De man die zijn sporen wiste
Val McDermid
Als Ross Garvie en Wee Grantie, samen met hun vrienden Tam en Tozer, besluiten een auto te stelen, weet niemand wat dit teweeg zal brengen. Veel eerder dan ze hadden verwacht, wordt de politie gewaarschuwd en tijdens een achtervolging, verongelukken ze. Drie van de jongens overleven het niet en Ross Garvie, die achter het stuur zat, raakt zeer ernstig gewond en beland in coma in het ziekenhuis. Men ontdekt dat zijn DNA overeenkomsten vertoond met DNA dat gevonden is op het lichaam van een vrouw die ruim 20 jaar geleden verkracht en vermoord is en waarvoor nooit een dader is opgepakt.
Karen Pirie van bureau Historische Zaken hoopt met dit aanknopingspunt toch weer wat verder te komen. Helaas duiken er de nodige onvoorziene problemen op, want Ross Garvie blijkt geadopteerd te zijn, maar weet dit zelf niet, omdat z’n adoptieouders dit geheim voor hem willen houden. Dat zorgt dus voor juridisch getouwtrek.
Deze zaak belandt een beetje op de achtergrond, want Karen besluit zich ook bezig te gaan houden met een zaak waar ze eigenlijk helemaal niets mee te maken heeft. Een vriendin van haar, die sociaal werkster is en die ze raadpleegt om wat wijzer te worden over de adoptiewetgeving, heeft namelijk een cliënt, die dood is aangetroffen op een bankje. Eerst denkt de politie aan zelfmoord, later gaat men er van uit dat het moord is en daarna besluit men toch weer dat het om zelfmoord gaat.
Het slachtoffer is een zekere Gabriel Abbott, die al heel lang psychische problemen heeft en van een uitkering in een arbeidershuisje woont, dat z’n broer voor hem gekocht heeft. De moeder van Gabriel blijkt in 1994 om het leven te zijn gekomen bij een bomaanslag op een vliegtuigje, waar ook een politicus, die minister voor Noord-Ierland was geweest, in zat. Daarom vermoedde men dat de IRA, of een splintergroepering bij de aanslag betrokken was. De aanslag was echter nooit opgeëist en dat vindt Karen toch wel een beetje vreemd. Ze besluit deze zaak opnieuw te onderzoeken en stuit daarbij op mensen die liever niet willen dat de waarheid aan het licht komt. Er worden zelfs een paar moordaanslagen op haar gepleegd.
Het boek kent een paar verrassende wendingen en is weer heel spannend. Er speelt ook nog iets met een groepje Syriërs, voor wie Karen zich inzet.
ISBN 978 90 245 7717 0 | Paperback | 397 pagina’s | Luitingh Sijthoff | 2017
vertaald door Frank Lefevere
© Renate 18 oktober 2020
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Over haar lijk
Sarah Pinborough
Marcie verkeert sinds haar huwelijk met de gescheiden Jason in de chique kringen van Savannah, waar ze zich redelijk staande weet te houden. Gezien haar afkomst is dat best bijzonder. Ze is niet de enige: een van hun vrienden, William, compagnon van Jason, is van een reis naar Europa teruggekomen met een nieuwe echtgenote. Zijn eerste vrouw Eleanor is aan kanker overleden. Keisha, de mooie jonge vrouw van Nigeriaanse afkomst, heeft eveneens een duister verleden. En Marcie ziet heus wel dat Jason zijn blik niet van haar kan afhouden.
Natuurlijk zwijgen de vrouwen over hun verleden, maar misschien is het wel daardoor dat ze elkaar goed blijken aan te voelen. Te goed misschien. Keisha is alleen met William getrouwd om zijn geld, ze hoopt snel te erven.
Als William voor dood gevonden wordt constateert de politie dat hij vergiftigd is. Terwijl hij met ernstige klachten in het ziekenhuis ligt, wordt de zaak onderzocht. Ook Marcie doet onderzoek, nadat ze eerst beschuldigd is. Keisha is tevens verdachte, als ook Jason. Deze laatste heeft net als de dames een motief.
De zaak is ingewikkeld. Er blijkt nogal wat gelogen en bedrogen te zijn, ook door andere personages.
