De teruggekeerden
Jason Mott
“Mensen hadden al genoeg moeite om de dag door te komen wanneer de wereld gewoon draaide en de doden netjes in hun graf bleven.”
Wanneer de bel gaat staat hij daar. Aan de hand van een overheidsfunctionaris is hun achtjarige zoon Jacob teruggekeerd. Normaliter is het een plezierige aangelegenheid wanneer een verloren gewaand kind veilig naar zijn ouderlijk huis terugkeert maar Lucille en Harold zijn allesbehalve uitzinnig van vreugde. Hun zoon Jacob, hun innige geliefde zoon Jacob is namelijk dood. Al vijftig jaar.
De wereld wordt opgeschrikt door een angstaanjagend fenomeen: doden keren terug naar het rijk van de levenden. Sommigen duiken in hun eigen woonplaats op terwijl anderen ver van huis blijken te zijn. Ze worden de Teruggekeerden genoemd. Lucille heeft de Teruggekeerden altijd verfoeid. Ze noemde hen duivels. Maar nu is Jacob terug en Lucille kan niet anders dan haar kind liefdevol in haar armen sluiten. Zelf is ze inmiddels een oude vrouw maar Jacob is geen dag ouder dan hij was op de dag dat hij stierf. Lucille beseft dat het niet kan. Dit kind dat zo sprekend op haar Jacob lijkt, kán haar Jacob niet zijn. Toch geniet ze al snel met volle teugen van de aanwezigheid van het jongetje. Haar vooroordelen zijn als sneeuw voor de zon verdwenen en ze zet zich fanatiek in voor de belangen van de steeds groter wordende groep Teruggekeerden. Harold heeft meer moeite met de aanwezigheid van Jacob. Hij vindt het moeilijk om aan zijn gevoelens voor het kind toe te geven.
Het aantal Teruggekeerden groeit explosief. Ze blijven maar opduiken en de onrust neemt toe. Steeds meer mensen geven openlijk aan hun aversie tegen de Teruggekeerden toe en er ontstaan opstootjes. Aanvankelijk werden alle Teruggekeerden keurig thuis afgeleverd maar al snel is dat niet meer mogelijk. Er zijn er simpelweg te veel en grote groepen Teruggekeerden worden opgevangen in bijvoorbeeld schoolgebouwen. Nog steeds is niet duidelijk wie of wat de Teruggekeerden zijn. Zijn het dezelfde mensen of toch niet? Waar zijn ze al die tijd geweest en…gaan ze nu nooit meer weg? Zoals altijd roept de angst voor het onbekende gevoelens van haat en agressie op. De opstootjes veranderen in rellen en aanvallen en de wereld stevent onherroepelijk op een ramp af.
In het naschrift schrijft auteur Jason Mott dat hij in juli 2010 heel levendig over zijn overleden moeder droomde. In de bewuste droom zat ze ineens bij hem aan de keukentafel en spraken ze over het leven dat Jason na de dood van zijn moeder heeft geleid. De droom maakte indruk en uiteindelijk sprak hij er met een vriend over. Zijn vriend reageerde als volgt: “Stel je eens voor dat ze écht terugkeerde, gewoon voor één avond. En stel je eens voor dat zij niet de enige was. Wat dan?” Dankzij deze zinnen is het boek De teruggekeerden een feit.
Het verhaal zet de lezer aan het denken. Hoe zou je zelf reageren als de doden zich ineens weer bij de levenden zouden voegen? Zou je dierbaren opnieuw omarmen of zou angst je in zijn greep houden? Zou je de teruggekeerde doden steunen of zou je hen als vijanden beschouwen? Natuurlijk is het verhaal niet realistisch maar er gebeuren in het leven wel vaker dingen die we niet verwachten. De grote vraag is: Hoe gaan we daar mee om? De teruggekeerden gaat over liefde, naastenliefde en ruimhartigheid en over het ontbreken ervan. Het boek is indringend maar ook bedachtzaam geschreven en heeft me tot de laatste bladzijde geboeid.
ISBN 9789034753212 | paperback | 384 pagina's| Harlequin Holland | augustus 2013
Vertaald door Karin Jonkers
© Annemarie, 26 september 2013
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
De teruggekeerden
Jason Mott
Harold Hargrave is verbijsterd, geschokt en wil het niet accepteren, maar op een dag staat ook bij hem een ‘teruggekeerde’ aan de deur: Jacob, het achtjarige zoontje dat hij en zijn vrouw Lucille 50 jaar geleden verloren hebben, is teruggekeerd uit de dood. Vele anderen zijn hem al voorgegaan, het land wordt overspoeld door mensen die overleden waren en nu weer fit en wel bij hun familie aankloppen. Alleen: zij hebben nog de leeftijd die ze hadden ten tijde van hun overlijden terwijl voor de levenden de tijd niet stilgestaan heeft.
Lucille en Jacob hebben na vijftig jaar niet de energie voor zo’n jong kind. Lucille doet haar best, maar Harold wil eigenlijk helemaal niet. Dat wezen is zijn zoon niet. Dat kan niet. Maar het joch is vertrouwd, zijn gedrag onschuldig en ontwapenend en zijn vrouw is dolblij. Harold moet er wel in mee gaan.
Tenslotte is het een feit: overal duiken ze op, steden worden te klein voor al die teruggekeerden. En omdat ze niet altijd terugkomen op de plaats waar ze overleden zijn, zijn ze ook vaak ontheemd. De overheid begint kampen in te richten, claimt scholen en andere openbare gebouwen om ze onder te kunnen brengen.
De situatie loopt, zoals iedereen begrijpen kan, danig uit de hand. Hoe moet dit verder?
Eigenlijk is het gegeven te gek voor woorden. Het is daarom des te knapper dat Jason Mott de lezer overtuigt. Je gaat mee in het verhaal dat eigenlijk niet goed kan aflopen. Maar waar je misschien een depressief verhaal verwacht, wordt het dat helemaal niet.
Het is een verhaal over hoop, over bezinning. Menigeen heeft het wel gewenst: nog één keer die dierbare in de armen sluiten, nog de mogelijkheid hebben om te vergeven. Als de doden inderdaad terugkeren, is die mogelijkheid er. Maar wat doe je dan?
Behalve het verhaal van Jacob worden er ook andere 'gevallen' besproken. Die onderbreken het hoofdverhaal in korte cursieve stukjes, en maken het aannemelijker dat niet alleen Harold en Lucille te maken hebben met een bizarre gebeurtenis als deze, en tonen aan dat het een probleem is dat de gehele wereld treft. Onvoorstelbaar!
Omdat Mott dit gegeven erg uitvergroot door geen grenzen te stellen, wordt het een surrealistisch verhaal, waar de lezer nieuwsgierig van wordt: hoe gaat dit aflopen?
ISBN 9789034753212 | Paperback | 384 pagina's | Harlequin Holland | 27 augustus 2013
Vertaald uit het Engels door Karin Jonkers
© Marjo, 11 september 2013
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
http://www.attomelani.net
(genoemd naar het hoofdpersonage uit de boeken, Atto Melani)
De ring
George Molist
Het zal niet vaak gebeuren dat een jonge vrouw op haar zevenentwintigste verjaardag twee bijzondere ringen krijgt. Van haar vriend Mike krijgt Cristina, een veelbelovende advocate in New York, tijdens de lunch een prachtige verlovingsring met een diamant. ’s Avonds, tijdens haar verjaardagsfeest, wordt er door een onbekende een oude ring met een robijn afgegeven, die afkomstig is uit Barcelona. Dat is de stad waar Cristina de eerste dertien jaar van haar leven doorgebracht heeft, maar waarnaar ze nooit meer terug gekeerd is toen het gezin eenmaal in Amerika woonde.
Ze heeft vaag het gevoel de ring te “herkennen” en uiteindelijk vertellen haar ouders haar het achterliggende verhaal: de ring behoorde aan Enric, de geliefde peetoom van Cristina, die enkele maanden na hun vertrek uit Spanje zelfmoord pleegde. Om haar te beschermen hebben haar ouders altijd verteld dat hij omkwam bij een verkeersongeluk. “Toevallig” ontdekt Mike op een schilderij dat Cristina ooit cadeau kreeg van diezelfde Enric en dat nu bij haar ouders aan de muur hangt, dat de afgebeelde maagd Maria dezelfde ring draagt.
Enige tijd na haar verjaardag ontvangt ze een brief van een Spaanse notaris waarin ze wordt uitgenodigd aanwezig te zijn bij de voorlezing van het tweede testament van don Enric Bonaplata op zaterdag 1 juni 2002 in Barcelona. Ondanks de felle tegenstand van haar moeder neigt ze er toch naar te gaan en als kort daarna haar appartement doorzocht wordt en ze later begrijpt dat men op zoek was naar het oude paneeltje, staat haar besluit helemaal vast. Wat de reis voor haar extra aantrekkelijk maakt is het feit dat ze in Barcelona ook Oriol, de zoon van Enric én haar grote jeugdliefde, weer zal ontmoeten.
Voeg aan deze ingrediënten nog het volgende toe: een quasi oud verhaal over de geschiedenis van de Tempeliers, een schat die opgespoord moet worden, een slinkse antiquair, een achtervolger, familieverhalen, vier moorden, psychometrie én een flinke dosis romantiek. Al deze elementen samen én, toegegeven, een lekkere vlotte schrijfstijl zorgen dan voor een boek zoals er de laatste jaren nogal veel verschenen zijn. Dat wil niet zeggen dat het verhaal van de speurtocht naar de schat van de Tempeliers niet prettig, aangenaam of spannend is om te lezen, maar écht bijzonder is het niet. De vermenging van de moderne tijd met het altijd wat mysterieuze verleden is op dit moment hét recept voor een goedlopend en goedverkopend boek. Dertien in een dozijn wordt langzamerhand veertien in een dozijn en of dat past? Wordt het niet eens tijd dat er een nieuw stramien gevonden wordt voor het genre van de historische thrillers?
ISBN 978 90 417 61903 Paperback 350 pagina's Uitgeverij Sirene Zilverpockets 2007
© Janna, april 2007
Tot op het bot
Griselda Molemans
Journaliste Fay Pizarro krijgt een jaarcontract aangeboden bij de krant The Times-Picayune in New Orleans. Ze zegt haar familie en vrienden gedag en verlaat haar woonplaats Los Angeles om zich in een nieuw avontuur te storten.
Fay is nog maar net aan haar nieuwe baan begonnen wanneer een vrouw met de naam Deborah Lapierre de redactie bezoekt om haar collega Jermaine te spreken. Jermaine is echter afwezig en Fay neemt voor hem waar. Deborah vertelt Fay dat haar vader is overleden en dat ze niet gelooft dat hij een natuurlijke dood is gestorven. Er zijn volgens haar meer mensen en zelfs huisdieren onder verdachte omstandigheden gestorven. Ook zijn er mysterieuze tekens op diverse huizen aangebracht. Deborah heeft dit allemaal ook aan Jermaine verteld maar hij heeft nog steeds geen contact met haar opgenomen. Fay bespreekt de situatie met Jermaine en hij ziet geen brood in het verhaal. Hij heeft navraag gedaan bij de patholoog en deze heeft hem verteld dat er bij de autopsies van de mensen die Deborah noemde niets is gevonden dat wijst op een onnatuurlijke dood. Hij belooft Fay om contact met Deborah op te nemen en haar dit te vertellen.
De jaarlijkse Halloween-special komt er aan en Fay is druk met een artikel over voodoo waarvoor ze een voodoo-priesteres interviewt. New Orleans en voodoo zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Jermaine is druk met een heel andere zaak. Hij heeft een bron die hem zeer interessante informatie verschaft over gesjoemel met geld door een gemeenteraadslid. Om wie het gaat weet hij nog niet maar hoe meer hij de gegevens uitpluist, hoe duidelijker het wordt dat een hooggeplaatst figuur zich bezighoudt met een grootschalige fraude. Jermaine popelt om het schandaal te publiceren.
Het verhaal van Deborah heeft Fay niet losgelaten en ze is op een aantal eigenaardigheden gestuit. Ze besluit het verder uit te gaan zoeken en Jermaine vindt dat prima. Het gesnuffel van Fay en Jermaine wordt door duistere figuren opgemerkt en deze zijn daar niet van gediend. Voodoo-praktijken worden ingezet om de twee journalisten een halt toe te roepen.
Tot op het bot speelt zich af in het kleurrijke New Orleans. Aanvankelijk wordt de stad zo gepassioneerd en uitgebreid beschreven dat ik even dacht een toeristengids te lezen. Al snel merkte ik echter dat de levendige schets van de stad ten goede komt aan de sfeerbeleving van het verhaal. Met het thriller-gehalte zit het ook wel goed en naar het einde toe wordt het verhaal behoorlijk griezelig en spannend. De verhaallijn is goed uitgedacht en heeft door het voodoo-aspect iets mystieks.
De Nederlandse Griselde Molemans is journaliste en ze laat zich in dit boek kritisch uit over de hulpverlening rondom de ramp met de orkaan Katrina. Ook de wederopbouw wordt onder de loep genomen en dan met name welke belangen daarbij voorop worden gesteld. Meer over deze prettige thriller lees je HIER.
ISBN 9789049953034 | Paperback | 271 pagina’s| Mistral | mei 2012
© Annemarie, 11 juni 2012
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Moord in de Dom
Rom Molemaker
Er is een moord gepleegd in de Dom. Het is een lid van de Domcantorij, een zanger, een student. Zijn lichaam ligt op een grafsteen in de kerk en wordt gevonden door Peter Storm, een ander lid van de Domcantorij...
Zo begint dit boek, je weet meteen waar je aan toe bent. Een moord, een hoofdpersoon, een handvol verdachten. Maar dit is eigenlijk meteen het hele boek. Vanaf het begin wordt een setting neergezet. Wie heeft Vincent vermoord? Peter gaat, omdat hij er ongewild bij betrokken wordt, op onderzoek uit. Na door de politie uitgesloten te zijn als verdachte, ondervraagt hij zelf een aantal leden van de Domcantorij en de naaste vrienden van Vincent. Zo komt hij erachter dat Vincent, en anderen met hem, geheimen bij zich droeg. Vincent had iets in de kerk gevonden wat van onschatbare waarde is en heeft dit met de dood moeten bekopen…
Het boek begint aardig, maar verandert al snel in een “ik-ken-dit-ergens-van” verhaal. Het is een standaard kop-staart verhaal. Er wordt een moord gepleegd, de hoofdpersoon wordt verdacht, deze heeft een alibi, iemand anders wordt verdacht, deze persoon is de dader. Het blijft erg oppervlakkig, helaas.
Het verhaal mist diepgang en er zitten geen twists in het plot.
Het geheimzinnige gedeelte wat Rom Molemaker neer wil zetten is misschien interessant voor leden van de huidige Domcantorij (feest van herkenning), maar het mistte bij mij zijn doel. Ook het “onschatbare” van het object wat Vincent heeft gevonden komt niet goed over. Typisch een gevalletje van “je-had-er-bij-moeten-zijn”.
Wat Rom vervolgens wel doet is het complete verhaal afronden. Er blijven geen open eindjes liggen. Zo is er geen ruimte voor een eventueel vervolg en dat is misschien maar goed ook…
Het is een leuk boek om tussendoor te lezen, op het toilet bijvoorbeeld. Maar daar blijft het bij. Jammer, mijn verwachtingen waren een stuk hoger.
ISBN: 9789400501232 Paperback 192 paginas A.W. Bruna Uitgevers | oktober 2011
© Dion Verhelst, 29 november 2011
Lees de reacties op het forum en/of reagere, klik HIER!
Pagina 97 van 215