt in de materie en zoekt een manier om daar weer los van te komen. Voor de geboorte was de ziel al in de Ideeënwereld aanwezig en heeft ze volmaakte kennis van de Ideeën opgedaan. Daarom wil de ziel ook terugkeren naar de goddelijke werkelijkheid, maar dat kan alleen als de mens zijn herinnering aan die goddelijke wereld weet terug te halen, zich weer herinnert.’
Zo is dit boek een boeiend, maar niet al te spannende thriller geworden. Voor de liefhebber.
Jeroen Windmeijer is antropoloog, maar was ook leraar godsdienst en maatschappijleer. Omdat hij een groot liefhebber is van thrillers als die van Dan Brown is hij, vooral omdat soortgelijke boeken zich nooit in Nederland afspelen, zelf gaan schrijven. In 2015 debuteerde hij met Het Petrusmysterie en vanaf 2019 is hij fulltime auteur. Begin maart 2020 verscheen zijn nieuwste thriller, Het Isisgeheim, die hij samen met auteur en cultuurhistoricus Jacob Slavenburg schreef.
ISBN 9789402704976 | paperback | 336 pagina's | Uitgeverij Harper Collins | maart 2020
© Marjo, 1 mei 2020
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Niemand die je hoort
Steve Mosby
Een seriemoordenaar laat z’n slachtoffers vastgebonden op bed achter, zonder eten of drinken. Als vrienden contact opnemen, stuurt hij ze geruststellende berichten, zodat het lijkt alsof er niets aan de hand is. Als de vrouwen dan overleden zijn, stuurt hij dezelfde vrienden een laatste bericht met de tekst: “Jij hebt haar laten doodgaan…”
Detective Sam Currie krijgt deze zaak op z’n bord en een van de verdachten is Dave Edwards. Deze komen we na de proloog al in het eerste hoofdstuk tegen. De hoofdstukken over hem zijn in de ik-vorm geschreven, zodat we met hem meeleven. Dave is illusionist en vormt samen met Rob, die zich daar ook mee bezig houdt, de redactie van een sceptisch tijdschrift. Dave worstelt nog steeds met de dood van z’n broer.
Ook de detective heeft z’n demonen, in de vorm van een aan drugs verslaafde zoon die inmiddels ook overleden is.
Dave heeft een ex-vriendin Tori, waar hij nog wel contact mee heeft, terwijl hij ook al een voorzichtige internetrelatie met Sarah heeft en dan blijkt Tori het volgende slachtoffer te zijn. Tori heeft twee vrienden, Choc en Cardo, die je maar beter niet tegen je in het harnas kunt jagen, iets waar Dave ook achterkomt. Hij wordt door hen in een wraakactie betrokken, waar hij uiteindelijk bij wegloopt.
In het boek speelt ook een zekere Mary een rol, die als kind regelmatig door haar vader vastgebonden is, waarna hij haar een aantal dagen zonder eten en drinken achterliet. Uiteindelijk heeft ze kans gezien om samen met haar broertje te ontsnappen. Haar vader, die politieman was, heeft de nodige tijd in de gevangenis doorgebracht en is inmiddels weer vrij, maar draagt nog steeds een enkelband. Mary beschuldigd haar vader van de moorden, maar de politie is daar niet van overtuigd, omdat de man inmiddels een wrak lijkt te zijn en hij volgens de gegevens van de enkelband nooit in de buurt van de plaatsen is geweest waar de dode vrouwen zijn gevonden.
Het is een uiterst spannend boek en als je denkt te weten wie de dader zou kunnen zijn, blijkt het een en ander toch weer anders te liggen.
ISBN 978 90 229 9355 2 | Paperback | 286 pagina’s | AW Bruna | 2009
vertaald door Martin Jansen in de Wal
© Renate 1 mei 2020
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
De patiënt
Sebastian Fitzek
© Marjo, 23 april 2020
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Als Eline Jehaes, een jongedame die er van droomt een bekende journalist te worden, de auto van haar moeder in de prak rijdt, weet ze niet zo goed waar ze is. Haar telefoon heeft geen bereik, in kaartlezen is ze niet zo goed. Ze laat de auto achter, en gaat op onderzoek uit als ze een hond hoort blaffen. De weg volgend komt ze bij een rivier, de weg loopt het water in.
Een chagrijnige veerman zet haar over, en zo arriveert ze in Koolbeke.
De lezer denkt al snel te weten dat het een thriller wordt met een Amish-achtig tintje: het geïsoleerde dorp is vijandig ten opzichte van nieuwkomers – Eline dus – en ze ziet er mensen rondlopen met een akelig misvormd uiterlijk. Er zijn geen auto’s. Televisie en internet, dat gebruiken ze niet. Als ze tampons wil kopen, weigert de apotheker haar die ‘omdat ze niet getrouwd is’. Wat is dit voor achtergebleven dorp?
Gelukkig vindt ze wel onderdak. Een herbergierster (!), ene Sylvia, is gastvrijer dan de andere bewoners. Haar zoon is spastisch: hij zit in een rolstoel en kan niet praten. Gelukkig kan hij wel via een toetsensysteem communiceren.
Eline ontmoet Tessa die haar vertelt dat er plannen zijn met het dorp – een brug die de verbinding zal vormen met de bewoonde wereld bijvoorbeeld. En ze vertelt er bij dat niet iedereen daar blij mee is.
Wat Eline niet weet – en de lezer wel - is wat er achter de schermen van het dorp nog meer gebeurt. Maar ze is al wel getriggerd: hier zit een verhaal in!
Ze neemt contact op met een oude kennis, Eva. Een gesprek tussen Eva en Eline maakt eindelijk duidelijk waar dit boek om draait: Het Kolbekesyndroom, een akelige ziekte die de misvormingen veroorzaakt die Eline heeft gezien.
Dan komt deel twee - dat lijkt wel een ander boek! - waarin Hugo Cockaert het vertelperspectief vormt. Hij kondigt een revolutionair geneesmiddel aan tegen osteoporose. Cockaert denkt hiermee nog rijker te worden dan hij al is. Hij woont met vrouw en twee kinderen in een grote villa en leidt een bourgondisch leven.
Na de presentatie wordt Cockaert opgewacht door een onbekende. Die aangeeft dat hij helemaal niet zo onbekend is: twintig jaar eerder hebben ze elkaar al ontmoet. De man bedreigt Cockaert, hij eist een flinke som geld. Hugo’s fijne leventje staat vanaf dan compleet op zijn kop. De arrogante rijkaard die denkt overal mee weg te komen, stuit nu op ondoordringbare hindernissen. En hij blijkt ook zijn vrouw en kinderen niet zo goed te kennen.
De thriller begint…
Er volgen nog twee delen, een verteld vanuit Lea, mevrouw Cockaert. Het laatste is weer voor Eline. Met deze ietwat vreemde warrige opbouw trekt de schrijfster haar lezers wel het verhaal in. Er zit nog een ander thrillerelement in het verhaal verwerkt, dat wel aangeeft wat voor soort dorp het is, maar dat was toch al wel duidelijk, dus enigszins overbodig.
De schrijfster zet je steeds op een ander spoor, waardoor je nieuwsgierig wordt wat je nu eigenlijk aan het lezen bent. Omdat het een lekker leesbaar verhaal is, met personages die je buren zouden kunnen zijn, blijf je gelukkig wel doorlezen.
Als je dat eenmaal weet laat het verhaal je niet meer los. Het thema is uit het leven gegrepen, behalve misschien dat afgelegen dorp. Dat lijkt in deze tijd, en in Vlaanderen, niet zo realistisch. Maar er wordt dan ook aan gewerkt om het voor de wereld te openen.
De manier van schrijven is eenvoudig, met veel details en vaak wat sappig Vlaams in de woordkeuze.
Belinda Aebi (1959) werkte 26 jaar als manager van de juwelenafdeling bij de firma Rodania, het horlogebedrijf dat door haar Zwitserse vader in België werd opgericht en uitgebouwd. In het boek Swiss Made (maart 2008) tekende ze zijn levensverhaal op. Tijdens het werken aan deze biografie ontdekte ze haar "goesting" om te schrijven. Het Dorp is intussen al haar tiende boek.
ISBN 9789463967020 | paperback | 436 pagina's | Uitgeverij Hamley Books | december 2019
© Marjo, 22 april 2020
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Vuurmoord
Jorun Thørring
Op 15 oktober 2007 loopt er een man rond het huis van de familie Fjeld in Tromsø. Johan Fjeld meent z’n oudere broer Karl te herkennen, maar dat is onmogelijk, want die is bij de grote brand in het oude centrum van Tromsø op 14 mei 1969 om het leven gekomen. De man belt aan, maar Johan doet niet open. Vervolgens keren we terug naar het moment van deze brand. Is Karl Fjeld wel bij deze brand om het leven gekomen?
De lezer weet al snel dat dit niet het geval is, maar wie is de dode dan wel?
Als er op 16 oktober 2007 weer een brand uitbreekt, waarbij een slachtoffer valt, krijgt politie-inspecteur Aslak Eira de leiding over het onderzoek. Daar het duidelijk wordt dat Karl Fjeld inderdaad weer is opgedoken, gaat de aandacht ook uit naar de brand in 1969. Men gaat op zoek naar getuigen, maar die worden een voor een het zwijgen opgelegd.
Ook het privéleven van Aslak Eira speelt weer een rol in dit boek. Hij heeft problemen met z’n zoon Niilas, die met een vriendin is thuisgekomen, waar Aslak z’n bedenkingen bij heeft. Deze vriendin blijkt wat tamelijk onaangename kanten te hebben, hoewel dit deel van het verhaal niet helemaal uitgewerkt is.
Het is weer een spannend boek geworden, dat heen en weer schiet tussen het heden en de gebeurtenissen in mei 1969 en tot op de laatste bladzijden is het onduidelijk wie de dader is. Eigenlijk blijf je als lezer zelfs dan nog wel met een paar vraagtekens zitten.
ISBN 978 90 6306 623 9 | Paperback | 358 pagina’s | Davidsfonds | 2012
vertaald door Neeltje Wiersma
© Renate 30 maart 2020
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

Ondergronds
Lidewij Martens
Over de Amsterdamse metrolijn Noord/Zuid is al heel wat te doen geweest, maar plaats delict voor een seriemoordenaar?
Lidewij Martens durft het aan een thriller te schrijven waardoor je geen ondergrondse metrolijn meer durft te betreden, waar dan ook.
Haar hoofdpersoon is Flo Berge. Zoals bij de meeste boekenspeurders gaat het in haar privéleven niet zo soepel, maar is ze daarentegen een slimme en gedreven inspecteur. Doordat ze klein van stuk is heeft ze al vroeg geleerd om van zich af te bijten, zij laat zich niet op haar kop zitten.
Het eerste slachtoffer is een vrouw die gevonden wordt in metrostation Noord. De metro rijdt daar nog niet, maar de opening is binnenkort. Al snel is duidelijk dat het niet om zelfmoord gaat, maar verder zijn er nauwelijks aanwijzingen. Flo heeft de kans nog niet gehad om gedegen onderzoek te gaan doen als er een tweede dode gevonden wordt: in het volgende metrostation, Noorderpark.
Het enige wat de twee casussen gemeen hebben is dat de slachtoffers gevonden zijn in een metrostation. Er is geen enkele aanwijzing dat het een en dezelfde moordenaar is. Toch moet het onderzoek in die richting gaan denkt Flo.
De pers, in de persoon van Vanessa, hijgt in haar nek:
‘Aan de opeenvolging van moorden op de nog net niet operationele Noord/Zuidlijn in Amsterdam is weer een slachtoffer toegevoegd. Het ligt hier recht achter mij, onderaan de roltrap die toegang verschaft tot…’
Als Vanessa op dit punt gekomen is, snoert Flo haar de mond. Ze vraagt zich af hoe het kan dat deze journalist iedere keer zo snel op de locatie is. Is er een lek op het bureau? Is Vanessa op een andere manier betrokken bij de zaak?
De zaak wordt nog gecompliceerder als Flo ook persoonlijk bedreigd wordt. Ze weet niet of dat ook verband houdt met de zaak, maar ze wordt wel voorzichtiger, vooral ten aanzien van haar geliefde hond Hunter. En haar zoon natuurlijk.
Toch lijkt de moordenaar – het moet er wel eentje zijn – haar steeds een stap voor te blijven. En er zijn nog meer stations op de Noord/Zuidljn...
De plot is origineel en zit goed in elkaar. Martens volgt het geijkte patroon: natuurlijk is er onenigheid op het politiebureau, is er een meerdere die zich wil profileren ten koste van zijn ondergeschikte. Net als het feit dat Flo de stereotype speurder is, met de haast gebruikelijke vermenging van privé en werk.
Maar de spanning wordt rustig opgebouwd tot een bijzondere ontknoping. Martens schrijft zo beeldend dat je de scenes voor je ziet, met als gevolg dat je wel twee keer nadenkt voor je de metro weer instapt!
Lidewij Martens is roman- en scenarioschrijver. Zij schrijft voor televisieseries als Baantjer, IC, Spangen, Flikken Maastricht, SpangaS en Mees Kees, de serie. Martens heeft al diverse boeken op haar naam staan, zoals: Een plek om te schuilen, Tot je valt, een roman die eerder uitkwam onder de naam Dubbel rood en Steigereiland.
ISBN 9789402704914 | paperback | 436 pagina's | Uitgeverij Harper Collins | februari 2020
© Marjo, 8 april 2020
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Pagina 38 van 217