En in Savannah, gelegen in Georgia, een van de zuidelijke Staten, heerst toch al een broeierige sfeer. Voodoo is er vrij normaal. Maar is er echt wel sprake van magie, of is er iemand die dit soort praktijken tot eigen bate weet aan te wenden?
‘Zal ik je eens iets vertellen?’ Kate Anderson (de politie-inspecteur) zat tegenover Marcie aan de kleine tafel in de verhoorkamer en keek een beetje geamuseerd. ‘Ik heb nog nooit aan een zaak gewerkt waarin mijn grootste probleem was dat er zo veel verdachten waren die stuk voor stuk de dader konden zijn. Mijn tweede probleem – en dit moet je niet persoonlijk opvatten – is dat jullie stuk voor stuk zulke nare mensen zijn.’
Dat zal je maar gezegd worden. Of de personages inderdaad zulke akelige mensen zijn, is aan de lezer om te bepalen. Bij alle drie vindt hun handelswijze een oorzaak in hun bepaald niet makkelijke verleden, dat door de schrijfster langzaam ontrafeld wordt. Te langzaam misschien, het is alsof de schrijfster niet echt kon kiezen wat voor soort boek ze zou schrijven, de beloofde thriller begint pas ruim over de helft.
Tevoren is het een roman over mensen die inderdaad niet zo aardig lijken. Zij horen tot de rijken, en hun gedrag is bepaald niet vlekkeloos. Het zijn egoïsten die beheerst worden door jaloezie en hebzucht. Het element magie maakt het verhaal wat lichter, al denken de personages daar natuurlijk anders over.
Rijkdom, passie, drugs en een moord, dat is wel voldoende om de lezer een aantal uren te vermaken. Maar op het puntje van je stoel? Nee, dat niet.
De Britse Sarah Pinborough (1972) schreef al meer dan twintig boeken in allerlei genres. Dit is het vijfde dat in het Nederlands vertaald werd.
ISBN 9789044359107 | paperback | 400 pagina's | Uitgeverij House of the Books | september 2020
Vertaald uit het Engels door Els Franci-Ekeler
© Marjo, 16 oktober 2020
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
De fatale etappe
Vergelding in de Vuelta
Hans van Hartevelt
Marco en Miguel Muñoz vormen een identieke tweeling en hebben allebei talent voor wielrennen. Daarbij is Miguel de betere gebleken, hij staat op het punt om de eerste renner in de geschiedenis te worden die de Drie Grote Rondes in één jaar wint. De Ronde van Italië en de Ronde van Frankrijk heeft hij al gewonnen, en nu rijdt hij de Ronde van Spanje. Dan heeft hij Eddy Merckx overtroffen, dat is zijn doel. Maar hoge bomen vangen veel wind, al die successen zetten kwaad bloed. Iedereen in de wielerwereld houdt de twee scherp in de gaten:
‘Die twee spitse snuiten met die donkerbruine kraaloogjes zijn niet uit elkaar te houden. Ook niet tijdens een interview, zelfs dat geneuzel van ze klinkt hetzelfde. Alleen aan hun fiets zijn ze te herkennen en aan hun wedstrijdnummer, en nu natuurlijk aan de trui waarin ze rijden.‘
Maar of Marco zijn eigen bolletjestrui of Miguels rode trui aan heeft, dat kunnen ze niet zeker weten. En een fiets valt ook te wisselen. De andere ploegleiders verdenken de twee jongens er dan ook van dat ze aan persoonsverwisseling doen, al of niet in opdracht van de ploegleider. Marco is namelijk de betere in klimmen. Als hij in plaats van zijn broer de bergritten doet, dan is er nooit een kans voor andere ploegen om eens iets te winnen, en gaat al het geld naar de Mexicaanse ploeg La Tienda de Salud. De tweeling wint alles, ook de kleinere rondes. Daar moet een einde aan komen. De leiders van de andere ploegen slaan de handen in elkaar: hoe kunnen ze door samen te werken Miguel van de overwinning afhouden?
De 14e etappe van de Vuelta leidt met enkele pittige beklimmingen naar Les Praeres, de Trap naar de Hel’ wordt het genoemd. Een kilometer voor de derde col, de Alto de la Mozqueta is een laatste ravitaillering. De renners kunnen het zich niet permitteren die te missen. Zonder nieuwe gevulde bidons redden ze het namelijk niet op de cols die nog komen. De ploegleiders bedenken een plan: juist daar, op de plek waar de tweeling en dus ook hun ploegleider het zeker niet zal verwachten, zullen hun renners hun slag slaan.
Dat er intussen in de ploeg van La Tienda de Salud het een en ander gaande is, weten ze dan nog niet. Als de geruchten de ronde gaan doen, eerst binnen de eigen ploeg, heeft dat vervelende gevolgen voor de tweeling. En zijzelf ontdekken dat ook.
Geheimen, complotten, onfrisse praktijken, daar krijgen commissaris Santos Escartin en hoofdinspecteur Leticia Gil Parra mee te maken als er een dodelijk ongeluk gebeurt tijdens deze laatste etappe en zij het onderzoek leiden. Was het een ongeluk? Of opzet?
Vooropgesteld dat de wielerwereld mij geheel onbekend is, kan ik toch aangeven dat ‘De fatale etappe’ een boeiende misdaadroman is. Het gaat er immers om dat er een dader van een misdaad gevonden wordt, en wat in welke setting het verhaal geplaatst is maakt dan niet zo veel uit.
Natuurlijk is die achtergrond er wél: er is een mooie beschrijving van de omgeving. Daarnaast wordt er verteld hoe het er aan toe gaat in de wielersport, de dagelijkse gang van zaken, de concurrentie, het hele spelletje dat gespeeld wordt door de mensen die achter de schermen aan de touwtjes van het grote geld trekken. Hopelijk is dit gedeelte van het verhaal fictief, maar we weten allemaal wel dat ook in deze sport het grote geld een rol speelt.
Daarom is het goed om te lezen dat de renners zelf fietsen omdat ze willen fietsen, om de wedstrijd, het winnen, ze gaan voor de eer. Dat ze daar hun geld meeverdienen is een feit, maar waarom niet op een eerlijke manier?
Door het onderzoek van de commissaris en zijn collega komt het verhaal tot leven. Er is niet gekozen voor één verteller, we gaan van de een naar de ander, vooral ook door middel van hun gesprekken met de betrokkenen - de tweeling, andere renners, de ploegleiders, de ploegarts. Een extraatje is het feit dat Leticia zelf ooit een vrij verdienstelijke wielrenner was. Zij kan de commissaris alles uitleggen. Gelukkig voor de onwetende lezer.
Hans van Hartevelt (67) werkte zo’n kleine dertig jaar voor het Koninklijk Instituut voor de Tropen in Amsterdam, waar hij directeur van de bibliotheek was. Over het hoe en waarom schreef Hartevelt in 2014 de roman ‘De verkwanseling van een kroonjuweel’, die veel stof deed opwaaien.
De fatale etappe is zijn tiende boek bij Uitgeverij In de Knipscheer.
ISBN 9789493214125 | paperback | 312 pagina's | In de Knipscheer | september 2020
© Marjo, 11 oktober 2020
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Zonder zintuigen
Ed James
Inspecteur Aidan Corcoran en forensisch psycholoog Marie Palmer zijn de hoofdpersonen in een nieuwe serie misdaadromans.
Hun eerste zaak is bizar: iemand ontvoert zijn slachtoffers, onderwerpt hen aan specifieke martelingen en gooit hen dan ergens op straat: naakt en totaal ontredderd. Ze weten nauwelijks wat hen overkomen is.
‘Ik blijf maar denken aan de trauma’s die Sarah en Howard hebben opgelopen. Kun je je voorstellen hoe het geweest moet zijn?’
De eerste die gevonden wordt is Sarah, een jonge vrouw die al zes weken vermist werd, ze is tijdens het hardlopen verdwenen. Vel over been en uitgehongerd wordt ze teruggevonden. Het is maar de vraag of ze dit zal overleven. Ze kan nauwelijks praten en het duurt dan ook een tijdje voor ze de politie het weinige dat ze zich herinnert kan vertellen.
Intussen wordt een tweede slachtoffer gevonden, een man, die maar blijft schreeuwen en zingen, een kinderliedje over een zeepaardje. Hij heeft het over cellen, bij eentje daarvan heeft hij de naam Sarah zien staan. Dezelfde dader dus, maar wat is zijn motief? Waarom laat hij zijn slachtoffers in leven? Ook wisselt hij van locatie, hetgeen het nog lastiger maakt voor Corcoran en Palmer, ze moeten ook samenwerken met andere politiekorpsen.
Behalve dat ze een dader moeten zien te vinden die toch echt compleet gestoord moet zijn, liggen de twee ook regelmatig met elkaar in de clinch. Maar dat leidt juist tot ideeën en misschien een oplossing. Het aanvankelijke wantrouwen maakt plaats voor waardering. Ze vormen een prima team voor meer verhalen.
De aanleiding tot de ontknoping is opnieuw een ontvoering. En nog eentje…
Als Corcoran met zijn team de achtergrond van de slachtoffers gaat onderzoeken, ontdekken ze eindelijk de link. Maar daarmee hebben ze nog niet de dader te pakken!
Boven de hoofdstukken staat de datum en tijd, en degene vanuit wens oogpunt het verhaal verteld gaat worden. Er is een goede afwisseling, die natuurlijk ook zorgt voor cliffhangers. Maar je wil toch wel doorlezen, het is erg spannend, en intrigerend. Het verhaal is zo bizar dat je bijna geen logische ontknoping verwacht. Toch komt die er…
Dat Marie Palmer deel uitmaakt van het team zorgt voor de psychologische benadering en diepgang.
Ed James is een Schotse schrijver. In Groot-Brittannië heeft hij zijn sporen al lang verdiend als auteur van ruim twintig titels, onder andere een reeks thrillers rondom inspecteur Simon Fenchurch.
Zonder zintuigen is het eerste dat vertaald werd in het Nederlands.
ISBN 9789402705478 | paperback | 384 pagina's | Uitgeverij Harper Collins | augustus 2020
Vertaald uit het Engels door Angelique Verheijen
© Marjo, 8 oktober 2020
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
De witte weduwe
Michael Kestemont
Anna Vleminck, docente klassieke talen, is net verhuisd. Ze is in een appartement in Molenbeek, Brussel getrokken, met de hulp van haar vriendinnen, maar krijgt nauwelijks de tijd om haar woning in te richten. Ze moet meteen aan het werk op de universiteit in Brussel, waar ze les geeft.
Ze vindt een vreemd voorwerp in haar postvakje: een origamifiguurtje. Een zwaan, gevouwen van een krantenartikel. Als ze dat leest, legt ze verband met haar eigen boek dat net verschenen is. In het artikel wordt beschreven hoe er in het diamantmuseum in Antwerpen een inbraak heeft plaatsgevonden, zonder dat er iets meegenomen is. De vitrine die opengemaakt is bevat een zwaantje, een origamizwaantje met een Latijnse tekst erop.
Ze verdenkt haar vriendin, maar die ontkent: zij weet van niets. Vreemd…
In Kortrijk werd een jaar eerder een kleine uitgever benaderd door een oudere man die zijn boek wilde uitgeven. Eliza Vanginderdeuren verbaast zich over de eisen die hij stelt, maar is ook geïntrigeerd door zijn boek over meesterkrakers. Ze gaat met hem in zee. Maar waar begint ze aan?
Terug in de tijd, 1866: deze hoofdstukken zijn gebaseerd op de geschiedenis.
Keizerin Charlotte (dochter van Leopold I van België en dus prinses van België, prinses van Saksen-Coburg en Gotha, hertogin van Saksen, aartshertogin van Oostenrijk en keizerin van Mexico) is met haar gevolg uit Mexico vertrokken en bivakkeert nu in Rome. Haar hofdame heeft haar handen vol aan haar meesteres, Charlotte doet vreemd. Ze denkt dat iemand haar wil vergiftigen en ze weigert ook maar iets te eten. Een audiëntie bij de paus heeft als gevolg dat ze haar intrek neemt in Vaticaanstad. Haar broer, Phillippe, graaf van Vlaanderen, wordt gewaarschuwd.
Als Charlotte later verhuist naar Bouchout, een landgoed in Vlaanderen (dat heden ten dagen nog bestaat), is het ook Philippe die de zorg voor haar op zich neemt. Charlotte lijdt aan waanvoorstellingen, maar ze is erg vasthoudend als het gaat om dat ene boek dat ze ooit voorlas aan Philippe en dat ze nu voor wil lezen aan Albert, haar neefje. Het is het boek over de ridder Perceval. Wat hebben deze dames met elkaar te maken?
Het verhaal ontrolt zich in hoofdstukken met een Latijnse term erboven. Dat wordt uitgelegd in het verhaal over de uitgeverij. Het hoofdverhaal is voor Anna, die toch wel nieuwsgierig is naar wat er nu precies gebeurd is in Antwerpen. Daar ontmoet ze inspecteur Eleonora Châtellerault, werkzaam bij de afdeling kunstcriminaliteit bij de federale politie. Zij vindt Anna’s verhaal aanvankelijk maar eigenaardig, maar langzaam raakt ook zij in de ban van de vreemde gebeurtenissen. Ze komen de boeken van Anna en van de oudere man op de vreemdste plekken tegen. Wat gebeurt hier toch?
Een fantastisch boek! Je moet wel je aandacht bij het verhaal houden: er is een grote hoeveelheid personages, maar in tegenstelling tot het eerste boek van deze schrijver zijn er nu aanduidingen boven de hoofdstukken geplaatst, zodat je de verschillende verhaallijnen makkelijker uit elkaar te houden. Het ene antwoord roept weer tig nieuwe vragen op. Wat is een MacGuffin? Wie is Alberto Spaggiari? Hoe zat het ook weer met de Rechtvaardige Rechters? Zo worden nog veel meer personen en feiten genoemd. Een prikkelend leeservaring!
Als je eenmaal begonnen bent met lezen, wil je weten wat er aan de hand is!
Vooral de rol van de historische figuur Charlotte, en haar familie. Zij lijken het een en ander te verbergen...
Michael Kestemont weet absoluut zijn lezerspubliek te boeien. Al die geheimen en raadsels, heerlijk!
Het boek maakt ook dat je nieuwsgierig wordt naar het leven van Charlotte van België.
Michael Kestemont is professor aan de Universiteit Antwerpen waar hij digitale tekstanalyse doceert aan het departement letterkunde.
ISBN 9789401467872 | paperback | 356 pagina's | Uitgeverij Lannoo | augustus 2020
© Marjo, 5 oktober 2020
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Verbannen
James Swallow
Marc Dane was eerder in dienst van MI6, de Britse geheime dienst, waar hij zich voornamelijk bezig hield met technologie. Met computers is hij een van de besten!
In het eerste boek Nomade hebben we kunnen lezen hoe hij als techneut betrokken raakte bij een veldoperatie, waarbij hij om zijn collega’s te helpen, zelf ook in het werkveld terecht kwam. De MI6 verdacht hem van verraad en wilde hem niet meer.
Nu werkt hij bij de VN, in Split bij het onderzoeksteam NSNS dat staat voor Division of Nuclear Security. Ze delen het gebouw met de Kroatische politie, met name met ene Horvat, een man die hen nog danig dwars zal zitten. Hij heeft een hekel aan de buitenlanders in zijn stad, zeker nadat hem was uitgelegd dat zij er waren omdat Kroatië knooppunt zou zijn voor illegale smokkel vanuit Rusland: geweren, munitie, maar ook plutonium, verrijkt uranium, kernafval.
De NSNS staat onder leiding van een Duitse vrouw, Schrader, die Dane ook al een lastpost vindt. Ze heeft hem op een zaak gezet waarvan ze dacht dat hij haar niet in de weg zou lopen, die van een vervelende zwendel. Zij ziet de gebroeders Koerjak als kruimeldieven, ze lichten de boel op door valse kernwapens te leveren, maar zijn niet in staat echte - illegale – handel te drijven. Zij wil dan ook niet geloven dat Dane ontdekt heeft dat de Kroaten wel degelijk een veiligheidsrisico vormen: volgens Dane verhandelen ze een echte atoombom! Daar is een Rus bij betrokken. Schrader wil hem niet geloven. Dane weigert op zijn beurt deze zaak los te laten: hij gaat opnieuw het veld in.
En opnieuw verliest hij zijn baan.
Maar hij moet het spoor blijven volgen, de veiligheid van de hele wereld staat immers op het spel. Hij zoekt contact met de organisatie die hij bij zijn eerdere avontuur al leerde kennen: Rubicon. Dan begint de echte strijd, die tegen de Somalische veldheer Ramaas, die zijn eigen slimme plannetjes wil doorvoeren. Hij heeft een ideaal. Niemand kan hem daar van af brengen, Denkt hij.
Kan Crane het wel? Hij moet er de hele wereld voor over: naar Dubai, Afrika, Napels.
En intussen moet hij zien te overleven, want niet alleen Ramaas heeft het op hem gemunt. Gevolg: harde acties, met veel dodelijke slachtoffers.
James Swallow zet deze acties uitgebreid neer, filmisch haast. Onze held verkeert vaak in levensgevaar, maar zoals dat in dit soort verhalen gebeurt is ook hij erg veerkrachtig. En hij heeft alleen zichzelf om op te vertrouwen. Helaas denk ik dat James Swallow niet helemaal tevreden zou zijn over de Nederlandse versie. Er staan nogal wat slordigheden in: een woord te veel in een zin, of juist een woord te weinig.
Bij de vertaling van de titel, Exile, valt de betekenis zoals die in het verhaal naar voren komt helemaal weg. In de tekst blijft het woord gewoon Exile. Begrijpelijk dat het niet als titel gehandhaafd blijft, maar ‘Verbannen’, draagt het verhaal niet.
Jammer, want verder is het een hemeltergend spannende actiethriller, die je ongetwijfeld met veel genoegen zult verslinden!
Het is niet nodig om Nomade te lezen, maar omdat er wel naar verwezen wordt in dit verhaal is het misschien wel prettig.
Wie houdt van veel en harde acties zal hier veel plezier aan beleven.
James Swallow (Londen, 1970) is scenarioschrijver van Startrek, is BAFTA-genomineerde (British Academy Film Awards) en een bestsellerauteur. Behalve thrillers schreef hij korte fictie, talloze audiodrama's en videogames.
ISBN 9789044358667| Paperback | 496 pagina's | Uitgeverij House of the Books | juli 2020
Vertaald uit het Engels door Henk Moerdijk
© Marjo, 15 september 2020
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Motief X
4. Fabian Risk
Stefan Ahnhem
Er gebeurt van alles tegelijk in Helsingborg: Een elfjarige jongen van Syrische afkomst komt op gruwelijke wijze om het leven: de politie staat voor de vraag in welke hoek ze de dader moeten zoeken: is het een pedofiel? Of heeft het te maken met de vreemdelingenhaat die oplaait in de stad? De Zweden-Democraten roeren zich namelijk nogal fel tegen de aanwezigheid van een azc, daar wordt zelfs brand gesticht.
Als de leider van de partij het doelwit is van een aanslag, is toevallig politie-inspecteur Irene Lilja bij hem in de ruimte. Samen met Landertz blust ze de brand, maar ze heeft haar bedenkingen met de manier waarop dit gebeurd is. Was het een geënsceneerde aanslag?
Als ze de partijleider voor een paar dagen in een cel laat verdwijnen, begint voor haar een akelige tijd. Ze wordt bedreigd, krijgt heel akelige sms’jes, en ze verruïneren haar tuin.
Een jonge vrouw wordt dood gevonden in haar appartement. Deze zaak is omgeven door zoveel raadsels, dat de politie geen idee heeft waar de dader gezocht moet worden. Dan wordt er een slager doodgestoken, notabene achter zijn toonbank in een supermarkt, waar veel mensen getuigen zijn van het bizarre voorval. Maar goede getuigen blijken ze niet te zijn. Ook bij deze zaak ontbreekt een echt motief, en staat de politie voor raadsels.
Fabian Risk, hoofdinspecteur, is ook nog bezig met een moordzaak van jaren terug, een eveneens vreemde zaak, die niet werd opgelost. Fabian verdenkt zijn collega Molander. Maar die lijkt een waterdicht alibi te hebben. Bovendien: als er een verband is tussen de oude zaak en de nieuwe gevallen, kan Molander dat dan allemaal op zijn geweten hebben?
Fabian wordt terzijde gestaan door dezelfde Molander, Irene Lilja en Klippan, terwijl hun baas Tuvesson druk doende is om een ontwenningskuur te ondergaan.
Over de persoonlijke problemen van Lilja hadden we het al, maar ook Fabian heeft het privé niet makkelijk. Zijn puberzoon heeft een scheve schaats gereden, met als gevolg dat zijn dochter Matilda neergeschoten werd. Ook zij is niet het brave, meewerkende meisje dat je als inspecteur met een drukke baan zou willen.
Al deze personages en moordzaken vormen steeds nieuwe verhaallijnen, die soms samen komen te vallen, soms onafhankelijk doorlopen. En dan is er nog de moordenaar, die geobsedeerd is door dobbelstenen. Wie hij is, dat weten we natuurlijk niet.
Wie een beetje bekend is met de schrijfstijl van Scandinavische schrijvers, is reeds gewaarschuwd. Maar ondanks dat je het misschien verwacht: dit vierde boek is een hele kluif. Ook omdat Ahnhem terug grijpt op eerdere verhalen over Fabian Risk zonder verdere uitleg.
Misschien is het aan te raden om de thrillers over Fabian Risk op volgorde te lezen.
Als je een boek als dit niet binnen een redelijk kort tijdsbestek leest, kun je het allemaal niet meer volgen. Wie de tijd wel heeft, raakt verzeild in een meeslepende spannende thriller, met zoveel losse eindjes dat het eigenlijk al niet vreemd is dat de vragen aan het einde niet beantwoord worden: er komt namelijk een tweede deel! Dat moet niet te lang duren want als Ahnhem ook dan zonder uitleg verder gaat, is het de vraag of je alles kunt volgen. Maar komt tijd, komt raad!
Stefan Ahnhem is auteur en scenarist. Hij heeft meegeschreven aan scenario's voor films en tv-series, onder andere de politieseries Wallander en Irene Huss.
ISBN 9789044359879 | paperback | 528 pagina's | Uitgeverij House of the Books | juli 2020
Vertaald uit het Zweeds door Tineke Jorissen
© Marjo, 6 september 2020
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Oververhit
Inge Spaan
Jolijn, bijna dertig, heeft een relatie met een getrouwde man. Bastiaan heeft beloofd dat hij zijn vrouw snel zal inlichten dat hij wil scheiden en dan zal hij er helemaal zijn voor Jolijn.
Marith, goede vriendin van Jolijn, twijfelt er sterk aan dat Bastiaan gaat doen wat hij belooft, vooral als ze bepaalde dingen ziet die niet in het plaatje passen dat Bastiaan zijn minnares voorspiegelt. Maar ze steunt haar vriendin door dik en dun, ook als die niet wil geloven wat haar verteld wordt.
Die steun is hard nodig, want er gebeuren vreemde dingen: als Jolijn in het ziekenhuis ligt te herstellen van een kruisbandoperatie, vindt Marith haar comateus in bed. Wat daar gebeurd is wordt alleen maar duidelijk voor de lezer.
Dreigbrieven, mannen die zich verdacht gedragen in haar buurt, een lekke band, een eigenaardig pakketje, wie heeft er zo’n hekel aan Jolijn? Zij heeft geen idee wie die onbekende is. Ze verdenkt Suzanne, de vrouw van Bastiaan. Maar hij beweert dat zij van niets weet. Maar of die echt zo argeloos is en al haar mans smoesjes gelooft? Jolijn wil geen politie inschakelen, ze probeert er zelf achter te komen wie haar bedreigt. Niet zo’n verstandige zet…
‘Ze loopt de tuin in, sluit de deur achter zich en staat een tijdje stil. Dit is het dus. Hier zitten ze op een zomerse zondag samen gezellig een ontbijtje te eten. Jolijn slikt. Hoewel ze het natuurlijk gewoon al wel wist, wordt het nu wel erg concreet.
Tussen de twee luie stoelen in de hoek van het terras staat een klein tafeltje met lege glazen en een schaaltje. Jolijn schuift de mand onder het tafeltje naar voren om te kijken wat er in zit. Ze bladert door de stapel tijdschriften en schrikt van een plotselinge knal. ‘Shit’ sist ze.’
De verhaallijnen van deze thriller zitten uitstekend in elkaar. Er staat boven de hoofdstukken vermeld wie de verteller is, en daarbij valt op dat er ook hoofdstukken zijn waar niets boven staat. In de tekst die daar bij hoort lezen we de dingen waarvan de personages niet op de hoogte zijn. Voorlopig toch niet.
Het werkt spanningverhogend want we hebben geen idee wie de schrijver van deze stukjes is, en wat het doel is. Gaandeweg krijgen we wel vermoedens, maar of dat allemaal klopt?
De situatie is nogal eens oververhit, Jolijn kan nogal ondoordacht uit de hoek komen, wat haar metgezellen niet bevalt. En er is een grote rol weggelegd voor de sauna, waar je ook makkelijk oververhit kan raken.
Inge Spaan (1980) is accountant, maar behalve rekenen kan ze ook schrijven, getuige dit debuut.
Het genre valt in de categorie waar je ook de boeken van Suzanne Vermeer en Jet van Vuren vindt: lekkere spannende wegleesthrillers.
ISBN 9789491875977 | paperback | 240 pagina's | Uitgeverij Letterrijn | juni 2020
© Marjo, 30 augustus 2020
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Zijn laatste voorstelling
Henry de Hoon
De beroemde acteur Alexander Devlin is een gedistingeerd zestiger en is vooral bekend van de succesvolle film Merlin en de Zwarte Kunsten. Devlin heeft veel fans, vooral vrouwen.
Een van hen is Pien, wiens leven even niet zo lekker loopt. Haar man Nico is gehandicapt geraakt bij een ongeluk drie jaar eerder. Het leven met een man in en rolstoel valt Pien zwaar, ze zit zelf al bijna twee jaar in de ziektewet om voor hem te kunnen zorgen. Eigenlijk is ze opgelucht dat ze er even tussen uit kan.
In een opwelling vraagt ze namelijk een vriendin van haar die journalist is of ze de acteur niet kan interviewen. En daar gaat ze nu, naar Londen. Ze is er helemaal van in de war, maar ze is ook enorm blij.
In Londen zou ze nog andere fans ontmoeten, die ze kent van het fanforum, en samen zouden ze naar het toneelstuk gaan waar Devlin een rol in speelde.
Zou, want het toneelstuk wordt afgelast: Devlin is vermoord. Pien heeft de dag er voor haar interview gehad, hij was zo aardig.
Tot haar grote ergernis is haar taperecorder gestolen, ze verdenkt een andere fan, met wie ze een lunchafspraak had.
Intussen is de politie, onder leiding van Hemmings, bezig met het onderzoek. Als de politie haar vraagt om nog in Londen te blijven, gaat zij op zoek naar de recorder. Er is een usb-stick waar het interview op gekopieerd is in de bus gestopt bij de krant. Die aast natuurlijk toch al op nieuws, en kruist steeds het pad van Pien. En dan wordt de fan die de recorder heeft gestolen dood aangetroffen op de toneelacademie. Het is Pien die haar vindt waardoor ze nog meer betrokken raakt bij de moordzaak.
Zijn Laatste Voorstelling is een lekker misdaadverhaal, in een directe, heldere stijl, met af en toe humoristische details.
Helaas ook met kromme zinnen als ‘Kan dat ook iemand anders geweest zijn die met haar toestel gebruikte?’ Een herkenbare fout, het twijfelen hoe je een zin formuleert, maar een corrector had er die uit moeten halen, net als de spelfouten. Storend voor een pietlut, maar het doet verder nauwelijks iets af van genieten: Pien, de politie, de pers, ieder is om eigen redenen op zoek naar wat wat er gebeurd is en waarom het gebeurd is. Piens avontuur in Londen is er een ervaring bij, waarmee ze haar verdere leven op de rol kan zetten.
Voor in het boek staat de zin In memory of Alan Rickman. Inderdaad lijkt het personage Alexander Devlin geënt te zijn naar Rickman, hetgeen doorwerkt in het script van de laatste film die Devlin gemaakt heeft.
Henry de Hoon (1959) is pianist en geeft pianolessen.
Eerdere spannende boeken van zijn hand zijn: De Pont, Dood Vermogen en een trilogie rondom het drielandenpunt in Vaals, Drielandenmoord, Moorddate, Moord op recept.
ISBN 9789493048232 | paperback | 256 pagina's | Uitgeverij Tic | juni 2020
© Marjo, 21 augustus 2020
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Pagina 33 van 215