
Simon Beckett
De zevenvoudige dood van Evelyn Hardcastle
Stuart Turton
'Ik heb geen idee wie ik buiten Blackheath ben, of hoe ik denk als ik niet in de geest van een ander zit ingeklemd.‘
Blackheath, de plek waar negentien jaar eerder een zevenjarige jongen vermoord werd: Thomas Hardcastle. Nooit werd de moord opgelost, en nu, zoveel jaar later, geeft zijn moeder Helena een feest waarop precies dezelfde mensen uitgenodigd zijn als er toen ook op het landgoed waren.
Het boek begint met een jongeman die geen idee heeft waar hij is, maar erger nog: hij weet ook niet wie hij is! Hij is zijn geheugen kwijt. Het enige wat in zijn hoofd op komt is de naam Anna. Maar waar is die Anna dan? Hij hoort een schot!
In zijn hoofd zit een stem: ‘Beheers je. Luister naar het bos.’ Maar de geluiden die hij hoort stellen hem niet gerust. Het weer is slecht, wind en regen hoort hij, en allerlei gekraak en geritsel.Wanhopig strompelt hij verder door het bos. Is hij op de vlucht? Waarvoor dan?
Iemand zegt ‘Oosten’, en laat iets in zijn zak glijden. Hij vindt een kompas en staat even later voor de deur van een landhuis.De man die de deur opent op zijn wild gebons spreekt hem aan: Sebastian?’
Het is het begin van een verbijsterende thriller, waar eigenlijk niet meer over gezegd mag worden: de verrassing wegnemen bederft het leesplezier! Stuart Turton sleept je mee, door de gangen en kamers van het vervallen landgoed, naar buiten door niet onderhouden tuinen en dichtbegroeide bossen, terwijl het ontstellend slecht weer is, en naar het meer waar de jongen verdronken is. Om de hoofdpersoon heen dwalen onschuldige feestgangers, maar een aantal van hen zijn van belang voor de ik-figuur die Sebastian zou zijn.
Is Anna vermoord, zoals hij denkt? Waarom kan niemand dan een lichaam vinden? En hoe komt het dat hij wonden heeft aan zijn arm, wie heeft hem met een mes gesneden? Sebastian zelf heeft geen idee. Men vertelt hem dat hij vrijgezel is, en dat het kompas dat hij van een vreemde gekregen denkt te hebben, van hemzelf is. Niemand kent iemand die Anna heet.
De dokter, ook gast op het feest, adviseert hem het landgoed te verlaten en naar de politie te gaan.Sebastian is van plan diens raad op te volgen. Maar dan breekt dag twee aan.En is er iets onvoorstelbaars gebeurd.
‘Vanavond zal er op het bal iemand worden vermoord. Het zal geen moord lijken en de moordenaar zal dus niet worden gepakt. Herstelt u dat onrecht, dan wijs ik u de weg naar buiten.'
Het verhaal is surrealistisch: de ik-figuur is wel aanwezig op het feest maar hij is niet genodigd. Hij is er ook niet als zichzelf, maar bevindt zich s in een ander lichaam, acht dagen lang wisselt hij van gastheer. Hij moet de moord oplossen, zegt iemand tegen hem, iemand met een masker op, die de regisseur lijkt van een bizarre onderneming. Maar de ik-figuur kan ontsnappen als hij de vraag kan beantwoorden voor elf uur ’s avonds: wie heeft Evelyn vermoord? Natuurlijk zijn er mensen die hem tegenwerken, maar hij weet niet wie dat zijn. Al ontdekt hij snel genoeg dat ze echt uit zijn op zijn leven. En Anna, wat is haar rol, en waar is ze gebleven?
Verbijsterend, ik zei het al. En ongelooflijk boeiend! Als er één vraag beantwoord wordt, zijn er onmiddellijk weer nieuwe, het blijft spannend tot het laatst. Want als je je in het lichaam van een ander bevindt: weet je gastheer dat dan ook? Kan die persoon iets doen met de kennis die jij vergaart op het moment dat hij niet zelf de baas is over zijn lijf? Verandert dan dus de situatie? Kun je zèlf de situatie die je steeds herbeleeft, veranderen?
Zeer aanbevolen, deze thriller! Stap met de schrijver op de eerste pagina het landgoed binnen, raak verstrikt en bijna buiten zinnen, om hopelijk weer ongeschonden uit die warboel tevoorschijn te komen als een Ariadne die de draad weet te vinden naar de uitgang.Stuart Turton, freelancereisjournalist, woonachtig te Londen, heeft drie jaar gedaan over het schrijven van dit debuut, staat achter in het boek te lezen. Ik geloof het meteen, en ik denk dat zijn huis behangen werd met alle situaties en personages uit zijn boek, zoals de hoofdpersoon dat op een bepaald moment ook doet
ISBN 9789044638226 | Hardcover | 336 pagina's | Prometheus | juli 2018
Vertaald uit het Engels door Paul Syrië
© Marjo, 8 juli 2018
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
© Renate, 30 juni 2018
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Super de Luxe
Suzanne Vermeer
In Monaco wordt een moord gepleegd. Vastgoedmagnaat Mirabelle Dubois heeft een benefietveiling georganiseerd voor de oprichting van afdeling voor kinderkankerbestrijding, waarbij de jetset erg gul is. Dochter Jolie, zelf onder behandeling in hetzelfde ziekenhuis, is ook aanwezig, evenals haar echtgenoot, een man waar Mirabelle een hekel aan heeft. Toen Jolie erkende dat haar moeder gelijk had werd een dure advocaat ingehuurd. Hij is nu nog onwetend. En aan het einde van de avond vindt Mirabelle de dood.
Dit is de proloog. Natuurlijk wordt nog wel verklaard waarom Mirabelle vermoord werd, maar niemand van het gezin Dubois is de hoofdpersoon. Dat is – we hebben tenslotte wel te maken met Suzanne Vermeer! – een Nederlandse jonge vrouw. Emma van Zomeren is net afgestudeerd en heeft besloten een jaar lang een lifestyle- en fashionvlog in de lucht te houden. Daarna zal ze zich bezinnen of ze toch zal proberen een serieus journalist te worden.
Ze is nu dan wel op vakantie aan de Franse Riviera, iedere dag maakt ze een kort filmpje voor haar vlog. Het filmfestival in Cannes is gaande, en er vallen vele beroemdheden te spotten. Maar wie is die man die haar te hulp schiet als ze beroofd wordt? Hij is superknap, lijkt wel een Italiaanse filmster. Als hij zich voorstelt als Alessandro Onesti, in Cannes met zijn tweelingzus Sofia, zoekt Emma natuurlijk op wie zij zijn. De Onesti’s zijn een steenrijke familie, en dat blijkt: Alessandro nodigt haar uit om naar Monaco te gaan, naar hun penthouse. Emma mag hen niet filmen, of hun namen noemen, ze willen privacy. Zou dat verklaren dat zij ook geen gegevens kan vinden?
Ietwat naïef laat ze zich meevoeren in de ‘super de luxe’ die hij haar biedt. Diners met champagne, dansclubs, een casino. Zelfs een super outfit om uit te kunnen gaan kopen ze voor haar. Maar Emma wil ook wel iets anders, en juist op dat gebied doet hij onverwacht afstandelijk. En als hij haar dan eindelijk meelokt naar een slaapkamer in een huis waar ze een feest bijwonen, blijken de afgelopen dagen fake geweest te zijn.
Wat tot dan toe een gezapige chicklit was over alles wat met rijk en luxe te maken heeft, verandert in een spannend verhaal. Nu hadden we al wel af en toe een ‘inbreker’ in het verhaal, een oudere man, Oleg genaamd, die snode plannen had, maar dat bleef allemaal vaag.
Nu Emma’s ogen eindelijk open zijn, zullen de verhaallijnen bij elkaar komen en volgt een ietwat bizarre ontknoping, die zomaar uit de licht komt vallen.
Veel meer dan een lekker vakantieboek is dit niet, maar willen de lezers van Suzanne Vermeer iets anders? Waarschijnlijk niet.
Er zijn betere verhalen geweest in deze serie, dus laten we hopen dat een volgende ‘Suzanne Vermeer’ op een hoger niveau zit.
Suzanne Vermeer is het pseudoniem van de in juni 2011 overleden auteur Paul Goeken. In overleg met zijn familie is besloten om de boeken van Suzanne Vermeer voort te zetten. Net als bij de andere boeken is er een toeristisch element, de verhalen spelen zich vrijwel altijd af op een populaire vakantiebestemming. In dit geval dus de Franse Riviera.
ISBN 9789400508897 | Paperback | 320 pagina's | A W Bruna | april 2018
© Marjo, 25 juni 2018
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Na een raadselachtige proloog over een vrouw die kennelijk slecht behandeld wordt door haar geliefde en die eindigt met de zin: 'Ze had altijd fel en vol overtuiging geloofd dat je de wereld alleen kon veranderen door haar te vernietigen.' begint het boek op 20 augustus 2018.
Andrea, die Andy genoemd wil worden, zit met haar moeder Laura Oliver in een restaurant te lunchen, ter gelegenheid van haar 31-ste verjaardag. Andrea is wat afwezig en overdenkt haar leven, dat op een dood spoor zit. Ze werkt op de meldkamer van de politie in Belle Isle en het is tijd om beslissingen over haar leven te nemen. Na een verblijf in New York is ze teruggekeerd naar haar moeder en ze bewoont een kamer boven de garage.
Ook Laura is van mening dat Andrea iets met haar leven moet doen en zegt dat Andy's vader Gordon gezegd heeft dat ze een deadline moet geven om een andere woning te zoeken. Laura werkt als spraaktherapeute en in het restaurant wordt ze aangesproken door de dochter van een ex-patiënt, die haar bedankt voor de behandeling van haar vader. De dochter van de vrouw komt er ook bij en er volgt een gesprek dat niet afgebroken wordt, omdat Laura daar te beleefd voor is.
Andy gaat bij het raam staan en ineens verandert er wat in de atmosfeer. Er klinkt een pop en ineens is het een chaos. De vrouwen met wie Laura staat te praten worden doodgeschoten en Laura stort zich op haar dochter en werkt haar tegen de vloer. De schutter richt z'n wapen op Laura's borst, die kalm en zeer beheerst reageert. Ze zegt tegen de man dat hij weg moet gaan en geeft geen krimp als de man haar dood wil schieten. De man lijkt te denken dat Andy een politieagente is, die een wapen heeft, zodat zij hem dood kan schieten. Laura daagt hem uit om te schieten en zegt hem dat hij nog maar een kogel heeft. De man haalt de trekker niet over, maar pakt een jachtmes, waarmee hij Laura neer wil steken. Laura vangt het mes in haar handpalm en weet het van de man af te pakken, waarna ze het in z'n hals steekt. De man sterft ter plaatse.
Laura is gewond en terwijl Andy haar verbind drukt ze haar op het hart, dat ze niet met de politie moet praten en dat ze geen verklaring moet ondertekenen. Ze moet maar zeggen dat ze zich niets kan herinneren. In deze tijd met sociale media is het natuurlijk geen wonder dat een filmpje van de gebeurtenissen bestaat, dat op internet beland. Laura wordt Ramboma genoemd.
Na haar behandeling in het ziekenhuis staat Laura er op om naar huis te gaan, ook al vinden de artsen dat onverstandig. De politie wil met haar praten, maar Laura weigert en vraagt Gordon, die inmiddels ook op is komen dagen, om haar naar huis te brengen. Gordon Oliver is advocaat en laat zich op verzoek van Laura gelden. Laura zegt tegen Andrea dat ze onmiddellijk haar woning moet verlaten en dat ze niet meer mag blijven slapen. Ze moet maar even naar haar vader gaan, die kennelijk van Laura gescheiden is.
Als Andy haar fiets pakt, om naar haar vader te rijden, ziet ze een man naar binnen kijken. Later is de man verdwenen en ze ontdekt dat de man bij haar moeder in huis is en haar bedreigd. De man, wiens gezicht schuil gaat onder een hoody dreigt haar tijdelijk te verstikken met een plastic zak. Andy pakt een koekenpan en mept de man met de zijkant tegen z'n hoofd. Deze klap wordt uiteindelijk z'n dood.
Laura blijft kalm en zegt dat Andy de auto van de man moet zoeken en naar Carrollton in Georgia moet gaan. Daar moet ze naar een opslagloods gaan, waar een auto staat. Daarmee moet ze zo ver mogelijk uit de buurt zien te komen en ze mag met niemand contact opnemen. Ze krijgt ook een stapel geld mee.
Andrea kan weinig anders doen dan haar moeder gehoorzamen. Maar wie is haar moeder eigenlijk? Wie is de man met de hoody en wat wilde hij van haar moeder? Haar moeder heeft gezegd dat het nummer van de unit met de auto de geboortedatum van Andy heeft, maar dat is niet de datum die ze haar hele leven heeft gekend. In de auto die in de loods staat, vindt ze een koffer met kleren en nog meer geld. In de unit staat ook een bureau waarin ze een leren opbergmap en een doos vindt. In de map vindt ze de papieren voor de auto, die op naam van Daniela Barbara Cooper staat. Verder vindt ze een identiteitsbewijs met dezelfde naam, maar met de foto van haar moeder. In de schoenendoos vindt ze een verzameling foto's, onder andere van haar moeder, die kennelijk zwaar mishandeld is. In het handschoenenvak van de auto vindt ze ook nog een revolver.
Na de vondst van de auto gaan we ineens terug naar 26 juli 1986. Hiermee duiken we in het verleden van Laura, hoewel aan het eind van het hoofdstuk duidelijk is dat de Laura die in dit hoofdstuk opduikt niet de moeder van Andrea is.
Vervolgens keren we terug naar augustus 2018 en volgen we Andrea, die het raadsel van haar moeder op tracht te lossen. In hoofdstukken over de gebeurtenissen in 1986 lezen we het nodige over een groep mensen die op gewelddadige wijze de maatschappij wil veranderen. Hoe groot het onrecht ook is dat de groep zegt te willen bestrijden, de sympathie voor de mensen van de groep dreigt toch wel snel te verdwijnen, als je het geweld en de onverschilligheid ten aanzien van de onschuldige mensenlevens die vallen in de strijd, ziet.
Het is weer een spannend boek, dat zich maar moeilijk laat wegleggen. Het boek is echter ook behoorlijk gewelddadig. Voor beide kanten lijken mensenlevens niet echt te tellen.
ISBN 978 94 027 0156 2 | Paperback | 492 pagina's | Harper Colins | juni 2018
NUR 305 | Vertaling Ineke Lenting
© Renate, 2 juni 2018
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
‘Ik ben er voor je, ik ben er voor je. De woorden klinken door in haar hoofd, kaatsen tegen de muur van de kamer, resoneren in het afval dat om haar heen ligt opgestapeld: lege pizzadozen, aanstekers, zilverpapiertjes en verpakkingen van koek en melk. Dan pakt ze de brief op en scheurt hem in duizend stukjes die ze tussen de rommel in haar kamer verspreidt. Ze pakt een stukje zilverpapier en legt dit op tafel. Met trillende vingers maakt ze een zakje open en strooit het poeder op het zilverpapiertje.’
Annabel heeft altijd een goede band gehad met haar moeder die een bekende kunstenaar is en haar leven op orde heeft. Dat kan van Annabel niet gezegd worden. Ze werkt bij een reisbureau wat ze best leuk vindt, maar relaties houden geen stand, en daar baalt ze stevig van.
Als ze met haar familie naar Spanje gaat ontmoet ze daar een leuke ober, met wie ze op stap gaat.Maar daar kan ze zich niets van herinneren als ze na een paar dagen bij komt in een ziekenhuis. Een boer heeft haar gevonden in een boomgaard, zonder kleren, bebloed en bewusteloos.
Als ze weer terug is in Nederland probeert Annabel de draad weer op te pakken, hetgeen helemaal niet mee valt. Toch gaat ze na een tijdje mee met Didi, een collega, die iets voor haar heeft, zodat ze energie genoeg zal hebben om eens flink uit haar dak te kunnen gaan.
‘Een energiedrankje?’ vraagt Annabel.
‘Zoiets, wacht maar af.’ De stem van Didi klinkt geheimzinnig.
Plotseling wordt Annabel argwanend.
‘Geen rommel hè, of drugs. Daar moet ik niks van hebben.’
Het is het begin van een hoop ellende. Al snel lukt het Annabel niet meer om haar werk te doen en ze wordt ontslagen. Als ze een zeer onwelkome boodschap krijgt van haar arts moet ze keuzes maken. Maar intussen is ze al in handen gevallen van Dion, die op alle mogelijk manieren van haar wil profiteren. En Annabel is niet in staat om van hem los te komen.Haar moeder maakt zich zeer ongerust.
‘Ze is diep gezonken. Te diep. Ze wil omhoog. Maar dat kan niet. Dan weer herinnert ze zich de woorden van de goochelaar, die met die mooie blauwe ogen en die lachrimpeltjes. Het is nooit te laat, zei hij.’
Dat is de vraag: heeft ze inderdaad nog een kans om uit dit diepe dal te komen? Of zit ze geketend in de klauwen van Dion?
Dit boek blijkt een derde deel te zijn in een serie waarin eerder ‘Controle!' en ‘Contact!' uitkwamen. Niet dat je het niet zonder de eerste twee delen kan lezen, voorkennis is niet nodig.
Het verhaal van Annabel is nogal heftig, maar het is ook - helaas - actueel. Gelukkig wordt ook hier hoop geboden: in de grote boze wereld lopen ook mensen rond die het wèl goed met haar voor hebben. Je moet het natuurlijk zelf doen, maar als je bereid bent om hulp te accepteren, kan het misschien toch wel lukken.
De stijl is vlot, met goede dialogen, en het verhaal verloopt op de proloog na chronologisch.
ISBN 9789492844057 | Hardcover | 250 pagina's | Uitgeverij Droomvallei | april 2018
© Marjo,15 juni 2018
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Het geheim van Harald Delorge
Connla Quinn 2
David van den Bosch
Het is wel een type, die Connla Quinn, de detective die we hebben leren kennen in ‘Het meisje met de hond’, en die nu een tweede avontuur beleeft. Als geboren Ier is hij dol op whisky, hij is kieskeurig als het gaat om de koffie die hij drinkt en hij rookt graag een sigaar. Hij zou op eierkoeken leven als zijn secretaresse er niet voor zou zorgen dat hij wel eens wat anders eet.
Die secretaresse is ook een verhaal apart. Shirley is niet de intelligentste, maar omdat ze bloedmooi is, mag ze blijven. En laten we wel wezen: door haar eenvoudige, naïeve manier van denken zet ze haar baas nogal eens op het juiste spoor. Quins aanpak is zoals het een eigenwijze detective betaamt nogal onorthodox, en het is best bijzonder dat zijn vriendschap met rechercheur Marco van Haspelen nog geen deuk heeft opgelopen.
In dit tweede boek vinden we de twee gebroederlijk achter een glas Guinness, als bij hen alle twee de telefoon gaat.
Bij Quinn is het zijn secretaresse die een telefoontje heeft gehad: Ene Harald Delorge komt hem vragen om twee weken lang een fietsenmaker te schaduwen. Quinn weigert, omdat Delorge niet wil vertellen waarom hij die man, Peter Vermeulen, zou moeten volgen. Niettemin is hij geïntrigeerd en gaat toch eens kijken wie die Peter is. Daar komt Shirley goed bij van pas.
Als er een dode valt, wordt de zaak toch even anders. Marco onderzoekt de moord, maar Quinn gaat op eigen onderzoek uit. In het appartement van de dode, waar hij zonder toestemming inbreekt vindt hij een foto, die belangrijk zal worden voor het onderzoek dat volgt.
‘Wat gaat u doen?'
‘Inbreken, zei hij. ‘Ik zou het liefst alleen gaan, maar ik heb een chauffeur nodig.’
‘Inbreken?’, vroeg Shirley. ‘Maar…’
‘Iemand die ik kan vertrouwen.’
‘Waarom gaat u inbreken? Waar?’
Quinn keek zijn secretaresse aan.
‘Als je hier niet aan wilt meewerken, is het niet erg. Dan vergeten we het hele idee en ga je gewoon terug naar huis.’
Shirley had nog nooit door een rood licht gereden, laat staan dat ze ervaring had met inbreken.
(-) ‘Als je meegaat,’ zei hij aarzelend, ‘ben je officieel medeplichtig aan een inbraak.’
Shirley knikte.
‘Ik snap het,’ zei ze.
Dit stukje is illustratief voor het hele verhaal. Er is Shirley, die zo graag zelf ook detective wil worden en eigenlijk volgens de regeltjes wil werken. Maar ze laat zich door haar baas overtuigen: liegen mag als het maar werk is! En Quinn die precies weet hoe hij haar aan moet pakken, maar even goed ook voor haar wensen bezwijkt. Qua stijl is het tekenend voor de vlotte dialogen waarmee het verhaal doorspekt is, net zoals de lichte humor steeds aanwezig is. En tegelijk wordt er een geheim ontrafeld, met allerlei ins en outs, waarvan je toch niet meteen aanziet komen hoe de afloop is.
Het eerste boek was een waarschuwing, dit tweede bevestigt het: Quinn is een detective die we willen blijven volgen!
David van den Bosch (1982) is schrijver, verhalenverteller en theatermaker. Hij is onder meer de helft van vertellersduo Dá Fhili en spelleider van Terugspeeltheater Amsterdam. Ook was hij de eerste stadsdichter van Amersfoort, niet toevallig de thuisbasis van zijn creatie Connla Quinn.
ISBN 9789492055484 | paperback | 128 pagina's | Nabij Producties| november 2017
© Marjo, 3 juni 2018
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
De verdwijning van Adèle Bedeau
Graeme Macrae Burnet
De 36-jarige Manfred Baumann is een gewoontedier. Altijd gekleed in een zwart pak met een wit overhemd en een stropdas gaat hij naar zijn werk, iedere dag gebruikt hij de lunch in Restaurant de la Cloche, waar hij voor iedere dag van de week een vast gerecht heeft. Hij zit dan aan hetzelfde tafeltje, zoals hij ook ’s avonds op hetzelfde krukje zit als hij daar zijn fles wijn drinkt.
Hij drinkt zijn wijn per glas tot hij een hele fles op heeft. Iedere avond weer. Maar vragen om die fles, dat doet hij niet. Het voelt niet goed vindt hij, met een fles voor zijn neus daar zitten. Dat hij dan twee keer zoveel betaalt, nou ja, dat is dan maar zo.
En zo is zijn leven: gewoontes zijn een houvast. Hij vindt het moeilijk om met anderen om te gaan, wikt en weegt alles wat men doet en zegt: Bedoelen ze dit? Of misschien toch iets anders? Het maakt hem een eenling, mensen vinden hem een rare man. Zijn wereld is die van St.Louis, een klein provinciaal stadje.
Op de dag er een nieuwe serveerster komt, begint hij haar nauwgezet in de gaten te houden. De negentienjarige Adèle Bedeau is een nors, zwijgzaam meisje. Wat haar bijzonder maakt is dat ze op een dag niet meer komt opdagen.Waar is Adèle gebleven? Is ze zonder iets te melden uit de stad vertrokken? Heeft ze een ongeluk gehad? Is ze misschien zelfs vermoord?
Georges Gorski moet de zaak onderzoeken. Natuurlijk komt hij ook Manfred ondervragen en diens vreemde gedrag maakt hem verdacht. Manfred heeft het meisje namelijk vlak voor haar verdwijnen buiten het restaurant gezien, met een jongen. Maar dat vertelt hij de rechercheur niet, omdat hij niet wil worden aangezien als een stalker. Die eerste leugen leidt tot meer. Het leidt ook tot herinneringen, dingen die hij liever voorgoed vergeten zou.
Omdat we beide mannen als vertelperspectief hebben, weet de lezer al snel dat de herinneringen van Manfred een raakpunt hebben met die van Gorski, die ook niet voor niets in het kleine stadje is blijven hangen, tot grote ergernis van zijn echtgenote. Beide mannen draaien om elkaar heen, waarbij steeds meer feitjes naar voren komen, tot de uiteindelijke niet zo verrassende ontknoping. Hoe het afloopt is dan ook niet zo belangrijk, evenmin als het meisje naar wie het boek genoemd is.
Het is een psychologische misdaadroman, waarin vooral de karakters van de verdachte en de speurder uitgediept worden. Er wordt geen duidelijk onderscheid gemaakt tussen heden en verleden: er is geen verandering van werkwoordsvorm, geen witruimte tussenin, alles vloeit in elkaar over.
Omdat de plaats waar alles zich afspeelt ook beperkt wordt tot een klein gebied, lijkt alles zich samen te ballen: tijd en ruimte zijn beperkt, net als de personages. Dat zeldzame uitstapje met de trein en het soms wat dieper ingaan op het karakter van een minder belangrijke persoon benadrukt de kleinheid nog. Het maakt het verhaal ook traag, en de spanningsboog is eveneens klein.
Als het verhaal afgelopen is, volgt een soort nawoord, waarin de schrijver uitlegt dat het zojuist vertelde verhaal het semi autobiografische verhaal zou zijn van een Fransman genaamd Raymond Brunet. Waarschijnlijk is dit een trucje, maar waarom Graeme Macrae Burnet het nodig vond zijn verhaal af te doen als een vertaling is niet duidelijk. De overeenkomst van namen is te groot om van toeval te kunnen spreken.
‘Het bloedige project’, het debuut van Graeme Macrae Burnet (1967, Kilmarnock, Schotland) werd in het Verenigd Koninkrijk genomineerd werd voor Man’s Booker Price en kreeg in Nederland de prijs voor Vrij Nederlands beste thriller van het jaar 2017.
In De verdwijning van Adèle Bedeau volgen we dezelfde rechercheur, zoals we dat ook kunnen doen in het derde boek.
ISBN 9789048843435 | hardcover | 272 pagina's | Uitgeverij Hollands Diep | april 2018
Vertaald uit het Engels door Anne Jongeling
© Marjo, 1 juni 2018
>Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Ik weet alleen mijn naam nog
C. J. Cooke
Op een strand in Griekenland, om precies te zijn op Kommeno-eiland, is een vrouw aangespoeld. De lezer weet dat zij Eloïse heet, omdat het hoofdstuk met deze naam begint, maar de vrouw zelf weet het niet, zij blijkt haar geheugen totaal kwijt te zijn. Ze hoort stemmen, iemand die Joe genoemd wordt, behandelt haar wonden. Deze man en de anderen die erbij zijn brengen haar naar een ruimte die lijkt op een keuken. Er zijn twee vrouwen die ze zal leren kennen als Sariah en Hazel. De vierde persoon is een oudere man die George heet.
Ze vertellen haar dat het eiland vlakbij Kreta ligt en onbewoond is op hen vieren na. Zij zijn daar om te in alle rust schrijven.
Eloïse heeft geen idee wie ze is, en waarom ze daar is. Ze blijkt met een zeilboot op het strand te zijn gelopen, de boot is beschadigd. De anderen blijken verdeeld in hun pogingen haar te helpen. Sariah is heel aardig, en zij is dan ook degene die haar beschermt tegen George die nogal hardvochtig is. Hij loopt op een gegeven moment gewapend rond en het lijkt wel of hij niet wil dat Eloïse haar geheugen terug vindt. De telefoon doet het niet meer, is dat door zijn toedoen?
Maar waarom zou hij hij daar op het eiland willen houden?
Intussen weet de lezer wèl wie de vrouw is. In Londen bevindt namelijk een radeloze man, die met twee kleine kinderen - vier jaar en drie maanden - is achtergebleven en die geen idee heeft waar zijn vrouw is, of waarom ze zomaar weggegaan is. Ze zou toch nooit haar kinderen in de steek laten?
Lochlan, zo heet de man, ontdekt dat hij eigenlijk maar weinig weet van zijn vrouw. Hij was altijd aan het werk. Niets weet hij van wat ze de hele dag deed. Hij heeft geen idee hoe hij de kinderen moet verzorgen. En dan wil zijn baas ook nog dat hij komt werken!
Gelukkig komen de grootouders van Eloïse hem helpen, maar zij hebben nooit onder stoelen of banken gestoken dat ze hem geen goede echtgenoot vonden voor de kleindochter die zij opgevoed hebben, omdat hun eigen dochter dat niet kon.
Eloïse heeft alles achtergelaten: paspoort, geld, telefoon en auto. Is zij zelf weggegaan? Heeft ze hem verlaten? Of heeft iemand haar ontvoerd? Het enige teken dat er iets aan de hand moet zijn geweest is dat er geknoeid is met de babycams.
De titel is wel vreemd, want in het begin kent Eloïse haar naam helemaal nog niet. Dat schiet haar later pas weer te binnen. Het verhaal ontvouwt zich tergend langzaam. Om en om vormen de vrouw en de man het vertelperspectief. Daardoor weet de lezer wel meer, maar het blijkt toch nog een totale verrassing te zijn wat er aan de hand is. Je ziet het echt niet aankomen, terwijl er toch - met kennis achteraf - wel aanwijzingen zijn geweest. Ook komen er geheimen aan de dag, zowel uit het leven van Lochlan als van Eloïse. Dit huwelijk is niet zomaar weer geheeld. Een bijzondere psychologische thriller.
C.J Cooke (1978) heeft eerder de roman Dagboek van een beschermengel geschreven. Dit is haar thrillerdebuut.
ISBN 9789402700930 | Hardcover | 252 pagina's | Harper Collins | maart 2018
Vertaald uit het Engels door Ingrid Zweedijk
© Marjo, 24 mei 2018
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Dit is het eerste deel van de Charlie Lager trilogie.
Het boek speelt zich af in Gullspång, een plaatsje ten westen van Stockholm, tussen het Skagern en het Vanern meer. Daar is zeventienjarige Annabelle verdwenen en Charline 'Charlie' Lager wordt samen met haar collega Anders van de politie in Stockholm op de zaak gezet. Charlie komt oorspronkelijk uit Gullspång, maar is er sinds haar veertiende niet meer geweest. Ze heeft er bepaald geen doorsnee jeugd gehad en is ook niet bepaald een doorsnee vrouw.
- De vergelijking met Lisbeth Salander uit de Millenium-trilogie, die op de achterkant gemaakt wordt, vind ik niet helemaal terecht. Lisbeth Salander is als mens een buitenbeentje, terwijl Charlie Lager alleen als vrouw niet doorsnee is. Ze heeft korte seksuele relaties, geen kinderwens en misschien een drankprobleem. Verder is ze niet bezig met wat anderen van haar vinden. Kortom, ze is niet veel anders dan verschillende mannelijke hoofdpersonen uit thrillers. -
Het verhaal rond de rechercheurs en de gebeurtenissen in het heden, wordt afgewisseld met stukken over de dag waarop Annabelle is verdwenen. In die stukken zien we hoe de dag van het verdwenen meisje is verlopen. Verder zijn er stukken met de titel 'Daar en toen' over twee vriendinnen, Alice en Nora. Wie dit zijn en wat ze met het verhaal te maken hebben, blijft heel lang onduidelijk.
Voor Charlie is het bezoek aan Gullspång echt een terugkeer naar haar jeugd. Ze ziet een jeugdvriendin terug, die inmiddels getrouwd is en 4 kinderen heeft. Ze moet ook aan haar moeder Betty denken, die min of meer verantwoordelijk was voor haar vreemde jeugd. In zekere zin heeft Charlie zichzelf misschien op moeten voeden. Het verhaal van het boek gaat meer over Charlie en haar terugkeer naar de plaats van haar jeugd, dan over de vermissing van Annabelle, een meisje dat in bepaalde opzichten wat met Charlie gemeen lijkt te hebben.
Al met al was het wel een spannende thriller en ik kan bijna niet wachten tot ik het volgende deel kan lezen.
ISBN 978940270098 5 |318 pagina's | Nur 305 | Uitgeverij Harper Collins | april 2018
Vertaald door Ydelet Westra
© Renate, 11 mei 2018
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Pagina 51 van 217