Blauw verdriet
Hélène Wagener
De rechercheurs Rob Geerts en zijn oudere collega Fons Jansen krijgen een nieuwe zaak. Een dubbele nog wel. Een vrouw wordt vermist en aan de rand van een ven wordt een lijk gevonden, die daar duidelijk met een bedoeling zo is neergelegd: hij heeft een appel in zijn mond, en op zijn borst staan de woorden ‘blauw verdriet’. Wat de zaak vreemder maakt: juist op die plek is de vermiste vrouw voor het laatst gezien. Is er een verband?
De vermiste is de kunstenares Roos Moordhamer. Zij is vrij bekend vanwege haar buitenissige schilderijen: ze beeldt namelijk de dood uit. Onlangs heeft ze een schilderij gemaakt dat een replica zou zijn van het middelste deel van een drieluik. Dat middenstuk, ‘De stervende maîtresse’, is verdwenen, de twee zijstukken hangen in Gent.
Maar waar is nu de replica?
Intrigerend is het dat beide rechercheurs persoonlijk betrokken zijn bij de zaak. Fons Jansen is onlangs weduwnaar geworden. Op het bidprentje van zijn vrouw staat een afbeelding van De stervende maîtresse’. De moeder van Roos was de vriendin van zijn vrouw, en hij schaamt er zich wel voor, maar Fons is verliefd op deze Els. En Els houdt duidelijk dingen achter voor de speurders. Rob Geerts op zijn beurt heeft een relatie met de misdaadjournalist Gaby Geels, die weer bevriend is met Roos.
Niemand laat het achterste van zijn tong zien in dit verhaal, allemaal hebben ze geheimen, die slechts langzaam voor de lezer onthuld worden, als dat al gebeurt!
En dan is er ineens een andersoortig verhaal, dat zich af speelt in 1929. Een vrouw met geheugenverlies bevindt zich in een kasteel, met een eigenaardige kasteelheer, een bozige lakei en een doofstom dienstmeisje. Je hebt geen idee waar dit nu weer op slaat, maar als dat duidelijk wordt, veel later, begrijp je als lezer dat het hele boek ook bedoeld is als een soort puzzel. Wie speelt welk spelletje? Is er überhaupt iemand oprecht? Het lijkt of ze elkaar allemaal van alles op de mouw spellen.
Maar: het komt goed: op het einde weet je hoe het zit.
Het boek begint zoals in de meeste thrillers met een proloog die de lezer verleidt om door te lezen. Het is een raadselachtig stukje tekst, je hebt geen idee wat er gebeurt, over wie het gaat, laat staan waarom, en je bent meteen nieuwsgierig. Dus je leest door.
Het laatste deel van de proloog is een cursieve tekst. De cursiefjes komen vaker voor, en zijn van een van de personages. De dader? Of toch niet?
Het maakt het allemaal nog raadselachtiger… niets is wat het lijkt.
Gelukkig zijn er af en toe samenvattingen die prima in het verhaal gepast worden, anders was het niet bij te houden.
Hélène Wagener is werkzaam in de journalistiek en doet de redactie voor het Reeshofjournaal. Onder het pseudoniem Hélène Rietman publiceerde zij in diverse genres, overwegend bij de Tilburgse uitgever Multi Media. In 2018 verscheen bij uitgeverij Kramat de spannende thriller De oorkonde onder haar eigen naam.
ISBN 9789492719522 | Paperback| 312 pagina's | Uitgeverij Keytree | november 2022
© Marjo, 19 november 2022
Lees de reacties op het forum, klik HIER
De oorkonde
Hélène Wagner
Blanche Depuis verhuist uit Amsterdam waar ze een succesvolle zaak heeft opgebouwd om in een gat ergens in Zeeland neer te strijken. Ze wil in Vlissingen een nieuwe zaak beginnen. Tot verbijstering van haar moeder, en haar vriendinnen, Tip en Iris. Wat Blanche hen niet vertelt is dat ze wel moest: een of andere psychopaat bedreigde haar.
Omdat ze weet dat niet lang daarvoor een manspersoon uit de gevangenis is gekomen die een verderfelijke rol heeft gespeeld in het verleden, denkt ze dat hij het is die haar lastig valt.
Dat verleden dacht ze achter zich gelaten te hebben, maar het tegendeel is waar. Haar nieuwbakken echtgenoot, Tom, weet daar niets van. Hij is bouwvakker, goed in zijn vak en werkt hard om het oude huis dat Blanche gekocht heeft op te knappen.
Maar dan betrapt ze hem: hij gaat vreemd! Wie is die Moontje? En ze ontdekt dat haar bedreiger weet waar ze is, hij stuurt haar een veelzeggend filmpje waarin Tom een hoofdrol speelt.
Na een ruzie vertrekt Tom.
Haar vriendinnen – die ze haar ‘dinnekes’ noemt - komen naar Zeeland. Al snel vermoeden zij dat Blanche geheimen heeft voor hen. Maar Iris heeft ook geheimen. En juist haar overkomt iets vreselijks...
Er is iemand die Blanche het slechtste toewenst, en dat tussen haar verhaal door aan de lezer laat weten (cursief). De lezer weet zodoende meer dan Blanche, maar tot het eind toe blijft verborgen wie het is. We weten overigens ook niet wat er in het verleden gebeurd is.
Er wordt afgeteld, van de tiende dag, terug naar het moment van de ontknoping. Daar hoort uitleg bij over wat er precies gebeurd is in het verleden, met een verklaring van de titel van het boek.
Aan de plot mankeert niets, het is spannend genoeg om door te willen lezen. Maar aan de schrijfstijl kan nog heel wat gewerkt worden. De opbouw van zinnen is soms krom.
Vreemde wisseling van onderwerp: ‘Pip was supertrots op haar vriendinnen, want we oordeelden niet en lieten elkaar in waarde.’
Lelijke zinnen: ‘Een unheimische gevoel siddert, het volgende onheil is waarschijnlijk al gepasseerd.’
‘Het rouwproces kwam als een tsunami’.
‘Ze maken mijn aanzien een generatie ouder.’
Hélène Wagener werkt in de wijkverpleging, journalistiek en is redacteur voor het plaatselijk wijkkrantje. Onder het pseudoniem Hélène Rietman schreef zij in diverse genres, vaak uitgegeven door uitgeverij Multi Media te Tilburg.
ISBN 9789462420878 | Paperback | 178 pagina's | Kramat | juni 2018
© Marjo, 13 september 2018
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER