Als ik aan je denk
Laura Lippman
Is het door het proces tegen Rudy Drysdale dat de kersverse openbaar aanklager Luisa ‘Lu’ Brant steeds aan haar eigen jeugd moet denken? Hoewel zij en Rudy in dezelfde omgeving zijn opgegroeid, kende ze hem niet. Terwijl Lu’s carrière zich steeds succesvoller ontwikkelde, koos Rudy voor een bestaan op straat. Rudy is een buitenmens maar toch zit hij nu opgesloten. Hij wordt verdacht van moord. Rudy zou het slachtoffer in haar eigen huis hebben doodgeslagen.
Op de sprei op het bed van het slachtoffer wordt bewijs van Rudy’s aanwezigheid aangetroffen. Heeft Rudy de vrouw verkracht of heeft het slachtoffer hem gestoord op een moment dat Rudy dacht alleen in haar huis te zijn? Lu denkt terug naar vroeger. Aan 1980, toen haar acht jaar oudere broer AJ nauwelijks volwassen was. Op een feest brak een vechtpartij uit. Twee broers kwamen wraak nemen voor het leed dat hun zusje was aangedaan.
AJ en zijn vriend raakten gewond en een van de broers kwam om het leven. Hoewel AJ iemand gedood had, werd hij niet gestraft voor zijn daad. Iedereen zag AJ, de zoon van de hoofdofficier van justitie, als een held. Hij had het leven van zijn beste vriend gered. Dat het leven van de vechtersbaas daarbij verloren was gegaan, was blijkbaar bijzaak. Voor de overgeblevenen ging het leven door en het ging Lu’s familie voor de wind.
Nu Lu steeds vaker aan vroeger terugdenkt, heeft ze het gevoel dat ze al die tijd iets over het hoofd heeft gezien. Klopt het verhaal van AJ en zijn vrienden wel en waarom waren de twee broers destijds eigenlijk op wraak uit? Waarom barstte de bom precies op dat moment? Lu weet nog dat het jongere zusje van de twee vechtersbazen een aantal maanden voor de vechtpartij met een vreselijke beschuldiging over de brug was gekomen. Ze werd door niemand geloofd. Wat als ze de waarheid sprak? Lu begint steeds meer het gevoel te krijgen dat de gebeurtenissen destijds zijn verdraaid. Wat is het werkelijke verhaal?
Lu heeft de laatste tijd wel meer om over na te denken. Bij de herinneringen aan haar jeugd hoort ook een leegte. Kort na haar geboorte is haar moeder overleden en Lu heeft haar altijd gemist. Ze groeide op in een prachtig huis dat haar vader speciaal voor haar moeder had laten bouwen maar toch werd er nauwelijks over haar gepraat. Ook was er geen contact met opa’s en oma’s. Lu was alleen met haar vader en broer, vrienden had ze niet. Later had ze Gabe, de man met die ze twee kinderen kreeg. Maar nu is Gabe er niet meer. Hij is veel te vroeg gestorven en Lu kan de gedachte aan zijn dood nog altijd nauwelijks verdragen.
Wie is Lu? Is het verleden waardoor ze is gevormd wel haar echte verleden? Wie heeft moedwillig de waarheid voor haar verdraaid? Lu beseft dat er geen weg meer terug is. Ze is opgegroeid tot een speurder en nu zal ze haar vaardigheden niet alleen op kantoor maar ook in haar privéleven inzetten. Ze wil weten wie ze is en wie haar familie is. Het is tijd voor de waarheid.
Thrillerschrijfster Laura Lippman heeft al meerdere thrillers op haar naam staan maar persoonlijk vind ik Als ik aan je denk eerder een roman. De misdaden die in het boek genoemd worden, zijn ondergeschikt aan Lu’s onderzoek naar het verleden. Aanvankelijk vroeg ik me af waar de schrijfster met het verhaal naartoe wilde. Toen ik het predicaat “literaire thriller” losliet, kon ik me beter op het verhaal concentreren, hoewel dit beslist niet het beste boek van deze schrijfster is. Als ik aan je denk gaat over leugens die door de waarheid achterhaald worden. Hoe graag men het soms ook zou willen, het verleden laat zich niet uitwissen.
Wie een bloedstollende thriller verwacht, zal enigszins teleurgesteld zijn. Dit verhaal bevat slechts een licht sluimerende spanning. Voor de nieuwsgierigen onder ons die een net uitgewerkt verhaal op waarde weten te schatten is Als ik aan je denk een geschikter boek. Al is de leugen nog zo snel…
ISBN 9789402309003 | ebook| 316 pagina's | Boekerij | september 2017
Vertaald door Mariette van Gelder
© Annemarie, 18 oktober 2017
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Schone slaapsters
Stephen King en Owen King
Aanvankelijk maakte niemand in het Amerikaanse stadje Dooling zich druk om de slaapziekte die in Australië was uitgebroken. Australië was immers ver weg en de inwoners van Dooling hadden zo hun eigen problemen. Dat vrouwen ver weg massaal in slaap vielen en niet meer wakker werden, interesseerde hen niet . Zelfs in de vrouwengevangenis, waar het leven nauwelijks vertier bood, stond men nauwelijks bij de mysterieuze uitbraak stil.
Ook Clint en Lila Norcross hebben geen tijd om zich druk om een slaapziekte in een land ver weg te maken. Allebei hebben ze een drukke baan. Clint is hoofd psychiatrie in de vrouwengevangenis en Lila is hoofdcommissaris van de politie. Hun spaarzame vrije uren brengen ze het liefst met hun zestienjarige zoon Jared door. Eigenlijk zouden ze meer aandacht aan elkaar moeten besteden maar de laatste tijd lijkt de liefde die hen eens bijeenbracht niet meer zo vanzelfsprekend. Lila heeft bovendien ontdekt dat Clint jarenlang iets voor haar verborgen heeft gehouden. Of eigenlijk: iemand.
Door een ongewone moord heeft Lila wel wat beters te doen dan het laatste nieuws te volgen en het ontgaat haar dan ook volkomen dat de slaapepidemie zich steeds verder uitbreidt. In een trailer, vlakbij het bos, is een dubbele moord gepleegd. Volgens ene Tiffany, die het misdrijf van dichtbij heeft zien gebeuren, heeft een onbekende vrouw de twee slachtoffers met haar blote handen gedood. Daarna heeft ze het drugslab van een van de slachtoffers opgeblazen.
Onderweg naar de plaats delict rijdt Lila bijna een vrouw die aan het signalement voldoet aan. Lila raakt van schrik de macht over het stuur kwijt en wanneer ze eindelijk stilstaat, ziet ze in haar achteruitkijkspiegel dat de vrouw is blijven staan en onbewogen over haar schouder kijkt. Haar blote billen steken parmantig onder haar overhemd, het enige kledingstuk dat ze draagt, uit. Korte tijd later laat de vrouw, die zichzelf Evie noemt, zich glimlachend door Lila in de boeien slaan. Ze wordt linea recta naar de vrouwengevangenis gebracht. Niemand weet nog dat dat precies is wat Evie wil. Alles maakt onderdeel uit van een plan. Een plan dat rechtstreeks met de slaapziekte verbonden is en waar Lila’s echtgenoot Clint, die van niks weet, deel van uitmaakt.
Magda Dubeck is een van de eerste vrouwen in Dooling die door de slaapziekte getroffen wordt. Terwijl ze zich overgeeft aan de genoegens van een middagdutje wordt haar gezicht in een webachtige cocon, die uit haar eigen lichaam groeit, ingepakt. De volgende die in slaap sukkelt is zwerfster Essie. Haar slapende lichaam gaat grotendeels schuil onder plastic en een stuk zeildoek.
Langzaam slaat de paniek toe. Wereldwijd worden vrouwen die in slaap vallen niet meer wakker. Wie probeert het webachtige spul van het gezicht van zijn geliefde te vegen, ontdekt dat de “schone slaapsters” maar beter niet wakker gemaakt kunnen worden. Wereldwijd breekt chaos uit. Niemand weet dat Dooling de sleutel tot de oplossing herbergt. De mysterieuze Evie weet precies wat er gaande is. Dat is ook de reden dat ze zich veilig in de gevangenis heeft laten opsluiten. Evie is anders. Ze is gekomen met een doel en schuwt geen enkel middel om het te bereiken.
In Schone slaapsters scheppen auteurs Stephen en Owen King een situatie die de wereld op zijn kop zet. Hoe meer vrouwen in slaap vallen, hoe groter de chaos wordt. Mannen die in paniek raken en hun vrouwen of dochters toch wakker proberen te maken, belanden in levensgevaarlijke situaties. De slapende vrouwen zelf zijn uiterst kwetsbaar. Zolang niemand het webachtige goedje dat hen bedekt verwijdert, zijn ze volkomen weerloos. Het duurt niet lang voor bepaalde types misbruik van de situatie maken. Anderen besluiten te doen wat de mensheid altijd doet als het iets vreest: het onderwerp van hun angst wordt gedood.
In de gevangenis heeft men al snel door dat Evie anders is. Hoe kan het dat haar wonden razendsnel genezen en wat bedoelt ze met haar vreemde uitspraken? Clint weet niet goed wat hij van haar moet denken en ook zijn vrouw Lila, die uit alle macht wakker probeert te blijven, kan haar ontmoeting met Lila maar moeilijk van zich af zetten. Evie zelf vermaakt zich opperbest. Alles is in gang gezet en nu is het wachten op de keuzes die gemaakt gaan worden. De slapende vrouwen zijn aan zet.
Stephen King staat niet bepaald bekend om zijn korte verhalen en ook in dit boek dat hij samen met zijn zoon Owen schreef, is hij behoorlijk lang van stof. Het verhaal is zo uitgebreid dat het regelmatig een beetje voortkabbelt maar gelukkig is het onderwerp enorm boeiend. Het verhaal is eerder mysterieus dan ijzingwekkend spannend, waarbij vreemd genoeg niet de slapende vrouwen maar de achtergebleven mannen de lezer angst aanjagen. Het is een verhaal met een duidelijke boodschap. Schone slaapsters is een bijzonder ongewone maar fascinerende ode aan de vrouw.
ISBN 9789044353037 | ebook| 675 pagina's | The House of Books | september 2017
Vertaald door Annemarie Lodewijk en Sabine Mutsaers
© Annemarie, 10 oktober 2017
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Justine
Anne-Laure Van Neer
Zijn superieuren hebben niet al te veel vertrouwen in Inspecteur Verbeke, na een fiasco onlangs met het oppakken van een doorgeslagen man. Voor hem persoonlijk is dat geval ook verkeerd afgelopen: het was zijn trouwdag en zijn vrouw had voor hem gekookt. Toen hij – veel te laat dus – thuis kwam ontdekte ze een veeg lippenstift op zijn overhemd. De arme Verbeke, zich van geen kwaad bewust, werd stante pede op straat gezet.
Hij zit dus in de problemen, en krijgt nu ook nog die onmogelijke opdracht: een vijfenzeventigjarige vrouw komt zich melden. Ze wil een moord bekennen. Maar eigenlijk beoogt ze een verblijf in de gevangenis. Ze weigert namelijk resoluut om naar een verzorgingstehuis te gaan, zoals haar schoondochter voor haar geregeld heeft.
En daar zitten ze dan: Justine de Jager en Inspecteur Verbeke. Zijn chef heeft hem opgedragen het verhoor af te nemen met tact, empathie en geduld. Dus luistert de inspecteur ogenschijnlijk geduldig. Het gesprek wordt opgenomen, het enige wat hij hoeft te doen is luisteren. Maar het duurt en het duurt maar. Na twee dagen is er nog niemand vermoord. Ze kunnen haar toch niet opsluiten? Er is geen lijk, niemand is vermist.
En terwijl Verbeke zijn leven overdenkt, luisteren we met hem mee naar een verbijsterend en tegelijk heel acceptabel verhaal, over wat er allemaal gebeurt in het appartementencomplex, waar Justine, maar ook haar schoondochter met haar zoon woont.
De setting van het verhaal is de verhoorkamer in het politiebureau, terwijl het verhaal van Justine – cursief gesteld – zich afspeelt in het appartementencomplex met zes woningen.
Er is sprake van een kleine jongen, die ‘s nachts bezoek krijgt van het zandmannetje; een jong echtpaar dat hun eerste kind verwacht; een alleenstaande man, die erg van orde en netheid houdt, en een leeg appartement. Het vijfde wordt bewoond door de zoon van Justine, kinderloos maar met een hondje, het zesde door haarzelf.
Het is een erg origineel verhaal, met bijzondere en onverwachte wendingen. Alles wat er gebeurt uit het leven gegrepen, maar de opeenstapeling maakt het verhaal bizar.
Anne-Laure Van Neer (Antwerpen, 1975) werkte in de toeristische sector als animatrice, reisorganisator en reisagente. Vijf jaar geleden besloot ze haar job op te geven om schrijfster te worden. Ze woont in Mortsel samen met haar echtgenoot, twee kinderen, drie katten en twee konijnen. Dit boek, haar debuut, werd genomineerd voor de Knack Hercule Poirotprijs 2015.
ISBN 9789462420373| paperback |310 pagina's | Uitgeverij Kramat| september 2015
© Marjo, 9 oktober 2017
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
De sekte
Mariette Lindstein
De zojuist afgestudeerde Sofia is toe aan verandering. Aan een nieuwe start. Nu ze voortaan zonder haar vriend Ellis door het leven zal gaan, moet het roer om. Hoe, dat weet ze nog niet. Ze hoopt dat ene Franz Oswald haar dat tijdens zijn gratis lezing zal vertellen. Samen met haar beste vriendin Wilma is ze onderweg naar het eiland waar ViaTerra, het centrum van Oswald, gevestigd is. Volgens Oswald is hij in staat mensen een nieuwe toekomstvisie te verschaffen en dat is precies wat Sofia nodig heeft. Ook is ze nieuwsgierig naar de man over wie tegenwoordig veel gepraat wordt. Is hij echt zo knap als iedereen beweert?
Knap is Frans Oswald zeker maar het praatje dat hij houdt valt Sofia enigszins tegen. Hij preekt over de schadelijke effecten van suiker en pleit voor een terugkeer naar de natuur. Het tweede deel van de lezing is interessanter en gaat onder andere over slapen in totale duisternis, maar Sofia is nog altijd niet overtuigd. Wanneer ze een kritisch vraag stelt, wekt ze Oswalds interesse. Na de lezing biedt hij haar en Wilma een vrijblijvende rondleiding over het landgoed aan. Hij wil dat Sofia zijn centrum met eigen ogen ziet voor ze een oordeel velt.
Enige tijd later worden Sofia en Wilma op een uiterst gastvrije ontvangst in het centrum getrakteerd. Het ziet er allemaal prachtig uit en het personeel oogt gezond en ontspannen. Iedereen knikt Sofia en Wilma vriendelijk toe. Oswald is echter in geen velden of wegen te bekennen en Sofia merkt dat ze teleurgesteld is. Heeft de knappe Oswald meer indruk op haar gemaakt dan ze toe wil geven? Na de lunch duikt hij ineens op en ook hij is teleurgesteld. Oswald had het tweetal graag zelf willen rondleiden en neemt het stokje alsnog over. Vol trots toont hij hen een ruimte die hij tot een bibliotheek wil laten omtoveren. Omdat Sofia en Wilma beide literatuurwetenschappen hebben gestudeerd, biedt hij hen een baan aan.
Wilma heeft al een baan en haakt af. Sofia geeft aan niet zomaar een contract te willen tekenen. Wanneer Oswald haar aanbiedt gratis en geheel vrijblijvend zijn befaamde programma te volgen alvorens ze een besluit neemt, hapt ze toe. Haar ex-vriend Ellis is inmiddels een treitercampagne op het internet gestart en ze wil niets liever dan met rust gelaten worden. Een tijdelijk verblijf in het centrum is zo gek nog niet.
Nadat Sofia het programma doorlopen heeft, besluit ze de baan te accepteren. De sfeer in het centrum bevalt haar wel en bovendien voelt ze zich aangetrokken tot de charismatische Oswald. Even schrikt ze van de geheimhoudingsclausules in haar contract maar ze besluit het toch te ondertekenen. Het luxueuze gastenverblijf wordt voor een bed op een slaapzaal verruild en Sofia moet afstand van haar mobieltje en laptop doen. Voor wie eenmaal op ViaTerra woont, is de buitenwereld immers niet langer belangrijk. Even is Sofia gelukkig maar dan slaat de sfeer om. Vertrekken is niet langer een optie…
De Zweedse schrijfster Mariette Lindstein weet waarover ze schrijft en dat maakt dit boek nagelbijtend spannend. Op negentienjarige leeftijd sloot ze zich bij de Scientologybeweging aan. Pas na twintig jaar lukte het haar te ontsnappen. In De sekte laat ze de lezer kennismaken met een leven in een gemeenschap dat in eerste instantie rust en een warme sfeer biedt maar al snel dwingend en uiteindelijk zelfs gevaarlijk wordt. Lange tijd wordt Sofia in de waan gelaten dat ze zelf de touwtjes in handen heeft. Ze kan immers elk moment opstappen. Dat de omheining van stroomdraad wordt voorzien is immers alleen om opdringerige perslieden buiten de deur te houden…
Sekteleider Frans Oswald is een griezel van het ergste soort die helaas zo veel charisma uitstraalt dat zowel mannen als vrouwen al zijn woorden voor zoete koek slikken. Met een glimlach op zijn gezicht manipuleert hij erop los. Mariette Lindstein maakt in deze spannende thriller heel goed duidelijk hoe het kan dat een sekteleider zoveel mensen aan zich weet te binden en hoe het kan dat mensen hun principes uiteindelijk volledig overboord zetten. Het is griezelig maar ook boeiend om te lezen hoe zelfbewuste, intelligente mensen regelrecht in de val lopen. Ik kon dit boek niet meer wegleggen en heb het uiterst gulzig verslonden.
ISBN 9789400508446 | paperback | 400 pagina's | A.W. Bruna Uitgevers | september 2017
Vertaald door Corry van Bree
© Annemarie, 29 september 2017
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
De man die zijn schaduw zocht
Millennium 5
David Lagercrantz
Dat ze in de gevangenis zit, is slechts een tijdelijk obstakel voor Lisbeth Salander. Ze heeft gedaan wat ze moest doen om voor de achtjarige, autistische August op te komen. Dat haar beschermingsmethodes strafbaar waren, is bijzaak. Lisbeth luistert enkel naar haar inwendige stem, niet naar regels en wetten.
Hoewel Lisbeth genoeg aan haar eigen ellende heeft, lukt het haar niet haar ogen voor de narigheid van een ander te sluiten. Terwijl ze probeert mysteries uit haar verleden te doorgronden, merkt ze dat de jonge Faria Kazi uit Bangladesh in de gevangenis mishandeld wordt. De Extra Beveiligde Afdeling van Flodberga staat bekend als een uiterst betrouwbare gevangenis waar zich nooit incidenten voordoen. Hoe kan het dan dat Faria’s tijd in de gevangenis door terreur wordt beheerst? Als er iets is waar ze Lisbeth niet tegen kan dan is het onrecht.
Door een bezoekje van een man die haar al jaren heel dierbaar is zit Lisbeth niet goed in haar vel. Ooit was Holger Palmgren haar voogd, nu is hij een vriend. Enkele dagen geleden heeft hij Lisbeth in de gevangenis opgezocht nadat een voormalig medewerkster van de afdeling Kinderpsychiatrie van de Sint-Stefankliniek hem een aantal oude dossiers had toegespeeld. Ze bevatten gruwelijke details over Lisbeths tijd in de kliniek maar volgens Holger bevatten de documenten helaas geen nieuwe informatie. Toch is Lisbeths aandacht gewekt. Holger noemde kort het Register voor Genetica en Leefmilieu. Ineens herinnert Lisbeth zich iets. Een vrouw met een wijnvlek, die kennelijk voor het Register werkte, liet Lisbeth vroeger allerlei tests doen. Waarom was dat?
Op creatieve en niet geheel geweldloze wijze weet Lisbeth afdelingshoofd Alvar Olsen over te halen haar zijn computer met internetaansluiting ter beschikking te stellen. Urenlang hackt Lisbeth diverse systemen en speurt ze naar informatie die haar meer over het Register en haar eigen verleden kunnen vertellen. Wanneer journalist en goede vriend Michael Blomkvist haar enkele dagen later opzoekt, heeft ze een naam voor hem: Leo Mannheimer. Lisbeth weigert echter te vertellen waarom Michael hem na moet trekken.
Leo Mannheimer blijkt een steenrijke zakenman te zijn die in zijn vrije tijd een uiterst talentvolle pianist is. In het rijke gezin waarin hij opgroeide werd zijn toekomst zorgvuldig voor hem uitgestippeld. Waarom is Lisbeth in deze man geïnteresseerd? Michael ziet geen enkel verband tussen Leo en Lisbeth maar hij blijft zich toch in het leven van de zakenman verdiepen. Er is iets vreemds aan Leo. Hoe kan het bijvoorbeeld dat hij ineens niet meer links- maar rechtshandig is?
Terwijl Michaels nieuwsgierigheid steeds meer toeneemt, wordt de sfeer in de gevangenis er niet beter op. Faria Kazi’s persoonlijke kwelgeest Benito heeft door dat Lisbeth niet van plan is naar haar pijpen te dansen en dat stelt de bendeleidster niet op prijs. Benito is gewend dat iedereen doet wat ze zegt en besluit het probleem met geweld op te lossen.
Dit vijfde deel van de millennium-reeks (en het tweede deel dat door David Lagercrantz is geschreven) maakt al op de eerste bladzijde nieuwsgierig naar wat komen gaat. Wie is Faria Kazi en aan welke kwellingen wordt zij in de gevangenis blootgesteld? Lisbeth is dwars en onbereikbaar als altijd maar ze zal nooit de andere kant opkijken als iemand onrecht wordt aangedaan. Wanneer ze Benito openlijk vijandig bejegent, zet ze haar leven op het spel. Het interesseert Lisbeth niet. Ze heeft haar leven immers nooit veel waarde toegekend. Toch is ze niet van plan zich zomaar door de bendeleidster te laten vermoorden.
Michael en ook Holger proberen Lisbeth elk op hun eigen manier te helpen. Michael verdiept zich nog altijd in het wel en wee van zakenman Leo Mannheimer, terwijl Holger in de oude dossiers die hij heeft bemachtigd zoekt naar een nieuwe aanwijzing over Lisbeths jeugd. Waar hield het Register zich eigenlijk mee bezig en waarom bemoeide de instantie zich met het leven van Lisbeth en haar zus? Is Holger eindelijk op informatie gestuit die Lisbeth duidelijkheid kan verschaffen?
Als een soort extraatje heeft auteur David Lagercrantz zich voor dit deel in de tatoeage van Lisbeth verdiept. De trouwe lezer van deze reeks weet dat Lisbeth Salander een enorme drakentatoeage op haar rug heeft. Waarom heeft ze besloten juist deze afbeelding voorgoed op haar lichaam aan te brengen? Lagercrantz is erin geslaagd hier een mooie verklaring voor te vinden. Met dit detail geeft hij dit intrigerende vijfde deel extra diepgang. Daarnaast is hij erin geslaagd een deel te schrijven dat uitstekend op de vorige delen aansluit. De man die zijn schaduw zocht is spannend maar vooral diepgaand en intrigerend. Het zit uitstekend in elkaar en doet hevig verlangen naar een zesde deel.
ISBN 9789056725716 | paperback | 349 pagina's | Signatuur | september 2017
Vertaald door Geri de Boer
© Annemarie, 29 september 2017
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Verraad
Wouter Helders
De Vlaamse journaliste Sofie Lafleur was bang. Waarom was ze in vredesnaam naar Mali afgereisd? Nu de legerbasis werd aangevallen en raketten fluitend over haar hoofd vlogen, kon ze alleen maar aan haar vijftien maanden oude zoontje Marcel denken. Wat als ze hem nooit meer terug zou zien? Terwijl de grond onder haar voeten trilde en steeds meer zand de schuilbunker binnendrong, besefte ze dat ze niet voor oorlogsjournalistiek in de wieg was gelegd. Dit wilde ze nooit meer meemaken.
Sofie heeft geluk, ze overleeft de raketaanval maar de schrik zit er goed in. Ze verlangt naar haar kind maar voor ze terug naar haar thuisland België gaat, interviewt ze eerst de stoere sergeant David Morgenstern, de Nederlandse commando die haar een dag eerder uit de instortende bunker heeft bevrijd. Voor het officiële gesprek van start gaat hebben ze het eerst over de meest angstige momenten in Sofies leven. Wanneer Sofie haar tranen de vrije loop laat, stelt David zich troostend en begripvol op. Hij bekent dat hij zelf ook bang was. Een nieuwe vriendschap is geboren.
Enkele weken later is het avontuur in Mali voor Sofie slechts een nare herinnering. Ze heeft zich weer vol overgave op het leven van alledag gestort en probeert haar werk als freelancejournalist en het moederschap zo goed mogelijk met elkaar te combineren. David is echter nog steeds in Mali. Hij heeft een slecht gevoel over zijn nieuwe missie maar helaas deelt zijn kapitein zijn zorgen niet. Wanneer David met mijn mannen in een kloof op een dode kameel stuit, is zijn argwaan onmiddellijk gewekt. Verbergt het karkas soms een bom?
Voorzichtigheid is geboden maar helaas trekt Davids legermaat Joey zich niets van de bezorgdheid van zijn kameraden aan. Geheel tegen de regels in verlaat hij het voertuig, waarna hij naar het dode dier loopt. David reageert woedend en roept hem terug. Joey reageert niet. Op het moment dat David zich voorneemt Joey na afloop een stevige preek te geven, wordt alles om hem heen rood en daarna zwart. Er is een bom ontploft.
Wanneer Sofie hoort wat David is overkomen, schrikt ze enorm. Hij heeft als enige de aanslag overleefd maar heeft daarbij wel zijn onderbenen verloren. De man die ze in het militair hospitaal in Utrecht opzoekt, is een schim van de vrolijke en aantrekkelijke man die hij eens was. Ze vindt het vreselijk hem zo te zien. David zelf besluit, tegen de wens van zijn artsen in, terug te keren naar zijn geboorteland Curaçao. Hij zal zijn leven een nieuwe draai moeten geven en dat doet hij het liefst op de plek waar hij zich het meest thuis voelt.
Sofie stort zich ondertussen op een nieuwe opdracht. Ze heeft besloten wederom tijd en aandacht in het Nederlandse mijnbouwbedrijf Hurkman & De Graaff te steken. Een onbekende heeft haar raadselachtige gegevens toegespeeld die ze nader uit wil zoeken. Helaas kent ze Chris Hurkman maar al te goed. Voor ze doorkreeg wat een vreselijke man het is, had ze een korte relatie met hem. Gelukkig weet Hurkman niet van het bestaan van zijn zoon Marcel af. Sofie wil niks meer met de machtige zakenman te maken hebben.
Hurkman stelt het onderzoek van Sofie allesbehalve op prijs en wanneer David op Curaçao een glimp van zijn dood gewaande vriend Joey opvangt, steekt ook hij zijn neus in andermans zaken. Wanneer hij en Sofie hun krachten bundelen blijken ze zich in een levensgevaarlijk wespennest te hebben gestoken.
Met zijn debuut Machtsstrijd, dat ook over Hurkman & De Graaff gaat, won Wouter Helders de Hebban Thriller Debuutprijs. Omdat ik het eerste boek niet heb gelezen, had ik tijdens het lezen van dit tweede deel soms het gevoel iets gemist te hebben. De schrijver licht op zich genoeg toe maar ik raad toch aan bij het begin te beginnen voor een zo compleet mogelijk verhaalervaring.
Verraad biedt een spannend verhaal over verraad en macht maar ook over liefde, doorzettingsvermogen en toewijding. Omdat de auteur de verschillende verhaalelementen op het juiste moment met elkaar afwisselt, blijft de spanning tot en met de laatste bladzijde gehandhaafd. Niet iedereen zal het er levend vanaf brengen in deze meeslepende thriller.
ISBN 9789045214139 | Ebook| 401 pagina's | Karakter Uitgevers | juli 2017
© Annemarie, 21 september 2017
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
De doorbraak
Simone van der Vlugt
Had haar vader soms liever nog een zoon gehad? Was het uit teleurstelling dat ze een meisje was dat hij haar niets leek te gunnen? De zeventienjarige Romée weet alleen dat haar vader beduidend minder van haar houdt dan van zijn twee zoons. Aan haar moeder heeft ze ook niet veel, die durft niet tegen haar echtgenoot in te gaan. Gelukkig heeft ze Rob, haar oudste broer. Hij is haar steun en toeverlaat. Romée kan het dan ook niet verkroppen dat hij een wereldreis gaat maken. Hij weet toch dat ze het zonder hem niet redt?
Romée dreigt zelfs met zelfmoord maar Rob is onverbiddelijk. Hij gaat en daarmee uit. Romée zal achterblijven in een huis waar ze zich al lange tijd niet meer thuis voelt. In een gezin waarin ze zichzelf niet mag zijn. Romée wil dolgraag naar het conservatorium maar haar vader neemt haar liefde voor muziek niet serieus en wil dat zijn dochter voor meer vastigheid kiest. Vaders wil is wet en Romée zit haar toekomst als zangeres in rook opgaan.
Kort voor Robs vertrek gaat het helemaal mis en Romée slaat op de vlucht. Ze wil niet denken aan wat er gebeurde toen ze dacht dat ze alleen thuis was. Ze wil niet denken aan het geluid van zware voetstappen op de gang en aan haar vader en Rob die met elkaar vochten. Ze vlucht naar Amsterdam, waar haar goede vriend Axel sinds kort woont. Hij zal haar helpen, dat weet ze zeker. Het probleem is alleen dat ze zijn precieze adres niet weet. Toen ze in paniek uit haar slaapkamerraam klom, is ze haar telefoon vergeten.
Er lijkt geen einde aan de Kinkerstraat, waar Axel woont, te komen. Omdat Romée het huisnummer niet weet, lukt het haar niet Axel op te sporen. Ze laat her en der haar gegevens achter en neemt haar intrek in een goedkoop hotel. Na een paar dagen is Romée door haar geld heen. Een korte tijd leidt ze een zwerversbestaan. Samen met de achtentwintigjarige Mahmoud, die ook noodgedwongen op straat leeft, treedt ze op als straatmuzikant om wat geld bij elkaar te sprokkelen. Mahmoud speelt gitaar, Romée zingt.
En dan duikt Axel eindelijk op. Hij ontfermt zich meteen over Romée en ze is de hulp van de vriendelijke Mahmoud al snel vergeten. Alex verbreekt de relatie met zijn vriendin en neemt Romée in huis. Romée vindt het prima. Ze vindt het geen enkel probleem het bed met Axel te delen in ruil voor een warm onderkomen. Dat Axel denkt dat ze van hem houdt, laat ze voor het gemak maar zo. Samen storten ze zich, net als vroeger, op het maken van muziek. Axel benadert flink wat platenbazen en uiteindelijk worden ze uitgenodigd.
In de studio zingen Axel en Romée de sterren van de hemel maar alleen Romée krijgt een contract aangeboden. Axel is woedend en gooit haar op straat maar daar zit Romée niet mee. De wil zangeres te worden is groter dan haar loyaliteit. De platenmaatschappij regelt een nieuw onderkomen voor haar en dan gaat het snel. Voor Romée goed en wel beseft wat er gebeurt, is ze een ster. Heel Nederland dweept met haar.
Romées doorbraak klinkt als een sprookje maar is het dat ook? Voor haar thriller De doorbraak is Simone van der Vlugt met diverse bekende Nederlanders in gesprek gegaan om het artiestenleven van Romée zo getrouw mogelijk weer te geven. Romée wordt steeds vaker voor optredens gevraagd en krijgt al snel met de keerzijde van het artiestenbestaan te maken. Privacy en een uitgerust gevoel lijken haar niet langer gegund te zijn en sommige fans tonen hun bewondering op een ronduit griezelige manier. Wanneer een stalker haar huis weet binnen te dringen, slaat de angst toe.
Zorg ervoor dat je op het juiste moment aan dit boek begint. Kies voor een comfortabele plek met een hapje en een drankje binnen handbereik want dit boek moet in een keer uit. Simone van der Vlugt wist me heel gewiekst een paar keer op het verkeerde been te zetten, iets waar ik erg van heb genoten. De doorbraak kent een goed uitgekiende mengeling van spanning, diepgang, mysterie, familieperikelen en actualiteit. Ik heb me dan ook prima vermaakt met deze sterk geschreven en meeslepende thriller!
ISBN 9789044633306 | Ebook | 208 pagina's | Prometheus | augustus 2017
© Annemarie, 18 september 2017
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Ik weet een geheim
Tess Gerritsen
Maura Isles is forensisch patholoog. Zij werkt al geruime tijd samen met politie-inspecteur Jane Rizzoli en politie-inspecteur Barry Frost. Hun nieuwe zaak stelt hen voor verrassingen, en vereist nogal wat denk- en speurwerk.
Het verhaal begint met een ik-verteller, de dertigjarige Holly, publicist in Boston, die een begrafenis bijwoont. Ze probeert niet op te vallen: we weten dan al dat er iets speciaals aan de hand is met de overledene. Het betreft een jonge vrouw Sarah Basterah, die naar het lijkt omgekomen is door een ongeluk. Ze zou in slaap gevallen zijn met een brandende sigaret. Als Holly naar het huisadres van Sarah rijdt en het verkoolde huis ziet, stapt ze uit. Het verbaast haar niet dat ze een palmblad ziet liggen, zij weet dat de brand geen ongeluk was.
Zij kent een geheim namelijk.
Er vallen meer slachtoffers. Er moet diep gegraven worden om te ontdekken waarom de slachtoffers aangetroffen worden met uitgestoken ogen, of drie pijlen in de borst, verminkingen die na de dood toegebracht zijn. Isles en Rizzoli onderzoeken de levensloop van de slachtoffers om te ontdekken wat de onderlinge relatie is. Want dat is snel duidelijk: het is het werk van een en dezelfde moordenaar. Ze ontdekken dat ook Sarah Basterah een slachtoffer was.
Het is niet sec een raadsel dat opgelost moet worden, het persoonlijke leven van de dames speelt duidelijk een rol. Bij een van de laatste bezoeken van Maura aan haar terminale moeder zegt deze: ‘Je zal er binnenkort wéér een vinden.’ Maura heeft geen idee wat zij bedoelt en wat haar rol is. Waarom vinden speciaal deze mensen de dood? Wat betekent de modus operandi? Als Maura en Jane dat eenmaal weten, kennen ze vast ook de moordenaar…
Behalve de twee inspecteurs volgen we ook Holly. Wat haar rol is wordt langzaam duidelijk.
Maura Isles en Jane Rizzoli zijn voor de fans van Gerritsen oude bekenden. Voor mij was het de eerste kennismaking. Het is mij goed bevallen, het verhaal leest prettig, en de plot is geloofwaardig. De betrokkenheid van de beide dames bij elkaar in hun persoonlijke leven is duidelijk aanwezig, maar nooit zodanig dat een nieuwe lezer denkt: ik heb wat gemist. De autopsies, het aandeel van Rizzoli, zorgen voor een grote hoeveelheid details, waar de lezer wel tegen moet kunnen. Dat ribben gebroken worden of een schedel wordt doorgezaagd, dat is nu eenmaal niet wat je graag ziet - of leest. Maar die uitvoerigheid is belangrijk, zeker in deze thriller. Het is een spannend verhaal, met een onverwacht wending aan het eind.
Tess Gerritsen (1953) is een Chinees-Amerikaanse auteur van thrillers. In de Verenigde Staten zijn de meeste van haar boeken bestsellers maar ook in Europa heeft zij toenemend succes.
ISBN 9789044348521 | paperback | 320 pagina's | The house of books| september 2017
Vertaald uit het Engels door Els Franci-Ekeler
© Marjo, 15 september 2017
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Blogtour Tess Gerritsen
Tess Gerritsen schrijft al 30 jaar thrillers. Onlangs is haar nieuwe thriller Ik weet een geheim verschenen. De recensie van Leestafelrecensent Marjo maakt deel uit van een speciale blogtour ter gelegenheid van dit indrukwekkende jubileum. Lees snel verder om van een voorproefje van het boek te kunnen genieten!
Wil jij deze leuke blogtour volgen? Dit zijn de deelnemende websites:
Thrillers-Leestafel.info mag een voorproefje van Ik weet een geheim met jullie delen. Geniet hieronder van het gehele eerste hoofdstuk.
Tess Gerritsen - Ik weet een geheim
Hoofdstuk 1
Op mijn zevende heb ik geleerd hoe belangrijk het is om bij begrafenissen te huilen. Op de zomerse dag in kwestie was het mijn oudoom Orson die in de kist lag, een man van wie men zich voor- namelijk zijn stinkende sigaren en ongegeneerde winderigheid zou herinneren. Toen hij nog leefde, negeerde hij mij vrijwel altijd, en ik hem, waardoor ik niet bedroefd was om zijn dood. Ik zag ab- soluut niet in waarom ik mee moest naar zijn begrafenis, maar dit waren dingen waar kinderen van zeven niet over mochten beslissen. Zwetend in een geleend zwart jurkje zat ik me stierlijk te vervelen op de harde kerkbank en vroeg me af waarom ik niet thuis had mogen blijven bij papa, die domweg had geweigerd mee te gaan. Papa zei dat het hypocriet van hem zou zijn als hij zou voorgeven te rouwen om een man die hij niet had kunnen luchten of zien. Ik wist niet wat dat woord betekende, hypocriet, maar ik wist wel dat ik net zomin als hij naar de begrafenis wilde. Toch zat ik daar, tus- sen mijn moeder en tante Sylvia, en was ik gedwongen te luisteren naar mensen die een eindeloze stroom nietszeggende loftuitingen uitten over de onopmerkelijke oom Orson. Wat was hij op zijn onafhankelijkheid gesteld! Wat hield hij veel van zijn hobby’s! Wat een hartstochtelijk postzegelverzamelaar!
Niemand zei iets over zijn slechte adem.
Ik zocht afleiding door de mensen in de bank voor ons te bekij- ken. De schouders van tante Donna’s jasje waren bespikkeld met witte roos, en oom Charlie was in slaap gesukkeld, waardoor zijn toupet scheef was komen te zitten en eruitzag als een bruine rat die langs de zijkant van zijn hoofd naar beneden probeerde te kruipen.
Daardoor deed ik iets wat ieder normaal kind van zeven zou doen.
Ik begon onbedaarlijk te giechelen.
De reacties bleven niet uit. Iedereen keek naar me met diep ge- fronste wenkbrauwen. Mijn moeder, die zich dood geneerde, stak vijf scherpe nagels in mijn arm en siste: ‘Wees stil!’
‘Maar het haar van oom Charlie zakt van zijn hoofd, mam! Het is net alsof er een rat in zijn nek wil kruipen!’
Haar nagels drongen nog dieper in mijn vlees. ‘We hebben het er thuis nog wel over, Holly.’
Thuis hadden we het er niet over. Thuis kreeg ik een draai om mijn oren en straf. Zo leerde ik hoe je je tijdens een begrafenis diende te gedragen. Ik leerde dat je moet zwijgen en somber kijken, en dat men soms tranen van je wil zien.
Vier jaar later, toen mijn moeder werd begraven, snotterde ik luidruchtig omdat dat was wat iedereen van me verwachtte.
Vandaag, bij de begrafenis van Sarah Basterash, weet ik niet of men van mij tranen verwacht. Het is meer dan tien jaar geleden sinds ik het meisje dat ik op school kende als Sarah Byrne, voor het laatst heb gezien. We waren geen vriendinnen, dus kan ik niet zeggen dat ik er kapot van ben dat ze dood is. Eerlijk gezegd ben ik alleen uit nieuwsgierigheid naar Newport gekomen om haar begrafenis bij te wonen. Ik wil weten hoe ze is gestorven. Ik móét weten hoe ze is gestorven. Wat een afschuwelijke tragedie, fluistert iedereen in de kerk. Haar man was op zakenreis, Sarah had een paar glaasjes op en was in slaap gevallen met een brandende kaars op haar nachtkastje. De brand was een ongeluk. Dat is tenminste wat iedereen zegt.
Dat is wat ik wil geloven.
De kleine kerk in Newport is tot aan de laatste plaats bezet met de vrienden en vriendinnen die Sarah tijdens haar korte leven had ge- had. Ik heb de meesten van hen nooit ontmoet, net zomin als haar man, Kevin, die onder vrolijker omstandigheden een heel aantrekkelijke man moet zijn, iemand met wie ik zou kunnen flirten, maar die er vandaag gebroken uitziet. Is dat wat verdriet met je doet?
Ik kijk om me heen om te zien wie er allemaal zijn en ontdek in de bank achter me een voormalig klasgenootje, Kathy. Haar gezicht is vlekkerig en haar mascara is uitgelopen. Bijna alle vrouwen en veel van de mannen huilen wanneer een sopraan het beken- de quakernummer ‘Simple Gifts’ zingt, waar iedereen altijd van volschiet. Een ogenblik kijken Kathy en ik elkaar aan, haar ogen gevuld met tranen, de mijne koel en droog. Ik ben zo veranderd sinds we op school zaten, dat het me sterk lijkt dat ze me herkent, maar ze houdt haar blik op me gericht en blijft naar me staren alsof ze een geest ziet.
Ik draai me weer om naar het altaar.
Tegen de tijd dat ‘Simple Gifts’ voorbij is, ben ik erin geslaagd een paar tranen te produceren, net zoals de rest van de aanwezigen. Ik sluit aan bij de lange rij mensen die de overledene de laatste eer willen bewijzen. Als ik bij de gesloten kist ben, bekijk ik de uitvergrote foto van Sarah die op een schildersezel is gezet. Ze was zesentwintig, vier jaar jonger dan ik, en op de foto ziet ze er dauwfris uit, met blozende wangen en een stralende lach. Op de foto is ze het mooie blondje dat ik me herinner van school, waar ik het meisje was naar wie nooit iemand keek, het spook op de achtergrond. Nu ben ik hier, nog helemaal intact, terwijl Sarah, de mooie Sarah, als een hoopje verkoolde beenderen in de kist ligt. Ik weet zeker dat iedereen die naar de foto van ‘Sarah voor de brand’ kijkt, dit denkt.
Ze zien haar stralende gezicht, maar denken aan geschroeid vlees en een geblakerd hoofd.
De rij schuifelt door. Ik condoleer Kevin. Hij mompelt: ‘Dank je dat je bent gekomen.’ Hij heeft geen idee wie ik ben en waar ik Sarah van kende, maar ziet de sporen van mijn tranen op mijn wangen en geeft me dankbaar een hand. Ik heb om zijn dode vrouw gehuild en dat is voldoende om door de ballotage te komen.
Ik glip de kerk uit. Buiten staat een straffe, koude november- wind. Ik loop in snel tempo weg omdat ik niet aangeklampt wil worden door Kathy of andere voormalige klasgenoten. Door de jaren heen is het me gelukt hen allen te mijden.
Of misschien meden zij mij.
Het is pas twee uur. Ik heb van mijn baas bij Booksmart Media de hele dag vrij gekregen, maar misschien ga ik toch maar terug naar kantoor om te zien wat er aan e-mails en telefoontjes is bin-nengekomen. Ik ben publicist voor een tiental schrijvers; het is mijn taak mediaoptredens te regelen, drukproeven uit te sturen, promotiemateriaal te schrijven. Maar voordat ik terugkeer naar Boston, moet ik nog één ding doen.
Ik rij naar Sarahs huis, of wat tot voor kort haar huis was. Wat ervan over is, zijn verkoolde balken en planken en een berg door roet geblakerde bakstenen. Het lage witte hek dat de tuin omsloot, ligt zielig op het gras, geplet en gebroken door de brandweermannen toen zij hun brandslangen en ladders aansleepten. Tegen de tijd dat de brandweer arriveerde, moet het huis al in lichterlaaie hebben gestaan.
Ik stap uit en loop naar de woestenij. De stank van de rook hangt er nog boven. Te midden van de verkoolde restanten zie ik de vage glans van een roestvrijstalen koelkast. Eén blik op deze wijk is vol- doende om te weten dat dit een duur huis moet zijn geweest en ik vraag me af wat voor werk Sarahs man doet, of dat hij uit een rijke familie komt. Een voordeel dat ik nooit heb gehad.
Een windvlaag blaast dode bladeren over mijn schoenen, een knisperend geluid dat me doet denken aan een andere herfstdag, twintig jaar geleden, toen ik tien was en over dode bladeren in het bos liep. Die dag werpt nog steeds een schaduw op mijn leven. Die dag is de reden waarom ik nu hier sta.
Ik kijk naar het tijdelijke gedenkteken dat ter ere van Sarah is opgericht, bestaande uit boeketten die mensen hebben neergelegd, een hele berg reeds verwelkte rozen, lelies en anjers, een eerbetoon aan een jonge vrouw die klaarblijkelijk erg geliefd was. Opeens valt me iets groens op dat niet bij een boeket hoort, maar over de bloemen heen is gelegd, alsof iemand er op het laatste moment aan had gedacht.
Het is een palmblad. Het symbool van de martelaar.
Er glijdt een koude rilling over mijn rug. Ik doe een paar stappen achteruit. Boven het bonzen van mijn hart uit hoor ik het geluid van een naderende auto en als ik omkijk, zie ik een politieauto die afremt en stapvoets langsrijdt. De raampjes zijn dicht en ik kan het gezicht van de agent die erin zit niet zien, maar weet dat hij mij aandachtig bekijkt. Ik draai me om en duik mijn auto in.
Ik wacht tot mijn hartslag bedaart en mijn handen ophouden met beven. Dan kijk ik nog een keer naar het verbrande huis en zie Sarah als zesjarige. Mooie, kleine Sarah Byrne, die voor me in de schoolbus op haar stoel zat te wippen. We waren die middag met ons vijven in de schoolbus.
Nu zijn er nog maar vier van ons over.
‘Vaarwel, Sarah,’ mompel ik. Dan start ik de motor en rij terug naar Boston.
Tess Gerritsen © Spiley - Petra van Vliet
Pagina 53 van 215