De staatsvijand
Johan Op de Beeck
Vooraf:
De Mechelaar Jef van Hooff koos er voor om kapper te worden. Hij doet dat graag, in de haren van de dames wroeten en een gezellig babbeltje maken. En dan breekt de oorlog uit, de jonge Jef moet in dienst. Met zijn kameraden vecht hij tegen de binnenvallende Duitsers om tot zijn grote verbijstering te vernemen dat België zich overgeeft. De strijd wordt gestaakt!
Het kost niet al te veel moeite om hem over te halen zich als spion in te zetten tegen de Duitse overheersing. Daarover lees je alles in Het Complot van Laken.
Nu is er het vervolg.
Het is een aantal jaren later, 1956. Politiek gezien zijn het woelige tijden. Sinds de wapenstilstand is er niet echt vrede geweest. Oost versus West, het dictatoriale communisme versus de kapitalistische democratie. Tijden waarin Spionnen en dubbelspionnen niet bepaald werk tekort komen.
De Koude Oorlog.
Jef van Hooff is evenwel weer gewoon kapper. Zijn kapsalon in Mechelen draait als een tierelier. Helaas is hij weer vrijgezel, hij heeft zijn huwelijk niet kunnen redden.
Ook is hij er niet ongeschonden van af gekomen. Het verblijf in een concentratiekamp heeft hem fysieke beperkingen opgelegd, al is hij wel zoveel mogelijk in training gebleven, hij is niet echt fit. En zelfs als had hij er een vermoeden van dat iemand hem volgde, het verbaast hem ten zeerste als hij op een dag inderdaad benaderd wordt door een man van de Belgische Staatsveiligheid.
Van Hooff stuurt de man weg, maar ze houden vol. En dit keer is het geen onbekende die voor de deur staat. Kolonel Marissal kent hij van zijn werk voor de SOE (Special Operations Executive, afgekort SOE, een geheime organisaties door de Britse regering tijdens de Tweede Wereldoorlog opgericht). Marissal is intussen gepensioneerd, en ook ernstig ziek, en daarom vraagt hij het Jef: er is een lek geconstateerd binnen de Belgische Staats veiligheidsdienst.
Kan Jef het opsporen?
Intussen is men bij de KGB in Moskou zwaar ontstemd over een faux pas van Chroesjtsjov. Hij zoekt toenadering tot het Westen. Dat wil de KGB absoluut niet. Zij verspreiden een lijst met Chroesjtsjovsympathisanten, die onverbiddelijk tegen moeten worden gehouden. Een dodenlijst dus.
In België zijn net als in andere landen zogenaamde illegalen aanwezig: van oorsprong Russisch, maar zodanig getraind dat ze tot in de puntjes en met alle juiste papieren kunnen doorgaan voor een ingezetene van het betreffende land. Een van hen is Jevdokimov (codenaam), een meedogenloze moordenaar.
Als Jef contact maakt met de Poolse spion, die er van op de hoogte is wie het lek is, zit Jevdokimov hem al snel in het vaarwater. Spionage, contraspionage, je weet niet meer wie voor welke kant strijdt.
En dan raakt een van zijn klanten, de chique Gisèle van Dijck, bij de zaak betrokken. En ze lijkt het nog leuk te vinden ook…
We volgen hen op hun avontuurlijke reis naar Milaan, door de Alpen, steeds op hun hoede voor achtervolgers, die nogal schietgraag zijn.
Intussen volgen we ook de Russen, en de CIA, die ook al verwikkeld zijn in dit spionnenspel.
Wie speelt welk spel? Wie kan je vertrouwen? Eigenlijk zijn voor de lezer alleen Jef en Gisèle betrouwbaar, van de andere personages weet je het zo net niet.
Op de achtergrond speelt ook nog de Hongaarse Opstand. 1956 hè.
Het verhaal is natuurlijk helemaal conform de tijd. Geen moderne technologische snufjes. En Op de Beeck heeft zich ook moeten verdiepen in de mogelijkheden om te reizen in die tijd, en in de tien heersende mode. Dat geeft het verhaal wel wat swung. Plus een beetje romantiek. Maar vooral is het spannend…
Net als bij Complot van Laken is er de verantwoording van Johan Op de Beeck: welke feiten berustten op de waarheid, en welke zijn uit de duim van de schrijver gezogen?
Er zijn foto’s van de betrokkenen, en een bijlage met noten.
Johan Op de Beeck (1977) is voormalig journalist en schreef verschillende boeken over Napoleon. Hij maakte tv-documentaires en presenteerde talkshows en debatprogramma’s. Vandaag is hij publicist en communicatieadviseur.
ISBN 9789464100518 | Paperback | 352 pagina’s | Uitgeverij Horizon | april 2021
© Marjo, 9 december 2021
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Het complot van Laken
Johan Op de Beeck
Als in 1940 de Duitsers België binnenvallen, vlucht koning Leopold III niet, zoals de Nederlandse Koninklijke familie dat deed, naar Londen. De regering, onder leiding van premier Pierlot, deed dat wel en bleef daar in ballingschap. Op afstand konden zij de koning niet in de hand houden, als ze al hadden kunnen verhinderen dat Leopold vriendschappelijke banden aanknoopte met de Duitsers.
Hun plan is om hem te ontvoeren.
Jef van Hooff is kapper van beroep, en heeft in de meidagen tegen de Duitsers gevochten tot het land zich overgaf. Toen al werd hem het aanbod gedaan om als spion ingezet te worden, maar vooralsnog weigerde hij dat. Als hij er ziet hoe het joodse volk bedreigd wordt met een lot dat hem dan nog onbekend is, maar dat er niet goed uit ziet, vertrekt Jef alsnog. Na vele omzwervingen arriveert hij in Engeland waar een stevige training hem wacht. Samen met een vrouwelijke spionne, Victoria Hall, zal hij gedropt worden in België.
‘Van Hooff zou twee petjes dragen. Aan de plaatselijke medewerkers zou hij alleen zijn officiële missie bekend maken: het opzetten van een nieuw netwerk dat de wapen- en troepentransporten van Keulen en Luik naar de Atlantikwall moest hinderen. Daartoe zou hij een beroep doen op de mannen van majoor Claser. Hall fungeerde daarbij als zijn koerierster. De belangrijkste missie zou echter pas van start gaan als ze voldoende vertrouwen hadden in Clasers manschappen en ze de valstrik gespannen hadden waarin hun ware doelwit moest trappen. En dat doelwit was Lilian Baels, de aanstaande bruid van koning Leopold III.
Beide SOE-agenten (Special Operations Executive, afgekort SOE, was een van zeven geheime organisaties die door de Britse regering tijdens de Tweede Wereldoorlog in Engeland werd opgericht) hadden de opdracht om Leopold er toe te bewegen om weer in contact te treden met de Belgische regering, maar ook om hem te scheiden van zijn minnares om de vorst op die manier te behoeden voor zware imagoschade. Het ultieme middel was ontvoering.’
Leopold heeft als treurende weduwnaar grote sympathie van het volk. Dat moet zo blijven, vindt de regering, die er op uit is om Leopold na de oorlog weer in het zadel te helpen, maar dan wel met een actieve gezaghebbende regering. Er is evenwel ook een partij die dit niet ziet zitten. Zij wilden na de oorlog de koning meer macht geven, en juist bepaalde partijen buiten spel zetten. Communisten bijvoorbeeld. Zij vreesden als Duitsland eenmaal uitgeschakeld was, het Rode Gevaar.
Terwijl in Londen allerlei politieke plannen gesmeed worden, komen ook de Verenigde Staten in beeld, zeker na de aanval op Pearl Harbour. Zij hebben niet zozeer België, als wel Congo nodig waar uranium gevonden is. En Congo is een Belgische kolonie, niet dat de Belgen – of de Duitsers – direct beseffen wat het bezit van uranium betekent. Maar de Amerikaanse spionagedienst weet dat wel degelijk. Er zijn meerdere spionagediensten actief in België, maar helaas voor hen is het Englandspiel, dat wij Nederlanders goed kennen, niet alleen tot Nederland beperkt gebleven.
Het is erg moeilijk – en gevaarlijk – voor Jef en Victoria, tussen wie zich een romance ontwikkelt - om zich staande te houden met al dit gekonkel in Londen, met plannen en opdrachten die steeds veranderen en geheimen op de achtergrond. En natuurlijk een vijand die je niet moest onderschatten.
Wie kun je vertrouwen, en belangrijker: wie niet?
Het is een lijvig boek, maar omdat het ook allemaal vrij ingewikkeld was, is uitleg vaak nodig. Op de Beeck doseert dat prima: naast een historisch verhaal is het ook een spannend verhaal met een vleugje romantiek. In een ruk uitlezen is te veel gevraagd, maar het boek is nooit saai, dus dat zou je best willen!
Naarmate het verhaal vordert bekruipt de lezer steeds meer het gevoel: in hoeverre is dit verhaal de waarheid? Veel namen en gebeurtenissen zijn namelijk wel bekend en het wordt zo levensecht beschreven. Bovendien is Johan Op de Beeck bekend van zijn historische boekwerken over Napoleon. Jef van Hooff blijkt – overigens net als de overige personages – niet fictief. Hij was de kapper van de moeder van Johan Op de Beeck.
Maar: misschien is er een nawoord?
Een blik achterin dus. Daar is behalve een indrukwekkende bibliografie en een namenlijst (ook van instanties) inderdaad een verantwoording, zodat je precies weet wat echt gebeurd is en waar Op de Beeck het verhaal wat heeft aangepast om een goed lopend verhaal te kunnen neerzetten. Hij geeft aan wat er met de personages gebeurd is na 1945. Ook is er een In Memoriam voor de mensen die in dienst van de verschillende inlichtingendiensten het leven lieten. Een hommage aan de 18.716 slachtoffers.
Voor Nederlandse lezers zijn deze toevoegingen absoluut handig, wij weten nauwelijks wat zich afgespeeld heeft bij onze zuiderburen. Behalve de kwestie met de koning was het overigens niet zoveel anders.
Het Kasteel van Laken, het koninklijk paleis met een enorm park eromheen, is een van de koninklijke residenties in België. Het ligt sinds 1921 in de stad Brussel.
De Duitsers wilden dat Leopold III in dat paleis bleef, hij was krijgsgevangen.
Johan Op de Beeck (1977) is voormalig journalist en schreef verschillende boeken over Napoleon. Hij maakte tv-documentaires en presenteerde talkshows en debatprogramma’s. Vandaag is hij publicist en communicatieadviseur.
ISBN 9789492958341 | Paperback | 608 pagina’s | Uitgeverij Horizon | september 2019
© Marjo, 16 januari 2020
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER