Nachtstad
Arnaldur Indridason
In Nachtstad neemt Arnaldur Indriðason de lezer mee terug naar de allereerste doch officieuze moordzaak van zijn personage Erlendur Sveinsson. De jonge Erlendur werkt bij de assistentiesurveillance. In de nachtelijke uren rijdt hij met zijn collega’s door de donkere straten van Reykjavik. Erlendur grijpt in bij huiselijk geweld, maakt een einde aan vechtpartijen, verleent hulp bij verkeersongevallen en ontfermt zich over zwervers.
Wanneer spelende kinderen het lichaam van een zwerver vinden, herkent Erlendur het slachtoffer meteen. De man die is verdronken in het water bij de oude turfafgraving is Hannibal, een zwerver die regelmatig op zijn pad kwam. De dood van Hannibal wordt echter nauwelijks onderzocht. De collega’s van Erlendur doen de dood van Hannibal af als een triest sterfgeval door alcoholmisbruik. Niemand acht verder onderzoek nodig.
De dood van Hannibal grijpt Erlendur bijzonder aan. Hij merkt dat hij het niet kan verkroppen dat niemand de moeite wil nemen om de dood van de zwerver nader te onderzoeken. Erlendur is een bijzonder integer mens en hij kijkt voorbij de vodden van Hannibal. Hannibal was dan misschien een stinkende en vaak dronken zwerver, bovenal was hij een mens. Een mens als ieder ander. Een mens met gevoelens en een mens met een verleden. Ook iemand als Hannibal verdient een respectvolle behandeling.
Erlendur is nog maar een groentje maar hij besluit om de zaak van Hannibal op eigen houtje te gaan onderzoeken. In zijn vrije tijd praat hij met zwervers die Hannibal hebben gekend. Ook legt hij contact met de broer en zus van de zwerver. Hannibals broer ontsteekt in woede en weigert mee te werken. Later zal Erlendur ontdekken dat een noodlottig voorval uit het verleden de oorzaak is van de woede. Hannibals zus Rebekka staat Erlendur wél te woord. Ze heeft altijd met lede ogen toegezien hoe haar broer zichzelf in het ongeluk stortte. Ze stond machteloos toen Hannibal steeds verder afgleed.
Erlendur beseft dat het niet onwaarschijnlijk is dat Hannibal daadwerkelijk door eigen toedoen is verdronken. Toch durft hij moord niet uit te sluiten. Hannibal sliep altijd in een kelderhok maar kort voor zijn dood brak daar brand uit. De eigenaar van het pand ontzegde Hannibal daarna de toegang tot zijn slaapplek. Hannibal zou de brand zelf aangestoken hebben maar Erlendur ontdekt dat de man doodsbang voor vuur was. Hij stak nog geen kaarsje aan. Hannibal zelf beweerde dat iemand had geprobeerd hem in brand te steken. Als het verhaal van Hannibal klopt dan had hij een vijand. Is Hannibal toch vermoord of moeten de beweringen van een dronkenlap niet serieus genomen worden? En hoe is een sieraad tot toebehoorde aan een vermiste vrouw op de nieuwe slaapplek – bij de oude turfafgraving - van Hannibal beland?
In Nachtstad schetst Indriðason op meesterlijke wijze het portret van de zwerver Hannibal. Aanvankelijk domineert het beeld van een veelal dronken en onverzorgde man maar in de loop van het verhaal leert de lezer de werkelijke Hannibal kennen. Ook maakt de lezer kennis met de jonge Erlendur die aan het begin van zijn volwassen leven staat. Welke carrière ambieert hij en zal zijn relatie uitmonden in een serieuze verbintenis? Indriðason heeft een indrukwekkend oog voor het menselijke in ieder persoon en rekent af met iedere vorm van oppervlakkigheid. Ook onverschilligheid komt niet in zijn straatje voor. Deze prachtige denk- en schrijfwijze in combinatie met een goed uitgedacht politieverhaal en een stemmige beschrijving van het leven in IJsland, levert een thriller van grote klasse op.
In dit dertiende boek van de Erlendur-reeks domineert liefde voor de medemens. Met zijn unieke, sobere maar ook warme schrijfstijl schittert Arnaldur Indriðason nog altijd op eenzame hoogte. Met Nachtstad levert hij wederom een knap staaltje vakmanschap af.
ISBN 9789021454771| paperback | 256 pagina's | Uitgeverij Q| mei 2014
Vertaald door Adriaan Faber
© Annemarie, 14 mei 2014
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER